SOBERE TROONREDE
DEFENSIE EN NAVO
Witteveen: „Flauwe conjunctuur
RECORDTEKORT (2.7 MILJARD)
Troon
rede
PRINSJESDAG 1967
LEDEN DER STATEN GENERAAL...
DINSDAG 19 SEPTEMBER 1967
11
Defensie
Brood duurder
Vervolg op pagina 13
De sobere Troonrede, die heden door
Koningin Juliana is uitgesproken, maakt
sterk de indruk dat men hier met een
gekortwiekt document te maken heeft,
een document dat oorspronkelijk heel
wat lijviger en gedetailleerder was, maar
door een krachtige hand met een rood
potlood werd teruggebracht tot wat het
nu is: een nietszeggende verzameling vol
zinnen, die zouden kunnen worden ver
vangen door één: het beleid zal worden
voortgezet op dezelfde voet.
Toch liggen achter die volzinnen en
kele interessante nieuwigheden op de
loer, die het voornamelijk op de beurs
van de gemiddelde Nederlander hebben
gemunt. Wij willen niet de gemeen
plaats gebruiken dat zij het op de smal
le beurzen hebben voorzien, maar moe
ien daar onmiddellijk bijvoegen dat zij in
ieder geval de niet zeer brede beurzen
aantasten.
Dat was van dit kabinet ook niet te
verwachten. Wat wel verwacht had mo
gen worden was, dat een kabinet in de
situatie als die van vandaag, die twee
driekwart miljard gulden als tekort aan
wijst, eens wat anders had verzonnen
dan het zwaarder belasten van kleine
levensvreugden als drankjes en snoepjes
en het extra-zwaar treffen van medemen
sen die het al moeilijk genoeg hebben,
zoals gezinnen die met veel ziekten kam
pen. Dit laatste slaat dan op het niet
meer aftrekbaar stellen van ziekteverze
keringskosten en betekent een niet gerin
ge verzwaring van de inkomstenbelasting
voor hen, die door veel ziektekosten bo
ven de grens van de geldende aftreknor
men kwamen.
Het wekt verbazing dat een extra ver
zwaring van lasten die voortvloeien uit
hoge ziektekosten verantwoord wordt
geacht, terwijl bekend is dat uit particu
liere middelen medische kosten langza
merhand niet meer te betalen zijn. Het
valt te vrezen dat de volksgezondheid
hier een veer zal moeten laten, omdat ge
zinnen op hun niet-verzekerde doktersre
keningen zullen moeten bezuinigen. De
hogere opbrengst van de op deze manier
onevenwichtig verdeelde verzwaring der
inkomstenbelasting wordt geschat op 120
miljoen. Wanneer men dat bedrag gaat
omslaan op de gezinnen die dit deel van
hun bijzondere lasten niet meer zul
len mogen aftrekken, komt men op een
bijzonder zware last per gezin. Want het
geldt voor een betrekkelijk klein percen
tage, misschien niet eens 10 percent van
het aantal inkomstenbelastingbetalers.
Motief van de regering: de geldende re
geling liet te veel mensen profiteren, door
dat de ziektekosten zo zijn opgelopen!
De verhoging van de omzetbelasting op
dranken en snoep, benevens bromfietsen,
zal ongeveer 33 miljoen opbrengen. Een
druppel op een gloeiende plaat, maar een
extra last voor velen. Dat geldt ook voor
de luister- en kijkgelden, die ongeveer ver
dubbeld zullen worden. De winst voor de
schatkist is gering, omdat de opbrengst
voor een groot deel teloor gaat aan de
financiering van de „media". Dan is er
nog de verhoging van het „kleutergeld"
en van de inschrijfkosten aan universi
teiten. Alles bijeen doen deze „kleine
karweitjes" weinig af aan het ontzaglijke
gat van het tekort, maar zij wekken wel
de indruk dat er met weinig verbeel
dingskracht naar inkomstenverhogingen
is gezocht.
