SOBERE TROONREDE DEFENSIE EN NAVO Witteveen: „Flauwe conjunctuur RECORDTEKORT (2.7 MILJARD) Troon rede PRINSJESDAG 1967 LEDEN DER STATEN GENERAAL... DINSDAG 19 SEPTEMBER 1967 11 Defensie Brood duurder Vervolg op pagina 13 De sobere Troonrede, die heden door Koningin Juliana is uitgesproken, maakt sterk de indruk dat men hier met een gekortwiekt document te maken heeft, een document dat oorspronkelijk heel wat lijviger en gedetailleerder was, maar door een krachtige hand met een rood potlood werd teruggebracht tot wat het nu is: een nietszeggende verzameling vol zinnen, die zouden kunnen worden ver vangen door één: het beleid zal worden voortgezet op dezelfde voet. Toch liggen achter die volzinnen en kele interessante nieuwigheden op de loer, die het voornamelijk op de beurs van de gemiddelde Nederlander hebben gemunt. Wij willen niet de gemeen plaats gebruiken dat zij het op de smal le beurzen hebben voorzien, maar moe ien daar onmiddellijk bijvoegen dat zij in ieder geval de niet zeer brede beurzen aantasten. Dat was van dit kabinet ook niet te verwachten. Wat wel verwacht had mo gen worden was, dat een kabinet in de situatie als die van vandaag, die twee driekwart miljard gulden als tekort aan wijst, eens wat anders had verzonnen dan het zwaarder belasten van kleine levensvreugden als drankjes en snoepjes en het extra-zwaar treffen van medemen sen die het al moeilijk genoeg hebben, zoals gezinnen die met veel ziekten kam pen. Dit laatste slaat dan op het niet meer aftrekbaar stellen van ziekteverze keringskosten en betekent een niet gerin ge verzwaring van de inkomstenbelasting voor hen, die door veel ziektekosten bo ven de grens van de geldende aftreknor men kwamen. Het wekt verbazing dat een extra ver zwaring van lasten die voortvloeien uit hoge ziektekosten verantwoord wordt geacht, terwijl bekend is dat uit particu liere middelen medische kosten langza merhand niet meer te betalen zijn. Het valt te vrezen dat de volksgezondheid hier een veer zal moeten laten, omdat ge zinnen op hun niet-verzekerde doktersre keningen zullen moeten bezuinigen. De hogere opbrengst van de op deze manier onevenwichtig verdeelde verzwaring der inkomstenbelasting wordt geschat op 120 miljoen. Wanneer men dat bedrag gaat omslaan op de gezinnen die dit deel van hun bijzondere lasten niet meer zul len mogen aftrekken, komt men op een bijzonder zware last per gezin. Want het geldt voor een betrekkelijk klein percen tage, misschien niet eens 10 percent van het aantal inkomstenbelastingbetalers. Motief van de regering: de geldende re geling liet te veel mensen profiteren, door dat de ziektekosten zo zijn opgelopen! De verhoging van de omzetbelasting op dranken en snoep, benevens bromfietsen, zal ongeveer 33 miljoen opbrengen. Een druppel op een gloeiende plaat, maar een extra last voor velen. Dat geldt ook voor de luister- en kijkgelden, die ongeveer ver dubbeld zullen worden. De winst voor de schatkist is gering, omdat de opbrengst voor een groot deel teloor gaat aan de financiering van de „media". Dan is er nog de verhoging van het „kleutergeld" en van de inschrijfkosten aan universi teiten. Alles bijeen doen deze „kleine karweitjes" weinig af aan het ontzaglijke gat van het tekort, maar zij wekken wel de indruk dat er met weinig verbeel dingskracht naar inkomstenverhogingen is gezocht. Een netelige zaak voor velen zal ook zijn de „huuraanpassing", eigenlijk een verkapte huurverhoging, waarvan de meest forse greep gebeurt in de porte monnee van de woningwetwoning-bewo ner, maar ook in de kas van anderen die niet-gesubsidieerde huizen bewonen. De ze maatregel, in het algemeen wel sociaal verantwoord, kan in combinatie met de verzwaring van de inkomstenbelasting sommige gezinnen ontstellende klappen geven. Het lijkt dat in een tegemoet koming voor „zware gevallen" op een of andere manier moet worden voorzien, wil men niet het gevaar lopen een on evenredige lastenverdeling te veroorza ken. En tegenover de verzwaring der lasten dan de bezuinigingen. Deze zijn hoofd zakelijk in „meerjaren-plannen" ver werkt, waarbij het „meerjaren-plan" van defensie nog niet tot in de finesses is uit gewerkt. Dat is een opmerkelijke mede