R UIMTE- PRAAT aLVA'S BASTAARDZOON VOOT AlVd'S 8106(^33(1 „Geen dag ging voorbij zonder dat er bloed van de schavotten stroomde..." 9 september 1567: zwarte dag in de vaderlandse geschiedenis ZATERDAG 9 SEPTEMBER 196 7 Erbij 15 RAKETTEN DOORGRONDEN HET RAADSEL DER RADIOSTORING X~\ Don Ferdinand de Toledo, Groot-Prior der Orde van St. Jan, ...AA (110111011(1 dOllict" bood op 9 september 1567 een aan- Wdv lllGlIldllUj 9 9 |Jd|JIV L tal Spaanse en Nederlandse edelen in de woning van de Graaf van llflph If O ft O YIfPlIi©* Kuilenburgh te Brussel een noen- IIMl#II j jl\wLLCI ^'Hq maal aan. In een hoek van de feest- DE ONTWIKKELING van de rakettechniek heeft de weten schap ook de kans gegeven, het boeiende en kleurrijke schouw spel van het poollicht nader te onderzoeken. Zo is juist najaar 1966 Nederlandse meetappara tuur (gebouwd in de sterre- wacht in Utrecht) naar de nieuwe Europese lanceerbasis bij Kiruna in Noord-Zweden ge bracht, om in een Franse Cen taur-raket te worden opgelaten zodra er poollicht werd waarge nomen. Op die manier kon men voor het eerst doordringen tot in de kleurige sluiers van dit verschijnsel zelf; de raket be reikt een hoogte van ongeveer 120 kilometer. POOLLICHT, op ons halfrond vaak Noorderlicht genoemd, ontmoeting van dit veld met het permanente magneetveld van de aarde zelf is oorzaak van de zo genoemde magnetische stormen die zich op aarde kunnen voor doen na zonne-uitbarstingen. Dikwijls wordt het radioverkeer op de lange afstand er ernstig door gestoord. Voor een beter begrip van de natuurkundige processen die zich in het pool licht afspelen maakt men tegen woordig gebruik van raketten die worden gelanceerd zodra zich poollicht vertoont. De ra ketten zijn toegerust met meet apparatuur (telbuizen) die de hoeveelheden geladen deeltjes hoog in de atmosfeer registreren, waarna zendertjes de gemeten gegevens onmiddellijk doorsei nen naar de waarnemers op de grond. zaal speelde een strijkje, gevormd door Alva's eigen musici. De stem ming was opperbest, de wijnkan ging lustig rond. Omstreeks drie uur in de middag kwam een bode van Alva de heren verzoeken, de hertog na de maaltijd met een be zoek te vereren. Hij wilde hen gaarne raadplegen over de bouw van een citadel te Antwerpen, waarvoor hij tekeningen had laten maken. Alva woonde toen proviso risch ten huize van de Vrij vrouwe van Janche, in de buurt van Eg- monds woning. Later betrok hij het paleis op de Coudenberg, dat tot haar vertrek de residentie was van de landvoogdes Margaretha van Parma. Dr. P. H. Schroder dampkring kunnen doordringen en deze plekken zijn de beide poolgebieden (ook rondom de Zuidpool wordt poollicht waar genomen). De beweging van de geladen deeltjes wordt namelijk KRACHTLIJNEN VAN HET AARDS-MflGNETIS CH V E LO BANEN VAN DE GELADEN DEELTJES LAMORAAL,GRAAF VAN EGMONDT. Dit'j Jj.nurrijir l)ieM ^e. njj/c imM.dfva. bfyi van. buct, De, ~)>oJinrf T?eUtbeer^Jv/i£b enjjlt.tr oma ZhfetèerfanÏHr ''■/hJ t^itr ut twerrruiaftte. be/ Jfntnbjytur nujt béevea. De fa te "Jjw ^cynen- bjj dei. rec/t en vrii^it Jneevem^. O Cd cd C7 G. Braadt. OMSTREEKS zeven uur was de be spreking ten einde. Toen de heren af scheid namen, vroeg d'Avila, de san- voerder van Alva's lijfwacht, aan Eg- mond of hij *tg een ogenblik wilde wachten. Hij had hem iets gewichtigs mede te delen. Zodra zij alleen waren, verklaarde hij het bevel te hebben hem in hechtenis te nemen. Egmond was, ondanks wat er enige uren tevoren had plaatsgevonden, nog zó verbaasd dat hij niet wist wat te antwoorden. D'Avila herhaalde welke opdracht hij gekregen had en vroeg de graaf, hem zijn degen te overhandigen. Op het zelfde ogenblik werden de deuren die toegang