FILATELIE
v-
4>
j
1
/k V
r iuvu"
i derkran
Dammen
m
Hl
Kareltje was weg
<1Ai
jjf jr *j
tl,
23
DE TWAALF VRIENDJES
WIE LEGT DE STUKKEN
AAN ELKAAR?
0
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1967
Erbij
S ri&i
mmmm
B. Dukel
z
'W-
''WW
f - -
-
„Ga je mee?", vroeg Gré,
„Waar naar toe?", vroeg Loe,
„Naar een man!", zei Jan,
„Wat doen?", vroeg Koen,
„Die man heeft ijs!", zei Gijs,
„Is het ver?", vroeg Ger,
„Op het plein", zei Hein,
„Mag dat wel?", vroeg Nel,
„Van je moes?", vroeg Loes,
„Is ze dan", vroeg Nan,
„echt niet boos?", vroeg Toos.
„Ach wel nee, zei Kee,
„Moe is op reis!", zei Thijs.
MARJO VAN VEEN,
Overveen.
Het mooie plaatje is in negen stuk
ken geknipt. Plak de brokken op
een stuk niet te dik karton en knip
ze uit (of laat ze uitsnijden). Hoe
het moet worden kun je zien op
het bijgaande plaatje.
wwpji
■rfrtfjm
NOORWEGEN. Het honderdjarig
bestaan van de Noorse zending in San-
tal, India, zal op 26 september worden
herdacht met een serie van twee waar
den, 60 en 90 óre. De eerste zegel toont
het portret van Lars Skrefsrud (1340-
1910), de stichter van de zending en de
tweede zegel het exterieur van de Ebe-
nezerkerk in Benagaria (afbeelding).
PHILIPPIJNEN. Ter herdenking van
de vijfentwintigste verjaardag van de
Slag van Corregidor is een postzegel
van 6 s. uitgegeven. Afgebeeld zijn een
silhouetportret van wijlen generaal
MacArtixur, de omtrekken van het
Corregidoreïland en landende Ameri
kaanse parachutisten tijdens de her
overing van het eiland in 1945.
TSJECHOSLOWAKIJE. Dieren uit
de natuurreservaten in Slowakije zijn
afgebeeld op een serie van zes waar
den: 30 h. eekhoorn, 60 h. wilde kat,
1 kr. hermelijn, 1.20 kr. muis, 1.40 kr.
egel en 1.60 kr. boommarter.
TRINIDAD en TOBAGO. Ter vie
ring van de vijfde verjaardag van de
onafhankelijkheid zijn de koerserende
frankeerzegels van 8. 10, 15 en 60 cents
overdrukt met „Fifth Year of Indepen
dence".
LUXEMBURG geeft op 14 septem
ber twee postzegels uit ter gelegenheid
van het tweehonderdjarig bestaan van
de aardewerkindustrie in dit land. Het
zijn een 1.50 fr. met een scheerschotel
uit 1819, waarop een bruiloft is afge
beeld, en een 3 fr. met een vaas met
reliëfversiering uit omstreeks 1820. De
zegel van 1.50 fr. beelden wij af.
FRANKRIJK. Het vijftigjarig be
staan van Lions International zal op
30 oktober worden herdacht met een
postzegel van 0.40 fr. met als motief
het Lionsembleem.
ANDORRA wijdt op 25 september
een postzegel vah 2.30 fr. aan het In
stituut van de sociale verzekering. De
zegel toont een man met de arm in een
mitella, en zijn vrouw en kinderen bij
een open haardvuur.
ISRAEL geeft 13 september een se
rie van vijf waarden uit ter gelegen
heid van het joodse nieuwjaar 5728
(1967): 12, 15, 35. 40 en 80 ag. De zegels
laten fraai bewerkte houders van wets
rollen zien, op de tabs bijbelteksten.
COOKEILANDEN. Een nieuwe se
rie frankeerzegels met waarde-nan-
duiding in de decimale munt is in om
loop gebracht. Op de zegels zijn schil
derijen van bloemen van de Cook-
eilanden gereproduceerd: Va, 1, 2, 2'A,
3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 15, 20, 25, 30, 50 cents,
1 en 2 dollar. De zegels van 3, 8,
25 cents, 1 en 3 dollars dragen boven
dien het portret van koningin Eliza
beth.
OOST-DUITSLAND. Ter gelegen
heid van de Leipziger Herbstmesse
1967 zijn twee postzegels verschenen.
