Een half jaar bij Etienne Decroux Yolande Bertsch: „Ik leerde hoeveel toneel van je vergt" Maak uw salaris rentegevend 31/2%op een rente-girorekening bij de Algemene Bank Nederland Voor de vierde maal Hi ma laya-exped i tie Scholtensdochter isLucaskind onder andere voorwaarden Vijf jaar Centrum voor Industriële Vormgeving rt' overalls stofjassen witte vakkleding hensen De Block wil overleg over de prijzen Morgen opening jubileumexpositie DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1967 13 Inzet BLAUW - KHAKI WIT-GROEN SANFOR v.a. 14.90 STERKE KWALITEITEN IN VELE MODELLEN EN KLEUREN JEANS - NO-IRON - NYLON v.a. 15. SANFOR-JEANS Voor een goede keur A chterstand Succes (een girorekening met 3V2°/o rente) Inlichtingen en folders bij alle kantoren. V er schil Zwoegen HET IS ZO PRETTIG VOOR U, Eterna, Certina, Indus, Prisma, Baume Mercier, enz. U weet het heeft het. HET HUIS VAN VERTROUWEN - HET HUIS MET HET CARILLON GROTE HOUTSTRAAT 49 t n kleurentelevisie Ook zoon Kort nieuws ADVERTENTIE Yolande Bertsch (Van een medewerker)' PARIJS. De zeventigjarige Etien ne Decoux uit Parijs, herontdekker van de mime en leermeester van grootheden ais Marcel Marceau en Jean Louis Barrault, geeft momenteel les aan de Amsterdamse Toneel school. De 25-jarige actrice Yolande Bertsch, die tweeënhalf jaar aan to neelgroep Centrum verbonden is ge weest, heeft dank zij een Franse beurs, een half jaar mime-onderricht gehad van Etienne Decroux in diens Parijse school. KORT VOOR haar laatste lesdag zaten wij tijdens déjeunerpauze op een overvol terras op Boulevard Saint - Germain-des-Prés. Zij heeft net in haar Japans stamrestaurantje Guen Maï gegeten. Naast ons proberen twee bejaarde, naar de Parijse folk lore van de jaren dertig rozen-ros be poederde dametjes tegen het verkeer op te kwebbelen. „Of ik veel geleerd heb? Nee, dat mag ik niet zeggen, daarvoor zou je bij Decroux drie of vier jaar moeten studeren, want het is geweldig ingrij pend wat hij doet. Maar ik ben wel veranderd, heel veel zelfs. Je gaat bij hem beseffen wat het theater van iemand vergt en hij overtuigt je er van, dat het een grote persoonlijke inzet vraagt". Zij neemt bedachtzaam een slok bier bevrijdt haar knieën van een paar Franse tijdschriften, duwt met een au tomatisch gebaar een haarlok in de juiste stand en vertelt dan over het (ADVERTENTIE) JASSEN, div. modellen 14.25 COLBERTS 13.50 BUIZEN 15.75 specialist in vakkleding Theaterlaboratorium van Jerzy Gro- towski in de Poolse artiestenstad Wroclaw (het vroegere Breslau). „Ik heb deze experimentele groep dit jaar in het Holland Festival zien spelen. Daar vond ik precies de din gen terug, maar dan vanuit een ander principe, die Decroux al in 1930 heeft gezegd. Deze man zegt waarheden als een koe, om me eens grof uit te druk ken. Maar hij zegt ze zo, dat je er je voor het eerst van je leven bewust van wordt. Als je hem/ aanhoort, denk je: Hé, gek dat ik daar nooit eerder aan heb gedacht". „Bij Decroux werd je je er van be wust hoe ver het toneel bij andere kunstvormen is achtergebleven. De muziek is veel verder! Het toneel is verzand. Er is geprobeerd dat met al lerlei trucs op te heffen. Er worden kunstjes uitgehaald met het decor, de belichting en de regie. Nu kan je wel, net als bij de film, allerlei zaken gaan toevoegen, maar dan doe je nog niets met de acteur. Deze is, alle trucs ten spijt, nog steeds dezelfde geble ven. Als je je verdiept in de vraag wat toneel wezenlijk is, kun je daar