gaven tot het vertrek, geopend en Egmond zag zich omringd door Spaanse soldaten. TEZELFDERTIJD werd op de binnenplaats Hoorne gevangengeno men. Hij werd in een andere kamer opgesloten en onderging dezelfde be handeling als zijn vriend. Veertien dagen later werden beiden naar de citadel van Gent overgebracht. IN DE AVOND van de 9de septem ber schreef Alva aan Philips II een brief, waarin hij verhaalde hoe de aan slag volvoerd was. Maar hij verzweeg dat hij er niet in was geslaagd, de prins van Oranje in hechtenis te nemen. Wel kondigde hij aan en dat is de tweede reden waarom de negende september 1567 een zwarte dag in onze geschiede nis is het besluit te hebben genomen een rechtbank op te richten die een onderzoek moest instellen naar de mis daden tegen de godsdienst en 's ko- nings gezag in de laatste jaren ge pleegd. Hij noemde die rechtbank aan- tot lichten en het is dit schijn sel dat wij als „poollicht" waar nemen. NU KENNEN WIJ maar twee „zwakke plekken" waar deze ge laden deeltjes tot in de aardse beheerst door de vorm van het aardse magneetveld. DOORDAT deze snel be wegende deeltjes elektrisch ge laden zijn worden ze omgeven door een magnetisch veld. De hunner was president van het Hof van Vlaanderen, twee waren raadsheer in dat Hof. Ook de kanselier van Gelder land had zitting, evenals de president van het Hof van Artois. Het Openbaar Ministerie werd waargenomen door de procureur-generaal bij de Hoge Raad te Mechelen. Alva kon dan ook terechtr aan Philips melden dat hij mannen van onbesproken gedrag en goede naam gekozen had. De twee stemge rechtigde leden evenwel waren een Spanjaard, Juan de Vargas en een Spaanse Nederlander Louis del Rio, de laatste een man met een zwak ka rakter. De verantwoordelijkheid voor de vonnissen komt in werkelijkheid ten laste van Alva zelf en van zijn werktuig De Varqas „een man laag van aard en bloeddorstig van karak ter, van slechtbefaamde zeden, ruw, onwetend en onbeschoft". Er liepen in Spanje nog drie processen tegen nem, waarvan een wegens verkrachting an een weesmeisje wier voogd hij was. Alva vroeg Philips deze processen te stuiten, omdat De Varqas iemand was „zonder wie hij bijna niets kon doen". Maar al was deze schobbejak de ver trouweling van de landvoogd, macht had de Bloedraad in feite niet. Alva hoefde zich zelfs aan de adviezen niet te storen. „Twee redenen", schreef hij in zijn brief aan de koning, „hebben mij be wogen de macht van de Raad te be perken: de eerste is dal) ik, daar ik de leden niet ken, gemakkelijk door hen misleid zou kunnen worden. De twee de is dat mannen van de wet niet an ders veroordelen dan misdaden waar van bewijs is. En Uwe Majesteit weet dat staatszaken bestuurd worden vol gens regels die zeer verschillen van de wetten die men hier in de Neder landen heeft". ALVA ZELF sprak dus de vonnissen uit. Hij deed dit als plaatsvervanger van zijn vorst. De Raad van Beroerten heeft zich herhaaldelijk verzet tegen zijns inziens onwettige veroordelingen en toen hun protesten niet baatten, bleven vele leden weg van de zittingen. In een latere brief beklaagde Alva zich over het gebrek aan medewerking dat hij van het college ondervond. „Wat de zaken der rebellen en ket ters betreft", schreef hij, „verleent al leen Varqas mij nuttige hulp. De Raad staat mij niet alleen bij, maar legt mij integendeel zoveel hinderpalen in de weg, dat ik met de Raad meer te stel len heb dan met de misdadigers zelf". HET TERREIN dat de Bloedraad bestreek was, kort gezegd, het terrein der majesteitsschennis. Maar dit begrip was naar de uitleg der rechtsgeleer den van die tijd zeer rekbaar. Tacitus heeft majesteitsschennis eens genoemd: crimen eorum qui crimine