ÉMIMHt
Op de 10 pf. (afbeelding) ziet men
elektrische keukenapparaten en op de
15 pf. een bontmantel en het embleem
van Interpelz.
BOEROENDl. De serie met afbeel
dingen van vissen is met negen lucht
postwaarden uitgebreid: 6, 8, 10, 14,
15, 20, 50, 75 en 130 fr.
MONACO. In de loop van december
zal een postzegel van 1 fr. verschijnen
naar aanleiding van de negende inter
nationale hydrografische conferentie in
Monaco. De zegel laat een peillood en
een hydrografische kaart zien.
DAHOMEY. Als propaganda voor de
Olympische winterspelen 1968 te Gre
noble is een serie van drie uitgekom.en:
3045 en 100 fr. De zegels geven ver
schillende gezichten op Grenoble weer.
De zegel van 100 fr. draagt bovendien
het portret van Pierre de Coubertin.
SPANJE. Op 16 oktober zal de tien
de zegel in de serie klederdrachten
verschijnen in de waarde 6 p., waarop
de dracht van Caceres is voorgesteld.
MALEDIVEN. Ter gelegenheid van
de Expo 1967 in Montreal is een serie
van zes waarden, 2, 5, 10, 50 l., 1 en
2 r., uitgekomen. De 5, 50 l. en 2 r. to
nen het paviljoen „De mens en mu
ziek" en de 2, 10 l. en 1 r. het pavil
joen „De mens en zijn gemeenschap"
(afbeelding)Ook een souvenirvelletje
met de waarden 1 en 2 r.
mmm
'-'2%
De hedendaagse damproblematiek
wordt steeds meer afgestemd naar het
partijspel. Het is vooral de jongere gene
ratie die ongelooflijk mooie composities
op het bord weet te toveren. Een van de
grootste vondsten is van de sterke hoofd
klassespeler H. J. van der Holst, die de
laatste jaren ook internationaal een be
kend problemist is.
Hier komt het eerste voorbeeld.
H. J. VAN DER HOLST
Tuindorp -Oostzaan
av. a>oooooooooroc
xxxx
m 7//m
Zwart: 21, 22, 23, 24, 27, 31.
Wit: 16, 34, 36, 38, 41, 43.
Winst door 34-29 43-38 41-37 36-31.
Het tweede voorbeeld is van H. F. M.
van Tulder in Amsterdam.
xyxxxT' x> x xxxdo xju jogc oc* oootxyx- oj
De heer H. J. van der Holst, onze har
telijke dank voor deze mooie vraagstuk
ken. De heer Van der Holst heeft een
enorme voorraad zelf gemaakte pro
blemen en stelt deze graag ter beschik
king aan damliefhebbers. Tel. 020-265214.
Van de heren S. Sastokaryo in Heem
stede, F. J. Petegem in Zandvoort, L. Blok
in Driehuis en J. Smidt in Velsen krijgen
wij altijd goede oplossingen binnen. Na
inzending van de goede oplossing beves
tigen wij dit even per briefkaart of brief.
Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredacteur:
B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmui-
den.
VAKANTIEVREUGD
Veel van mijn bridgevrienden hebben
het tijdens hun vakantie toch niet kunnen
laten: zij hébben net zolang gewroet tot
zij ergens een partijtje konden formeren
of aan een plaatselijke wedstrijd hebben
kunnen meespelen.
Bijzonder veel vreugde aan zo'n va
kantiewedstrijdje beleefden mijn vrien
den, die ik in dit verhaal maar met de
familie Zwak zal aanduiden. Niet alleen
slaagden zij erin een éérste prijs mee
naar huis te nemen, gelijktijdig boekten
zij een eclatant succes tegen de heren
gebroeders Sterk.
De Zwakken en de Sterken zijn in het
normale leven lid van één en dezelfde
bridgeclub en aldaar plegen hun bridge-
prestaties in overeenstemming te zijn met
de namen, die ik hen in dit verhaal ge
geven heb. Toch zijn de Sterken niet zo
sterk als zij denken en niemand is daar
van meer overtuigd dan de heer Zwak,
die al jaren op het ogenblik zat te wach
ten om dat te kunnen bewijzen. Het zou
niet hem, maar wel zijn sympathieke
echtgenote gegeven zijn de Sterken ein
delijk eens een verpletterende nederlaag
toe te brengen. Het gebeurde op een
mooie zomeravond in een aardig strand-
hotel. Mevrouw Zwak was slaperig doch
keek niettemin met genoegen tegen de
oostkaarten aan:
9 6 5
O H 7 2
9 8 6 5
I.
