FILATELIE v- 4> j 1 /k V r iuvu" i derkran Dammen m Hl Kareltje was weg <1Ai jjf jr *j tl, 23 DE TWAALF VRIENDJES WIE LEGT DE STUKKEN AAN ELKAAR? 0 ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1967 Erbij S ri&i mmmm B. Dukel z 'W- ''WW f - - - „Ga je mee?", vroeg Gré, „Waar naar toe?", vroeg Loe, „Naar een man!", zei Jan, „Wat doen?", vroeg Koen, „Die man heeft ijs!", zei Gijs, „Is het ver?", vroeg Ger, „Op het plein", zei Hein, „Mag dat wel?", vroeg Nel, „Van je moes?", vroeg Loes, „Is ze dan", vroeg Nan, „echt niet boos?", vroeg Toos. „Ach wel nee, zei Kee, „Moe is op reis!", zei Thijs. MARJO VAN VEEN, Overveen. Het mooie plaatje is in negen stuk ken geknipt. Plak de brokken op een stuk niet te dik karton en knip ze uit (of laat ze uitsnijden). Hoe het moet worden kun je zien op het bijgaande plaatje. wwpji ■rfrtfjm NOORWEGEN. Het honderdjarig bestaan van de Noorse zending in San- tal, India, zal op 26 september worden herdacht met een serie van twee waar den, 60 en 90 óre. De eerste zegel toont het portret van Lars Skrefsrud (1340- 1910), de stichter van de zending en de tweede zegel het exterieur van de Ebe- nezerkerk in Benagaria (afbeelding). PHILIPPIJNEN. Ter herdenking van de vijfentwintigste verjaardag van de Slag van Corregidor is een postzegel van 6 s. uitgegeven. Afgebeeld zijn een silhouetportret van wijlen generaal MacArtixur, de omtrekken van het Corregidoreïland en landende Ameri kaanse parachutisten tijdens de her overing van het eiland in 1945. TSJECHOSLOWAKIJE. Dieren uit de natuurreservaten in Slowakije zijn afgebeeld op een serie van zes waar den: 30 h. eekhoorn, 60 h. wilde kat, 1 kr. hermelijn, 1.20 kr. muis, 1.40 kr. egel en 1.60 kr. boommarter. TRINIDAD en TOBAGO. Ter vie ring van de vijfde verjaardag van de onafhankelijkheid zijn de koerserende frankeerzegels van 8. 10, 15 en 60 cents overdrukt met „Fifth Year of Indepen dence". LUXEMBURG geeft op 14 septem ber twee postzegels uit ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de aardewerkindustrie in dit land. Het zijn een 1.50 fr. met een scheerschotel uit 1819, waarop een bruiloft is afge beeld, en een 3 fr. met een vaas met reliëfversiering uit omstreeks 1820. De zegel van 1.50 fr. beelden wij af. FRANKRIJK. Het vijftigjarig be staan van Lions International zal op 30 oktober worden herdacht met een postzegel van 0.40 fr. met als motief het Lionsembleem. ANDORRA wijdt op 25 september een postzegel vah 2.30 fr. aan het In stituut van de sociale verzekering. De zegel toont een man met de arm in een mitella, en zijn vrouw en kinderen bij een open haardvuur. ISRAEL geeft 13 september een se rie van vijf waarden uit ter gelegen heid van het joodse nieuwjaar 5728 (1967): 12, 15, 35. 40 en 80 ag. De zegels laten fraai bewerkte houders van wets rollen zien, op de tabs bijbelteksten. COOKEILANDEN. Een nieuwe se rie frankeerzegels met waarde-nan- duiding in de decimale munt is in om loop gebracht. Op de zegels zijn schil derijen van bloemen van de Cook- eilanden gereproduceerd: Va, 1, 2, 2'A, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 15, 20, 25, 30, 50 cents, 1 en 2 dollar. De zegels van 3, 8, 25 cents, 1 en 3 dollars dragen boven dien het portret van koningin Eliza beth. OOST-DUITSLAND. Ter gelegen heid van de Leipziger Herbstmesse 