vacant, dat wil zeggen: de misdaad van hen die aan misdaad onschuldig zijn. Hij be doelde: van majesteitsschennis kan iedereen altijd beschuldigd worden. In Alva's tijd viel onder dit begrip: ket terij, kerkschennis en afval van geloof; ondersteunihg daarvan door daad of toelating; verder: kwaadspreken over de regering en alweer: toelaten dat een ander dat deed; critiseren van re geringsmaatregelen, zich beroepen op rechten, privilegiën en handvesten; natuurlijk: oproer, weerspannigheid en ongehoorzaamheid aan de koning of zijn plaatsvervanger. Op Alva's bevel werd daaraan nog toegevoegd: het aan bieden van verzoekschriften waarin matiging van de plakkaten werd ge vraagd, het oogluikend toelaten van predikatiën, het niet gewapenderhand optreden tegen beeldstormerij. Zelfs werd het als majesteitsschennis be schouwd als men de mening verkon digde dat de Nederlanders door hun rebellie niet al hun privilegiën hadden verspeeld. En allen die schuldig wer den bevondén ondergingen de dood straf. DE RAAD van Beroerten zetelde in Brussel en vergaderde dagelijks ge durende de ochtend- en de avonduren. De Spanjaard Alva kon nog geen af stand doen van zijn siësta, maar placht toch zeven uur per dag aan het werk van de Raad te wijden. Natuurlijk konden de leden niet overal in den lande aanklachten onderzoeken en be klaagden ondervragen. Die taak werd gedelegeerd aan de zogenaamde Com missarissen van Beroerten die naar alle delen van het land werden gezon den om in samenwerking met de ge westelijke en stedelijke justitie ver dachten op te sporen en deelnemers aan de troebelen te vatten. Dan maak ten zij procesverbaal op en zonden dit naar Brussel met hun advies. Enige leden van de Raad onderzochten de stukken en legden een rapport voor aan Del Rio die er zijn visum onder plaatste en het doorzond aan Varqas. Deze „voor wie het storten van men senbloed de enige gewichtige bezigheid en het enig vrolijk tijdverdrijf van het leven was" (aldus Motley) keurde elk doodvonnis blindelings goed en zond andere rapporten onveranderlijk „ter herziening" terug. DE INSTALLATIE der leden van de Bloedraad vond plaats op 20 sep tember. Zij beloofden trouw aan het katholieke geloof en aan een goede justitie en zwoeren alles wat in de vergaderingen zou geschieden te zullen geheimhouden. Toen begonnen de over leggingen en besprekingen, maar het duurde tot januari 1568 voor de eerste vonnissen werden geveld. De Raad ging dus niet over een nacht ijs, maar toen het raderwerk eenmaal liep, werden de vonnissen aan de lopende band geveld, soms 80 of 90'in één zit ting. Geheel het land weerklonk van het gejammer der veroordeelden, die naar het schavot of naar de kerker werden gesleept of ijlings het vaderland ont vluchtten om elders het bittere brood der vreemdelingschap te eten. Geen dag ging voorbij dat het bloed niet langs de schavotten stroomde, dat de galgen niet gerist hingen, dat de lijken der veroordeelden op raderen of aan staken geen schrik en ontzetting ver spreidden", aldus de katholieke his toricus Nuyens. En Hooft schrijft: „Elke dagh had zijn deerlijkheit en 't bassen der bloedtklokke dat met met de doodt van namaagh den eene, van zwagher of vrievdt den andere in 't hart klonk". HET WAS deze Raad van Beroerten die ook Lamoraal, graaf van Egmond en Philips van Montmorency, graaf van Hoorne zou veroordelen. Het von nis werd geveld in juni 1568, tien maanden na hun arrestatie. Maar hoe het zou luiden stond reeds bij voor baat vast. Het volk evenwel verklaarde dat er nóg een misdaad was die alle andere in ernst overtrof, een misdaad waar voor geen vergiffenis ooit mogelijk was: de misdaad rijk te zijn. Want zo dra tegen iemand een