TIEN JAAR TUNNEL WAAROM GEEN VREUGDE? Tien jaren geleden op 28 september 1957 kwam koningin Juliana naar Velsen om de Velsertunnel te openen. Na eenentwintig jaren voorbereiding en uitvoering van dit spectaculaire miljoenenobject. Rijkswaterstaat gokt op een stamwegtunnel De verontrustende cijfers Half miljoen mensen door „het poortje" Ongevallen Eresaluut voor „die man in dat hokje Dan maar een tweede tunnel VEROUDERD Wethouder bevreesd Met Velpon zie je er geen barst van. CEtaiiüF Velpon IV Geld kost tijd Tijd is geld WOENSDAG 2 7 SEPTEMBER 1967 De Velsertunnel een nieuwe levensader voor de provincie Noord-Holland, onder het kanaal door dat tegelijk bindt en scheidt. Er was reden voor trots en voldoeningvoor vreugde en vlag vertoon. Nu pas tien jaren later is er geen vreugde meer om de Velsertunnel. Alleen maar bezorgdheid. De tunnel is al lang geen oplossing meer, maar een probleem. Bij de viering van het tienjarig bestaan; mag met respect worden gedacht aan degenen die op welke plaats ook betrokken zijn geweest bij de totstandkoming; kan met voldoening worden vastgesteld, dat de tunnelver binding van onschatbare waarde en verstrekkende betekenis was en is voor de lokale, de interlokale en de nationale com municatie, maar; moet aan de orde worden gesteld, dat het verkeer in de eerstvolgende jaren volstrekt vast zal lopen in en bij de Vel sertunnel. Daarom is er meer reden om de noodklok te luiden dan om de vlag uit te steken, 4 i 4 V Over de Velsertunnelproblemen, zoals deze in de IJmond leven, had den wy een gesprek met ir. A. K. W. Unger, hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat, directie Noord-Hol land. De heer Unger heeft alle begrip voor de ongerustheid en zegt deze ook te delen. Hij ziet echter volstrekt geen oplossing in een tweede Velsertunnel. De heer Unger verwacht, dat de aanleg van een nieuwe tunnel bij Buitenhuizen in de geprojecteerde Stamweg het ver keer door de Velsertunnel aanmerkelijk zal ontlasten. De woordvoerder van Rijks waterstaat zegt zeer verheugd te zijn over het feit dat thans een hoge prioriteit wordt toegekend aan de Stamtunnel. De Stamweg staat op het Rijkswegenplan en dat is volgens de heer Unger niet zonder moeite bereikt. Naar de mening van de heer Unger zal heel veel interlokaal en doorgaand ver keer straks gebruik maken van de Stam tunnel, terwijl de Velsertunnel straks ook nog belangrijk wordt ontlast als de Coen- tunnelweg naar Heemskerk klaar is. De Velsertunnel blijft dan beschikbaar voor het lokale en regionale verkeer en wordt dan ook, volgens de heer Unger, een re gionale aangelegenheid. Rijkswaterstaat zal de Velsertunnel en de aansluitende wegen nog zoveel moge lijk verbeteren, maar een nieuwe oever verbinding in Velsen wordt door Rijks waterstaat op dit moment niet meer over wogen. De heer Unger zou het zelfs betreu ren, wanneer het in opdracht van de drie IJmondgemeenten onder leiding van pro fessor Volmuller ingestelde verkeerson- derzoek ertoe zou leiden, dat er discus sies op gang komen over mogelijke an dere oplossingen dan de zo spoedig moge lijke aanleg van de Stamwegtunnel. „Bovendien, wat zou er dan nog over blijven van het recreatiegebied waarvoor men zo hard heeft gevochten", zo stelt de heer Unger. Een ander punt dat hij in dit verband ter sprake brengt is de fianciering van een tweede Velsertunnel als regionaal project. Voor dat probleem ziet hij geen oplossing, gezien de precaire financiële positie van gemeenten en provincie. Het is wel duidelijk, dat de heer Unger alleen een oplossing ziet in de aanleg van rijkswege van de Stamwegtunnel. Hij zou elke activiteit betreuren die zou kunnen leiden tot vertraging van dit project. De heer Unger zou liever zien, dat de regionale activiteiten zich richten op bij voorbeeld een goede verbindings weg van Hoogovens naar de aansluiting van de Coentunnelweg op rijksweg 9. Hij vindt het jammer, dat de gemeenten Beverwijk en Heemskerk het daarover niet eens kunnen