Don Santiago Bernabeu
en Miguel Munoz waren
het er beiden over eens:
Die Cruyff zouden we
in Real willen hebben
SPANJAARDEN HIELDEN AJAX
BEKWAAM OP GELIJK SPEL
Pronk formidabel op dreef
De strompelende man van Ajax
SJAAK SWART:
Ik vind het zo erg voor die jongens,
ze met tien man moesten spelen"
5P*
„IK VOND AJAX GEWELDIG,
WAT EEN PLOEG"
Cruyff en
De Felipe:
bewondering
Finney vond het
uiterst plezierig
21
DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1967
9*
Loeren
Dolle vreugde
Centimeters
Hans Rombouts
99
wmmwym
Theo Reitsma
(Van onze sportredacteur)
AMSTERDAM. De in azuurblauw op het witte
overhemd geborduurde letters SB schenen te dansen,
toen Don Santiago Bernabeu uitbundig de lof stond te
verkondigen van Ajax. Dat was, nadat hij als een (rijke)
bonpapa, gemoedelijk aan de bretellen trekkend en
bijtend in een forse Havana, zijn Real-jongens had ge
feliciteerd met het gelijke spel 11. Hjj was een trots
en gelukkig mens, zoals hij daar gewichtig stond temid
den van zjjn voetballers. Hoewel hij een sterk spelend
Ajax had verwacht, had hij het in het begin toch wel
even benauwd gehad. Hij wilde dat graag toegeven. Hij
wiste denkbeeldige zweetdruppels van het voorhoofd.
En daar kwam de golf van lof uit zijn mond: „Dat eerste
kwartier was sensationeel. Ik kreeg er pijn van in mijn
buik" en de grote Don, met het uiterlijk van een wel
doorvoede kastelein, wreef over zijn zeer bollende, witte
overhemd, waarop een achterstevoren gedragen strop
das neerhing. „Ik vond Ajax geweldig, formidabel. Wat
een ploeg, wat een voetbal. En wat gevaarlijk. Die num
mer negen, die Cruyff, dat is een voetballer. Die zou ik
wel in mijn ploeg willen hebben. Werkelijk, Ajax heeft
een grote indruk op me gemaakt". De man, die nor
maal geen wedstrijd van Real meer ziet, maar nu „uit
courtoisie, uit hoffelijkheid" op de Amsterdamse tri
bune had plaats genomen, praatte maar door. De span
ning, die er toch wel geweest moet zijn bij de Don, vond
zijn uitweg.
ook wat meer manschappen in de buurt
van Cruyff samen. Toch kwam de Am
sterdamse équipe dicht bij een tweede
doelpunt. Na een twijfelachtig haak-geval,
waarbij scheidsrechter Finney Keizer
niet bestrafte, werd de bal door het mid
den gejaagd, waar Nuninga klaar stond,
ineens helemaal vrij. De Ajacied stormde
Lof - en niet alleen van Santiago Ber-fen Cruyff samen de paniek in het Spaan-1 ee/gXids-
nabeu, maar ook van trainer Munoz en se kamp met een beste combinatie. Swar 0 kwam het schot Tegen de
-1..j. cI De lange Junquera voelde de bal orkaan, uaar kwam nei scnui. ieScn uc
Terwijl Swart. paal. Enkele centimeters te ver weg
alle spelers van de Spaanse armada schoot
voor Ajax. Aardig natuurlijk. Maar de afketsen op zijn lichaam.
Amsterdammers hadden meer gewild dan die zich geblesseerd had, ineenkromp van
wierookgezwaai. Ze hadden een flinke pijn, haalde Cruyff uit voor ziji\ eerste
voorsprong willen hebben om daar in treffer. Maar de bal ketste tegen de paal.
de Spaanse baaierd een goede uitvals-
Nuninga boog het hoofd,
scheiden Ajax van de zege....
ver
Centimeters
positie te hebben. In dat eerste kwartier
van de strijd heeft het er ook wel inge
zeten, dat de „Spaanse matten" door
Ajax aan boord zouden worden genomen.