onderzoek werd ingesteld, werden zijn goederen en be zittingen onmiddellijk in beslag ge nomen. Alva had immers beloofd dat „een goudrivier van een el diepte Spanjes dorstige grond zou besproeien" en hij hield woord. Mede daarom was het streng verboden het land te ver laten en zware straffen bedreigden schippers en voerlieden die vluchte lingen hulp verleenden. Terecht schreef Hooft: „Wien waggelde 't hoofd op den halze niet?" en inderdaad, toen bleek dat het niet het uitsluitende doel van Alva's rechtbank was schuldigen te straffen, maar evenzeer, ja veeleer, om de Spaanse schatkist te vullen, was niemand, papist noch protestant, meer veilig. ontstaat als gevolg van uit barstingen op de zon. De zon stoot dan elektrisch geladen deeltjes uit. Belanden deze in de atmosfeer van de aarde, dan brengen zij de lucht plaatselijk NATUURLIJK gaven de heren aan de uitnodiging gehoor. Maar toen zij van tafel opstonden, fluis terde de Groot-Prior, die in de en kele weken welke hij in de Neder landen had doorgehracht, sympa thie had opgevat voor de graaf van Egmond, deze in het oor: „Heer graaf, neem de beste harddraver uit uw stallen en maak u ijlings uit de voeten!" EGMOND sprong op en liep met snelle passen naar een aangrenzend vertrek. Hij werd gevolgd door enige Nederlandse edelen die zich afvroegen wat de oorzaak was van zijn kennelijke schrik en ontsteltenis. De graaf ver telde hun snel welke geheimzinnige woorden de Groot-Prior hem zoëven had toegefluisterd en voegde er aan toe dat hij besloten had die raad op te volgen. De heren evenwel barstten in lachen uit. Hoe kon Egmond. 's ko- nings gunsteling, zich zo in de war laten brengen door de woorden van een vreemdeling? Wat zou Alva zeggen als hij hoorde dat de graaf zo plotse ling de benen genomen had? Zou hij dat niet beschouwen als een bewijs van schuld? Een bekentenis, niet in woorden, maar in daden? EGMOND aarzelde Hij was een overtuigd katholiek, hij wist zich nooit te hebben schuldig gemaakt aan enige ongehoorzaamheid jegens Philips. Bovendien was hij zeer beïnvloedbaar, hij liet zich gemakkelijk bepraten. Dus keerde hij, gerustgesteld door zijn vrienden, naar de eetzaal terug en vergezelde hen enige ogenblikken later naar de bespreking met Alva. Daar werden aan de hand van op de tafel uitgespreide tekeningen de plan nen voor een citadel uitvoerig be sproken. Alva rekte de beraadslaging tot een bediende hem een heimelijke wenk gaf. Daarop verliet hij het gezel schap onder een voorwendsel. Buiten gekomen vernam hij dat het eerste deel van zijn opdracht was uitgevoerd: de burgemeester van Antwerpen An- tonie van Stralen en de geheimschrij vers van Egmond en Hoorne, Backer- zeele en De la Loo. waren gevangen genomen. Onmiddellijk gaf de hertog opdracht, alle papieren van Hoorne en Egmond in beslag te nemen, te ordenen en hem voor te leggen. Toen keerde hij naar zijn gasten terug en nam aan de gedachtenwisseling deel alsof er niets gebeurd was. I Zitting van de Bloedraad. Tien van de twaalf leden waren integere, te goeder naam en faam bekende rechtskundigen, de beide overigen ge wetenloze „schobbejakken". Maar dat alles deed niets terzake want in feite velde Alva zelf de vonnissen, die onveranderlijke doodvonnissen waren. (Naar een oude gravure, evenals het portret van Egmond, links boven, uit Hoofts „Historiën".) vankelijk de Raad van Zijne Excellen tie, later de Raad van Beroerten. Het Nederlandse volk sprak weldra van de Bloedraad. Alva zelf was voorzitter; van de twaalf leden hadden tien een adviserende stem. Het waren mannen die de hoogste rechterlijke waardig heden in het land bekleedden. Een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 15