Een netelige zaak voor velen zal ook
zijn de „huuraanpassing", eigenlijk een
verkapte huurverhoging, waarvan de
meest forse greep gebeurt in de porte
monnee van de woningwetwoning-bewo
ner, maar ook in de kas van anderen die
niet-gesubsidieerde huizen bewonen. De
ze maatregel, in het algemeen wel sociaal
verantwoord, kan in combinatie met de
verzwaring van de inkomstenbelasting
sommige gezinnen ontstellende klappen
geven. Het lijkt dat in een tegemoet
koming voor „zware gevallen" op een
of andere manier moet worden voorzien,
wil men niet het gevaar lopen een on
evenredige lastenverdeling te veroorza
ken.
En tegenover de verzwaring der lasten
dan de bezuinigingen. Deze zijn hoofd
zakelijk in „meerjaren-plannen" ver
werkt, waarbij het „meerjaren-plan" van
defensie nog niet tot in de finesses is uit
gewerkt. Dat is een opmerkelijke mede
deling, die de moeite waard is te worden
voorzien van een aantal veronderstellin
gen en vermoedens.
Volgens de miljoenennota 1968 wil de
regering volgend jaar bijna twee miljard
gulden meer uitgeven dan dit jaar. Ook
de ontvangsten zullen ongeveer twee mil
jard hoger liggen. De extra-uitgaven
vloeien voor een deel voort uit nieuwe
taken die de regering wil aanvatten:
uitbreiding ontwikkelingshulp (75
min), invoering Mammoetweg (123 min),
bijdragen aan de gemeenten voor stads
vernieuwing en voor openbaar vervoer
Op een vraag aan de minister-president
inzake de mogelijke consequenties van
een wijziging van het NAVO-verdrag voor
de kosten onzer defensie, werd ons ge
antwoord dat het voortbestaan van de
NAVO als een factor tot verdere ontspan
ning tussen Oost en West moet worden
beschouwd doch dat er een verdere aan
passing aan de huidige situatie zal moe
ten plaatshebben.
Het is dus niet moeilijk te raden dat
het meerjarenplan van onze defensiekos-
ten in sterke mate afhankelijk zal zijn
van de reorganisatie der NAVO. Aange
zien deze reorganisatie nog lang niet,
zelfs niet schematisch, is vastgesteld,
kan een meerjarenplan voor defensie
evenmin grondig worden voorbereid. Toch
is defensie een van de begrotingshoofd
stukken waarop men met recht een stel
lige bezuinigingsverwachting mag koes
teren. Aangezien de Kamer zich niet zal
laten tevreden stellen met de verzeke
ring dat de financiering onzer defensie,
mettertijd zal worden bekeken, zal de hui
dige regering wellicht gedwongen worden
initiatieven te nemen in de richting van
de NAVO-reorganisatie, inplaats van af te
wachten. Afgezien van de voorlopige be
zuinigingen, die niet overdonderend zijn,
zit er in het hoofdstuk defensie een flexi
bele mogelijkheid tot sterke uitgavenbe-
snoeiing, indien de regering samen met
andere kleine landen het initiatief neemt
tot gedecideerde voorstellen aan de
N A VO-autoriteit.
Dit klemt des te meer, nu Amerika en
de Sovjet-Unie aan een nieuwe bewape
ningswedloop zijn begonnen waarin kleine
landen onmogelijk meer een rol kunnen
spelen, namelijk: de anti-rakettenbewa-
pening. Volgens onze regering is deze
wedloop niet meer te voorkomen. Het is
duidelijk dat de grote factor in dit gro
teske spel China is.
In deze situatie ligt voor de kleinere
Westeuropese landen een kans, hun bewa
peningen op geheel andere voet te orga
niseren dan bijna twintig jaar geleden
noodzakelijk leek. De reorganisatie van
de NAVO is daardoor een zaak van groot
gewicht voor de kleinere landen gewor
den, die zich in een geheel andere positie
kunnen zien geplaatst dan bij de totstand
koming van het Atlantisch Verdrag het
geval was. De uittreding van Frankrijk
is daarbij uiteraard ook van groot be
lang.
