Pörtschach: geen woorden maar daden NIEUWE UITGAVEN I' Kerk en Vrede s. LUCRATIEVE DISCUSSIES Duidelijke en kordate wensen Uitwisseling ZATERDAG 14 OKTOBER 1967 U Erbij 16 Ds. J. v. cL. Wiel NAVO- en Warschaupact Topconferentie Dr. J. J. Kiwiet hoogl eraar Kerk in (r)evolutie Massamedia Nederlands initiatief? mmm CONFERENTIES ICCC-BIJEENKOMST Kees Maas (Van een der deelnemers) DEN HAAG Wie luistert naar wat het zesdaagse beraad van onge veer honderd Europese kerken de vorige week in Pörtschach, Oostenrijk, heeft opgeleverd, krijgt niet zozeer een stukje plechtige kerkmuziek te horen als wel iets in de geest van de nationale stadionsong, die voorrang aan daden boven woorden bepleit. In tegenstelling tot andere oecume nische ontmoetingen, die vaak verlopen in de gemoedelijke vrijblijvend heid van „tot de volgende keer maar weer", had dit Europese treffen ditmaal iets van afkeer van mooie woorden en voorkeur voor opgestroopte mouwen, planning en vooruitkijken. Er was drastisch bezuinigd in het aantal' referaten. Langdurige colleges werden niet gegeven en na een dag van aanloop werden de deelnemers al de werkgroepen ingestuurd om daar in bonte samenstelling bezig te zijn met de dingen vaarmee het huidige Euro pa zo pijnlijk overhoop ligt. Het mag tot eer van de conferentie gezegd wor den dat zij zich niet met vrome smoes- Deze week heeft voor de kerken in Nederland in het teken gestaan van de vréde. Het lijkt me goed om daar om ook enige aandacht te schenken aan de vereniging „Kerk en Vrede". Toen deze vereniging in 1924 werd opgericht, was het beslist ondenkbaar, dat de kerken een „vre- desweek" zouden houden. Wij kunnen ons nauwelijks voorstellen, hoe in die tijd het streven van Kerk en Vrede tegen de draad en de stroom inging. En dat ondanks de eerste wereldoor log, die men net achter de rug had. De oorlog was voor de meesten geen „probleem" en het was een kleine groep pioniers, die in naam van het evangelie tegen de vanzelfsprekend heden van oorlog en geweld ingingen. Met eerbied mogen we denken aan figuren als prof. Heering, dr. A. K. Kuiper, ds. Hugenholtz, met vele an deren, die aan het christen-antimilita- risme stem en gestalte gegeven hebben. Ik mag wel zeggen, dat ook in de kerk vrijwel ieder begrip voor dit pro test ontbrak. Vlak voor de oorlog '14- '18 schreef nog een der vooraanstaan de theologen: „tot de goede vruchten van de oorlog reken ik dat hij het nationaal gevoel verheft, de moed verhoogt, tot grote dingen in staat stelt en het vertrouwen op God sterkt". Ook uit 1939 zijn zonder moeite zul ke geluiden op te vangen. Volgens het Christelijk Militair Blad komen „door de oorlog de edelste eigenschappen van de mens voor de dag: medelijden, standvastigheid, zielenadel opof feringsgezindheid. Ook minder edele trekken worden ontwikkeld, maar deze zijn verre in de minderheid".- Ik haal deze regels aan om te laten zien, hoe weinig moeite het christen dom had (en heeft) om zich in deze denktrant te voegen. Wie zich door de staat laat gezeggen, vervult een „van Godswege opgelegde plicht". Het lijkt net, alsof ik over vroeger praat, maar dat is natuurlijk niet waar. Er is veel veranderd, maar de op voeding van eeuwen zit ons nog le lijk dwars. De vereenzelviging van godsdienstige en nationale beseffen is nog de meest van zelfsprekende zaak. Simpel gezegd: het ligt voor een christen meer voor de hand dat hij naar de taptoe gaat, dan dat hij de monstreert tegen de oorlog. Wij vinden er nog niets vreemds aan dat je wel rijk kunt worden met voor bereiding op oorlog, maar niet met toebereiden tot vrede. Het heeft niets absurds, dat je mil jarden uitgeeft, aan defensiemaatrege len (al zou er ik-weet-niet-wat onder moeten lijden); maar een paar mil joen voor ontwikkelingshulp is een zwaar economisch probleem. We vinden India met zijn heilige koeien maar dom, en verleren toch de eerbied niet voor bijvoorbeeld de heilige koe van het 'machtsevenwicht' Toch