1967 zijn twee postzegels verschenen. ÉMIMHt Op de 10 pf. (afbeelding) ziet men elektrische keukenapparaten en op de 15 pf. een bontmantel en het embleem van Interpelz. BOEROENDl. De serie met afbeel dingen van vissen is met negen lucht postwaarden uitgebreid: 6, 8, 10, 14, 15, 20, 50, 75 en 130 fr. MONACO. In de loop van december zal een postzegel van 1 fr. verschijnen naar aanleiding van de negende inter nationale hydrografische conferentie in Monaco. De zegel laat een peillood en een hydrografische kaart zien. DAHOMEY. Als propaganda voor de Olympische winterspelen 1968 te Gre noble is een serie van drie uitgekom.en: 3045 en 100 fr. De zegels geven ver schillende gezichten op Grenoble weer. De zegel van 100 fr. draagt bovendien het portret van Pierre de Coubertin. SPANJE. Op 16 oktober zal de tien de zegel in de serie klederdrachten verschijnen in de waarde 6 p., waarop de dracht van Caceres is voorgesteld. MALEDIVEN. Ter gelegenheid van de Expo 1967 in Montreal is een serie van zes waarden, 2, 5, 10, 50 l., 1 en 2 r., uitgekomen. De 5, 50 l. en 2 r. to nen het paviljoen „De mens en mu ziek" en de 2, 10 l. en 1 r. het pavil joen „De mens en zijn gemeenschap" (afbeelding)Ook een souvenirvelletje met de waarden 1 en 2 r. mmm '-'2% De hedendaagse damproblematiek wordt steeds meer afgestemd naar het partijspel. Het is vooral de jongere gene ratie die ongelooflijk mooie composities op het bord weet te toveren. Een van de grootste vondsten is van de sterke hoofd klassespeler H. J. van der Holst, die de laatste jaren ook internationaal een be kend problemist is. Hier komt het eerste voorbeeld. H. J. VAN DER HOLST Tuindorp -Oostzaan av. a>oooooooooroc xxxx m 7//m Zwart: 21, 22, 23, 24, 27, 31. Wit: 16, 34, 36, 38, 41, 43. Winst door 34-29 43-38 41-37 36-31. Het tweede voorbeeld is van H. F. M. van Tulder in Amsterdam. xyxxxT' x> x xxxdo xju jogc oc* oootxyx- oj De heer H. J. van der Holst, onze har telijke dank voor deze mooie vraagstuk ken. De heer Van der Holst heeft een enorme voorraad zelf gemaakte pro blemen en stelt deze graag ter beschik king aan damliefhebbers. Tel. 020-265214. Van de heren S. Sastokaryo in Heem stede, F. J. Petegem in Zandvoort, L. Blok in Driehuis en J. Smidt in Velsen krijgen wij altijd goede oplossingen binnen. Na inzending van de goede oplossing beves tigen wij dit even per briefkaart of brief. Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres van de damredacteur: B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmui- den. VAKANTIEVREUGD Veel van mijn bridgevrienden hebben het tijdens hun vakantie toch niet kunnen laten: zij hébben net zolang gewroet tot zij ergens een partijtje konden formeren of aan een plaatselijke wedstrijd hebben kunnen meespelen. Bijzonder veel vreugde aan zo'n va kantiewedstrijdje beleefden mijn vrien den, die ik in dit verhaal maar met de familie Zwak zal aanduiden. Niet alleen slaagden zij erin een éérste prijs mee naar huis te nemen, gelijktijdig boekten zij een eclatant succes tegen de heren gebroeders Sterk. De Zwakken en de Sterken zijn in het normale leven lid van één en dezelfde bridgeclub en aldaar plegen hun bridge- prestaties in overeenstemming te zijn met de namen, die ik hen in dit verhaal ge geven heb. Toch zijn de Sterken niet zo sterk als zij