geen vrede mee hebben." „Ik geloof dat Decroux een systeem heeft om de acteur een gamma van mogelijkheden te geven, dat hij de ac teur kan bevrijden van diens lichame lijke frustraties. Hij heeft een specifie ke wijze ontwikkeld om je de uitdruk kingsmogelijkheden van het lichaam te leren kennen en daarmee te leren werken. Ik wist niet dat je zoveel met een hand kunt doen. We moeten bij voorbeeld twintig oogstanden leren." "„Als je deze mogelijkheden hebt ge zien, als je daar hard aan zou werken en lang te leven hebt, geloof ik dat je als acteur niets meer nodig zou heb ben, geen lichteffect, geen decor, zelfs geen tekst, om tot echt toneel, tot een huid-en-haar-theaterkunst te komen. Dit „théatre pur" is voor mij het enige geworden wat de moeite waard is om voor te werken. Maar het is allemaal heel moeilijk en eigen lijk ook tegenstrijdig. Toneel mag geen manifestie van de acteur zijn. Toneel is een „in dienst van" en dat heeft enorme konsekwenties. Wat mij bij de groep van Grotowski zo heeft getrof fen is wat zij met hun stemmogelijkhe- den doen dat is werkelijk ongeloof lijk!" Je had, in de tijd dat je bij Cen trum speelde en rollen had in De Ge dachte en in Liefdes loze lessen, suc ces. „Dat is nu niet belangrijk. Ik vind dat nu niet ter zake doende." Je lijkt me zo veranderd dat je je nu niet meer in de Nederlandse to neelwereld zult thuisvoelen. „Dat heb ik, eerlijk gezegd, nooit gedaan. Ik was blij dat ik toneel kon spelen. Maar er blijken zoveel dingen aan vast te zitten die niets met het wezen van de toneelkunst te maken hebben. Denk maar aan het reizen en al die prestigekwesties. Het is werke lijk ongelooflijk wat er van een acteur wordt gevraagd. Ik bewonder de men sen die dat allemaal kunnen opbren gen en daarbij nog integer blijven ook". Wat ga je nu in Nederland met deze Parijse ervaringen doen? „Het zou de moeite waard zijn vijf of zes uur per dag met een? kleine groep mensen in deze richting verder te werken. Maar zelfs acteurs Jnoeten eten en zo. Hoe kun je dat verdienen als je vijf of zes uur per dag met een vorm van toneel bezig bent, waarvan je vermoedt dat er geen behoefte aan is? We zouden een of twee jaar een kleine subsidie moeten krijgen, niet meer dan voor minimale levensbehoef te nodig is. In de wetenschap wordt toch ook geld uitgetrokken voor din gen waarvan men tevoren niet met zekerheid kan zeggen dat ze resultaat zullen hebben. Ik vind dat zoiets voor toneel ook mogelijk moet zijn". „En als dat niet lukt?" „Dan zou ik wel naar Polen willen om bij Grotowski verder te studeren. UTRECHT. Op 27 september ver trekken zeven Nederlanders naar Nepal om gedurende ongeveer twee maanden een sportieve trektocht te ondernemen in de Himalaya. De tocht heeft zowel we tenschappelijke als alpinistische doelein den. Het is de vierde maal sinds 1957 dat een Nederlandse expeditie naar het hoogste gebergte ter wereld gaat. De Nederlandse Himalya-expeditie 1967 is ontstaan uit de Himalaya-expeditie 1964 onder leiding van Jan Boon en een groep „ouderen" die op initiatief van J. F. de Beaufort in het voorjaar van 1965 een trektocht naar het gebied van de Mount Everest heeft gemaakt. Bij alle deelnemers bestond het ver langen nog eens naar Nepal terug te ke ren. Voor Jan Boon is dit verlangen in middels al in vervulling gegaan. Voor de anderen werd aanvankelijk een surrogaat gevonden in de oprichting van de vereni ging Nederland-Nepal, die beoogt de ken nis over Nepal te vergroten. In