Ook al aarzelt het kabinet-De Jong
blijkbaar met vaste plannen op het ge
bied van de defensie, toch lijkt het niet
bereid drastische consequenties te trek
ken en een geheel andere opbouw van
ons leger onder ogen te zien. Dat het
wél komt met een nieuw plan voor civiele
verdediging waarin ook betere maat
regelen voor hulp bij „vredesrampen" zul
len gelden zou toch kunnen wijzen op
een verandering van inzicht voor het lot,
dat een land als het onze in een mogelijk
wereldconflict zal kunnen treffen. Een ver
schuiving van de nadruk van „defensie'
naar „redden wat mogelijk is" zou hieruit
kunnen worden geconcludeerd. Als die
verschuiving aanhoudt, zou tenslotte de
opbouw van onze strijdkrachten veel
meer in de trant van „redden wat moge
lijk is" kunnen gaan plaatsvinden, zodat
zou kunnen worden volstaan met een veel
kleiner maar effectiever apparaat, dat
sterker gericht is op een direct beveili
gen van eigen volk dan op het verrichten
van krijgsdaden in groot verband. Maar
een zo militant kabinet is het kabinet
De Jong niet, al is de premier oud-mili
tair. Tenzij de Kamer het ijzer smeedt
nu het heet is.
ROMP PRINSJESDAG^?
-V'
Hel gebruik van een
Ie is,afkom-
sfiguif Engeland 1
De gouden koels
is een geschenk
van Amslerdam
Heel hel jaar verken
ca.24 mensen aan
de Rijksbegroting
Demiljoenennola
is in hel leven ge
roepen doordegrond-
wehleNofain 1906
Hel is altijd opeen
dinsdag om le voor
komen dal men op
een zondag moet
reizen
De Rijksbegroting
geeft een overzicht
v.d.financiële si tu-
tieen de plannen
voor hel nieuwe jaar
De Stahen-Gene-
roal isde volledige bij
eenkomst v.d.Eersfe-
enTweede Kamer
Denaam Prinsjes
dag is vermoedelijk
een overblijfsel v.d.
verjaardag van prins
Willemï(l748-1806)
99
I
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG. De regering wil volgend jaar f 23.137 miljoen uitgeven
en hoopt f 20.360 miljoen te ontvangen. De begroting voor 1968 toont dus
een tekort van f 2.777 miljoen, het hoogste tekort dat ooit op een rijksbe
groting is voorgekomen. Bij de financiering van dit tekort moet er ook
nog rekening mee worden gehouden, dat van de begroting voor 1967 nog
een tekort van 1200 miljoen gulden niet is gedekt. Van dit laatste bedrag
wordt f 900 miljoen inflatoir gefinancierd, dat wil zeggen door het drukken
van extra bankbiljetten.
(130 min), een hogere bijdrage aan het
rijkswegenfonds en aan de provincies
voor wegenaanleg, een bijdrage aan de
spoorwegen voor de bouw van viaducten,
enzovoort. (90 min), hogere uitgaven voor
de verbetering van de grote zeehavens,
voor het speurwerk ten behoeve van de
industrie, voor industriespreiding en in
dustriële omschakeling in verschillende
delen van het land (135 min) en ruilver
kaveling in de landbouw. De uitgaven
voor werkloosheidsuitkeringen worden
met 140 min verhoogd, terwijl onder de
post onvoorziene uitgaven honderd mil
joen gulden wordt opgenomen voor be
strijding van de werkloosheid, als dit
nodig mocht zijn. Ook wil de regering
het gemeentefonds saneren. Dit kost vol
gend jaar 75 miljoen.
Om het tekort zoveel mogelijk te be
perken, wil de regering enerzijds een
aantal belastingen en tarieven verhogen
en anderzijds bepaalde uitgaven beper
ken. Herstructurering van het weten
schappelijk betaalde onderwijs zal op den
duur tot vermindering van het aantal stu
denten leiden. Het aantal woningwetwo
ningen wordt verminderd, tenzij de bouw
gesubsidieerde huur- en eigen woningen
beneden de verwachtingen zou blijven.
De investeringen bij de Deltadienst, de
Zuiderzeewerken en de Rijksgebouwen
dienst en voor de civiele verdediging wor
den iets vertraagd. De bezuiniging voor
defensie waartoe vorig jaar is besloten,
wordt niet in één jaar, maar in een aan
tal jaren ingehaald. In het ontwerp alge
mene Wet Ziektekosten, dat in de plaats
is gekomen van het wetsontwerp zware
geneeskundige risico's, is een lagere
extra-rijksbijdrage opgenomen dan aan
vankelijk was bedoeld. Bovendien zal de
rijksbijdrage tot 1972 niet meestijgen als
het prijspeil stijgt.