Geroutineerde prijsvechters als De Felipe
Zoco en Sanchis werden misschien dan i "L"" 7"meeeevend naar ,je hoek. Junque-1 Real zich opgebouwd heeft, om uit ofwel
„„.da. dit Ajas inderdaad ,e,r anel, ver-1
Cruyff bleef maar loeren, loeren op een
I nieuwe kans. En vier minuten later was
het dan zover. Cruyff duwde de bal,
Nu kwam het glanzende en vaak bril
jant spelende Real in deze periode dui
delijk sterker dan Ajax de schrik te
boven. Spelenderwijs verschafte het zich
kansen. Goede kansen. Maar Velasques
en Amancio schenen die 1-1 wel mooi te
vinden. Passend ook in de traditie, die
I
rassend en kundig naar voren kwam. En
rasseuu en hUUUlg naai vuicu I „„„IJ. i»ii 7inh
vooral met Cruyff wisten de matadoren Junquera^w^ zo ^klein^joelde hij
aanvankelijk ge
Amsterdammer,
Ven weg. Want de jong. worden E„ Ctwll•Juicht. Ajaajuicht.
A mci.rrirmin.r. vnnreeen reputaties of de „volle bak .tuichte. 1 U. uit werd net
voor geen reputaties
intimidaties bang, voetbalde alsof hij
tegen het Goudse GSV aan de slag was.
Hij zette een Zoco op het verkeerde been
dreef de bal slim langs een Sanchis en
bracht een De Felipe in grote moeilijk
heden,
En in de twaalfde minuut dreven Swart
winnen. Ajax drong op. Begerig. Wan
hopig ook. Het viel aan. Er kwamen daar
door meer kansen voor Real, maar Ajax
Ajax juichte, kreeg die ook.
En vlak voor het einde dan zou toch
begin van een nieuw epos. Na Liverpool nog het winnende doelpunt komen. Nunin-
- - 1I 1l ,J hw rw 1 /Ia lof GrAAf
(Van onze sportredacteur)
Cruyff en De Felipe hebben elkaar
niet ontlopen. De Amsterdammer was
bepaald niet bang voor de Spanjaard,
die één van de hardste spelers van
het continent is. Beide spelers hadden
na afloop de grootste bewondering
voor elkaar. Cruyff: ik vond De Fe
lipe wel stevig, maar niet unfair spe
len. Een prettige voetballer eigenlijk
wel om tegen te spelen." En De Felipe:
Cruyff is een intelligente en snelle
is
wij
speler. Niet hard. Iedere speler van
wereldklasse heeft geen hardheid no
dig. Ik zou hem best bij ons in het
elftal willen hebben". Een merkwaar
dige figuur, die De Felipe. In gewone
doen is hij een heel vriendelijke jon
gen, die geen vlieg kwaad zou doen,
En iets anders: toen een verslaggever
hem naar de voornaam van doelman
Junquera vroeg wist hij het niet. Hi;
moest het hem vragen: „Hoe is je
voornaam ook al weer?".
nu Real Madrid. De vanen werden om
hoog gestoken. Jawel.