deling, die de moeite waard is te worden voorzien van een aantal veronderstellin gen en vermoedens. Volgens de miljoenennota 1968 wil de regering volgend jaar bijna twee miljard gulden meer uitgeven dan dit jaar. Ook de ontvangsten zullen ongeveer twee mil jard hoger liggen. De extra-uitgaven vloeien voor een deel voort uit nieuwe taken die de regering wil aanvatten: uitbreiding ontwikkelingshulp (75 min), invoering Mammoetweg (123 min), bijdragen aan de gemeenten voor stads vernieuwing en voor openbaar vervoer Op een vraag aan de minister-president inzake de mogelijke consequenties van een wijziging van het NAVO-verdrag voor de kosten onzer defensie, werd ons ge antwoord dat het voortbestaan van de NAVO als een factor tot verdere ontspan ning tussen Oost en West moet worden beschouwd doch dat er een verdere aan passing aan de huidige situatie zal moe ten plaatshebben. Het is dus niet moeilijk te raden dat het meerjarenplan van onze defensiekos- ten in sterke mate afhankelijk zal zijn van de reorganisatie der NAVO. Aange zien deze reorganisatie nog lang niet, zelfs niet schematisch, is vastgesteld, kan een meerjarenplan voor defensie evenmin grondig worden voorbereid. Toch is defensie een van de begrotingshoofd stukken waarop men met recht een stel lige bezuinigingsverwachting mag koes teren. Aangezien de Kamer zich niet zal laten tevreden stellen met de verzeke ring dat de financiering onzer defensie, mettertijd zal worden bekeken, zal de hui dige regering wellicht gedwongen worden initiatieven te nemen in de richting van de NAVO-reorganisatie, inplaats van af te wachten. Afgezien van de voorlopige be zuinigingen, die niet overdonderend zijn, zit er in het hoofdstuk defensie een flexi bele mogelijkheid tot sterke uitgavenbe- snoeiing, indien de regering samen met andere kleine landen het initiatief neemt tot gedecideerde voorstellen aan de N A VO-autoriteit. Dit klemt des te meer, nu Amerika en de Sovjet-Unie aan een nieuwe bewape ningswedloop zijn begonnen waarin kleine landen onmogelijk meer een rol kunnen spelen, namelijk: de anti-rakettenbewa- pening. Volgens onze regering is deze wedloop niet meer te voorkomen. Het is duidelijk dat de grote factor in dit gro teske spel China is. In deze situatie ligt voor de kleinere Westeuropese landen een kans, hun bewa peningen op geheel andere voet te orga niseren dan bijna twintig jaar geleden noodzakelijk leek. De reorganisatie van de NAVO is daardoor een zaak van groot gewicht voor de kleinere landen gewor den, die zich in een geheel andere positie kunnen zien geplaatst dan bij de totstand koming van het Atlantisch Verdrag het geval was. De uittreding van Frankrijk is daarbij uiteraard ook van groot be lang. Ook al aarzelt het kabinet-De Jong blijkbaar met vaste plannen op het ge bied van de defensie, toch lijkt het niet bereid drastische consequenties te trek ken en een geheel andere opbouw van ons leger onder ogen te zien. Dat het wél komt met een nieuw plan voor civiele verdediging waarin ook betere maat regelen voor hulp bij „vredesrampen" zul len gelden zou toch kunnen wijzen op een verandering van inzicht voor het lot, dat een land als het onze in een mogelijk wereldconflict zal kunnen treffen. Een ver schuiving van de nadruk van „defensie' naar „redden wat mogelijk is" zou hieruit kunnen worden geconcludeerd. Als die verschuiving aanhoudt, zou tenslotte de opbouw van onze strijdkrachten veel meer in de trant van „redden wat moge lijk is" kunnen gaan plaatsvinden, zodat zou kunnen worden volstaan met een veel kleiner maar effectiever apparaat, dat sterker gericht is op een direct beveili gen van eigen volk dan op het verrichten van krijgsdaden in groot verband. Maar een zo militant kabinet is het kabinet De Jong niet, al is de premier oud-mili tair. Tenzij de Kamer het ijzer smeedt nu het heet is. ROMP PRINSJESDAG^? -V' Hel gebruik van een Ie is,afkom- sfiguif Engeland 1 De gouden koels is een geschenk van Amslerdam Heel hel jaar verken ca.24 mensen aan de Rijksbegroting Demiljoenennola is in hel leven ge roepen doordegrond- wehleNofain 1906 Hel is altijd opeen dinsdag om le voor komen dal men op een zondag moet reizen De Rijksbegroting