cf N>
Glorieuze recordvlucht naar Batavia herdacht
**11
15
n hJ\ f r
i v
I rX
C'-- r^\\vsA/ v
I f V LWsSj,
ZATERDAG 7 OKTOBER 1967
Erbi]
Tweemaal een lekke band bij
de start op Schiphol en op de thuis
reis in Dum Dum (India); tweemaal
weggezakt in Allahabad op de heenreis en
in Bangkok op de terugweg op vlieg
velden, waarop eigenlijk alleen een water
vliegtuig een geslaagde landing kon maken;
een kapotte „verende" stijl onder de rechter
vleugel en een oliedrukregeling, die regel
matig kuren vertoonde. Tegenslagen, die
groot genoeg waren om een recordvlucht in
de weg te staan. Maar toch „fiksten" zij het:
gezagvoerder G. A. Koppen, tweede piloot
G. M. H. Frijns (deze zomer overleden) en
meccano S. Elleman. Veertig jaar geleden
in oktober 1927 toen de luchtvaart het
experimentele stadium nog maar juist te
boven was, vlogen zij hun driemotorige Fok
ker F VII „De Postduif" in negen dagen van
Schiphol naar Batavia. De eerste postvlucht
naar Nederlands-Indië was een feit.
Harman-Trophy
Bloedneus
Met één motor
Te Koog
Zandstorm
„Rijke pisang"
Escorte
1 h Amsterdam
>>- JE2330 xvvx
THUISREIS
Sr smmPt 8A»6*«« CZÖO
'kt u mtiitu *UAKA6<Ui tm
utn HiMrnhprnmrn m®.
taW mm-nmuw «esc
muts
ism&mx m wam» t aw
ofcWta m
S:sut
m
Feest
ÈêfS Wt
>#C r
Geknakt
Losgeld
Als dessert
Doorgaan
Herman Labruyère
V. m*
v-vy>'
Koppen in 1927, genietend van zijn triomf.
.en in 196 7, puttend uit zijn herinneringen.
DE MOEIZAME TRIOMF VAN DE „POSTDUIF"
OVER „DE SPRONG" terug deden zij tien dagen.
De navigatie hing in die dagen nog geheel en al af van
het kompas en van enkele door gezagvoerder Koppen
zelfgemaakte kaarten. Vliegvelden waren niet meer
dan terreinen; er waren nog geen radiopeilstations om
„De Postduif" veilig binnen te loodsen; evenmin was
er goed georganiseerd grondpersoneel. Geen wonder
dat er grote bezorgdheid ontstond over het lot van de
vliegers, toen zij niet boven Bangkok kwamen opdagen.
Later bleek, dat zij direct naar Rangoon waren door
gevlogen. De driemotorige Fokker, die op de heenreis
gemiddeld 180 kilometer per uur aflegde, hield zich,
afgezien van de haperende oliedrukmeters, voor
treffelijk (alleen de propellers kregen veel te lyden)
en de bemanning, die op 1 oktober 1927 in „De Post
duif" van Schiphol was opgestegen, kwam op 28 ok
tober zonder werkelijk hachelijke momenten te hebben
beleefd behouden in hun „kist" op de luchthaven aan.
BIJ TERUGKEER in Nederland wer
den de drie „postduiven" uitbundig ge
huldigd. Gezagvoerder Koppen werd
voor deze prestatie koninklijk onder
scheiden door zijn benoeming tot rid
der in de Orde van Oranje Nassau.
Voor deze vlucht werd hem tevens de
beroemde Harman-Trophy voor 1927
toegekend, een hoge onderscheiding die
alleen werd uitgereikt aan de belang
rijkste pioniers onder de vliegers. Ook
werd hij benoemd tot erelid van de
Lique Internationale des Aviateurs.
De thans 77-jarige G. A. Koppen,
luitenant-kolonel-vlieger b.d., wonende
aan de Iepenlaan in Bloemendaal, zegt
over de postvlucht: „Ik had het geluk
juist de goede mensen te kiezen. Met
Frijns en Elleman wist ik dat die
vlucht niet mislukken zou. Ondanks al
die tegenslagen, hebben we het ge
klaard."