H. J. VAN DER HOLST (Oostzaan)
W//A
A V 4
O 10 9 8 3
O B 8 6 5
B 7
N
W O
4 3 2
H 3
Zwart: 12, 13, 23, 35, 36.
Wit: 21, 26, 27, 38, 39, 40, 43.
Winst door 21-17 35x42 17x28 en wat
zwart nu ook speelt, het spel is verloren.
Zwart heeft drie zetten: le 36-41? volgt
43-38 42x31 en 26x46; 2e. 42-47 43-38
47x31 en 26x37. 3e. 42-48 28-23 en 26x37
met oppositiewinst.
Het derde voorbeeld is van G. Hans-
sens uit Bussum.
Zwart: 8, 9, 10, 36, 38.
Wit: 19, 24, 25, 41, 44, 48.
Winst door 44-40 48-43 25-20 20-15 15x2
en 2x15.
Voor onze probleemliefhebbers volgen
hier drie vraagstukken van de heer H.
J. van der Holst. Het is voor het eerst, dat
wij problemen van deze bekende sterke
Zaanse hoofdklassedammer plaatsen. Maar
wij erkennen graag, dat het prima vak
werk is.
C? AHVB754
O 9
A V 10
B 10 8 7 2
(?62
O A V 10 43
H
Zwart: 2, 6, 8, 9, 11, 12, 20, 26, 30, 34.
Wit: 17, 22, 32, 33, 36, 38, 39, 43, 44,
47, 50.
Voor alle drie vraagstukken geldt: wit
speelt en wint.
II.
H. J. VAN DER HOLST
(Tuindorp-Oostzaan)
OOOOOOOCOOOOOOOC iOO oOOOOOOOCC XX COOOOOOOC' -GuOCXDOOOCOCOOOOC
n V///////, O
Oost gever, OW kwetsbaar.
Met enige nadruk opende mevrouw
Zwak het oostspel met twee harten het
was iedereen duidelijk, dat zij „zó" een
kaart in handen had. Had meneer Sterk I
op de zuidplaats de waarheid erkend van
de theorie, dat men zwakke spelers hun
gang moet laten gaan als zij zeer sterke
spellen blijken te hebben, daar zij zich
zelf wel in de knoop werken had zuid
deze waarheid gekend en toegepast, dan
zouden de Sterken vermoedelijk niet op
zulk een vreselijke wijze tenonder zijn
gegaan.
Meneer Sterk I (zuid) meende echter
twee schoppen te moeten bieden, maar
Zwak (west) verhoogde tot drie harten.
Meneer Sterk II (noord) bood nu vier
klaver. Enerzijds deed hij dit om het de
familie Zwak onmogelijk te maken de
vier-klaverconventie toe te passen
anderzijds hoopte hij zijn tegenstanders
„ergens van af te houden". Dit laatste is
een zéér twijfelachtige onderneming, want
in feite komt het er op neer dat meneer
Sterk II de tegenpartij wil doen denken,
dat zij (die tegenpartij) niet de plaatjes
bezit waar zij tegenaan kijkt!
Mevrouw Zwak liet zich niet uit het
veld slaan en besloot met vijf klaver
„azen te vragen", zuid paste, meneer west
zei vijf harten (hij vertrouwde de zaak
niet helemaal meer) en oost zou ver
moedelijk gepast hebben. Maar de heer
Sterk II, vermoedelijk geïnspireerd door
de nabijheid van de zee. besloot met vijf
schoppen „te redden". Dit werd mevrouw
Zwak te gek en zij bood nu toch lekker
zes harten, waarop tot ieders verbazing
iedereen paste. Meneer Sterk I kwam
zelfverzekerd met schoppenboer uit en
dat was de eerste misstaD. want nu kon
fnevrouw Zwak haar verliezende ruit en
tje op wests derde schoppen kwijt. Aan
het slot van het spel speelde de tafel
(west) klaverboer voor en toen noord
daarop klein deponeerde wilde zij de tien
leggen, maar pakte door de hitte en de
opwinding per ongeluk het aas. Zeven
gemaakt! Het meest hebben de Zwakken
zich toen verheugd over de discussie der
Sterken.