worden. Over het door de drie IJmondgemeen ten ingestelde verkeersonderzoek zegt de heer Unger: „Tot welke conclusies en aanbevelingen professor Volmuller ook komt, deze zullen worden gelegd naast de conclusies en aanbevelingen van andere deskundigen". Wij behoeven niet in koffiedik te kijken om te kunnen voorspellen dat het verkeer in en bij de Velsertunnel binnen enkele jaren vast zal lopen. Inspecteur A. J. Wijnstroom van de Velsense politie heeft een boek vol cijfers. Wij nemen er enkele uit over. Het daggemiddelde van het verkeer door de tunnel was in het eerste jaar na de opening, dus in 1958 12.200 voertuigen; in 1967 38.000 Een verdriedubbeling van het verkeer dus binnen tien jaren, nog afgezien van het feit dat de tellers juist op de drukste uren niet meer nauwkeurig registreren. Het oeververkeer over het Noordzeekanaal (dus niet alleen door de Velsertunnel) nam toe: in 1959 met 17percent in 1960 met 14^2 in 1961 met 10}^ in 1962 met 16.6 in 1963 met 15 in 1964 met 15 in 1965 met 9.7 (zeer slechte zomer) in 1966 met 12 Gemiddeld neemt het oeververkeer met meer dan tien percent per jaar toe. De opening van de Coentunnel be tekende niet dat het verkeer door de Velsertunnel af nam; alleen maar dat het minder snel toenam. Indien wordt uitgegaan van een daggemiddelde van 38.000 voertuigen in 1967 en een jaarlijkse toeneming van 10 a 12 percent, dan zullen er omstreeks 1970 niet minder dan 60.000 voertuigen per dag door de tunnel rijden. Dat is over nog geen drie jaren. En nu ontstaan er al ernstige opstoppingen en ver tragingen bij 50.000 auto's per dag, een aantal dat nu alleen op topdagen wordt bereikt. Dat is dan de normale groei die men moet verwach ten, maar het verkeer door de Velsertunnel zal nog veel sneller toenemen als gevolg van de spectaculaire ont wikkelingen in het Noordzeekanaalgebied, de verdere ontsluiting van het noorden van Noord-Holland, het waaiereffect van Mobil Oil, de aanverwante chemische industrie, enzovoort. Geen feestcantate Eén van de vele mensen die duidelijk verontrust zijn is de wethouder van open bare werken der gemeente Velsen, de heer C. Oekeloen. Hij maakt zich vooral bezorgd over het lokale verkeer in gro te lijnen het woon-werkverkeer binnen de engere kring om Beverwijk en Velsen, om dat dit nauwelijks gebaat is met de ver der verwijderde nieuwe tunnels onder het Noordzeekanaal door. die in het streek plan voor de Noordzeekanaalgebied zijn geprojecteerd. „Men moet niet vergeten, dat het be studeren van en het discussiëren over eventuele andere oplossingen dan de Stamwegtunnel weer veel tijd gaat kos ten. In die tijd blijven de plannen voor Stamwegtunnel weer veel tijd gaan kos- ren vertraging veroorzaken, met alle ge volgen voor het Velsertunnelverkeer". De heer Unger voert als voornaamste bezwaren tegen een eventuele tweede Velsertunnel aan, dat er niet voldoende ruimte beschikbaar is voor moderne, ruimteverslindende, aan- en afvoerwegen tussen de bestaande Velsertunnel en de aan te leggen Stamwegtunnel met de daarbij behorende aan- en afvoerwegen. Juist dit meer lokale verkeer maakt naar zijn vaste overtuiging een groot per centage uit van het totale verkeer door de Velsertunnel. „Een half miljoen inwoners van stad en streek zijn wat het autoverkeer betreft, afgezien van secundaire verbindingen als sluisweg en pontveer, aangewezen op het nauwe poortje van de Velsertunnel. De contacten tussen de noord- en de zuidoe ver worden steeds intensiever. Daarom wordt de noodzaak van een goede verbin ding steeds sterker gevoeld, terwijl d^, yjerpi j binding juist steeds slechter zal worden door de onvermijdelijke opstoppingen". De heer Oekeloen maakt zich vooral zorgen omdat het bestuderen van de pro blemen, het vinden van een oplossing en het realiseren daarvan zoveel tijd zullen vergen. In dat verband brengt hij ter sprake, dat de aan- en afvoerwegen van de Velser tunnel nu tien jaren na de ingebruik neming nog niet klaar zijn. Hij doelt onder meer op