de zo mer van 1966 werd een nieuwe poging voor het uitrusten van een Himalaya- expeditie ondernomen. Het staatsbezoek van het Nepalese vorstenpaar aan ons land werd gebruikt om in contact te ko men met de hoogste autoriteiten van Ne pal voor het verkrijgen van de begeerde vergunningen. Dat lukte uiteindelijk, hoe wel geen ontheffing werd verkregen van het verbod van „expeditionary mourn taineering". Wel werd vergunning ver leend voor een trektocht door het nog weinig geëxploreerde gebied van de Kan- jiroba Himal. Dit deel van de Himalaya is tot nu toe aan de aandacht van de bergbeklimmers ontsnapt, omdat de hoog ste toppep zelfs de 7000 meter nog niet halen. Bovendien is de tocht erheen lang en vermoeiend. De deelnemers van de Nederlandse Himalaya-expeditie zijn J. F. de Beau fort, O. E. H. baron Bentinck, A. J. Driessen, F. C. Dufour, mr. M. C. van Mourik Broekman, J. R. Wouters en dr. J. A. Noordijk, die de leiding van de expeditie heeft. Het ligt in de bedoeling van de expedi tie vooral aandacht te besteden aan de gezondheidstoestand van de bevolking en de levenswijze. Zelfs de ambassade van Nepal wil hierover graag een rapport ontvangen. Voorts zullen de Nederlanders insecten verzamelen voor het Rijksmu seum voor Natuurlijke Historie in Leiden De heer Dufour, die mijnbouwkunde stu deert, gaat gesteenten verzamelen voor het geologisch instituut van de Universi teit van Amsterdam. Het Rijksmuseum voor Volkenkunde heeft belangstelling voor de fotografische resultaten van de expeditie. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG De minister van Econo mische zaken, mr. L. de Block, is van plan in de komende maanden met het bedrijfsleven overleg te plegen over het volgend jaar te voeren prijsbeleid. De minister meent, dat gestreefd moet wor den naar een situatie waarin sprake is van een minimum in prijsstijgingen in de komende jaren. Dit staat in een toelich ting op de begroting Economische Zaken (Van onze belastingmedewerker) Eens hebben we bij de inkomstenbe lasting het Lucaskind gekend. Het verte genwoordigde een extraatje voor grotere gezinnen. Zij konden, indien zij voor min stens drie kinderen wat we nu maar zul len1 noemen normale kinderaftrek genoten nog voor één minderjarig kind, waarvoor anders geen kinderaftrek mogelijk zou zijn geweest, toch kinderaftrek krijgen. Als er meer kinderen waren, die eventu eel voor de extra aftrek in aanmerking zouden komen, mocht de belastingplichti ge kiezen, welk kind hij als Lucaskind wenste te zien aangemerkt. Het heette, dat het Tweede-Kamerlid Lucas de geestelijke vader van het naar hem ge noemde Lucaskind was, maar dat staat niet onomstotelijk vast. Het Lucaskind is geen succes geweest. Het bleek zelfs in bepaalde gevallen na delig voor de belastingplichtige te zijn, wat bepaald niet de bedoeling van de wetgever was geweest. Maar het is nu eenmaal een feit, dat men onder bepaalde omstandigheden voor wat het onderhoud van zijn kinderen aangaat, beter geen kinderaftrek kan krijgen, omdat men dan aanspraak kan maken op aftrek wegens buitengewone lasten, wat voor de belas tingbetaler niet zelden voordeliger is. We gaan thans op deze zaak niet ver der in. Vast staat, dat gaandeweg het inzicht algemeen werd, dat het Lucaskind maar beter kon verdwijnen. En met de invoering van de wet op de inkomstenbe lasting 1964 zou dat op 1 januari 1965 ook gebeurd zijn ware het niet, dat het zo maar, zonder meer, verdwijnen van het Lucaskind onze Tweede Kamer