Filar ski.
Bridgevraag dezer week: Noord gever,
NZ kwetsbaar, viertallenwedstrijd. De
zuidspeler heeft:
8 5 9B7 4 O V B 9 7 A H B 9
Noord één ruiten oost één schoppen
zuid twee klaver west twee schop
pen noord twee Sansatout oost past
wat moet zuid bieden? Antwoord el
ders op deze bladzijde.
achtige speler eindigde in de hoogste re
gionen. Toch gebeurde er iets merkwaar
digs. De wereldkampioen Capablanca, die
schaakspeelde met een gemak alsof hij
erwten telde en bij de Russen geweldig
populair was, gaf „en passant" even
tussen twee wedstrijdpartijen dóór in
Leningrad een zware simultaanseance.
Daarvoor waren natuurlijk honderden
sollicitanten van wie het leeuwedeel
moest worden afgewezen. Onder hen was
een 14-jarige jongeman met een schaak
bord onder de arm, die zozeer op het ge
moed van de organisatoren wist te wer
ken, dat men hem maar opstelde. Juist
deze jongeling, een zekere Mischa Bot-
winnik, won van de grote Cubaan; dat
was het begin!
Daarna weer acht jaren stilte voor de
Russische schaakstorm. Het wordt 1933;
de Tsjech Salo Flohr werd in het Westen
beschouwd als één van de voornaamste
pretendenten voor de wereldschaaktroon.
Toen men hem voorstelde, een tweekamp
met Botwinnik te spelen, verwachtte men
overal voor hem een „zacht eitje". Maar
de 22-jarige Botwinnik bleek zich te heb
ben ontwikkeld tot een all-round mees
ter. Het werd 66 en daarmede begon
de Russische schaaksuprematie, van
welke wij wel de aanvang maar bepaald
niet het einde zien.
In 1933 waren de contacten Oost-West,
communisme-kapitalisme tegenstelling
buiten verantwoordelijkheid van uw
medewerker!) nog uiterst schaars. „Des
te wonderlijker vond ik het", aldus Flohr,
in ons boek, „dat juist ik, arm als een
kerkrat, als vertegenwoordiger van het
steenrijke kapitalisme in de U.S.S.R.
streed".
Flohr vertelt nog heel wat meer, met
name over de persoon Botwinnik.
Dit is een tweede opmerkelijk aspect
van het werk. Lieden die in een of an
dere richting waar meetbare prestaties
aan de orde zijn, zoals bij sport, aan de
top komen, zijn bepaald niet altijd men
sen van de aangenaamste soort. Zeer
verdedigbaar is de stelling, dat zulks ook
haast niet kan. Want een topscoorder op
een zo uiterst moeilijk terrein a!s bijvoor
beeld het schaken moet glashard zijn,
eerzuchtig, egocentrisch en beperkt. Hij
moet alles willen en kunnen doen (en
nalaten) om zijn doel, de top, te bereiken
en daarvoor bij wijze van spreken over
„lijken" gaan. En wat schrijft nu Flohr
over Botwinnik? Dat het een „liefde op
het eerste gezicht" was welke tot de hui
dige dag in nauwe vriendschapsbanden
tussen de beide schakers heeft geresul
teerd.
Niets van bovenstaande stelling wordt
door de persoon Botwinnik bevestigd.
Zonder enige sportverheerlijking kan
men zeggen, dat hij een superieur mens
is, altijd vriendelijk, hoffelijk en beschei
den, correct en sportief tot het uiterste,
daarbij zeer veelzijdig. Zo is hij geen
„prof", doch werkzaam als elektrotech
nisch ingenieur. Hij roeit, zwemt en
skiet, is zeer ontwikkeld op kunstgebied
en oh wonder! een ideale echtge
noot en huisvader. Reeds meer dan der
tig jaren is hij gelukkig gehuwd met een
fijnzinnige vrouw die vroeger ballerina
was bij het beroemde „Bolschoitheater".
Wie, zoals wij, in 1938 in Tivoli te Utrecht
tijdens het AVRO-toernooi de echtelieden
samen heeft kunnen observeren, weten
dat dit geen loze woorden zijn. En dit is
zo gebleven tot de huidige dag. De be
kende Amsterdamse schaakjournalist
Withuis, gewoonlijk Botwinniks gids in
ons land, zei ons nog niet lang geleden
uit de grond van zijn hart: „De Bot
winniks zijn de liefste mensen die ik
ken".