Beperking van de rijksbijdragen is ook
toegepast bij de landbouwvoorlichtings-
dienst, de ontwikkelings- en sanerings
fondsen voor noodlijdende middenstan
ders en boeren, door het afschaffen van
MET dankbaarheid denken mijn familie en ik terug
aan de belangstelling en de gelukwensen die wij
van velen in het koninkrijk, meer in het bijzonder
van u, mochten ontvangen bij de geboorte en de doop
van onze Willem-Alexander.
DE WERELD waarin wij
leven, wordt door
tegenstrijdigheden ge
kenmerkt. Velen, zo niet al
len, verlangen en streven
naar vrede; desondanks wordt
in vele streken bitter ge
streden. Velen, zo niet allen,
verlangen voor een ieder in
deze wereld een volwaardig
menselijk bestaan; deson
danks moet op vele plaatsen
een onophoudelijke strijd
tegen honger, ziekte en
onderdrukking worden ge
leverd. Het is deze situatie,
waarin de idealen van vrede,
gezondheid en vrijheid nog
lang niet voor allen in ver
vulling zijn gegaan, die ons
dwingt niet alleen de ontwik
keling van onze eigen samen
leving te bevorderen, maar
ons ook in te spannen op die
gebieden waar wij iets voor
anderen kunnen betekenen.
De regering ziet haar op
dracht dan ook mede bepaald
door de gedachte, dat slechts
een eensgezinde en in finan-
cieel-economisch opzicht ge
zonde samenleving een
vruchtbare bijdrage kan le
veren tot het welzijn van de
wereld.
De regering is diep veront
rust over de in Vietnam
voortdurende en in hevigheid
toenemende strijd, die een
ontstellend menselijk leed
veroorzaakt. Zij grijpt elke
mogelijkheid aan om het tot
stand komen van vredes
onderhandelingen te bevor
deren.
De gevechtshandelingen in
het Nabije Oosten hebben
andermaal aangetoond, hoe
zeer het nodig is aldaar te
komen tot een blijvende re
geling die alle partijen aan
vaarden. Daarbij zal het uit
gangspunt moeten zijn het
bestaansrecht van alle soeve
reine naties in dat gebied en
de mogelijkheid van een
menswaardig bestaan voor
allen die daar wonen.
De regering acht voortgang
inzake wapenbeperking en
wapenbeheersing van het
grootste belang. Zij blijft dan
ook krachtige steun geven
aan het spoedig tot stand ko
men van een verdrag ter
voorkoming van verdere ver
spreiding van kernwapenen.
De Nederlandse defensie
vormt een wezenlijk deel van
de geïntegreerde verdediging
van de NAVO-landen. Een
aan de omstandigheden aan
gepast Atlantisch bondgenoot
schap is ook na 1969
noodzakelijk voor de veilig
heid en voorwaarde voor een
verdere ontspanning tussen
Oost en West. Het overleg
met de landen van Oost-
Europa wordt voortgezet en
verdiept.
Ons land geeft aan de vol
tooiing van een gemeen
schappelijke markt en aan de
opbouw van de Europese
economische unie zijn volle
medewerking. Van centrale
betekenis acht de regering in
tussen de behandeling van de
verzoeken om aansluiting bij
de E.E.G. van Groot-Brittan-
nië, Ierland en de Scandina
vische landen. Een wederom
beletten van deze aansluiting,
waardoor de splitsing in
West-Europa zou worden ge
handhaafd, zou de regering
zeer verontrusten en onge
twijfeld een ongunstige weer
slag hebben op de voortgang
van de Europese integratie.
De regering verwacht, dat
de komende Benelux-rege-
ringsconferentie zal leiden tot
nog nauwere samenwerking.