te zeer aan het hart bleek te gaan. Zij accepteer de ten minste het amendement, inge diend door het lid Scholten van onze volksvertegenwoordiging, waarmee in de wet gebracht werd wat nu vrij regel matig de Scholtensdochter wordt ge noemd. Ook hier een extra kinderaftrek, net als bij het Lucaskind, maar onder geheel andere voorwaarden. In de eerste plaats is er een leeftijds verschil. Eindigde de aftrek voor het Lu caskind bij de meerderjarigheid, nu geldt als leeftijdsgrens 27 jaar. Boven de 27 jaar wordt nu eenmaal nooit kinderaftrek gegeven Maar dan moet vervolgens het kind de huishouding van de belastingplich tige verzorgen, althans zijn voor werk zaamheden beschikbare tijd moet er „gro tendeels" door in beslag genomen worden Dit .grotendeels" betekent dat is al meer gebleken voor meer dan de helft Het is dus niet noodzakelijk, dat het kind beslist niets anders doet. Wel dat het de huishouding geheel voor zijn rekening neemt. Pas als er nog drie kinderen zijn beneden de leeftijd van 27 jaar is het vol doende, als het kind de huishouding „me de" verzorgt. Er mag dan dus hulp gebo den worden. Maar het blijft noodzakelijk dat meer dan de helft van de tijd aan het verzorgen van de huishouding wordt besteed. De aandacht moet er intussen wel op worden gevestigd dat het bewuste kind de helft van zijn „voor werkzaamheden be schikbare tijd" aan de zorg voor het ge zin moet besteden. Een dochter, die een volledige dagtaak heeft en daarnaast 's avonds en zo nodig tot diep in de nacht, voor het huishouden van haar ouders zwoegt komt niet in aanmerking om Schol- tens-dochter te worden. De avond en de nacht zijn geen voor werkzaamheden be schikbare tijd. Zij moet wel degelijk minstens voor wat men in de praktijk noemt „halve dagen" in het huishouden werkzaam zijn. Wel mag men rekening houden met het bestaan van de vijfdaag se werkweek. Er is uitgerekend maar Nog staat de mogelijkheid open, om voor het kind in kwestie tweevoudige kin deraftrek te krijgen, als het grotendeels grotendeels weer in dezelfde beteke nis door de belastingplichtige wordt onderhouden. ADVERTENTIE dat u bij ons kunt rekenen op echte belangstelling voor uw per soonlijke wensen. Door ervaring en opleiding weten wij precies, welk horloge u graag wilt hebben, want daarop richten wij onze inkoop. Onze grote merkencollectie maakt u het uitzoeken heel gemakkelijk ADVERTENTIE - 21 sept, t m 1 okt. geopend van 10-17 uur en 19-22.30 uur zondagen 10-17 uur toegang f3.- amsterdam speciaal Trein-Toegangsbiljet met 3x reduktie verkrijgbaar op 140 N.S.-stations niet door ons dat het voldoende is, als 25 uur per week aan de zorg voor het huishouden van degene die kinderaf trek wil hebben, wordt besteed, maar dan in de normale werktijd. Men behoeft bij het werken in het ge zin van een belastingplichtige niet uitslui tend aan een invalide huisvrouw of een weduwnaar te denken. Het kan evengoed zijn, dat de vrouw buitenshuis of in het bedrijf van haar man werkt. Het mes kan dan van twee kanten snijden. Want er bestaat dan aanspraak op kinderaftrek voor de dochter die in het huishouden werkt en recht op belastingvermindering op het arbeidsinkomen van de gehuwde vrouw. Ten slotte vermelden we nog, dat wel al gemeen van een Scholtensdochter wordt gesproken, maar dat de dochter ook een zoon kan zijn. De wet spreekt alleen van kind. Evenmin als het Lucaskind achten wij voor ons de Scholtensdochter nu be paald een succesnummer. Het is natuur lijk wel toe