Genoeg hierover. Dit is tenslotte een
schaakrubriek. Welnu, wie zijn kennis
van het spel wil opvoeren kan nauwe
lijks beter doen dan het Botwinnik-boek
zorgvuldig bestuderen. Dit ligt aan de
stijl van de ex-wereldkampioen, die een
zeer systematisch en strategisch verant
woord openingsrepertoire opbouwde en
zijn successen minder dankt aan inciden
tele combinaties dan wel aan diep door
dachte opbouw en logische afwikkeling.
Zo werd haast iedere partij tot een pro
fessoraal leerstuk, een magistrale een
heid. uit welke men geen onderdeeltje
kan afscheiden.
Toch nog een diagram, een eindspel
met lopers van ongelijke kleur, dat „al
tijd" remise is, behalve bij Botwin
nik.
WWW
X300000000000000000000000000000CXXXXXXXXXX»0000000000000
Zwart: 6, 8, 10, 11, 12, 21, 25, 27, 31, 37.
Wit: 19, 29, 33, 35, 36, 39, 42, 43, 44, 45.
BOTWINNIK
JOOOOOQ
xxxvxxxy ooc
7/7/'.
BOTWINNIK
Voor ons ligt een nieuw boek: „Botwin
nik lehrt Schach", van Hans Müller (Sieg
fried Engelhardt Verlag DM 16.80 geb.).
Het is niet zo maar wéér een schaak
werk over een van Caïssa's grootste vol
gelingen, het bevat veel meer.
Allereerst een bijzonder boeiend brok
schaakgeschiedenis, met name over de op
komst van het spel in de U.S.S.R. na 1918.
De twee sterkste Russen, Aljechin en Bo-
goljubow, emigreerden naar het Westen.
Nadien meende men dat Rusland inter
nationaal niet van relevante betekenis
30^^OT00000Óo0^**^<xX)n^^^CXXX)0^^^W0000000(
KOTOV
Wit aan zet. Het eindspel is inderdaad
remise, al moet wit oppassen, bijvoor
beeld 59) Kb3:? d4f! benevens de3: enz.
De juiste weg was 59) Kd2! b2. 60) Kc2
Ke3:. 61) Kb2: (nu kan wit wél slaan)
Kf4:. 62) Kc2 en de pionnen kunnen de
zwarte velden niet passeren Kotov
meent, dat er een nog eenvoudiger re-
miseweg is: 59) Rc5? Thans forceert
Botwinnik de winst op verbluffende
wijze: hij offert twee pionnen welke hem
twee ver verwijderde vrijpionnen op
leveren. 59) g5ü Geweldig. 60) fg5:
na 60) hg5: loopt de h-pion door, ter
wijl Re6 alle witte pionnen tegenhoudt.
60) d4tü Een tweede pion wordt ge
offerd om de verre b-pion te dekken.
61) ed4: Kg3. 62) Ra3 Kh4:. 63) Kd3 Kg5:.
64) Ke4 h4 65) Kf3 Rd5t en wit gaf het
Altijd als Kareltje om vier uur
uit school komt gaat hij eerst naar
huis toe. Dat moet van zijn moeder,
want die is altijd ongerust als Ka-
rel lang weg blijft. Want hij is erg
ziek geweest. Het is net vier uur.
De klok op de schoorsteen van me
vrouw De Nes laat vier slagen
horen. „Ha, fijn", zegt ze, „Karei
komt zo thuis; dan kan hij vlug
even naar de melkboer gaan, want
de melk is bijna op".
Kwart over vier. „Hè, waar blijft
die jongen toch. Anders is hij al
om vijf over vier thuis. Hij zal toch
niet moeten schoolblijven?" Maar
om half vijf is Karei nog niet thuis.
Moeder wordt toch wel ongerust.
„Ik zal de school opbellen. Even
kijken wat het nummer is. Ah, hier
heb ik het: 17355". „Ringgg Ringgg"
gaat de telefoon op school. „Ja, u
spreekt met meneer Kooimans, le
raar van de Elizabethschool", zegt
een zware stem. „O, bent u de
onderwijzer van Kareltje?", vraagt
mevrouw De Nes verward. „Ka
reltje de Nes bedoelt u?", vraagt de
stem. „Ja, ja, ik ben zijn moeder.