denken en niemand is daar van meer overtuigd dan de heer Zwak, die al jaren op het ogenblik zat te wach ten om dat te kunnen bewijzen. Het zou niet hem, maar wel zijn sympathieke echtgenote gegeven zijn de Sterken ein delijk eens een verpletterende nederlaag toe te brengen. Het gebeurde op een mooie zomeravond in een aardig strand- hotel. Mevrouw Zwak was slaperig doch keek niettemin met genoegen tegen de oostkaarten aan: 9 6 5 O H 7 2 9 8 6 5 I. H. J. VAN DER HOLST (Oostzaan) W//A A V 4 O 10 9 8 3 O B 8 6 5 B 7 N W O 4 3 2 H 3 Zwart: 12, 13, 23, 35, 36. Wit: 21, 26, 27, 38, 39, 40, 43. Winst door 21-17 35x42 17x28 en wat zwart nu ook speelt, het spel is verloren. Zwart heeft drie zetten: le 36-41? volgt 43-38 42x31 en 26x46; 2e. 42-47 43-38 47x31 en 26x37. 3e. 42-48 28-23 en 26x37 met oppositiewinst. Het derde voorbeeld is van G. Hans- sens uit Bussum. Zwart: 8, 9, 10, 36, 38. Wit: 19, 24, 25, 41, 44, 48. Winst door 44-40 48-43 25-20 20-15 15x2 en 2x15. Voor onze probleemliefhebbers volgen hier drie vraagstukken van de heer H. J. van der Holst. Het is voor het eerst, dat wij problemen van deze bekende sterke Zaanse hoofdklassedammer plaatsen. Maar wij erkennen graag, dat het prima vak werk is. C? AHVB754 O 9 A V 10 B 10 8 7 2 (?62 O A V 10 43 H Zwart: 2, 6, 8, 9, 11, 12, 20, 26, 30, 34. Wit: 17, 22, 32, 33, 36, 38, 39, 43, 44, 47, 50. Voor alle drie vraagstukken geldt: wit speelt en wint. II. H. J. VAN DER HOLST (Tuindorp-Oostzaan) OOOOOOOCOOOOOOOC iOO oOOOOOOOCC XX COOOOOOOC' -GuOCXDOOOCOCOOOOC n V///////, O Oost gever, OW kwetsbaar. Met enige nadruk opende mevrouw Zwak het oostspel met twee harten het was iedereen duidelijk, dat zij „zó" een kaart in handen had. Had meneer Sterk I op de zuidplaats de waarheid erkend van de theorie, dat men zwakke spelers hun gang moet laten gaan als zij zeer sterke spellen blijken te hebben, daar zij zich zelf wel in de knoop werken had zuid deze waarheid gekend en toegepast, dan zouden de Sterken vermoedelijk niet op zulk een vreselijke wijze tenonder zijn gegaan. Meneer Sterk I (zuid) meende echter twee schoppen te moeten bieden, maar Zwak (west) verhoogde tot drie harten. Meneer Sterk II (noord) bood nu vier klaver. Enerzijds deed hij dit om het de familie Zwak onmogelijk te maken de vier-klaverconventie toe te passen anderzijds hoopte hij zijn tegenstanders „ergens van af te houden". Dit laatste is een zéér twijfelachtige onderneming, want in feite komt het er op neer dat meneer Sterk II de tegenpartij wil doen denken, dat zij (die tegenpartij) niet de plaatjes bezit waar zij tegenaan kijkt! Mevrouw Zwak liet zich niet uit het veld slaan en besloot met vijf klaver „azen te vragen", zuid paste, meneer west zei vijf harten (hij vertrouwde de zaak niet helemaal meer) en oost zou ver moedelijk gepast hebben. Maar de heer Sterk II, vermoedelijk geïnspireerd door de nabijheid van de zee. besloot met vijf schoppen „te redden". Dit werd mevrouw Zwak te gek en zij bood nu toch lekker zes harten, waarop tot ieders verbazing iedereen paste. Meneer Sterk I kwam zelfverzekerd met schoppenboer uit en dat was de eerste misstaD. want nu kon fnevrouw Zwak haar verliezende ruit en tje op wests derde schoppen kwijt. Aan het slot van het spel speelde de tafel (west) klaverboer voor en toen noord daarop