de nieuwe weg Schiphol Velsertunnel. Een verontrustend cijfer is, dat in tien ja ren het aantal auto's dat de Velsertun nel passeert is verdriedubbeld, terwijl het aantal ongelukken blijkens de cijfers van de Velsense politie is vertienvou digd in'de westbuis en vervijfvoudigd in de oostbuis, die een regelmatiger ver keer krijgt te verwerken. Met de drukte van het verkeer neemt het aantal ongelukken dus in nog veel ster kere mate toe. Een wrange troost biedt het perspectief, dat het aantal ongeval len in verhouding weer zal afnemen, zodra het verkeer door de drukte ge noodzaakt is heel langzaam door de Vel sertunnel te rijden. vlw 'b|v- -X» De tunnelpolitie manschap pen van het Velsense politie korps heeft het de laatste jaren niet gemakkelijk gehad. Niet alleen dat men machte loos staat bij overbelasting en filevorming, maar het werk is ook gevaarlijk. Vaak moeten de politiemensen de tunnel inlopen en dan staat er slechts een één meter breed trottoir ter beschik king, met aan de ene zijde de tunnelwand en aan de andere zijde het voortrazende verkeer in de donkere tunnel. Het loopt daar bepaald niet prettig en menig politieman heeft „tunnelangst". Degenen die dienst hebben in het glazen kastje midden in de tunnel ryden daar veelal heen op een scooter. Midden in de tunnel moeten zy in de ver keersstroom stoppen en de scooter op het kleine parkeer- plaatsje bij de post manoeuvre ren. Dat is bepaald niet onge vaarlijk. Als er een ongeluk gebeurt! op een druk uur staat net ver keer in de tunnel stil, maar lang niet alle automobilisten zetten de motor af. In een minimum van tijd staan de politiemensen in een walm. De accommodatie in de kleine wachthokjes is ronduit slecht. De politiemensen kunnen er niet eens hun handen wassen, om maar iets te noemen. Bij het tienjarige bestaan van de tunnel is een woord van hul de voor de mensen, die daar al tijd onder zeer moeilijke om standigheden voortreffelijk heb ben gewerkt op zijn plaats. Met „dan moet men maar een tweede tunnel bouwen" is het verkeersvraagstuk niet opgelost. Er schijnen zeven tekeningen voor een eventuele tweede tunnel klaar te liggen. Technisch gezien is zo'n tweede tunnel geen probleem, maar verkeerstechnisch wel. Want het gaat niet om dat stukje tunnel onder het kanaal door, maar om het stelsel van aan- en afvoerwegen, dat moet passen in het bestaande wegenpa troon. Daar liggen, afgezien van de finan ciële perikelen, de grote problemen. Hoe en waar moet men het verkeer splitsen en samenvoegen en eventueel over de buizen van twee tunnels verdelen, rekening houdend met het feit dat zich op elke rijbaan verschillende soorten ver keer lokaal, interlokaal, etc. bevin den, terwijl de beschikbare ruimte zeer beperkt is. De Velsertunnel is gebouwd, zonder dat er eigenlijk een verkeersstudie op voldoende grote schaal en met voldoen de visie op de toekomst aan vooraf it gegaan. Toen de tunnel klaar was hebben pessimisten al hun hoofd geschud. Tot hen behoorde onder meer de heer A. L. Roscam Abbing van de KNAC, zo lezen we in de extra editie van dit dagblad, die werd uitgegeven ter gelegenheid van de opening van de Velsertunnel, nu tien jaar geleden. Het is helaas waar, dat de tunnel na tien jaren al hopeloos verouderd is, ook wat de technische outillage betreft. Als zich een ongelukje in de tunnel voor doet, of er blijft een te hoog beladen wagen steken, zit het verkeer op ten minste één rijbaan gelijk vast, want er is geen pechstrook. Als straks het ver keer zo intensief is. dat het zeker in de spitsuren onafgebroken gebruik maakt van twee rijbanen in één tunnelbuis en ook de aan- en afvoerwegen „vol" zitten, kan er geen ambulancewagen of brandweerauto vlot de tunnel in of uit. De verouderde en in de nieuwe tun nels Schipholtunnel, Coentunnel) al niet meer toegepaste dwarsventilatie voldoet nu al niet meer en is vaak bui ten gebruik. De verlichting voldoet al evenmin. ADVERTENTIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 6