Kareltje komt altijd meteen uit
school naar huis toe. Maar nu is hij
er nóg niet. Ik dacht dat hij mis
schien moest schoolblijven".
„Karei schoolblijven? Oh, nee
hoor, mevrouw, ik zou niet weten
waarom. Hij is een voortreffelijke
leerling. Maar nee, hoor, hij is met
een naar huis gegaan".
„O, dank u wel, weet u ook niet
waar hij naar toe is gegaan?"
„Nee, mevrouw, maar kan ik u
ergens mee helpen?"
„Nee, dank u. Dag meneer Kooi
mans!"
Mevrouw De Nes hangt de hoorn
weer op de haak.
„Oh", jammert ze, „Kareltje is
weg. Ik moet hem vlug gaan zoe
ken".
Als meneer De Nes thuiskomt is
er nog steeds geen Karei. En als hij
van zijn vermissing hoort, gaat hij
vlug zoeken. De politie wordt in
geschakeld.
De tijd verstrijkt. Het is half
acht. En nog geen Kareltje. Het is
gelukkig nog volop licht; dat geeft
nog geen problemen.
Als agent Hanssens met zijn po
litiehond een heuvel afgaat ziet hij
iets donkers tegen een boom liggen.
Hij gaat kijken. „Je kan nooit we
ten", zegt hij. Zijn hond is al naar
de boom gerend. En ja, hoor,
daar slaapt een jongetje. Als de
agent hem optilt wordt Kareltje
wakker. Hij vraagt: „Wie bent u?"
„Oh, ik ben van de politie".
„Ben ik dan stout geweest?",
vraagt Kareltje.
„Ja, je bent weggelopen, dat mag
je nooit meer doen!", antwoordt de
agent streng.
„Ik ben niet weggelopen", roept
Kareltje driftig. „Ik zag een mooie
vlinder en die wilde ik pakken,
maar als ik met mijn handen in zijn
buurt kwam vloog hij steeds weg!"
Thuisgekomen wordt Karei in
zijn bed gelegd. En al vlug slaapt
hij. En droomt van een mooie
vlinder
Annemieke Pels, 13 jaar,
Haarlem.
t
y
Tri meer was. op.
Toen kwam het wereldtoernooi Moskou Een boeiend boek over een groot man!
Zwart: 7, 12, 13, 15, 18, 19, 31, 35, 36, 40. 1925, welke de juistheid van deze mening
Wit: 20, 21, 22, 27, 29, 32, 39, 43, 47, 50. bevestigde. Geen in de U.S.S.R. woon- Mr. Ed. Spanjaard
'VS 8 uapoq
jbbui piu uaqnj uapunap spmz apiag
qsiuiag leeuiaaMj stuea; aqjap aa/Ai joop
poquiajs pq pjaiw qftppjd ap uj -uapds
jaoquajjEq sp jaoqjaABjq paoz ftqjeep
IOJ aqfrjguBjaq uaa qpM 'si qftpqjaui
-do 'uaqeui a; qftpqqeuiag uagejs pee/A}
uftz putoqqnuaddoqas ftq sjpz ua a v
S't-SHVÓ UHÓ S LV JtftpwBu
peq pioofq 'uauioq uauunq uaqnj ui poq
-map aieqsaqjaAUO pq to; uaiqasstui ZN
bujbbxv 'poq agiua pq suaguaAO si uapna
auQ 'uassed pxu paoou geut snp 'pop
pds qexvz uaa do saipe appq azap ftq
pp 'jBBqquapuo si ph vnaiquaqna ap jïq
apunap eujeep ua PABjq aa/A} pjaa
pooq pmz qexag pq piu jaqaz si ji'q
„iuassed do-ieep jauped ap gBui" qoo si
uaqna aup ftq Sbbja aQ 'uauiuiap VS 3UP
.100a snp uaqnz ftz ua „tpaq uiz uaag pq
pp" pipui pq pui uadaaAuaA uaqnj
aup uaqnz uapA 'uaAaapraAO raiq iqfq
poq pp qaop 'uaddoqas aup iooa siapod
-dns gou ja uftz uaiqasstyj 'uajinj aup
jo 'piopsueg aijp :uauioq aj guiqjauiuee
ut uaguipaiq aaM} jbbui azftAuaqftppaj
uaqfn jg :gBBJAagpijq do pjooMjuy