OVERSTE KOPPEN vloog in 1914 al
in de oude Farman 20. In 1916 voerde
hij de grootste vlucht uit voor die tijd,
namelijk de elfhoofdstedenvlucht, waar
hij 11% uur over deed.
„Vroeger voerde bij het vliegen het
sportieve element nog de boventoon.
Een paar kilometer in snelheid tekort
en je ging naar beneden en vlug ook.
Met een vuiltje in de olieleiding be
reikte je hetzelfde resultaat. Dat ge
beurde me in een F 20 boven Arnhem.
Ik heb die kist toen aan de grond ge
zet op een weiland bij de theeschen-
kerij Sonsbeek. Toen ik die noodlan
ding maakte was er niemand. Vijf mi
nuten later stonden er wel duizend
mensen. Ongelooflijk. Bij al die nood
landingen, die ik in mijn vliegerscar
rière heb moeten maken en dat
zijn er heel wat kreeg ik slechts
eenmaal een verwonding, namelijk een
bloedneus."
IN 1920 had Koppen al plannen ge
maakt voor een Indiëvlucht, dat was
vier jaar voor de eerste vlucht van
Van der Hoop en zijn mannen met de
F 7. Deze zou worden uitgevoerd met
een eenmotorige Albatros C XV. Zijn
vrouw zegt hierover: „Wat een op
luchting was het voor mij, dat deze
vlucht niet doorging. Stel je voor, een
toestel met één motor op zo'n lange
tocht. Als dat ding hapert, ga je en je
hebt niet altijd een mooi stukje wei
land tot je beschikking."
Overigens kon ook de Postduif het
zich niet goed permitteren een motor
te laten uitvallen. Weliswaar zou het
toestel op de twee resterende motoren
rustig doorvliegen, maar het plafond
lag dan niet hoger dan duizend
meter en dat had op deze postvlucht
fataal kunnen zijn.
„Op het traject van Calcutta naar
Bangkok begonnen er halfweg de Golf
van Martaban wolken te komen. We
besloten er boven te kruipen, maar ze
waren zo hoog, dat we er op 2500 me
ter hoogte nog inzaten. Het begon te
regenen, een tropische regenval, we
konden geen hand meer voor de ogen
zien. Ergens onder ons lag gebergte.
Je hebt die drie motoren dan hard
nodig. Na enige uren klaarde het weer
op en we daalden tot 150 meter Bij
de Moscos-eilanden besloten we weer
te klimmen tot 2500 meter en na een
half uurtje oostwaarts te hebben gevlo
gen, werden de wolken minder com
pact en zagen we de laagvlakte van
Siam beneden ons liggen. Een prachtig
gezicht."
TOEN KOPPEN en zijn mannen zo
ver waren, hadden zij er het grootste
deel van de heenreis opzitten. Ze wa-
De speciale postzegel met Koppens
portret.
ren bijna in Bangkok en hadden in
negen dagen ongeveer elfduizend kilo
meter afgelegd. Na met één uur en
negen minuten vertraging wegens
een lekke band van Schiphol te zijn
opgestegen, kwamen zij na ruim ne
gentien uur vliegen (verdeeld over
twee dagen) via Sofia in Aleppo aan.
Op de derde etappe naar Bushire,
ruim 100 kilometer van Aleppo af liep
de oliedruk terug. De toestand was
dermate ernstig, dat Koppen besloot
terug te keren, maar juist toen „De
Postduif" in een bocht lag, werd de
druk normaal. Op dit traject raakte
de Fokker in een hevige zandstorm
verzeild en slechts door maximaal
klimvermogen, ruim drieduizend meter
kwam het toestel er overheen. „Op
die hoogte zaten we rustig, hoewel de
grote hoeveelheid stof het zicht zeer
belemmerde.
In Bushire bleek inplaats van 5000
liter slechts 500 liter benzine voorradig
te zijn. Waarschijnlijk was er een fout
gemaakt met telegraferen. „Ik had
zo'n idee, dat ik niet een van m'n
slimste gezichten trok. Gelukkig kon
den we bij een Portugees in de stad
nog 1300 liter lenen.
OP DE VIJFDE dag, toen „De Post
duif" op Allahabad aankoerste, door
stond de bemanning een nieuwe beproe
ving: dorst. De melk in de thee was
zuur geworden en „langzamerhand
werden onze kelen perkamentachtig.