klein deponeerde wilde zij de tien leggen, maar pakte door de hitte en de opwinding per ongeluk het aas. Zeven gemaakt! Het meest hebben de Zwakken zich toen verheugd over de discussie der Sterken. Filar ski. Bridgevraag dezer week: Noord gever, NZ kwetsbaar, viertallenwedstrijd. De zuidspeler heeft: 8 5 9B7 4 O V B 9 7 A H B 9 Noord één ruiten oost één schoppen zuid twee klaver west twee schop pen noord twee Sansatout oost past wat moet zuid bieden? Antwoord el ders op deze bladzijde. achtige speler eindigde in de hoogste re gionen. Toch gebeurde er iets merkwaar digs. De wereldkampioen Capablanca, die schaakspeelde met een gemak alsof hij erwten telde en bij de Russen geweldig populair was, gaf „en passant" even tussen twee wedstrijdpartijen dóór in Leningrad een zware simultaanseance. Daarvoor waren natuurlijk honderden sollicitanten van wie het leeuwedeel moest worden afgewezen. Onder hen was een 14-jarige jongeman met een schaak bord onder de arm, die zozeer op het ge moed van de organisatoren wist te wer ken, dat men hem maar opstelde. Juist deze jongeling, een zekere Mischa Bot- winnik, won van de grote Cubaan; dat was het begin! Daarna weer acht jaren stilte voor de Russische schaakstorm. Het wordt 1933; de Tsjech Salo Flohr werd in het Westen beschouwd als één van de voornaamste pretendenten voor de wereldschaaktroon. Toen men hem voorstelde, een tweekamp met Botwinnik te spelen, verwachtte men overal voor hem een „zacht eitje". Maar de 22-jarige Botwinnik bleek zich te heb ben ontwikkeld tot een all-round mees ter. Het werd 66 en daarmede begon de Russische schaaksuprematie, van welke wij wel de aanvang maar bepaald niet het einde zien. In 1933 waren de contacten Oost-West, communisme-kapitalisme tegenstelling buiten verantwoordelijkheid van uw medewerker!) nog uiterst schaars. „Des te wonderlijker vond ik het", aldus Flohr, in ons boek, „dat juist ik, arm als een kerkrat, als vertegenwoordiger van het steenrijke kapitalisme in de U.S.S.R. streed". Flohr vertelt nog heel wat meer, met name over de persoon Botwinnik. Dit is een tweede opmerkelijk aspect van het werk. Lieden die in een of an dere richting waar meetbare prestaties aan de orde zijn, zoals bij sport, aan de top komen, zijn bepaald niet altijd men sen van de aangenaamste soort. Zeer verdedigbaar is de stelling, dat zulks ook haast niet kan. Want een topscoorder op een zo uiterst moeilijk terrein a!s bijvoor beeld het schaken moet glashard zijn, eerzuchtig, egocentrisch en beperkt. Hij moet alles willen en kunnen doen (en nalaten) om zijn doel, de top, te bereiken en daarvoor bij wijze van spreken over „lijken" gaan. En wat schrijft nu Flohr over Botwinnik? Dat het een „liefde op het eerste gezicht" was welke tot de hui dige dag in nauwe vriendschapsbanden tussen de beide schakers heeft geresul teerd. Niets van bovenstaande stelling wordt door de persoon Botwinnik bevestigd. Zonder enige sportverheerlijking kan men zeggen, dat hij een superieur mens is, altijd vriendelijk, hoffelijk en beschei den, correct en sportief tot het uiterste, daarbij zeer veelzijdig. Zo is hij geen „prof", doch werkzaam als elektrotech nisch ingenieur. Hij roeit, zwemt en skiet, is zeer ontwikkeld op kunstgebied en oh wonder! een ideale echtge noot en huisvader. Reeds meer dan