DE ZILVEREN HAMER
tVen
IVOROL
PANDA EN DE MEESTER-VERVALSER
POLLE, PELLI EN PINGO
Aanslagen op
spoorwegen
KRAMMETJE FOK
DE RADICALE REKEL
eV
GOUD
«gestipt
i
Noordatlantische
raad weg uit Parijs
TIE EN HET GESTOLEN HALSSNOER
DONDERDAG 5 OKTOBER 1967
19
Een roman uit de vikingtijd door
VERA HENDRIKSEN
Burgemeesters
met pensioen
5"
WEE verdacht:
ton Sums
GOUD
GOUD
GROTE HOUTSTRAAT 49
Kort nieuws
donderdag 5 oktober 1967
581ste STAATSLOTERIJ
DERDE KLASSE
2000
2000
2000
2
769
237
333
884
0819
002741
046951
098656
056083
016734
099909
056713
49)
Even later kwamen twee mannen
het vertrek binnen.
Wat bezielt u toch, vader Edmund
om u het lot van zo'n rover en moor
denaar aan te trekken, zei de ene.
Het is nog maar een jongen, zei
de ander. Kijk zelf maar. En onze
Lieve Heer heeft immers nooit ge
zegd, dat vikingen geen aanspraak op
onze barmhartigheid mochten ma
ken?
U praat, naar dat u verstand
hebt, was het antyoord. Vergeet
niet dat ik u gewaarschuwd heb. U
koestert een slang aan uw boezem en
die slang zal zich tegen u keren, zo
dra zij daar sterk genoeg voor is!
Het zou lang duren voordat ik zover
was opgeknapt, dat ik me wat bewe
gen kon. Mijn wonden gingen ontste
ken en ik herinner me niets dan koort
sen en pijn van die tijd. Maar al die
moeilijke weken, was het, alsof va
der Edmund me met zijn goedheid en
erbarmen tot het leven terugriep;
zijn vriendelijk gelaat, zijn koele
hand op mijn voorhoofd, de voor
zichtige wijze, waarop hij mijn won
den verzorgde en de slaapdranken,
die hij me gaf, toen de pijnen bijna
onverdraaglijk werden.
Eindelijk kwam de dag, waarop ik
met hem kon praten. Ik moest hem
vragen, waarom hij mij zo verzorgd
had, waarom hij mij zelfs zijn bed
had .afgestaan, en mij van de dood
gered terwijl hij wist, dat ik hem
zonder enig gewetensbezwaar neerge
stoken zou hebben. Daarop begon hij
mij dingen van de christelijke leer
te vertellen. Hoe Christus gezegd had
dat wij onze vijanden lief moesten
hebben, en kwaad met goed vergel
den.
Wat klonk mij dat vreemd in de
oren! Maar toen hij mij meer over
de leer vertelde, begon ik het gaan
deweg beter te begrijpen. Hij leerde
mij zijn gebeden en vertelde mij over
zijn helden, dat waren heilige man
nen, die zich om hun geloof hadden
laten martelen en vermoorden met de
bede op de lippen dat God hen mocht
vergeven, die hun dit aandeden. Ik
kwam tot het inzicht dat er nog een
ander soort heldenmoed bestaat dan
de moed van de krijgsman en een an
der, hoger, geluk dan het bezit van
rijkdom en macht.
Het kruisbeeld in het raamkozijn,
wierp zijn schaduw niet slechts op
de wand, ook mijn ziel werd erdoor
getroffen. Toen ik voldoende hersteld
was om op te kunnen staan, ont
dekte ik, dat vader Edmund priester
was van een dorpskerkje en dat
de kamer, waarin ik had gelegen,
een van het twee vertrekken tellende
optrekje naast de kerk was. Ik bleef
de hele winter bij hem, hielp hem
zo goed ik kon bij zijn vele plichten
en wende aan de vertrouwende blik
ken, die zijn parochianen mij toe
wierpen. Toen ik eens op mijn eigen
houtje uitging, werd ik flink toege
takeld door een troep opgeschoten
jongens en sindsdien bleef ik maar
in de buurt van de kerk. Later heb ik
pas begrepen, wat vader Edmund om
mij uitgestaan moet hebben.
Op zekere dag het was toen al
voorjaar vertelde vader Edmund
mij, dat er weer vikingen in de streek
geland waren Het staat je vrij
naar je eigen mensen terug te gaan,
voegde hij eraan toe.
Hij had tranen in de ogen, toen ik
hem verzekerde dat ik niet terug wil
de keren, voordat ik als priester tot
mijn volk kon komen, om hun Gods
boodschap te brengen. Nu weet je
dus Tore, hoe een viking ertoe kon
komen, priester te worden.