De positie van de ontwik
kelingslanden vraagt bij de
bepaling van het beleid steeds
grotere aandacht van de re
gering. Zij stelt voor de bij
drage voor ontwikkelingshulp
in 1968 aanzienlijk te ver
hogen. Bovendien wil de re
gering de in ons volk bestaan
de krachten meer dan te
voren tot werkzaamheid
brengen. De hulpverlening
zal doeltreffender worden
gemaakt door deze te richten
op een kleiner aantal landen.
Ook in internationaal ver
band, zoals op de aanstaan
de tweede wereldconferentie
voor Handel en Ontwikke
ling, zal de regering ijveren
voor maatregelen ter versnel
ling van de sociaal-economi
sche groei in de ontwikke
lingslanden.
De regering hecht bijzon
dere waarde aan het hand
haven van de hartelijke be
trekkingen tussen de landen
van het koninkrijk. Zij zal
aan de ontwikkeling van
Suriname en de Nederlandse
Antillen bijstand blijven ver
lenen.
ONGEVEER een jaar ge
leden begon de con
junctuur een aarzeling
te vertonen. De aanvankelijk
snelle toeneming van de
werkloosheid die vooral
regionaal een belangrijke
omvang aannam baarde de
regering grote zorg. Zij voelt
zich nauw betrokken bij het
leed dat uit deze werkloos
heid voor de werknemer en
zijn gezin voortvloeit. Inmid
dels zijn verschillende maat
regelen genomen om aan de
problemen tegemoet te ko
men. De vertraging in de ont
wikkeling van produktie en
investeringen is beperkt ge
bleven. Thans wordt in het
buitenland een geleidelijk
herstel verwacht. De re
gering beoogt door haar be
leid ertoe bij te dragen, dat
ook in ons land een verbete
ring zal optreden. Ten einde
dit herstel niet te verstoren
door de overgang op het
nieuwe Europese systeem
voor de omzetbelasting, waar
toe zeer binnenkort een wets
voorstel zal worden inge
diend, wordt de investerings
aftrek voor gebouwen heden
hersteld. Mocht de werkge
legenheid in het bijzonder
voor de jeugd zich toch
niet bevredigend ontwikke
len, dan zal de regering ver
dere maatregelen treffen.
Ondanks de ontspanning op
de arbeidsmarkt blijft het
zorgwekkend, dat de be
talingsbalans zich nog onvol
doende heeft hersteld en dat
kostenstijgingen hun invloed
op de prijzen blijven uitoefe
nen. Dit houdt een ernstige
waarschuwing in. Om in de
toekomst een bevredigende
groei van werkgelegenheid
en welvaart te bereiken is in
de eerste plaats een toe
neming van de nationale be
sparingen nodig. Verbetering
van de financiële positie van
de overheid zal daartoe een
bijdrage kunnen leveren.
Daarnaast is een grote terug
houdendheid geboden bij de
loon- en salarisontwikkeling.
Een verdere kostenstijging
moet in het belang van de
concurrentiepositie worden
vermeden. Deze doelstel
lingen drukken ook hun
stempel op het begrotings
beleid.
In de regeringsverklaring
is reeds de overtuiging uit
gesproken, dat een aanvaard
bare begrotingsontwikkeling
alleen kan worden bereikt
door herziening van het uit
gavenbeleid. Bij het opstellen
van de begroting 1968 is dui
delijk bevestigd, dat zonder
een verdere belangrijke ver
zwaring van de belastingdruk
slechts dan voldoende ruimte
voor essentiële voorzieningen
beschikbaar kan komen, in
dien op tal van andere onder
delen beperkingen worden
aangebracht. Zo zijn er een
aantal beslissingen tot herzie
ning van he| uitgavenbeleid
genomen. Deze vinden hun
weerslag in de rijksbegroting
die u heden wordt aange
boden; voor een deel zullen
zij pas in volgende begro
tingen doorwerken.
Hoewel door de voorgestel
de maatregelen de uitgaven
stijging die bij ongewijzigd
beleid zou zijn ontstaan, be
langrijk kan worden beperkt,
noopt de resterende stijging
in 1968 toch tot enkele be
lastingmaatregelen. De re
gering stelt voor de ver
hoging van de benzine-accijns
die voor 1967 geldt, te hand
haven en de omzetbelasting
op enkele artikelen van 10 tot
12 percent te verhogen. De
verder benodigde middelen
zullen worden verkregen uit
maatregelen die reeds ter ver
betering van de belasting
structuur noodzakelijk zijn.