geloof ik, dat er een door braak komende is. Het is net of we een beetje helder gaan zien dat de weg waarop wij ons als wereld bevinden weinig uitzicht op leven en behoud biedt. Er komt een bereidheid niet al leen de risico's van de oorlog, maar ook die van de vréde te aanvaarden. Dat (o, wonder) ook in de christenheid daar iets van doordringt is stellig te danken aan het voorbereidend en plaatsbekledend werk van Kerk en Vrede. Sinds de vierde eeuw, toen Constan- tijn tot bekering kwam, zijn we gaan denken dat we in een christelijke we reld leefden. Dat moet de gruwelijk ste vergissing geweest zijn; we ge loofden, dat de belangen van „Con- stantijn" (van christelijk Europa of de christelijke waarden) samenvielen met het rijk van Christus. En al die grote dingen van het Evangelie, zoals vrede, verzoening, recht en dergelijke verhuis den naar de ziel. Wij gaan nu begrij pen, dat je in je ziel moeilijk vrede kunt hebben, als er bommen gegooid worden, als er honger wordt geleden of als er mensen om ras of iets der gelijks worden gediscrimineerd. We zijn nog pas begonnen uit de Constantijnse cocon vandaan te krui pen, maar dat we deze vredesweek hebben gehouden, niet alleen over de vrede in je hart of in het hierna maals, is een haast ongelooflijke ge beurtenis. Kerk en Vrede heeft geen behoefte zich op de borst te slaan, maar wij mogen haa- wel dankbaar zijn, dat zij zo dapper door goed en kwaad gerucht heen het spits heeft afgebeten. (Adres van het hoofdbestuur: drs. P. A. Eter man. Prins Hendriklaan 9, Driebergen. Adres v.d. Haarlemse afdeling: W.F. Misset, K. van Mander straat 68). jes in de mist heeft teruggetrokken maar met duidelijke en kordate wen sen en onmiskenbare aanbevelingen voor de dag is gekomen. Daarin on derscheidde deze conferentie zich sterk van haar voorgangers. Men kan vragen welk gezag er ach ter zulke uitspraken staat. Geen reëel politiek gezag uiteraard, alsof hier een soort pan-Europees parlement veror deningen heeft uitgevaardigd, waaraan staten en regeringen zich maar te hou den hebben. Wel een moreel gezag, waarachter het vrijwel voltallige ge heel van alle kerken van Europa staat. En het moet de regeringen in Europa, naar men mag hopen, niel volstrekt onverschillig laten wat zij door de ge zamenlijke kerken als dringende nood zaak voorgelegd krijgen. Wat is er in Pörtschach uit de bus gekomen? De belangrijkste voorstellen, die via rapporten van werkgroepen werden aanvaard, liggen op internationaal po litiek terrein. De kerken moeten bij hun regeringen aandringen op een in tensievere en beslistere vredespolitiek. Nader aangeduid: zij moeten opheffing van de militaire bondgenootschappen bepleiten, die Europa sinds jaar en dag verdeeld houden, de NAVO en het Warschaupact. Een eerste stap daartoe zou moeten zijn het aanvaarden van een niet- aanvalsverdrag en de instelling van een kernwapenvrije zone tussen de Atlantische Oceaan en de Russische westgrenzen en vervolgens een terug trekking van alle Amerikaanse en Rus sische strijdkrachten uit Europa. Met nadruk wordt dat nog maar een begin genoemd en slechts inleiding tot het verder gelegen doel van algehele ont wapening. Een belangrijk initiatief hebben de kerken ipgeworpen door voor te stel len een topconferentie van Europese regeringsleiders te doen houden, met de bedoeling een bijdrage te leveren tot de doorbreking van het zwart-wit denken in elkaar vijandige blokken, vriendschappelijke betrekkingen tus sen de Europese staten en volken te intensiveren en een sterkere samen werking te scheppen in de dienst aan de ontwikkelingslanden. De hulp daaraan willen de kerken duchtig vergroten in nauw contact ove- DEN HAAG Dr. J. J. Kiwiet, do cent aan het baptistisch theologisch seminarie in Chicago, heeft een benoe ming aanvaard als hoogleraar in de ge schiedenis van de theologie aan het baptisten theologisch seminarie in Port Worth in Texas. Dr. Kiwiet heeft in de baptistenge