DE ZILVEREN HAMER PANDA EN DE MEESTERVERVALSER POLLE, PELLI EN PINGO met uw salaris geld verdienen f\ °i\ 31/2% RAIFFEISENBANK ngestipt KRAMMETJE FOK Laat uw salaris overschrijven Van het Reve in Leeuwarden slaags met Vinkenoog Huiszoekingen bij Belgische auteurs HEÏ op een kosteloze en rentedragende privé- rekening. Wij vergoeden een rente van Vraag folders oj mondeling advies bij de MAANDAG 9 OKTOBER 1967 Een roman uit de vikingtijd door VERA HENDRIKSEN LM' - r S-'; - p- W2/o) spaarbank en alle bankzaken HAARLEM - TELEFOON 1 7548 BLOEMENDAALSEWEG 14 - BLOEMENDAAL Kees Stip i *?s',w ■•'Jfï' M 52) Het valt wel mee, ik kan er zelf niet bij, antwoordde Olve. Sigrid trachtte zijn met bloed vastgekleefde kleren los te maken, fnaar ze kon haar arm niet gebruiken en Olve moest het ten slotte zelf doen. De wond was niet diep, maar wel lang. Tore was moeizaam overeiitd geko men. Hij leunde tegen de deurpost, terwijl hij naar Olver wond keek. Zijn blik was zo star dat Sigrid zich af vroeg, of hij wel iets zag, of dat hij maar leeg voor zich uitstaarde. Een mooie zwager heb je aan mij! bracht hij er ten slotte op schampere toon uit. Het was volop lente. De anemonen langs de berghellingen waren bijna uitgebloeid en de knoppen aan de bo men stonden op het punt open te bar sten en hun frisse jonge bladeren te ontvouwen. Tot diep in de avond klonk de zang van het roodborstje, zo zuiver en jubelend als de tonen van een fluit. De wolken joegen langs de hemel, voortgedreven door de har de zuidenwind, die bomen en struiken als het ware tot leven wekte. En ook de mensen leefden op door het fris se weer. Toen Sigrid zich op zekere dag naar een der grafheuvels spoed de met een kom bier voor de gestor vene, die zich daaronder bevond, trof ze Finn Haraldsson aan, in gedach ten verzonken voor zich uitstarend. Tore had Finn op zijn laatste reis weer meegenomen. De jongen was na Tores optreden in de hal, als een geslagen hond afgedropen. Hij had een diep sympathie voor Tore opge vat en hij was dan ook de enige, van wie Tore zich in zijn huidige toestand nog iets aantrok. Wie ligt hier begraven? vroeg hij, toen Sigrid de kom bier had neer gezet. De grafheuvels hier bij het huis zijn heel oud, vertelde Sigrid. Hier ligt een voorvader van Olve. Na een korte pauze vervolgde ze op warme toon: Het is voor jou ook een groot verlies, dat het met Ranveig zo treu rig afgelopen is. Voor Tore is het het ergste, zei Finn. Hij en Ranveig waren zo ge lukkig, toen we in de herfst thuis kwamen. Ze hadden alleen maar Ogen voor elkaar, en ineens was alles afgelopen. Je vader was zeker blij, toen Rannveig trouwde? vroeg Sigrid. Hij, zei de jongen schamper, hij mopperde er nog over, dat hij Tore de boete moest terug betalen. Hij heeft hun niet eens een gastmaal aangeboden, de vrek! Misschien vond hij dat niet pas send, omdat ze zolang zijn bezit was geweest en bovendien ook zwanger was, meende Sigrid. Daar trok niemand zich iets van aan. Je had hun gezichten moeten zien, toen hij haar aan boord van zijn schip droeg! Sigrid wilde weggaan, maar Finn hield haar tegen. Jullie moeten niet te hard over Tore oordelen zei hij. Hij heeft een zware winter gehad. Ik weet het, want ik ben de hele tijd op Bjarköy geweest. Sigrid keek hem verbaasd aan. Jij bent de enige zoon bij te thuis. Hadden ze je hulp niet nodig op .je vaders hoeve? vroeg ze. Vader drijft