Daartegenover zal een lasten
verlichting voortvloeien uit
een verhoging van de aan-
slaggrens voor de inkomsten
belasting.
Niet alleen de rijksfinan
ciën, doch ook de positie van
het Gemeentefonds en de
financiën van een aantal
vooral grote gemeenten,
geven aanleiding tot zorg. De
regering hoopt, dat door een
samenstel van maatregelen
binnen afzienbare tijd een
belangrijke verbetering kan
worden bereikt. Daartoe kan
ook worden gerekend een
verruiming van het gemeente
lijke belastinggebied, waar
door de verantwoordelijkheid
van de gemeentebesturen
voor het eigen uitgavenbeleid
beter tot haar recht kan
komen.
DE SNELLE ontwikke
ling van de tech
niek, de voortschrijden
de economische integratie en
de gewijzigde kostenverhou-
dingen vergen vele verande
ringen in de bestaande pro-
duktiestructuur van land- en
tuinbouw, visserij, handel en
industrie. Of de mogelijk
heden, die uit de voltooiing
van het gemeenschappe
lijke Europese landbouwbe
leid voortvloeien, in voldoen
de mate zullen worden benut,
is vooral afhankelijk van het
tempo, waarin de structurele
aanpassingen in het agrari
sche bedrijfsleven zich vol
trekken. De begroting ver
zekert de voortzetting van het
beleid dat deze aanpassing be
oogt te ondersteunen. Ook de
veranderingen die zich in het
midden- en kleinbedrijf vol
trekken, wil de regering hel
pen ten goede te richten.
De versterking van de in
dustriële structuur van ons
land is zeer belangrijk. De
regering hecht veel betekenis
aan het doen van onderzoe
kingen die een beter inzicht
verschaffen in de ontwikke
ling per bedrijfstak. Verder
zal de regering de uitvoering
aanmoedigen van industriële
projecten die van veel waarde
zijn voor ons land en met
name voor regionale gebieden
met een nog zwakke econo
mische structuur.
Grote inspanning van in
dustrie en wetenschap op het
gebied van speurwerk en
technische ontwikkeling blijft
geboden. De uitvoering van
belangrijke ontwikkelingspro
jecten bij de industrie zal de
regering bevorderen.
Met betrekking tot de wo
ningbouw is het streven erop
gericht in 1968 het bereikte
niveau der jaarproduktie van
125.000 te handhaven.
Ten gevolge van deze hoog
opgevoerde produktie is in
grote delen van het land een
situatie ontstaan, die het ver
antwoord maakt het systeem
van strakke regulering van de
huren te verlaten. De re
gering zal de uitwerking
daarvan nauwlettend volgen.
Voorstellen tot wijziging van
de Huurwet en van de des
betreffende bepalingen van
het Burgerlijk Wetboek zul
len u in de loop van dit zit
tingsjaar bereiken.
De regering wil komen tot
het vaststellen van een geheel
van maatregelen, nodig om
de eerste fase van het beleid
betreffende de ruimtelijke
ordening te kunnen uitvoeren.
De wegenaanleg zal met
kracht worden voortgezet,
mede ter versterking van
onze economische positie. Ook
de verbetering van de vaar
geul naar de Nieuwe Water
weg zal in dit verband een
gunstige invloed hebben. Bij
zondere aandacht vraagt de
moeilijke situatie waarin de
spoorwegen, de openbare
vervoerbedrijven in de grote
steden en de binnenscheep
vaart zich bevinden. Ten be
hoeve van de zeescheepvaart
zal de regering de totstand
koming bevorderen van een
wet die verweer tegen ern
stige vormen van vlagdiscri-
minatie mogelijk maakt.
Ter uitbreiding van de so
ciale zekerheid hoopt de re
gering. dat de Algemene
Wet Bijzondere Ziektekosten,
waarvan het ontwerp bij u
aanhangig is, spoedig tot stand
komt. Voor de welzijnszorg
acht zij deze wet, naast het
geen in de afgelopen jaren is
bereikt, van grote betekenis.