te juichen, als er voor bepaal de, min of meer uitzonderlijke gevallen iets gedaan kan worden, maar daar staat tegenover, dat de aftrek afhankelijk is ge maakt van een aantal feiten, die heel moeilijk hanteerbaar zijn en bijzonder ge makkelijk tot onvruchtbaar geharrewar tussen de belastingplichtige en de belas tingadministratie kunnen leiden. Burgemeester. Tot burgemeester van Nieuw-Vossemeer is benoemd mr. H. P. J. A. M. Hennekens, thans hoofdkom mies eerste klasse ter secretarie van de gemeente Vught. Hij is 29 jaar en lid van de K.V.P. (Van onze correspondent) AMSTERDAM. De belangstelling van het Nederlandse publiek voor de ten toonstellingen in het Centrum voor In dustriële Vormgeving in Amsterdam neemt sterk toe. De cijfers, die CIV-direc- teur H. Ribbens noemt, liegen er niet om. „Wij zijn begonnen met 75.000 be zoekers per jaar. Op het ogenblik bren gen ieder jaar ongeveer 150.000 mensen een bezoek aan de exposities die wij hou den." Dat begin werd vijf jaar geleden, op 15 oktober i962, gemaakt toen prinses Beatrix de toonzaal van het Centrum voor Industriële Vormgeving officieel opende. Het eerste lustrum wordt gevierd met een jubileumexpositie: „De smaak te pakken". Deze wordt morgen geopend door de echt genote van Amsterdams nieuwe burge meester, mevrouw O. J. Samkalden Meijers. In het centrum worden deels perma nent en deels in jaarlijks tien wisselexpo sities goed ontworpen Nederlandse indus- trieprodukten getoond. De heer Ribbens: „Dat goed ontworpen slaat beslist niet alleen op de buitenkant. Het gaat om produkten die goed gemaakt, goed in het gebruik en goed van vorm zijn en die te gen een aanvaardbare prijs op de markt worden gebracht." „Wij willen de Nederlandse consument opvoeden in het kritisch waarderen van industrieprodukten zonder hem te beïn vloeden. Wij geven zo objectief mogelijke voorlichting. Wij presenteren alleen." Welke artikelen worden tentoongesteld, wordt bepaald door een keuzecommissie. De artikelen die deze commissie goed keurt, worden opgenomen in een produk- tenregister. Op het ogenblik komen daar ongeveer 2000 produkten in voor. De be zoekers van het CIV, die'het niet bij kij ken willen laten, kunnen aan een infor matiebalie inlichtingen over verkoop adressen en dergelijke krijgen die in dit register zijn opgenomen. Van deze moge lijkheid wordt vrij veel gebruikgemaakt. Ongeveer de helft van de bezoekers vraagt nadere inlichtingen. H. Ribbens Naast het Centrum voor Industriële Vormgeving is er een Instituut voor Industriële Vormgeving. Dit instituut houdt zich bezig met het bemiddelen bij het leggen van contacten tussen industrie en industriële vormgevers en het geven van voorlichting aan de industrie. De activiteiten van het centrum en het insti tuut worden gecoördineerd door een Raad voor de Industriële Vormgeving. De werkzaamheden van het CIV wor den bekostigd uit bijdragen van het be drijfsleven en uit subsidies van het rijk en de gemeente Amsterdam. Het publiek heeft gratis toegang tot de tentoonstellin gen. De gunstige ligging van het centrum, in het beursgebouw, aan het Damrak tus sen C. en A. en De Bijenkorf, heeft onge twijfeld invloed op het aantal bezoekers. De verdubbeling van dit aantal in vijf jaar wijst echter ook op een behoefte. De heer Ribbens: „Het is goed dat er een plaats is zoals het CIV, waar de mensen rond kunnen kijken, kunnen vergelijken en zelf hun conclusies kunnen trekken."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 13