Heeft u sindsdien nooit meer de lust
bevangen, het kruis weg te slingeren
en met het zwaard in de hand erop
uit te trekken? vroeg Tore, de pries
ter met half dichtgeknepen ogen
monsterend. En is nooit de nei
ging in u opgekomen, u te wreken op
de ellendeling die het bestond een
gewond man te sarren?
Ik kan God niet genoeg danken voor
de genade, die Hij mij betoonde, door
mij niet als verloren zondaar te la
ten sterven daarginds in Engeland.
Ik ben een zondig mens en mijn
geest is nog steeds niet geheel ge
zuiverd van wraakzuchtige, onchris
telijke gevoelens. Iedere dag opnieuw
heb ik Gods vergiffenis nodig. Maar
wel durf ik hopen, met Zijn hulp -
nooit meer de toevlucht tot het
zwaard te nemen.
U lijkt me van een ander soort
te zijn dan Tangbrand, de priester
van Olav Tryggvason. zei Tore.
Weet jij nog hoeveel doden hij vol
gens zeggen op zijn geweten heeft,
Olve?
Heel wat in ieder geval, ant
woordde deze. Zijn woeste optre
den heeft de kerstening in IJsland
tenminste niet veel goed gedaan, dat
is te begrijpen.
Ik heb in Dublin een IJslander
aan boord gekregen, vertelde Tore
nu. Vraag hem er maar eens naar
hoewel hij je zeker liever zal vertel
len over zijn reizen naar Vinland on
der leiding van Leif en Torwald Ei-
riksson.
Jarl Svein zette grote ogen op.
Heb jij een man bij je, die
naar Vinland geweest is, zei hij ver
rast. en dat vertel je me nu pas.!
Ik geloof niet, dat al zijn verha
len geheel overeenkomstig de waar
heid zijn, lachte Tore. Als je hem
wilt geloven, zouden Leif en Torwald
nu prinsheerlijk op Vinland zitten,
omringd door een leger lijfeigenen
van roodhuiden, als ze maar zo wijs
geweest waren, op Kjartans raadge
vingen acht te slaan. Als hij vertelt
is het steeds: „en toen zei ik tegen
Leif". en „je had naar me moeten
luisteren Leif" en dergelijke.
Je moet hem toch eens bij ons
brengen, vond jarl Svein. Hij kan
ons een vrolijke avond bezorgen met
zijn verhalen. Maar Kjartan was in
geen velden of wegen te bekennen,
en het gezelschap bleef dus van zijn
vertellingen verstoken. Het gesprek
kwam weer terug op het uitgangs
punt, nl. de moeilijkheid en tevens
noodzakelijkheid om alle hoofdman -
nen uit het land bijeen te krijgen.
Dit was een aangelegenheid, die zo
wel Olve als Tore zeer ter harte ging.
Jij zou mee kunnen helpen, Tore
als'het je zou lukken, een vergelijk
tot stand te brengen tussen Erling,
op Sola en mijn broer Erik, die
met hem overhoop ligt, sprak Olve.
(Wordt vervolgd.)
mnnnnnnnrf*
PARIJS (Reuter) De Noordatlanti
sche raad komt vandaag voor het laatst
in Parijs bijeen, waarna het hoofdkwar
tier naar Brussel wordt overgeplaatst.
De NAVO-secretaris-generaal Manlio
Brosio zal het hoofdkwartier in Parijs
formeel sluiten.
DEN HAAG. Wegens het bereiken
van de pensioengerechtigde leeftijd is
eervol ontslag verleend aan: mr. W. baron
Michiels van Kessenich als burgemeester
van Maastricht; aan de heer E. A. M. A.
Steger als burgemeester van Oirschot en
aan de heer E. S. van Veen als burge
meester van Aalten. Voorts is aan de heer
H. J. Scheffer op zijn verzoek eervol ont
slag verleend als burgemeester van
Ezinge.
ADVERTENTIE
tandpasta
CO?. MARTEN TOONDER
22. Zodra de vliegende schotel was geland, stapte
Astral naar het toestel toe en opende een luik. Ver
volgens begon hij de juwelen die hij had gefalderd.
in de schotel te werpen. Daar had hij het zo druk
mee, dat hij niet lette op de naderende politie-agent
Blafstraten. „Wat moet dat?" riep deze doordringend,
een bonboekje en een potlood trekkend. „Weet u niet
dat het verboden is om hier te parkeren? En waar
is uw kentekennummer? Hebt u wel vergunning vooi
het besturen van dit bovenmaats vervoermiddel? Mag
ik uw rijbewijs eens zien?" Panda werd ongerust toen
hij deze boze agent zo te keer zag gaan. „We moeten
hem helpen!" riep hij. „Laat me los! Die arme Astral
begrijpt er niets van! En straks krijgt hij nog een
bekeuring!" „Rustig aan maar, baaske!" suste Joris.