altijd de spot met me, antwoordde de jongen onwillig. Hij vindt, dat ik het te hoog in de bol heb voor een boerenzoon, om dat ik me graag oefen in het gebruik van wapens en aan sport doe. Hij vindt, dat zo iets alleen edelingen past. Nadat Rannveig getrouwd was, was het er geen leven meer voor me. Ieder ogenblik kreeg ik te horen, dat ik me te goed vond voor het boeren werk sinds ik familie van Tore Hund geworden was. Dat ging me knap vervelen. Op een goede dag heb ik een van onze boten genomen en ben ik naar Bjarköy gevaren. En daar ben ik gebleven ook. Is dat vele drinken van Tore de hele winter al aan de gang geweest? vroeg Sigrid ongerust. Ik heb hem niet meer nuchter ge zien sinds Rannveig stierf, antwoord de Finn, meestal moet ik hem 's avonds in- zijn bed helpen. Ik ben blij, dat je zo goed voor hem zorgt, Finn, zei Sigrid warm. Op wie lijkt de kleine jongen? vroeg ze. Dat weet ik heus niet. Volgens mij zijn alle kleine kinderen even lelijk. Sigrid schoot in de lach. Denk erom, dat hier is voor de overledene, niet voor jou, zei ze nog waarschuwend, voordat ze naar huis terug ging. Ze haastte zich niet bij het lopen, haar handen gleden liefkozend over de takken van een uitstekende struik, waarvan het jonge groen al zichtbaar werd. Haar gedachten hielden zich bezig met het nieuwe kind, dat ze droeg, en wanneer ze aan haar rade loze gemoedstoestand van liet vorige jaar dacht, kon ze bijna niet begrij pen, dat zij zich toen zo ongelukkig had gevoeld. Deze zwangerschap ver vulde haar met trots en vreugde en de kleine ongemakken die haar toestand met zich bracht, verdroeg ze met opgewektheid. Een kind van haar en Olve, voortgesproten uit hun her nieuwde, inniger liefdeshand, groter geluk kon ze zich niet wensen. Haar liefde ging uit naar al wat groeide en bloeide rondom haar in deze tijd. En thuis op de hoeve ver troetelde ze de kleine Grotgard meer dan tevoren, in een onbewust verlan gen boete te doen voor de gevoelens van onwil en zelfs haat, waarmee ze eens zijn geboorte tegemoet had ge zien. Hij had nu al zijn eerste tand. Olve had hem bij die gelegenheid de gebruikelijke gave geschonken: een jongetje, dat een van zijn lijfeigena ren de vorige herfst ter wereld had gebracht. Sigrid was blij met dit geschenk ze voelde dat haar zoon nu beter tegen deze machten beschermd zou zijn. Grotgard was een stevig kereltje, dat wist wat het wilde. Hij kon zich al optrekken en een beetje lopen op zijn onzekere beentjes en wanneer hij zijn zin niet kreeg, schreeuwde hij tot hij er bijna in stikte. Hij heeft de driftige aard van ons beiden geërfd, had Olve geconsta teerd. We moeten hem wat zien te beteugelen. Sigrid, zodat hij niet tot een wildeman opgroeit. Ja, ja, lachte hij plagend, toen hij haar verontwaardigde blik opving je hoeft het me niet te vertellen. Iedereen hier in huis weet immers, wat een kruidje-roer-me-niet je bent. (Wordt vervolgd.) LEEUWARDEN. Gerard Cornells van het Reve heeft zijn collega-auteur Simon Vinkeoog zaterdagnacht met een fikse mep tegen de toneelplanken van de „Harmonie'' in Leeuwarden ge slagen. Toen Simon languit op de Bühne bleef liggen, sprong zijn vrouw, die op de voorste rij zat, gillend het toneel op om Van het Reve tot achter de coulissen te achtervolgen. Aanleiding tot dit litteraire handgemeen was het feit dat Simon Vin kenoog Gerard van het Reve over de haardos aaide, omdat