meenten in Nederland een vooraan staande plaats ingenomen. Hij heeft gestudeerd aan het baptis tisch theologisch seminarie waar hij in 1956 promoveerde. In 1957 is hij pre dikant-directeur van „De Vinkenhof" geweest en hij heeft ook een tijd lang gefungeerd als conrector van het bap tistenseminarie te Bos en Duin. DORDRECHT. Onder auspiciën van de pastorale raad voor het rayon Dordrecht (een bestuursorgaan van de rooms-katholieke kerk, dat de verant woording heeft en het beleid uitstippelt voor het pastorale werk in de stad Dordrecht) wordt op donderdag 26 oktober een teach-in gehouden. Het onderwerp van deze teach-in is „kerk in (Devolutie". rigens met de rooms katholieke kerk. Zij zullen hunnerzijds een commissie van Europese handelsdeskundigen in het leven roepen, die studie zullen ma ken van de wijze, waarop internatio nale economische gerechtigheid nader bij gebracht kan worden. Hetzelfde geldt van het vredesvraagstuk in het algemeen. Ook daarvoor wordt een groep van Europese experts samenge steld, die zal gaan samenwerken met organisaties, die op dit gebied al werk zaam zijn zoals bijvoorbeeld de Praag se vredesconferentie. 'Een belangrijke steun aan de vredesmentaliteit zien de kerken in een veelzijdige uitwisse ling van jongeren en een bevordering van informatie over volken en kerken van andere Europese landen. Een andere werkgroep heeft zich veel moeite gegeven de plaats van de kerk te bepalen in het technische tijd perk, waarin wij leven. Het gevaar is niet denkbeeldig, dat zij in haar agra rische verleden blijft steken en allengs een onschadelijk randverschijnsel wordt, waaraan de moderne mens zelfs zonder het te merken voorbij- leeft. Al meer, zegt het betreffende rapport, wordt het leven beheerst door de massa-media en het wordt daarom de hoogste tijd, dat de kerk zich die invloed bewust wordt en er rekening mee gaat houden. Een commissie gaat nu bekijken op welke wijze de kerken deze media kun nen gebruiken in prediking en onder richt. En sterk wordt aanbevolen dat de kerk specialisten op dit gebied zal gaan opleiden. Staat de doorsnee-pre dikant niet vreemd tegenover de ont wikkelingen, die deze tijd in technisch opzicht beheersen? Hij moet dringend en regelmatig bijgeschoold worden,zo als allang nodig geacht wordt voor allerlei andere vakken. Elke beroeps kennis is in tien jaar verouderd bij het snelle tempo der ontwikkeling. Daar moeten ook de kerken rekening mee houden. Zij moeten zich laten voor lichten door gemeenteleden, die in de de wereld van de techniek hun beroep hebben. Ook deze conferentie heeft weer wat gewrikt aan het bolwerk van de over heersende positie van de geestelijk heid in de kerken. Terwijl toch de kerk gevormd wordt niet door de or ganisatorische top, maar door het voetvolk op de begane grond. In allerlei uitspraken van dit samen zijn wordt geroepen om de gewone ge meenteleden en hun inschakeling in het werk en de presentatie van de kerk. Hun kennis ook van andere vol ken en kerken is gering, betere infor matie is dringend nodig van kerk tot kerk. Kefkelijke werkers moeten meer vreemde talen leren om het oecume nische gesprek met kerken in andere landen vruchtbaar te kunnen voeren. Die pleidooien voor de „leek" had den ditmaal nog niet veel resultaat. Vacatures werden in presidium en raad van advies weer grotendeels aan de full-time ambtsdragers toebedeeld. Een Nederlands initiatief leidde er toe dat er tenminste één leek en een vrouw in de adviesraad zitting konden nemen. Maar in dit opzicht mag men op goede hoop leven. Kerken, die zich zo sterk gaan bezig houden met de actuele kwesties van de dag en zo- welbewust „verwereldlijken" in de goede zin van het woord, zullen hoe langer hoe meer behoefte krijgen aan de hulp en daadwerkelijke activiteit van „de buitendienst", zoals een rap port de gewone gemeenteleden noemt, tegenover „de binnendienst" van de vaste, ambtelijke functionarissen. In zakelijke en bescheiden