Het Real Madrid, dat duidelijk over-1
donderd was door de sterke start van I
Ajax, ging het tempo verhogen. Het was
steeds teruggedrongen. „Ik was niet
bang", zei senor Munoz na afloop, pluk
kend aan twee gouden medailles met een I
madonna, die hij om de hals droeg. I
„Natuurlijk was ik toch wel verbaasd
over dit Ajax-spel, dat formidabel sloot
en waarin goed werd geplaatst met kun
dig positiespel. Maar ik houd altijd met
alles rekening. Ik had mijn mannen ge
zegd vooral in het begin extra op te
letten. Nu, na dit duel, geef ik graag toe,
dat de Amsterdamse ploeg te vergelijken
met de beste Europese elftallen, die
in onze lange cupgeschiedenis heb
ben ontmoet. Ajax hoort bij de top. Het
is sterker dan het Feijenoord, dat twee]
jaar geleden van ons in Rotterdam won"
Het publiek („dat is hier geweldig"
?p Don Bernabeu naar onze tolk, de
leraar Spaans J. v.d. Zee uit IJmuiden) I
schreeuwde om meer goals. Maar Real I
hield de Ajax-boot nu beter af. Dat ging
nu en dan wel fors De Felipe torpe
deerde een solo van Suurbier, die er op
zijn beurt tegenover Bueno ook wel raad
mee wist maar men nam de harde
attaques over en weer als volkomen bij
het voetbalpatroon behorend.
Real Madrid drong op. Amancio en
I Velasquez gingen meer passes geven.
Ajax moest wat terugtrekken. In de vijf-1
endertigste minuut dan volgde toch nog
vrij onverwacht eigenlijk de gelijkmaker.
Een mooi opgezette combinatie, waarin
Amancio de meesterhand had, bracht de
bal bij José Martinez Pirri. En diens
formidabele schot deed de Spaanse ver
slaggevers bijna hun telefoon opeten van
dolle vreugde. Real Madrid had de stand
op 1-1 gebracht.
Zoco: „we waren niet zenuwachtig ge-1
I worden door de achterstand, maar het
was wel een stimulans om er feller in
te gaan. En dat doelpunt was een be
kroning van onze inzet". Voor Antonio
Calpé, afkomstig van Levante, was dit
doelpunt ook een weldoende medicijn,
want hij was enkele malen in paniek ge-1
raakt, als de overigens niet in topvorm
spelende Keizer op hem af kwam. Hij
had een keer de bal rakelings over eigen I
doel gekopt. De Felipe zou dat tien minu
ten na de rust ook een keer doen, ook
1 door Keizer's voorzet verrast.
Die De Felipe keek trouwens met be-
I wondering „de nummers drie en vier
van Ajax verdedigden prima" naar de
overzijde, waar Vasovic en vooral Pronk
met grote allure de strijd aanbonden met
de nu toch wel steeds gevaarlijker wor
dende Spanjaarden Bals mocht dan na
afloop wel zeggen, dat hij het boogschot
van Grosso goed berekend had, het
bracht de bal toch wel op de doellat.
En dat was een angstige zaak. Bals kreeg
het hoe langer hoe drukker. Zo moest
I hij zich voor de voeten van Grosso gooien
Ajax zat inmiddels aanvallend ook niet I
I stil, maar de glamour, de klasse was
toch wel wat verdwenen. Het liep niet
meer zo best. De Spanjaarden hadden het
juiste tegenspel gevonden en trokken nu 1
ga schoot de bal tegen dé lat.
priemde de bal tussen de palen.
Groot
Maar
mister Finney floot en zwaaide. Geen
doelpunt. Bennie Muller had de bal met
de handen bewerkt. De laatste kans was
verkeken.
Don Santiago Bernabeu trok zijn col
bert recht. Handen werden hem toege
stoken. De Don glimlachte. Hij stond op
en ging naar zijn jongens. Het was weer
naar wens gegaan. Hij stak een nieuwe
sigaar op. Een feestsigaar. Bij Ajax keek
men somber. Bernabeu begon met het
wierookvat van de lof te zwaaien....
Juichend, loopt Nuninga weg. Een
doelpunt denkt hij. Maar scheids
rechter Finney heeft gezien, dat
Muller (achter hem) de handen
heeft gebruikt. De protesterende
Spanjaarden krijgen dus hun zin.
Geen doelpunt. De heer Finney
lacht de Spanjaarden toe. Nuninga
heeft de armen laten zakken en
Muller (rechts) sjokt teleurgesteld
weg.