geeft een overzicht v.d.financiële si tu- tieen de plannen voor hel nieuwe jaar De Stahen-Gene- roal isde volledige bij eenkomst v.d.Eersfe- enTweede Kamer Denaam Prinsjes dag is vermoedelijk een overblijfsel v.d. verjaardag van prins Willemï(l748-1806) 99 I (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG. De regering wil volgend jaar f 23.137 miljoen uitgeven en hoopt f 20.360 miljoen te ontvangen. De begroting voor 1968 toont dus een tekort van f 2.777 miljoen, het hoogste tekort dat ooit op een rijksbe groting is voorgekomen. Bij de financiering van dit tekort moet er ook nog rekening mee worden gehouden, dat van de begroting voor 1967 nog een tekort van 1200 miljoen gulden niet is gedekt. Van dit laatste bedrag wordt f 900 miljoen inflatoir gefinancierd, dat wil zeggen door het drukken van extra bankbiljetten. (130 min), een hogere bijdrage aan het rijkswegenfonds en aan de provincies voor wegenaanleg, een bijdrage aan de spoorwegen voor de bouw van viaducten, enzovoort. (90 min), hogere uitgaven voor de verbetering van de grote zeehavens, voor het speurwerk ten behoeve van de industrie, voor industriespreiding en in dustriële omschakeling in verschillende delen van het land (135 min) en ruilver kaveling in de landbouw. De uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen worden met 140 min verhoogd, terwijl onder de post onvoorziene uitgaven honderd mil joen gulden wordt opgenomen voor be strijding van de werkloosheid, als dit nodig mocht zijn. Ook wil de regering het gemeentefonds saneren. Dit kost vol gend jaar 75 miljoen. Om het tekort zoveel mogelijk te be perken, wil de regering enerzijds een aantal belastingen en tarieven verhogen en anderzijds bepaalde uitgaven beper ken. Herstructurering van het weten schappelijk betaalde onderwijs zal op den duur tot vermindering van het aantal stu denten leiden. Het aantal woningwetwo ningen wordt verminderd, tenzij de bouw gesubsidieerde huur- en eigen woningen beneden de verwachtingen zou blijven. De investeringen bij de Deltadienst, de Zuiderzeewerken en de Rijksgebouwen dienst en voor de civiele verdediging wor den iets vertraagd. De bezuiniging voor defensie waartoe vorig jaar is besloten, wordt niet in één jaar, maar in een aan tal jaren ingehaald. In het ontwerp alge mene Wet Ziektekosten, dat in de plaats is gekomen van het wetsontwerp zware geneeskundige risico's, is een lagere extra-rijksbijdrage opgenomen dan aan vankelijk was bedoeld. Bovendien zal de rijksbijdrage tot 1972 niet meestijgen als het prijspeil stijgt. Beperking van de rijksbijdragen is ook toegepast bij de landbouwvoorlichtings- dienst, de ontwikkelings- en sanerings fondsen voor noodlijdende middenstan ders en boeren, door het afschaffen van MET dankbaarheid denken mijn familie en ik terug aan de belangstelling en de gelukwensen die wij van velen in het koninkrijk, meer in het bijzonder van u, mochten ontvangen bij de geboorte en de doop van onze Willem-Alexander. DE WERELD waarin wij leven, wordt door tegenstrijdigheden ge kenmerkt. Velen, zo niet al len, verlangen en streven naar vrede; desondanks wordt in vele streken bitter ge streden. Velen, zo niet allen, verlangen voor een ieder in deze wereld een volwaardig menselijk bestaan; deson danks moet op vele plaatsen een onophoudelijke strijd tegen honger, ziekte en onderdrukking worden ge leverd. Het is deze situatie, waarin de idealen van vrede, gezondheid en vrijheid nog lang niet voor allen in ver vulling zijn gegaan, die ons dwingt niet alleen de ontwik keling van onze eigen samen leving te bevorderen, maar ons ook in te spannen op die gebieden waar wij iets voor anderen kunnen betekenen. De regering ziet haar op dracht dan ook mede bepaald door de gedachte, dat slechts een eensgezinde en in finan- cieel-economisch opzicht ge zonde samenleving een vruchtbare bijdrage kan le veren tot het welzijn van de wereld. De regering is diep veront rust over de in Vietnam voortdurende en in hevigheid toenemende strijd, die een ontstellend menselijk leed veroorzaakt. Zij grijpt elke mogelijkheid aan om het tot stand komen van vredes onderhandelingen te bevor deren. De gevechtshandelingen in het Nabije Oosten hebben