der tig jaren is hij gelukkig gehuwd met een fijnzinnige vrouw die vroeger ballerina was bij het beroemde „Bolschoitheater". Wie, zoals wij, in 1938 in Tivoli te Utrecht tijdens het AVRO-toernooi de echtelieden samen heeft kunnen observeren, weten dat dit geen loze woorden zijn. En dit is zo gebleven tot de huidige dag. De be kende Amsterdamse schaakjournalist Withuis, gewoonlijk Botwinniks gids in ons land, zei ons nog niet lang geleden uit de grond van zijn hart: „De Bot winniks zijn de liefste mensen die ik ken". Genoeg hierover. Dit is tenslotte een schaakrubriek. Welnu, wie zijn kennis van het spel wil opvoeren kan nauwe lijks beter doen dan het Botwinnik-boek zorgvuldig bestuderen. Dit ligt aan de stijl van de ex-wereldkampioen, die een zeer systematisch en strategisch verant woord openingsrepertoire opbouwde en zijn successen minder dankt aan inciden tele combinaties dan wel aan diep door dachte opbouw en logische afwikkeling. Zo werd haast iedere partij tot een pro fessoraal leerstuk, een magistrale een heid. uit welke men geen onderdeeltje kan afscheiden. Toch nog een diagram, een eindspel met lopers van ongelijke kleur, dat „al tijd" remise is, behalve bij Botwin nik. WWW X300000000000000000000000000000CXXXXXXXXXX»0000000000000 Zwart: 6, 8, 10, 11, 12, 21, 25, 27, 31, 37. Wit: 19, 29, 33, 35, 36, 39, 42, 43, 44, 45. BOTWINNIK JOOOOOQ xxxvxxxy ooc 7/7/'. BOTWINNIK Voor ons ligt een nieuw boek: „Botwin nik lehrt Schach", van Hans Müller (Sieg fried Engelhardt Verlag DM 16.80 geb.). Het is niet zo maar wéér een schaak werk over een van Caïssa's grootste vol gelingen, het bevat veel meer. Allereerst een bijzonder boeiend brok schaakgeschiedenis, met name over de op komst van het spel in de U.S.S.R. na 1918. De twee sterkste Russen, Aljechin en Bo- goljubow, emigreerden naar het Westen. Nadien meende men dat Rusland inter nationaal niet van relevante betekenis 30^^OT00000Óo0^**^<xX)n^^^CXXX)0^^^W0000000( KOTOV Wit aan zet. Het eindspel is inderdaad remise, al moet wit oppassen, bijvoor beeld 59) Kb3:? d4f! benevens de3: enz. De juiste weg was 59) Kd2! b2. 60) Kc2 Ke3:. 61) Kb2: (nu kan wit wél slaan) Kf4:. 62) Kc2 en de pionnen kunnen de zwarte velden niet passeren Kotov meent, dat er een nog eenvoudiger re- miseweg is: 59) Rc5? Thans forceert Botwinnik de winst op verbluffende wijze: hij offert twee pionnen welke hem twee ver verwijderde vrijpionnen op leveren. 59) g5ü Geweldig. 60) fg5: na 60) hg5: loopt de h-pion door, ter wijl Re6 alle witte pionnen tegenhoudt. 60) d4tü Een tweede pion wordt ge offerd om de verre b-pion te dekken. 61) ed4: Kg3. 62) Ra3 Kh4:. 63) Kd3 Kg5:. 64) Ke4 h4 65) Kf3 Rd5t en wit gaf het Altijd als Kareltje om vier uur uit school komt gaat hij eerst naar huis toe. Dat moet van zijn moeder, want die is altijd ongerust als Ka- rel lang weg blijft. Want hij is erg ziek geweest. Het is net vier uur. De klok op de schoorsteen van me vrouw De Nes laat vier slagen horen. „Ha, fijn", zegt ze, „Karei komt zo thuis; dan kan hij vlug even naar de melkboer gaan, want de melk is bijna op". Kwart over vier. „Hè, waar blijft die jongen toch. Anders is hij al om vijf over vier thuis. Hij zal toch niet moeten schoolblijven?" Maar om half vijf is Karei nog niet thuis. Moeder wordt toch wel ongerust. „Ik zal de