Toen we boven de villa van een „rijke
pisang" vlogen, kostte het ons de
grootste moeite om door te zetten."
In Allahabad landde de bemanning
op een der mooiste velden, die zij ooit
gezien had. 's Nachts viel er echter
een vette regenbui en de volgende
morgen bleek het vliegveld doorweekt.
De brave „Postduif" startte even vro
lijk als op een droog terrein, maar na
een half uur vliegen begaf de oliedruk
van de middelste motor het. Onmid-
delijk keerden zij om en landden weer
in Allahabad, waar de golven over de
cockpit sloegen. Er bleek een vuiltje
tussen de olieklep te zitten. Tijdens het
opstijgen, tien minuten later, zakte het
linkerwiel zestig centimeter in de
grond. Tot overmaat van ramp schoot
er enige tijd later op niet al te grote
afstand van het vliegveld een orkaan
voorbij. „Er viel in vier minuten tijd
zoveel water als bij ons in twee da
gen." Het zou tot 's avonds elf uur
duren alvorens het toestel weer start
klaar was.
NA HET oponthoud in Allahabad
vloog de „Postduif" via Calcutta en
Bangkok naar Singapore. Op de ne
gende dag werd het laatste traject
naar Batavia afgelegd. Het werd geen
aangename vlucht, want op Sumatra
waren talrijke bosbranden. De rook zat
vrij hoog en ieder ogenblik vlogen er
stukjes kool door de lucht, die echter
geen schade deden aan de schroeven.
Vlak bij het einddoel kreeg de Post
duif een escorte van drie militaire
vliegtuigen en toen de landing. „Ik
werd letterlijk uit de cabine gesleurd
en van Frijns en Elleman gescheiden.
Fotomontages als deze vertolkten in de dagbladen de
nationale trots over de geslaagde monstervlucht.
r i i v,v
r J i i i 0
SCTWWïMiïW
OCT Xkitf-XHi
AÏS*:
..Ji 88TAWA f-AUMBASS
V ssyft'rss-gitfSA&sKS Jiat.
SSJi 7iïl-
a? ASSA6 IgtUS
CCrKi mms-AWHf «as
WAV
tv m- tft m
8. m Hts
8.,#?. Vit f
Sht* 15* j
m l
iö. 30.. ï?S
Sf 82. 168 m I
Mm
ito
Een vliegveld, krioelend van enthou
siaste landgenoten, zwaaiend met alles
waarmee een mens maar zwaaien kan,
schreeuwend van geestdrift. Ze droe
gen en trokken ons mee in mateloze
uitbundigheid."
IN DE WEEK die de Postduifbe
manning op Java doorbracht, regende
het telegrammen met gelukwensen, zo
wel uit Nederland als uit Indië zelf.
Koppen, Frijns en Elleman vielen van
het ene feest in het andere. Maar de
F VII werd in het feestgeroes niet
vergeten. Het toestel kreeg een gron
dige onderhoudsbeurt, waarbij vooral
aandacht werd besteed aan de zuiger
veren om het olieverbruik te drukken.
De laatste dagen voor het vertrek, dat
op 17 oktober was gesteld, stonden de
mensen rijendik voor de loketten van
het postkantoor in Batavia. Er zou
voor ongeveer 23000 gulden post mee
gaan met de Postduif...
Onder overweldigend gejuich steeg
/MS
t -
v
hé t
Op de kaart zag alles er dood
eenvoudig uit
de F VII van het vliegveld van Bata
via op voor de thuisreis naar Schiphol.
Na de vreugde en gastvrijheid was er
voor de bemanning nu weer de span
ning. Na landingen in Palembang en
Muntok, waar ook post werd ingela
den, streek de Postduif op de renbaan
van Singapore neer, waar gelukkig niet
zoals op die van Medan (op de heen
reis) trainingsritten werden gehouden,
zodat daar niet geland kon worden.