andermaal aangetoond, hoe zeer het nodig is aldaar te komen tot een blijvende re geling die alle partijen aan vaarden. Daarbij zal het uit gangspunt moeten zijn het bestaansrecht van alle soeve reine naties in dat gebied en de mogelijkheid van een menswaardig bestaan voor allen die daar wonen. De regering acht voortgang inzake wapenbeperking en wapenbeheersing van het grootste belang. Zij blijft dan ook krachtige steun geven aan het spoedig tot stand ko men van een verdrag ter voorkoming van verdere ver spreiding van kernwapenen. De Nederlandse defensie vormt een wezenlijk deel van de geïntegreerde verdediging van de NAVO-landen. Een aan de omstandigheden aan gepast Atlantisch bondgenoot schap is ook na 1969 noodzakelijk voor de veilig heid en voorwaarde voor een verdere ontspanning tussen Oost en West. Het overleg met de landen van Oost- Europa wordt voortgezet en verdiept. Ons land geeft aan de vol tooiing van een gemeen schappelijke markt en aan de opbouw van de Europese economische unie zijn volle medewerking. Van centrale betekenis acht de regering in tussen de behandeling van de verzoeken om aansluiting bij de E.E.G. van Groot-Brittan- nië, Ierland en de Scandina vische landen. Een wederom beletten van deze aansluiting, waardoor de splitsing in West-Europa zou worden ge handhaafd, zou de regering zeer verontrusten en onge twijfeld een ongunstige weer slag hebben op de voortgang van de Europese integratie. De regering verwacht, dat de komende Benelux-rege- ringsconferentie zal leiden tot nog nauwere samenwerking. De positie van de ontwik kelingslanden vraagt bij de bepaling van het beleid steeds grotere aandacht van de re gering. Zij stelt voor de bij drage voor ontwikkelingshulp in 1968 aanzienlijk te ver hogen. Bovendien wil de re gering de in ons volk bestaan de krachten meer dan te voren tot werkzaamheid brengen. De hulpverlening zal doeltreffender worden gemaakt door deze te richten op een kleiner aantal landen. Ook in internationaal ver band, zoals op de aanstaan de tweede wereldconferentie voor Handel en Ontwikke ling, zal de regering ijveren voor maatregelen ter versnel ling van de sociaal-economi sche groei in de ontwikke lingslanden. De regering hecht bijzon dere waarde aan het hand haven van de hartelijke be trekkingen tussen de landen van het koninkrijk. Zij zal aan de ontwikkeling van Suriname en de Nederlandse Antillen bijstand blijven ver lenen. ONGEVEER een jaar ge leden begon de con junctuur een aarzeling te vertonen. De aanvankelijk snelle toeneming van de werkloosheid die vooral regionaal een belangrijke omvang aannam baarde de regering grote zorg. Zij voelt zich nauw betrokken bij het leed dat uit deze werkloos heid voor de werknemer en zijn gezin voortvloeit. Inmid dels zijn verschillende maat regelen genomen om aan de problemen tegemoet te ko men. De vertraging in de ont wikkeling van produktie en investeringen is beperkt ge bleven. Thans wordt in het buitenland een geleidelijk herstel verwacht. De re gering beoogt door haar be leid ertoe bij te dragen, dat ook in ons land een verbete ring zal optreden. Ten einde dit herstel niet te verstoren door de overgang op het nieuwe Europese systeem voor de omzetbelasting, waar toe zeer binnenkort een wets voorstel zal worden inge diend, wordt de investerings aftrek voor gebouwen heden hersteld. Mocht de werkge legenheid in het bijzonder voor de jeugd zich toch niet bevredigend ontwikke len, dan zal de regering ver dere maatregelen treffen. Ondanks de ontspanning op de arbeidsmarkt blijft het zorgwekkend, dat de be talingsbalans zich nog onvol doende heeft hersteld en dat kostenstijgingen hun invloed op de prijzen blijven uitoefe nen. Dit houdt een ernstige waarschuwing in. Om in de toekomst een bevredigende groei van werkgelegenheid en welvaart te bereiken is in de eerste plaats een toe neming van de nationale be sparingen nodig. Verbetering van de financiële positie van de overheid zal daartoe een bijdrage kunnen leveren. Daarnaast is een grote terug houdendheid geboden bij de loon- en salarisontwikkeling. Een verdere kostenstijging moet in het belang van de concurrentiepositie worden vermeden. Deze doelstel lingen drukken