dienst aan de wërld hebben de kerken in Pörtschach een goede stap vooruit ge daan. Zij hebben een aantal uitsteken de opdrachten meegekregen. De vraag is nu, wat ze daarvan maken. De commissie voor internationale jongerenuitwisseling van de oecume nische jeugdraad in Nederland deelt mee dat van vandaag af de inschrijving openstaat voor deelneming aan de uit wisseling in het kader van de Inter national Christian Youth Exchange. Het gaat om de mogelijkheid een jaar in het buitenland door te brengen bij een gezin. In het algemeen wordt gedurende dit jaar een school bezocht en een of andere opleiding gevolgd. Aanmelding en deelneming staat in principe open voor iedereen, zij het dat een bepaalde selectieprocedure noodzakelijk is. Het uitwisselingsjaar begint omstreeks 1 juli 1968 en het is speciaal van belang voor diegenen, die in de zomer van volgend jaar hun schoolopleiding beëindigen. Uitzending is mogelijk naar meer dan dertig lan den in Europa, Amerika, Afrika en Azië, terwijl de leeftijdsgrenzen enigs zins variëren naar land of werelddeel. In grote trekken komen diegenen in aanmerking, die op het moment van vertrek zestien jaar of ouder zijn, maar nog geen twintig. Daarnaast worden gezinnen gezocht, die de naar Nederland komende jon geren een jaar willen herbergen, het geen naar de ervaringen uitwijzen een grote vormende waarde voor de be trokken gezinnen heeft. Inlichtingen en folder zijn te bestellen bij de oecu menische jeugdraad in Nederland, Ma liebaan 80 te Utrecht, tel. 030-13492. De aartsbisschop van Canterbury, dr. Arthur Michael Ramsey, past een pet van de Boston Red Sox, de honkbalkampioenen van de Amerikaanse afdeling in d Verenigde Staten, hem aangeboden door studenten van het episcopaalse theolo gische seminarie in Cambridge, Massachussetts. In de afgelopen Vredesweek heeft de Sjaloombeweging weer in het middelpunt van de belangstel ling gestaan. Daarom willen wij graag aandacht besteden aan de documentaire die deze groep heeft doen verschijnen onder de ti tel „De tafel van één". De Sjaloomgroep Jegt altijd sterk de nadruk op de verantwoordelijkheid van de mens in déze wereld. Dat in veel kerken dit besef begint door te breken is zonder twijfel mede aan Kardinalen in de bisschopssynode in Rome: v.l.n.r. Michael Browne (Ierland), Augustin Bea (Duits land), Arcadio Larraona (Spanje) en bisschop John Dearden van Detroit. Deze foto van het bezoek van de paus aan patriarch Athenagoras in Istanboel kan binnenkort weer worden gemaakt. Op 26 oktober bezoekt Athenagoras de paus in Rome. Het vormingscentrum „Den Aler- dinck" te Laag-Zuthem (Ov.) organi seert op 4 en 5 november een weekend onder het thema „het oude en het nieuwe Israel". Mevrouw M. W. Eberlé-Gotlib uit Rotterdam zal spreken over „het nieu we Israel en zijn problemen" en dia's vertonen over het leven in een kib boets. Ds. M. Enker uit Wassenaar zal voorts een inleiding houden over „kan de bijbel actueel op Israel worden toe gepast?" Rond het thema „Krabbels in de agenda van de kerk van morgen" or ganiseert de gereformeerde stichting gemeentetoerusting op 18 en 19 novem ber een konferentie voor gereformeer de jongeren van 18-30 jaar., Dit ontmoetingsweekend vindt plaats op het vormingscentrum den Alerdinck te Laag-Zuthem (Overijsel) bij Zwolle. Inlichtingen bij de administratie van den Alerdinck, post Laag-Zuthem (Ov.), tel. 05202-284. Ter herdenking van de reformatie, houdt de Internationale Raad van Christelijke Kerken (ICCC) een inter nationale ontmoeting in Worms op 4 en 5 november. Op zaterdagavond 4 november wordt een bijeenkomst ge houden in de grote zaal van de Stads- mission, Wielandstrasse 12. Zondags morgens van elf tot twaalf uur heeft een getuigend samenzijn plaats bij het Luthermonument, waar sprekers uit verschillende landen een korte toe spraak zullen houden. Op een bij komst in de zaal van de Stadtmission zal om drie uur dr. S. Külling uit Bazel spreken. Inlichtingen