Vergeet niet, dat ons schotel-makkertje van een andere
planeet komt, en daar ook weer naar terug gaat!
Zolang men nog geen heelal-politie kent, loopt hij
geen gevaar! Nee wat ik eerder opgelost zou wil
len zien, is de vraag, wat hij bedoelt met die fluts,
waar hij over sprak!"
Z6 IS IN SIAAP661/AL-
PRATEN JUttlE MAK EN IEN - WE DRAS EN
MAMMA WAKKERA n HAAR NAAR HUIS.'
MAAR ZE U6T OP DÊ WE6 - JE ZIET J
HAAR POTEN
^STTT' NIET ZO HARD
KIJK EENS NAAR DIE KIP, SCHItDPADJE
ZIJ LOOPT IN HAAR SLAAPi
HELEMAAL
ADVERTENTIE
Goud in 't groot
Goud in 't klein
't is altijd welkom,
vooral met Sinterklaas.
Ziet de collectie goud-voor-iedereen
bij uw juwelier
U weet het
heeft het,
HET HUIS VAN VERTROUWEN
HET HUIS MET HET CARILLON
HAMBURG (Reuter) Een man, die
zich Roy Clark noemt, heeft in een brief
aan het Westduitse blad Bildzeitung ge
dreigd een spoorwegstation in Hamburg
of Bremen in de lucht te laten vliegen
tenzij hij 300.000 mark krijgt.
Het dreigement volgde op een explosie
op de Bremen-Hamburgverbinding, waar
bij dinsdag een rijtuig werd beschadigd
en een passagier verwondingen opliep.
Al eerder hadden zich aanslagen op
spoorweginstallaties in de buurt van
Hamburg voorgedaan, waarop dreigbrie
ven van „Roy Clark of Phantom" volgden.
Temperatuur X15. Door wrijvingswarmte
is de temperatuur van het X15 raket
vliegtuig dinsdag bij een proefvlucht op
gelopen tot 1500 graden Celsius. Die
temperatuur werd bereikt bij een snel
heid van 7.300 kilometer per uur. De
hitte was zo enorm dat een gat brand
de in de romp en een der onderdelen
losliet.
Churchill. Prinses Margareth van Enge
land heeft gisteren in Brussel een beeld
van Winston Churchill onthuld.
ADVERTENTIE
Prijzen van
15 zijn gevallen op
50 zijn gevallen op
f 100 zijn gevallen op
200 zijn gevallen op
400 zijn gevallen op
1000 zijn gevallen op
de nummers
de nummers
de nummers
de nummers
de nummers
de nummers
eindigende op
eindigende op
eindigende op
eindigende op
eindigende op
eindigende op
Een prijs van
is gevallen
is gevallen
is gevallen
Een prijs van 2000 is gevallen
is gevallen
is gevallen
De prijs van 30.000 is gevallen
Een prijs van
Een prijs van
Een prijs van
Een prijs van
2000
5000
op Het
op het
op het
op het
op het
op het
op het
nummer
nummer
nummer
nummer
nummer
nummer
nummer
Engeland is diep geschokt door de
ontmaskering van Kim Philby, de Brit
die 30 jaar voor de Russen spioneerde
en toen nog bijna benoemd werd tot
hoofd van de Britse spionagedienst.
Maar Nederland heeft reden om nog
geschokter te zijn. Waar is onze super
spion? Of hebben wij er geen? Be
schouwt het buitenland ons als een
volk van kaasboeren en palingboeren
waarvan de bedsteegeheimen buiten de
militaire belangstelling vallen?
Stel u gerust. Wij hebben wel dege
lijk een spion en zelfs zo'n goede dat
nog niemand erin geslaagd is hem te
ontmaskeren. Met grote omzichtigheid
licht ik hier een tipje van de sluier op
waarachter deze mannelijke Mata Hari
zich verbergt. Ik kan er van meepra
ten, want de lelijkerd zou ons land een
boel kwaad berokkend hebben als ik
hem niet een handje liad geholpen.
Reeds twintig jaar leidt onze spion
die ik Kobus zal noemen het le
ven van een onopvallend en plichtsge
trouw staatsburger. Het enige waar
door hij ooit opviel was dat hij als lid
van onze klaverjasclub voortdurend de
pot won. Ik ging eens goed op hem
letten en het viel mij toen op dat hij
alleen bij het klaverjassen een bril
droeg, waarvan de lenzen bestonden
uit gewoon vensterglas. Of ongewoon
vensterglas? Ik liet mij in een brillen
winkel een soortgelijke bril aanmeten,
onder het voorwendsel dat ik toneel
speelde, wat ik op dat ogenblik ook
deed. Bij de volgende klaverjaspartij
verwisselde ik zijn bril voor de mijne.