(Van onze sportredactie)
AMSTERDAM. Scheidsrechter
Finney stapte uitermate goedgehu
meurd van het veld. „Twee teams pro
beerden goed voetbal te spelen. Het
was een plezierige wedstrijd',, was de
basis voor zijn stemming.
(Van onze sportredactie)
AMSTERDAM. „Ik vind het zo erg. Ik vind het
zo erg, voor de jongens. Voor jezelf is het natuurlijk
al vervelend als je voelt dat je niet kan. Maar voor de
jongens is het verschrikkelijk. Om in zo'n wedstrijd,
tegen zo'n tegenstander met tien man te moeten voet
ballen". De elfde, die er bij Ajax bij was, Sjaak Swart,
was strompelend als laatste de kleedkamer van de
Amsterdammers in gegaan na de wedstrijd. Strompe
lend kwam hij er ook als een van de laatsten weer uit
en in die tussentijd had hij het vele malen verzucht:
„Ik vind het zo erg".
En dat alles omdat Junquera na nauwelijks tien mi
nuten een scoringskans van Swart verijdelde en de
Amsterdammer goeddeels uitschakelde. „De bal
schampte van mijn wang na die één-twee met Cruyff.
Toen sprong die keeper met zijn twee benen tegen
mij aan. Het ging hem niet om de bal. Die had hij
nooit kunnen bereiken. In de rust heeft dokter Rolink
(„Swart heeft een scheurtje in een spier, niet zo ern
stig voor de nabije toekomst") me twee injecties ge
geven. Na rust dacht ik even, het gaat, maar toen in
eens schoot de pijn er weer in. Verschrikkelijk, wat
erg".
Met hem hadden ook de anderen hun teleurstel
lingen. Want l—l biedt nog wel mogelijkheden voor
de return in Madrid, maar er had misschien meer in
gezeten met een Swart op volle kracht. Mich els, de
'trainer, erkende overigens met eerbied: „Real is een
zeer goede ploeg, een harde ploeg, die voortreffelijk
speelt. Als ze uit moetefl komen, dan komen ze uit
met zes zeven man, als ze verdedigen moeten, dan
doen ze dat, desnoods op één lijn. maar het spel blijft
vloeiend". De vakman erkende het met bewondering.
zoals zijn spelers het beaamden. Keizer: „Michels had
het ons nog eens gezegd, die lui spelen voortreffelijk
4-2-4. Je zag het, aanvallend en verdedigend gaat het
zoals het moet". Nuninga: „Voor een uitwedstrijd heb
ben deze mannen een goede uitslag gemaakt. Ze spelen
ook voortreffelijk". En aanvoerder Bals: „Zij hebben
een prima ploeg". Maar toch anderzijds diezelfde Bals:
„Wij gaan niet kansloos naar Madrid". Ook niet, al
werden er zovele ploegen op royale manier wreed ge
stoord in hun illusies na een goede thuiswedstrijd
tegen Real Madrid? „Nee, er is een verschil. Real heeft
zich hier echt volledig moeten geven om een gelijkspel
te behalen. Dat gebeurt ze niet vaak. Meestal zouden
ze er over heen kunnen lopen, maar dan doen ze dat
nu eenmaal niet. Maar tegen ons was dat anders. We
hebben ze toch ook verscheidene malen in paniek
kunnen brengen".
Het klonk veelvuldig in de Ajax-kleedkamer, alleen
bepaald niet altijd gedragen door een onbegrensd ver
trouwen. De verrassende rol van Ajax, die het vorig
seizoen mogelijk was, is onderkend door de favoriete
clubs. Keizer zei het zo: „Je merkt het, wij zijn geen
Sjaak Swart is geveld.
outsiders meer. Ze nemen je volkomen serieus en dat
maakt het een stuk moeilijker". Het gevolg, twee
ploegen, die, zoals Michels constateerde „hard hebben
gewerkt met vlagen van behoorlijk voetbal. In de
tweede helft heeft Ajax alles of niets gespeeld. Met
een beetje geluk had dat wel wat kunnen opleveren,
maar aan de andere kant met dat va banque spel loop
je zekere risico's. De tegenpartij krijgt ook gemakke
lijker kansen. Maar dat risico moet je nu eenmaal
nemen".