De regering is voornemens u
in de loop van dit parlemen
taire jaar een ontwerp van
wet inzake het minimumloon
aan te bieden.
Voorts zal u een wetsont
werp bereiken ter bestrijding
van de luchtverontreiniging.
Ook op andere terreinen
ziet de regering erop toe, dat
de rechtsontwikkeling niet
ten achter blijft bij de snelle
maatschappelijke verande
ringen. Zo zijn voorstellen
van wet te verwachten op het
gebied van het ondernemings
recht, en wel betreffende de
jaarrekening en de herziening
van het enquêterecht bij de
onderneming. Ter bescher
ming van de persoonlijke
levenssfeer zal een wet aan
hangig worden gemaakt om
het afluisteren tegen te gaan.
Een voorontwerp van wet
tot uitbreiding van de verant
woordingsplicht jegens de
gemeenteraad zowel van de
burgemeester als van het col
lege van Burgemeester en
Wethouders is gereed.
De instelling van de Staats
commissie van Advies inzake
de Grondwet en de Kieswet
wettigt de verwachting, dat
de bezinning op deze staats
wetten belangrijke vorde
ringen zal maken.
NAARMATE de maat
schappij zich sneller
wijzigt en wijzigingen
dieper ingrijpen in het leven
van de enkeling, worden
aan onderwijs, wetenschaps
beoefening, culturele en
maatschappelijke ontwikke
ling andere en zwaardere
eisen gesteld.
De regering wil de moge
lijkheden blijven bieden om
de problemen die hieruit
voortvloeien, tot een oplos
sing te brengen. Zij acht
hierbij de invoering van de
Wet op het Voortgezet Onder
wijs en van de Wet op het
Leerlingenwezen van veel
belang; bijzondere aandacht
zal zij schenken aan her- en
bijscholing. Zo mogelijk nog
in de loop van dit zittingsjaar
zal zij u een nota aanbieden
betreffende de herstructu
rering van het wetenschap
pelijk onderwijs en de ver
korting van de studieduur.
Ons land kent vele waarde
volle culturele en maatschap
pelijke voorzieningen, die
echter nog niet in voldoende
mate gebruikt worden. De
regering zal nagaan of de
oorzaken hiervan liggen in
onbekendheid of ongewoonte
dan wel in gebrek aan mid
delen bij hen die zich tot nu
toe afzijdig hielden.
Het beleid dat de regering
voert ter verbetering van de
culturele en maatschappelijke
levensomstandigheden van de
gehele bevolking, heeft naar
haar mening slechts kans van
slagen, als ook algemeen de
bereidheid leeft om mede
verantwoordelijkheid te dra
gen voor de opzet en de uit
voering van de nodige voor
zieningen. Dit geldt in het
bijzonder ook voor de jonge
generatie. De regering stelt
zich voor deze zoveel mogelijk
te betrekken bij de vorm
geving van het beleid inzake
onderwijs, vorming, ontwik
keling en ontspanning. Zij is
bereid deze activiteiten naar
vermogen te steunen.
DE REGERING zal in de
toekomst haar beleid
steeds meer baseren op
meerjarenplannen. Zij hoopt
daardoor bij te dragen tot een
evenwichtige groei en veel
zijdige ontwikkeling van onze
samenleving. Zij verwacht,
dat de drang naar ver
nieuwing die in de laatste
jaren alom valt waar te
nemen en die gepaard gaat
met een groeiende behoefte
bij ons volk om mee te den
ken over de toekomst van ons
land, aan deze ontwikkeling
ten goede zal komen.
Onder deze omstandigheden
is een nauw overleg tussen
overheidsinstanties en ver
tegenwoordigende lichamen
meer dan ooit noodzakelijk.
Veel kan tot heil van het
koninkrijk en ons volk tot
stand worden gebracht bij
een vruchtbare samenwerking
tussen regering en Staten-
Generaal.
Met de bede, dat Gods
zegen op onze gezamenlijke
arbeid moge rusten, verklaar
ik de nieuwe zitting van de
Staten-Generaal geopend.
19 september 1967