Gerard weigerde Simon een hand te geven. I Het gebeurde allemaal op het dichters- festival, dat door Friese studenten in Amsterdam was georganiseerd. Presenta tor was schrijver Simon Vinkenoog. Toen deze Gerard van het Reve moest aankon digen, herinnerde hij eerst even aan het proces wegens godslastering, dat Van het Reve heeft moeten doorstaan. Met als toevoeging „en daar komt Van het Reve met God aan zijn zijde". Van het Reve keek hierop nors en stuurde later op de avond een briefje aan Vinkenoog. Volgens organisator I. Boorsma stond erop: „Dat Van het Reve na afloop niet door Vin kenoog bedankt wenste te worden". Het grote moment kwam, toen Simon Vinkenoog een bos bloemen had gekre gen en alle dichters een hand ging druk ken om hen voor hun aanwezigheid te danken. Hij stak ook zijn hand toe aan Gerard van het Reve, maar deze wei gerde. Hierop aaide Vinkenoog lachend over het hoofd van Van het Reve en liep verder. Ten aanschouwe van de propvol le Harmonie-zaal sprong Gerard van het Reve op Simon Vinkenoog toe en trapte en stompte net zo lang tot Simon Vin kenoog languit tegen de toneelvloer sloeg Mevrouw Vinkenoog rende vanuit de zaal het toneel op. Ook zij werd door Gerard van het Reve geschopt en geslagen. De dichter Kees Buddingh' dreef samen met mevrouw Vinkenoog Van het Reve achter de coulissen. Gerard van het Reve was gisteravond niet bereikbaar voor commentaar op de vechtpartij. Simon Vinkenoog wel: „Ge weldloosheid is mijn religie en ik ben nu in mijn religie aangevallen". (Van onze correspondent) BRUSSEL Er is in de Vlaamse let terkundige wereld, vooral bij de jongere auteurs, nogal wat deining ontstaan na een aantal huiszoekingen. Voor de derde keer binnen een jaar is een litterair tijd schrift door het Belgisch gerecht in be slag genomen. In september 1966 was dat in Aalst het provotijdschrift „Bom" en enkele maanden later in Gent „Einde lijk", ook een tijdschrift voor jongeren Nu was „Daele", uitgegeven door de Gentse auteur Jan Emiel Daele, aan de beurt. Aanleiding tot het in beslag nemen en tot een huiszoeking op last van de pro cureur des konings was een artikel in dit blad, dat was bedoeld als een persiflage op de vele pornografie die men in tijd schriften aantreft. Het was een humoris tisch verhaal met zelfs een moraliseren de strekking. Gedurende drie uur is het huis van Daele doorzocht. Manuscripten van hemzelf en van anderen, boeken, brieven, adreslijsten .nummers van het tijdschrift in kwestie, jaargangen en losse nummers van andere periodieken werden in beslag genomen. Een dag later gebeurde hetzelfde in Brussel bij de schrijver Herman J. Claeys, die aan „Daele" werkte. Vier Vlaamse auteurs, Ben Cami, Her wig Lens, Hugo Raes en Weverbergh hebben een manifest opgesteld, vAarin zij protesteren tegen wat zij noemen „een onheilspellende aanslag op de persoon 25. Joris Goedbloed draafde haastig een duister steeg je in, terwijl Panda en Astral wat verrast hun weg vervolgden. „Ziezo," prevelde hij. „Nu kan ik op mijn gemak onderzoeken wat het schotel-manneke met fluts bedoelt! Komaan hier is het stil genoeg, om even mijn gefalderde juwelen te bekijken!" Hij stopte en tastte in zijn binnenzak. Maar hoe hij ook voelde, de edelstenen zaten daar niet. „Tsa!" mompelde hij wat ongerust. „Ik dacht toch zeker dat ik ze daar had versto.eh.gestopt! Merkwaardig.Hij greep in zijn