school opbellen. Even kijken wat het nummer is. Ah, hier heb ik het: 17355". „Ringgg Ringgg" gaat de telefoon op school. „Ja, u spreekt met meneer Kooimans, le raar van de Elizabethschool", zegt een zware stem. „O, bent u de onderwijzer van Kareltje?", vraagt mevrouw De Nes verward. „Ka reltje de Nes bedoelt u?", vraagt de stem. „Ja, ja, ik ben zijn moeder. Kareltje komt altijd meteen uit school naar huis toe. Maar nu is hij er nóg niet. Ik dacht dat hij mis schien moest schoolblijven". „Karei schoolblijven? Oh, nee hoor, mevrouw, ik zou niet weten waarom. Hij is een voortreffelijke leerling. Maar nee, hoor, hij is met een naar huis gegaan". „O, dank u wel, weet u ook niet waar hij naar toe is gegaan?" „Nee, mevrouw, maar kan ik u ergens mee helpen?" „Nee, dank u. Dag meneer Kooi mans!" Mevrouw De Nes hangt de hoorn weer op de haak. „Oh", jammert ze, „Kareltje is weg. Ik moet hem vlug gaan zoe ken". Als meneer De Nes thuiskomt is er nog steeds geen Karei. En als hij van zijn vermissing hoort, gaat hij vlug zoeken. De politie wordt in geschakeld. De tijd verstrijkt. Het is half acht. En nog geen Kareltje. Het is gelukkig nog volop licht; dat geeft nog geen problemen. Als agent Hanssens met zijn po litiehond een heuvel afgaat ziet hij iets donkers tegen een boom liggen. Hij gaat kijken. „Je kan nooit we ten", zegt hij. Zijn hond is al naar de boom gerend. En ja, hoor, daar slaapt een jongetje. Als de agent hem optilt wordt Kareltje wakker. Hij vraagt: „Wie bent u?" „Oh, ik ben van de politie". „Ben ik dan stout geweest?", vraagt Kareltje. „Ja, je bent weggelopen, dat mag je nooit meer doen!", antwoordt de agent streng. „Ik ben niet weggelopen", roept Kareltje driftig. „Ik zag een mooie vlinder en die wilde ik pakken, maar als ik met mijn handen in zijn buurt kwam vloog hij steeds weg!" Thuisgekomen wordt Karei in zijn bed gelegd. En al vlug slaapt hij. En droomt van een mooie vlinder Annemieke Pels, 13 jaar, Haarlem. t y Tri meer was. op. Toen kwam het wereldtoernooi Moskou Een boeiend boek over een groot man! Zwart: 7, 12, 13, 15, 18, 19, 31, 35, 36, 40. 1925, welke de juistheid van deze mening Wit: 20, 21, 22, 27, 29, 32, 39, 43, 47, 50. bevestigde. Geen in de U.S.S.R. woon- Mr. Ed. Spanjaard 'VS 8 uapoq jbbui piu uaqnj uapunap spmz apiag qsiuiag leeuiaaMj stuea; aqjap aa/Ai joop poquiajs pq pjaiw qftppjd ap uj -uapds jaoquajjEq sp jaoqjaABjq paoz ftqjeep IOJ aqfrjguBjaq uaa qpM 'si qftpqjaui -do 'uaqeui a; qftpqqeuiag uagejs pee/A} uftz putoqqnuaddoqas ftq sjpz ua a v S't-SHVÓ UHÓ S LV JtftpwBu peq pioofq 'uauioq uauunq uaqnj ui poq -map aieqsaqjaAUO pq to; uaiqasstui ZN bujbbxv 'poq agiua pq suaguaAO si uapna auQ 'uassed pxu paoou geut snp 'pop pds qexvz uaa do saipe appq azap ftq pp 'jBBqquapuo si ph vnaiquaqna ap jïq apunap eujeep ua PABjq aa/A} pjaa pooq pmz qexag pq piu jaqaz si ji'q „iuassed do-ieep jauped ap gBui" qoo si uaqna aup ftq Sbbja aQ 'uauiuiap VS 3UP .100a snp uaqnz ftz ua „tpaq uiz uaag pq pp" pipui pq pui uadaaAuaA uaqnj aup uaqnz uapA 'uaAaapraAO raiq iqfq poq pp qaop 'uaddoqas aup iooa siapod -dns gou ja uftz uaiqasstyj 'uajinj aup jo 'piopsueg aijp :uauioq aj guiqjauiuee ut uaguipaiq aaM} jbbui azftAuaqftppaj uaqfn jg :gBBJAagpijq do pjooMjuy

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 23