ook hun stempel op het begrotings beleid. In de regeringsverklaring is reeds de overtuiging uit gesproken, dat een aanvaard bare begrotingsontwikkeling alleen kan worden bereikt door herziening van het uit gavenbeleid. Bij het opstellen van de begroting 1968 is dui delijk bevestigd, dat zonder een verdere belangrijke ver zwaring van de belastingdruk slechts dan voldoende ruimte voor essentiële voorzieningen beschikbaar kan komen, in dien op tal van andere onder delen beperkingen worden aangebracht. Zo zijn er een aantal beslissingen tot herzie ning van he| uitgavenbeleid genomen. Deze vinden hun weerslag in de rijksbegroting die u heden wordt aange boden; voor een deel zullen zij pas in volgende begro tingen doorwerken. Hoewel door de voorgestel de maatregelen de uitgaven stijging die bij ongewijzigd beleid zou zijn ontstaan, be langrijk kan worden beperkt, noopt de resterende stijging in 1968 toch tot enkele be lastingmaatregelen. De re gering stelt voor de ver hoging van de benzine-accijns die voor 1967 geldt, te hand haven en de omzetbelasting op enkele artikelen van 10 tot 12 percent te verhogen. De verder benodigde middelen zullen worden verkregen uit maatregelen die reeds ter ver betering van de belasting structuur noodzakelijk zijn. Daartegenover zal een lasten verlichting voortvloeien uit een verhoging van de aan- slaggrens voor de inkomsten belasting. Niet alleen de rijksfinan ciën, doch ook de positie van het Gemeentefonds en de financiën van een aantal vooral grote gemeenten, geven aanleiding tot zorg. De regering hoopt, dat door een samenstel van maatregelen binnen afzienbare tijd een belangrijke verbetering kan worden bereikt. Daartoe kan ook worden gerekend een verruiming van het gemeente lijke belastinggebied, waar door de verantwoordelijkheid van de gemeentebesturen voor het eigen uitgavenbeleid beter tot haar recht kan komen. DE SNELLE ontwikke ling van de tech niek, de voortschrijden de economische integratie en de gewijzigde kostenverhou- dingen vergen vele verande ringen in de bestaande pro- duktiestructuur van land- en tuinbouw, visserij, handel en industrie. Of de mogelijk heden, die uit de voltooiing van het gemeenschappe lijke Europese landbouwbe leid voortvloeien, in voldoen de mate zullen worden benut, is vooral afhankelijk van het tempo, waarin de structurele aanpassingen in het agrari sche bedrijfsleven zich vol trekken. De begroting ver zekert de voortzetting van het beleid dat deze aanpassing be oogt te ondersteunen. Ook de veranderingen die zich in het midden- en kleinbedrijf vol trekken, wil de regering hel pen ten goede te richten. De versterking van de in dustriële structuur van ons land is zeer belangrijk. De regering hecht veel betekenis aan het doen van onderzoe kingen die een beter inzicht verschaffen in de ontwikke ling per bedrijfstak. Verder zal de regering de uitvoering aanmoedigen van industriële projecten die van veel waarde zijn voor ons land en met name voor regionale gebieden met een nog zwakke econo mische structuur. Grote inspanning van in dustrie en wetenschap op het gebied van speurwerk en technische ontwikkeling blijft geboden. De uitvoering van belangrijke ontwikkelingspro jecten bij de industrie zal de regering bevorderen. Met betrekking tot de wo ningbouw is het streven erop gericht in 1968 het bereikte niveau der jaarproduktie van 125.000 te handhaven. Ten gevolge van deze hoog opgevoerde produktie is in grote delen van het land een situatie ontstaan, die het ver antwoord maakt het systeem van strakke regulering van de huren te verlaten. De re gering zal de uitwerking daarvan nauwlettend volgen. Voorstellen tot wijziging van de Huurwet en van de des betreffende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zul len u in de loop van dit zit tingsjaar bereiken. De regering wil komen tot het vaststellen van een geheel van maatregelen, nodig om de eerste fase van het beleid betreffende de ruimtelijke ordening te kunnen uitvoeren. De wegenaanleg zal met kracht worden voortgezet, mede ter versterking van onze economische positie. Ook de verbetering van de vaar geul naar de Nieuwe Water weg zal in dit verband een gunstige invloed hebben. Bij