DE VOLGENDE dag vloog „De Post
duiven" over het woeste bosgebied van
Malakka naar Bangkok, waar zij „in
een plas water" (be)landden. Het rech-
terwiel ging de grond in en geen
klein eindje ook. De commandant van
de Siamese luchtmacht werd er bijge
haald. Deze „mobiliseerde" zijn hele
afdeling en met een paar dikke touwen
die om het landingsgestel werden ge
bonden, trokken de Siamezen het toe
stel op het droge. Toen. schoot het touw
los, dat tegen de stijl onder de rech
tervleugel zwiepte. Met veel gekraak
knakte de verende stijl dubbel en smak
te de rechtervleugel op de grond. Er
onder lagen drie Hollanders, vanwie er
één in een ziekenhuis moest worden
opgenomen. Het monteren van de re
serve stijl kostte twee dagen, die ge
dood werden met een uitstapje naar
Bangkok, een gesprek met de Franse
kapitein Challe, die met zijn „Potez"
eveneens op record jacht was en het
met recht opstaande nekharen kij
ken naar een stunt-demonstratie van
Siamezen met een paar oude „Bré-
guets" en „Nieuports".
DE DERDE DAG van de thuisreis
een vlucht van 1720 kilometer naar
Dum Dum bij Calcutta, waar bij de
landing prompt een band klapte en
slechts een troep buffels ter verwel
koming aanwezig was. Hoe warm 1 et
was en hoever bemerkte de Postduif
bemanning, toen pas na ruim drie
kwartier lopen in een moorddadige hit
te een politiepost werd bereikt.
Na een verkwikkende nachtrust en
met een gerepareerd wiel vlogen Kop
pen, Frijns en Elleman via Allahabad
en Bamraoli naar Karachi. Tot dusver
was de reis vlot verlopen, .naar nu
begon de oliedruk weer'kuren te ver
tonen. De Postduif moest tweemaal
naar Karachi terugkeren. Toen men
voor de derde maal was opgestegen en
het toestel zich boven het eiland Uor-
muz bevond, ging een oliedrukmeter
helemaal stuk, zodat op twee motoren
moest worden doorgevlogen.
Op het traject Bender Abbas-Bag-
dad lekte boven de woestijn de rech
ter-oliekoeler. „We hadden een nood
landing kunnen maken om een reserve-
koeler te monteren, maar de mogelijk
heid was niet uitgesloten, dat we door
de een of andere sheik gevangen zou
den worden gehouden, totdat losgeld
was betaald."
VAN DE STAD van duizend-en een
nacht ging de Postduif in één dag
naar Muslimie bij Aleppo. In het hotel
ontmoette de bemanning een groepje
Franse legerofficieren. „Zij vertelden
ons een staaltje van de wreedheden
van de Druzen. Een paar Fransen wa
ren onlangs in hun handen gevallen.
Ze werden vriendelijk ontvangen en
kregen volop te eten en te drinken.
Die Fransen zullen wel gedacht heb
ben: „Eh bien, nous sommes bien
tombés." Hoe zouden die arme kerels
zich vergissen. Want bij wijze van des
sert werden eenvoudig hun hoofden af
geslagen. Daarom werd ons aangera
den om geen noodlanding te maken in
de buurt van mensen of je dat voor
het zeggen hebt en mochten er
mensen komen, gewoonweg het vuur te
openen met onze parabellums."
IN REGEN EN storm ging de be
manning, vergezeld van een groot aan
tal kleine beestjes, die bijzonder veel
jeuk veroorzaakten, de volgende dag
naar Belgrado. De dag daarop, op 28
oktober, werden de laatste 1600 kilome
ter naar Schiphol genomen. Tot grote
teleurstelling van Koppen, Frijns en
Elleman lag Wenen in de mist. Angst
vallig werd vermeden de Donau te
volgen „dat was het graf van de
Lufthansa, omdat er zoveel mist in het
dal hangt" en toen daagden de
rokende schoorstenen van Essen op,
vervolgens Nijmegen, Eist en toen
Soesterberg. De temperatuur /an de
rechtermotor liep abnormaal hoog op.
„Draaiden we hem in flarden? Moge
lijk wel, maar het was de vraag of
ze hem in Soesterberg zouden kunnen
repareren." Dus doorgaan! De motor
hield het en weinig tijd later landde
de Postduif vlot op Schiphol, vanwaar
zij vier weken tevoren was opgestegen.
Een Nederlandse recordvlucht .vas ge
ëindigd! Koppen, Frijns en Elleman
hadden het hem gelapt