Van dat moment af verloor Kobys.
Toen ik na afloop met hem alleen
was kwam ik met de bril op tafel en
hij moest toen wel met zijn kaarten
op tafel komen. Ze waren gemerkt met
onzichtbare inkt, die alleen door zijn
eigen bril zichtbaar werd. Hij beken
de mij toen dat hij die inkt ook ge
bruikte om er staatsgeheimen mee op
Nederlandse kranten te schrijven. Hij
zond die naar het Kremlin in opdracht
van een vaderlandslievend comité dat
zich ten doel had gesteld door middel
van democratische lectuur mee te wer
ken aan de ontstalinisering van Stalin.
In het Kremlin werden de medede
lingen van Kobus ijverig gelezen door
Stalins politiechef Beria. En dit ver
klaart waarom deze dat griezelige
brilletje droeg waarmee hij de toen
nog kleine Svetlana de stuipjes op het
lieve lijfje placht te jagen. Toen er
nieuwe machthebbers aan het bewind
kwamen slaagde ik erin Kobus een
nieuwe inkt aan te praten welke zelfs
door de beste bril onzichtbaar bleef.
Alleen de Russen konden de tekst lees
baar maken door er met een speciaal
geprepareerde schoenzool op te slaan,
een gewoontegebaar waarmee de heer
Kroesjtsjev in New York de zaak bijna
verraadde. Dat dacht Kobus tenmin
ste, want mijn inkt, die ik hem in een
nagellakflesje leverde, was geen spio
nagelak, maar gewoon water.
Dit jaar is Kobus voor het eerst naar
Moskou geweest, om daar, vermomd
als argeloos toerist, het honorarium in
ontvangst te nemen dat uit veiligheids
overwegingen voor hem was opge
spaard. Zoals alle spionnen kreeg hij
zijn verdiende loon. Alleen de porto
kosten werden hem vergoed. Want, zei
de heer Breznjev, die onzichtbare inkt
was overbodig. In Nederlandse kranten
staan de staatsgeheimen in drukinkt op
de voorpagina.
Kees Stip
60. Lang's lijfwachten en de boekhou
der hebben de kamer verlaten en Rechter
Tie is helemaal in zijn rol van afgezant
van de Rode Liga, een gangsterbende die
concurreert met de bende van Lang. „Ik
heb bevel om je een voorstel te doen",
zegt hij, „en daarom zal ik die aanslag
voorlopig vergeten. Jij hebt de kassier
van deze herberg, een zekere Tai Min,
gebruikt om een alleraardigst sieraadje te
stelen. Uit het paleis nog wel. Je zit zeker
krap in je geld dat je zulke risico's neemt,
want als je voor zo'n misdaad gegrepen
wordt, zullen de paleisbeulen al hun klei
ne liefhebberijtjes wel op je uitproberen.
Ik zou je met genoegen aangeven bij de
autoriteiten, Lang. maar ik weet het be
ter gemaakt. We delen de buit. De helft
van vierentachtig parels is tweeënveer
tig, als ik me niet vergis." Lang zwijgt
somber. Tenslotte zegt hij: „Inderdaad,
het is volgens de regels. Wat we op neu
traal gebied buitmaakten, zouden we sa
men delen. Maar de hele zaak is mislukt,
we hebben de parels niet." Rechter Tie
komt overeind en zegt smalend: „Je po
ging om mij te laten vermoorden bewijst
dat je liegt, Lang. De wapenstilstand is
hierbij beëindigd." Met zware stappen
loopt hij naar de deur. Als hij de kamer
wil verlaten, roept Lang hem terug. „Ga
zitten, broeder", zegt hij. „Trek geen
overijlde conclusies. Ik zal je alles uit
leggen."
952. „Zie je het?" riep Bram triomfan
telijk naar boven. „Die schildpad is tus
sen de machine gekomen en dat zou
zo erg niet zijn geweest, als het dier niet
tegelijkertijd was gegroeid.
Misschien ook iets met groeipoeder ge
geten dat zullen we nooit precies
weten".
„Prachtig, prachtig", juichte Schubbejak.
„Wat moeten we nu doen?"
„Pak een oliekannetje en druppel het op
het schild van de schildpad. Dan glibbert
hij naar buiten en dan kunnen de
machines weer draaien", riep Bram.
De visser liet geen minuut verloren gaan.
In zijn kleine toestand was het oliekan
netje veel te zwaar voor hem, maar hij
slaagde erin de olie eruit te halen door
met kracht op het knopje te springen.
De olie gutste omlaag. Binnen enkele
ogenblikken zou Bram weten of het mid
del werkte