rechter-jaszak, graaide in zijn linker-jaszak en begon daarop verbleekt zijn hele jasje binnenste-buiten te trekken. Maar van de juwelen was geen spoor meer te vinden. „Hoogst onaangenaam!" prevelde h'ij verbleekt. „Zou de fluts hier in het spel zijnWee mij! Dat is het natuurlijk! De voorwerpen die Astral faldert, verdwijnen na enige tijd, als ze niet in zijn vliegende schotel worden geborgen! En dat noemt hij de fluts! Zo-zo! Dit betekent dat ik geheel andere stappen moet ondernemen!" En hij zette er flink de pas in, terwijl een duister lichtje in zijn ogen verscheen WACHT EVEN, ju WE BROERTJE OOK MEE F WAT RAAR! ALS DE EEN NAAR BINNENKRUIPT-SPRIN6T DE ANDER ERUIT-WONDERLIJK- - EERST WAS ER V IK WEET TOCH PLAATS HOE DAT VOOR ALLEMAAL L ,..ZE HEEFT WEER EEN Ei 6ELE6D KOMT, POLLE ADVERTENTIE h 'K SPAARBANK SALARISREKENINGEN ALLE BANKZAKEN FLORAPARK 2 SPAARNWOUDERSTRAAT 99 KLEVERPARKWEG 2 RIJKSSTRAATWEG 80 ITALIËLAAN 204 67-61 lijke vrijheid, de vrijheid van mening, de persvrijheid en een aantal andere vrij heden waarover men in de democratische landen in officiële redevoeringen de mond vol heeft". Verder heet het in het manifest, dat acties als de onderhavige het begin zijn van een politiestaat: „Het zou onzin zijn te protesteren tegen der gelijke acties in Spanje en Griekenland, wanneer men eenzelfde wijze van optre den in eigen land zonder tegenstand zou laten gebeuren". Vele schrijvers, onder wie Louis-Paul Boon. Hugo Claus, Paul de Wispelaere, Ivo Michiels, Hugues Pernath en D'Haese hebben het manifest al ondertekend. In Hilversum zat ik even in het Hof vanT Holland, toen er een machtig dure auto voor de deur stopte. De be stuurder, een in zichzelf verdiept per soon, stapte met een mapje ondet- de arm het café binnen Hij plofte aan een tafeltje neer, trok een chronome ter uit zijn zak en begon zacht mom pelend een tekst uit het mapje voor te dragen. Terwijl ik hem bekeek begonnen er in mijn hoofd allemaal mannetjes heen en weer te hollen en laatjes open te trekken, want ik wist zeker dat ik. deze man kende uit een tijd toen hij iets meer haar had en iets minder au to. Toen hij een kwartier later was uitgemompeld, wist ik nog niet wie hij was. Hij borg zijn chronometer weg, keek op Zijn horloge, nam een slok koffie en liet toen voor het eerst zijn blik rondgaan door het café, waar deze onmiddellijk in botsing kwam met de mijne. Ook bij hem draafden er mannetjes door het hoofd, maar intussen waren we al opgestaan en hadden elkaar de hand geschud. „Kerel", zeiden we in een soort dubbelconference, „dat is ook lang geleden". Daarna zwegen we, in de hoop dat we iets verschil lends zouden zeggen. Gelukkig gebeur de dat. „Kom er. even bijzitten", zei hij. Ik heb nog een kwartier, dan moet ik bij de AVRO zijn. Filmpje spreken, Schnabbeltje. En over een uur een re portage voor de K. R. O. Vanmiddag vier televisiespotjes en een disc- nummertje voor Veronica. Ik heb van daag zeven Schnabbeltjes". „En één bekeuring"zei ik, want buiten stond een agent een bon voor zijn auto te prepareren. „Gisteren had ik er vier", zei hij achteloos. „Ik ben een dure jongen. Een parkeerplaats zoeken kost me meer dan een bonne tje betalen. Je kunt het nog aftrekken ook". „Heb je ook geschnabbeld voor Van Heijst?", vroeg ik. Hij boog zich naar mij toe. „Daar heb ik. die auto van", zei hij. Aardige man, ik had een be hangetje voor hem