zondere aandacht vraagt de moeilijke situatie waarin de spoorwegen, de openbare vervoerbedrijven in de grote steden en de binnenscheep vaart zich bevinden. Ten be hoeve van de zeescheepvaart zal de regering de totstand koming bevorderen van een wet die verweer tegen ern stige vormen van vlagdiscri- minatie mogelijk maakt. Ter uitbreiding van de so ciale zekerheid hoopt de re gering. dat de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, waarvan het ontwerp bij u aanhangig is, spoedig tot stand komt. Voor de welzijnszorg acht zij deze wet, naast het geen in de afgelopen jaren is bereikt, van grote betekenis. De regering is voornemens u in de loop van dit parlemen taire jaar een ontwerp van wet inzake het minimumloon aan te bieden. Voorts zal u een wetsont werp bereiken ter bestrijding van de luchtverontreiniging. Ook op andere terreinen ziet de regering erop toe, dat de rechtsontwikkeling niet ten achter blijft bij de snelle maatschappelijke verande ringen. Zo zijn voorstellen van wet te verwachten op het gebied van het ondernemings recht, en wel betreffende de jaarrekening en de herziening van het enquêterecht bij de onderneming. Ter bescher ming van de persoonlijke levenssfeer zal een wet aan hangig worden gemaakt om het afluisteren tegen te gaan. Een voorontwerp van wet tot uitbreiding van de verant woordingsplicht jegens de gemeenteraad zowel van de burgemeester als van het col lege van Burgemeester en Wethouders is gereed. De instelling van de Staats commissie van Advies inzake de Grondwet en de Kieswet wettigt de verwachting, dat de bezinning op deze staats wetten belangrijke vorde ringen zal maken. NAARMATE de maat schappij zich sneller wijzigt en wijzigingen dieper ingrijpen in het leven van de enkeling, worden aan onderwijs, wetenschaps beoefening, culturele en maatschappelijke ontwikke ling andere en zwaardere eisen gesteld. De regering wil de moge lijkheden blijven bieden om de problemen die hieruit voortvloeien, tot een oplos sing te brengen. Zij acht hierbij de invoering van de Wet op het Voortgezet Onder wijs en van de Wet op het Leerlingenwezen van veel belang; bijzondere aandacht zal zij schenken aan her- en bijscholing. Zo mogelijk nog in de loop van dit zittingsjaar zal zij u een nota aanbieden betreffende de herstructu rering van het wetenschap pelijk onderwijs en de ver korting van de studieduur. Ons land kent vele waarde volle culturele en maatschap pelijke voorzieningen, die echter nog niet in voldoende mate gebruikt worden. De regering zal nagaan of de oorzaken hiervan liggen in onbekendheid of ongewoonte dan wel in gebrek aan mid delen bij hen die zich tot nu toe afzijdig hielden. Het beleid dat de regering voert ter verbetering van de culturele en maatschappelijke levensomstandigheden van de gehele bevolking, heeft naar haar mening slechts kans van slagen, als ook algemeen de bereidheid leeft om mede verantwoordelijkheid te dra gen voor de opzet en de uit voering van de nodige voor zieningen. Dit geldt in het bijzonder ook voor de jonge generatie. De regering stelt zich voor deze zoveel mogelijk te betrekken bij de vorm geving van het beleid inzake onderwijs, vorming, ontwik keling en ontspanning. Zij is bereid deze activiteiten naar vermogen te steunen. DE REGERING zal in de toekomst haar beleid steeds meer baseren op meerjarenplannen. Zij hoopt daardoor bij te dragen tot een evenwichtige groei en veel zijdige ontwikkeling van onze samenleving. Zij verwacht, dat de drang naar ver nieuwing die in de laatste jaren alom valt waar te nemen en die gepaard gaat met een groeiende behoefte bij ons volk om mee te den ken over de toekomst van ons land, aan deze ontwikkeling ten goede zal komen. Onder deze omstandigheden is een nauw overleg tussen overheidsinstanties en ver tegenwoordigende lichamen meer dan ooit noodzakelijk. Veel kan tot heil van het koninkrijk en ons volk tot stand worden gebracht bij een vruchtbare samenwerking tussen regering en Staten- Generaal. Met de bede, dat Gods zegen op onze gezamenlijke arbeid moge rusten, verklaar ik de nieuwe zitting van de Staten-Generaal geopend. 19 september 1967

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 11