bij de ICCC, Singel 386, Amsterdam. Sjaloom te danken, De Sjaloomvisie blijkt duidelijk uit deze passage: „Er moet een nieuwe wereld komen. Akkoord. Maar wie denkt dat die nieu we wereld uit de lucht komt vallen kan lang wachten. Uit de lucht vallen alleen maar regen, hagel en sinds kort ook bommen, raketten, kogels, manne tjes aan parachutes en complete straal jagers. Een nieuwe wereld is er niet bij. Sommigen denken dat de nieuwe wereld kant en klaar door God wordt afgeleverd, als geheel eigen goddelijk fabrikaat, schepping nummer twee, op de laatste klaarlichte dag. Welnu, ook dat feest gaat niet door; er komt niets van in. Een nieuw heelal en een nieu we aarde komen niet kosteloos, ge heel gratis, met alle mogelijke service uit het zwerk of uit een tot dusver verborgen gehouden goddelijk atelier naar beneden. De werkplaats voor de nieuwe wereld is hier. De werklui zijn wij. Er komt geen engel aan te pas. Wel komt er aan te pas het bloedige zweet van Jezus' aanschijn en van ons aanschijn". Later in het boek komt een verdere uitwerking van het thema „God" aan de orde. „De gene die aanbidding eist rond de heilige vader, als de grote geest die goedgunstig moet worden gestemd, die gesauveerd moet worden omdat hij ons onvermogen sauveert, de God die ge lasterd kan worden omdat de Beatles ons in populariteit de loef afsteken, die God die wij behoeden moeten is dood". Het zijn langzamerhand bekende geluiden. Zoals de God is dood, die gespleten kerken en verdeelde christenen, na eeuwen van scheiding en jaren van interconfessioneel ge- spreksgroepenwerk uit de brand helpt op de voorbede: „Wat wij men sen niet vermogen, doet gij dat". Maar men vraagt zich bij deze ge luiden altijd af of hier geen sprake is van een te ver doorschieten. In een beschouwing over God zou ook moe ten worden herinnerd aan „Zie, IK maak alle dingen nieuw". En in een onlangs verschenen boek van Bon- hoeffer, dat we binnenkort zullen be spreken, stelt deze keer op keer dat men nooit moet vragen „Hoe is God?" maar „Wie is God", „Wat heeft Hij voor ons gedaan?" In deze Sjaloom-documentaire wordt krachtig gesteld voor welke taken christenen in deze wereld staan. Veel daarvan is door oproepen van deze actieve groep al gepubliceerd. Maar dit boek geeft een goed overzicht van het „Wie„Hoe" en „Waarom" van een aantal oecumenische pioniers, die ook in het buitenland al enkele malen opschudding hebben veroorzaakt. „De tafel van één leren rekenen backs fe" nieuwe wereld"- (Ambo paper- Niet alle discussies le veren iets op. Maar De Strijdkreet vertelt over een discussie die heel wat opbracht. Ds. Sille- vis Smit, tot voor kort voorzitter van het Bij belgenootschap, had een flink bedrag nodig voor het bijbelwerk. Hij hoorde van iemand die goed bij kas was en die misschien bereid zou zijn een groot bedrag te geven. Een afspraak was spoedig gemaakt en enige uagen later zat hij op het terras van een groot buiten en kreeg hij de gelegenheid om iets van het werk te vertellen. In stilte was er de hoop dat er tien duizend gulden op tafel zouden komen, maar deze hoop slonk zien derogen naarmate het gesprek vorderde. Er bleek n.l. over verschil lende zaken nogal be hoorlijk verschil van mening te bestaan. Keer op keer moest de domi nee zeggen: „Het spijt mij, mijnheer, maar dat zie ik toch anders", of „U moet het mij niet kwalijk nemen, maar ik dacht dat de zaken zo lagen", enz. Bij iedere tegenwerping trok hij in gedachten van het be-, drag een duizend gul den af en tijdens de maaltijd die volgde, was het al zover geslonken dat hij dacht: „Als het zo doorgaat moet er van mij nog geld bij". Het werd tijd om te vertrek ken. Over geld was er nauwelijks meer gespro ken. Bij het afscheid nemen zei de heer: „Dominee toen u kwam had ik het plan u 50.000,te geven, maar na alles wat ik van u heb gehoord wil ik dit bedrag graag ver drievoudigen".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 16