uitgezocht". „Ver tel het maar niet aan vreemden"zei ik. „Ik kijk wel uit", zei hij. „Ik ver tel het jou omdat we elkaar al zo lang kennen. Hoe lang ben jij nu bij de om roep weg"!" „Ik ben er nooit geweest", zei ik. „O nee?", zei hij. Nou wees maar blij. Het begint er nou link te worden. Als half Hilversum niet schnabtelde had ik er al lang uitgelegen". „Bij welke omroep ben je nu officieel in dienst", vroeg ik. Hij keek mij verwilderd aan. „Nou bij de AVRO toch", zei hij. „En daar schnabbel je", zei ik. Hij sprong op. „Goeie hemel", zei hij, „nu je het zegt: ik ben ook nooit bij de omroep geweest. Ik ben al twintig jaar werk loos". „Mag ik je koffie betalen", vroeg ik. „Graag", zei hij. „Dan ga ik nu di rect bij Sociale Zaken langs. Als ik geen steun krijg hebben ze misschien een schnabbeltje voor me". Studentenreisbureau. Op 12 oktober is het 40 jaar geleden dat het Nederlands Bureau voor Buitenlandse Studentenbe trekkingen in Leiden werd opgericht. Het is uitgebreid tot een groot reis bureau dat voor studenten chartervluch ten, goedkope treinreizen en transatlan tisch vervoer organiseert en studen tenhotels en vakantiecentra in Europa reserveert. 63. Rechter Tie loopt kwaad naar de deur. Lang dribbelt achter hem aan en zegt nerveus: „Hoe, mijn opdrachtgever, zou gisteren langskomen om het halssnoer te incasseren en de goudstaven te betalen. Maar hij is niet komen opdagen". Met dat verhaal kan ik bij mijn bazen van de Rode Liga niet aankomen", zegt de Rechter nors. „Ik geef je één etmaal de gelegenheid om alsnog te bewijzen dat je niet liegt". Met die woorden verlaat hij Lang's suite en keert terug naar zijn ei gen kamer. Hij gaat zitten en denkt diep na. Waarschijnlijk heeft Lang de waar heid gesproken. Hij houdt hem voor ie mand van de Rode Liga, en daar wil hij liever geen ruzie mee krijgen. Tai Min wil de het halssnoer natuurlijk zelf houden, om de parels één voor één te verkopen. Waar kon hij het snoer verborgen heb ben? Het verhaal over Hoe was ook in teressant. De gebaarde leider van de boe ven die hem aangevallen hadden, had „Hoe" gepreveld voor hij stierf. Ze waren dus door dezelfde Hoe gehuurd om hem te vermoorden, en Hoe handelde waar schijnlijk in opdracht van intriganten in het paleis Terwijl hij dit alles over denkt, wordt er aan de deur geklopt. Rech ter Tie doet open en ziet het bolle gezicht van Lang's boekhouder. Meneer Lang vraagt of U naar beneden wilt komen, dok ter", zegt de boekhouder. „Mijn meester heeft belangrijk nieuws". 955. Terwijl iedereen nog vol ontzetting naar de schildpad keek klonk eensklaps een stemmetje. „Hallois daar iemand?,, Voorzichtig kwam Bram onder het schild uit, waaronder hij zich zolang ver borgen had gehouden. Karo en Tutu brul den het uit van vreugde. Maar Bram vroeg verlegen: „Ahem .eh heeft iemand mis schien zolang een zakdoek voor me? Die andere is er tussen de tandwielen afge gaan enne nu heb ik niet veel aan." Iedereen begreep nu, waarom Bram zich in het schild verborgen hield. Snel werd Bram een alleszins schone zakdoek aangeboden, waarna hij met goed fatsoen naar buiten kon komen. Nu kreeg ook de burgemeester de gelegenheid om de bei de helden, namens het gemeentebestuur te bedanken voor hun moedige optreden. En daarna mocht professor Omega hen meenemen om hen weer tot normale grootte terug te brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 6