Dat risico leverde in de omgeving van Bals na rust
twee uiterst gevaarlijke momenten op. Eenmaal landde
de bal op de lat en eenmaal redde Bals fraai bij een
h,ard schot, welke redding hem op een pijnlijke voet
kwam te staan. „Die bal, die op de lat kwam had ik nog
wel aan kunnen raken. Maar het was niet nodig. De
bal kwam ver achter op de lat terecht. Zoiets is niet
gevaarlijk, daar hoef je gewoon niets aan te doen"
Over het andere geval. „Als er twee mensen op je
af komen, moet je iets doen. Je verwacht dat ze de
grootste hoek zullen nemen. Dat deden ze niet en toen
bleef er niet anders over dan met de benen te werken".
Aan de andere kant liep Nuninga eenmaal op een
ogenschijnlijk gemakkelijk te verkrijgen doelpunt af.
Maar toen raakte hij de paal. „Ja, wat wil je, je denkt
dat het goed gaat. Alles gebeurde precies zoals het
moet. Ik was precies op tijd. Ik mikte goed langs de
keeper. Alleen, het scheelde een centimeter. Via de
binnenkant kwam de bal weer terug". Er was nog dat
schot in de laatste periode. „Zo'n schot is in normale
gevallen gewoon een goal, maar Muller stak in een
flits zijn handen uit. Het was logisch, dat het doelpunt
werd afgekeurd".
Uitblinker uit de voorhoede, Johan Cruyff, bedoelde
dergelijke momenten, toen hij zei: „We hebben wel
verschrikkelijk veel pech gehad. Bovendien die hands
bal in de tweede helft in het strafschopgebied. (Waar
van Finney zei: „Dat kan Cruyff nou wel zeggen ge
zien te hebben, maar ik zag niks en daar gaat het om").
Cruyff weet Ajax' goal niet alleen aan een fout van
Junquera. „Er zat ook wel verschrikkelijk veel effect j
aan dat schot. Ik raakte de bal aan de bovenkant en
hij kon hem maar niet goed te pakken krijgen".
Uitblinker in de achterhoede, Tonny Pronk, bracht
het gesprek weer terug op Swarts blessure. „Dat is
toch wel vreselijke pech, om tegen zo'n ploeg met tien
man te moeten spelen. Want zo was het toch feitelijk".
Over zijn eigen goede spel oordeelde Pronk: ..Ach, het
gaat de laatste weken nu eenmaal goed. Vanavond
weer. Ik kon ook zo af en toe naar voren. Daartoe
hadden we opdracht van Michels: Suurbier en ik. Maar j
ja, je moest oppassen, want als je die Amancio aan de
bal laat, dan ben je weg. Je moet consequent op zijn
huid zitten".
Soortgelijk dacht Barry Hulshoff, die voornamelijk
yoor de taak was geplaatst het meeste werk met
Amancio te moeten aangaan. Pas vlak voor de wed
strijd, toen Munoz in de Spaanse ploeg Perez verving
en Amancio op de rechtervleugel kwam, hoorde Huls
hoff van zijn tegenstander. „Ik mocht hem niet door
het midden laten weggaan. Ik geloof ook niet. dat hij
er zo erg veel gelegenheid voor heeft gehad". Maar
de invaller voor de gepasseerde Van Duivenbode kwam
uiteindelijk toch ook weer terug op de „slogan" in de
ploeg het resultaat is voor ons toch wel teleurstel
lend".
uuinnnnnnnnnniwirrn