FILATELIE fel m, tas w—w Het weggelopen prinsesje If I Dammen m -m mm e Hf if; mm «f m wÊ* A (Éi A 'l w.y/ fm, Er was een aap in Schoonenbeek ZATERDAG 14 OKTOBER 1967 Erbij 27 ÜM y te U Cl A N D A Saps Am- yWA- 'AAW, iH Wé. %Hs 5'^ Hf m w, wA B. Dukel '+->/ --.AA, AAA JLÜ Mr. Ed. Spanjaard z mm WAm Pf IP i Heel in de hoogte op een heuvel staat een oud kasteel. Het is eer Drachtig kasteel, met ee* bruggetje over de gracht, die om het kasteel loopt. Maar van binnen Van binnen is het zo mooi, dat je je ogen niet geloven kunt. Het is ook wel te begrijpen, dat het daar zo mooi is, want de koning en de ko ningin wonen er. Jullie denken zeker: wat heerlijk om een koning of een koningin te zijn, dan heb je altijd plezier. Maar dan heb je het mis. Niet altijd lachen de mensen daar. Nu is iedereen bedroefd. En waarom? Omdat het prinsesje weg gelopen is. De koningin heeft een bakje onder haar gezicht waarin ze de tranen kan opvangen. Zo erg huilt ze. In heel het land is al om geroepen, dat wie het prinsesje vindt een grote beloning krijgt. De kabouters, die ook het vreselijke nieuws gehoord hebben, zijn er helemaal overstuur van. Zelfs Lachertje, het kleinste kaboutertje kijkt met zo'n bedroefd gezichtje, dat het lijkt of hij nooit meer lachen zal. Dikkertje, het dikste kaboutertje eet bijna niet meer en als het nog een paar dagen zo door gaat, valt de muts vast over zijn oren. Als de kabouters die avond met sombere gezichten rond het vuur zitten, roept Springert: „Ik heb een idee!" „Vertel op, vertel op", roepen de kabouters. „We gaan", zo begint Springert, „naar Hokus de toverkabouter en we vra gen hem of hij ons helpen kan". Nog diezelfde avond kloppen twaalf kabouters aan de deur van Hokus' paddestoel. „Sadimatev molikjuyte, ja kom binnen, ge- rasim pokerdex". Hokus kijkt boos naar de kabouters die hem in zijn toverspreuk gestoord hebben. „Ja, wat willen jullie?", bromt hij. Durfgraag begint. „Hokus, we wil len je graag om raad vragen? Het prinsesje is weggelopen, en je weet dat het onze plicht is de mensen te helpen. Maar we weten niet hóe we het moeten doen". Hokus strijkt ovpr zijn baard, en aangezien die baard tweemaal groter is dan hij zelf, duurt het wel even voordat hij klaar is. Dan zegt hij langzaam: „Misschien is het prinsesje het grote bos ingelopen en als jullie daar beginnen te zoeken ben je over een jaar nog niet klaar. Weet je wat? Ik tover mij om als een musje en vlieg heel laag over het bos. Lijkt dat jullie wat? Nou! Wat een goed idee". De kabouters springen in het rond van blijdschap en Lachertje lacht weer eventjes. De volgende morgen was Hokus de mug vroeg vertrokken, nage wuifd door de kabouters. In de middag, Hokus is net even aan het uitrusten, ziet hij een eilandje in een groot meer liggen. Als Hokus heel scherp kijkt ziet hij aan de oever van het eilandje een roei bootje liggen. „Sapperloot", bromt Hokus in zichzelf, wat zullen we nu beleven. Hier in dit grote bos komen bijna nooit mensen en nu ziet hij daar een bootje liggen. Als hij uitgerust is vliegt hij naar het eilandje toe en gaat op een boom tak zitten. In een klein hutje ziet hij een meisje, die probeert panne koeken te bakken en het ergste is dat zij het niet kan. Ze heeft zich net aan het vuur gebrand en staat nu te huilen van pijn. Een grote man komt op haar toegelopen en geeft haar een klap om de oren. „Zit niet zo te grienen meid", zegt hij ruw en loopt weer weg. Hokus, die bijna van de tak afvalt van boosheid zegt in zichzelf een paar toverwoorden en hij staat als ka boutertje voor het meisje. Wie ben je?, vraagt hij. Het meisje kijkt eens in het rond en dan pas ziet zij het kaboutertje. Ik ben het prin sesje, zegt zij en die grote man heeft mij meegenomen, om het werk te doen, en ik kan het niet. Nu begint zij al weer te huilen. Hokus die zo'n medelijden met het prinsesje krijgt zegt: „Ik zal je weer in het kasteel toveren" en ja- Wel hoor, even later staat het prin sesje weer in het kasteel. En nu is het verhaaltje bijna uit, maar ik wil jullie nog even ver tellen hoe alles afgelopen is. Op het ogenblik zitten de kabouters en Hokus ook mee te eten aan de tafel van de koning en de koningin en het prinsesje. Hokus, die aan het hoofd van de tafel zit, eet van een groot mensenbord. En je weet nooit wat er op dat bord ligt. Slagroom. En ik geloof ook wel dat het hem smaakt. Zijn hele baard eet mee en er zit ook slagroom op zijn neus. De koning en de koningin vinden het helemaal niet erg, dat hij een beetje slordig eet en wanneer jul lie op een zaterdag ip het kasteel zijn, kun je hem vast aan het hoofd van de tafel zijn slagroom zien eten. KAREN WÜSTERBECK, twaalf jaar, Heemstede. Er was een aap in Schoonenbeek Die laatst eens in de spiegel keek. Hij vond zijn huidje veel te vaal. En ook zijn hoofd een beetje kaal. „Ik moest een hoedje kopen gaan, Dat zal me vast en zeker staan". Zo ging het aapje naar de stad. Hij had geen centjes; wat geeft dat. Hij liep door lange winkelstraten. Geen mens had het aapje in de gaten. Hij had het reuze naar zijn zin. Liep winkel uit en winkel in. Toen kwam hij voor een winkelraam. Daar zag hij honderd hoedjes staan. Ze waren rood en paars en groen. „Oei", zei de aap, „wat moet ik doen? Ja, wat zal mij het beste staan? Kom, laat ik eens naar binnen gaan". De verkoopster die hij dadelijk zag, Gaf hij zijn liefste apelach. Het meisje werd van schrik doodsbleek. En liet haar winkel in de steek. Zo had de aap het rijk alleen. En keek eens rustig om zich heen. Hij zag een spiegel, prachtig hoor. Daar zette hij zich deftig voor. De eerste hoed vond hij te gek. Die zat zo achter in z'n nek. De tweede maakte hem wat bleek, Als hij zich zo in het licht bekeek. „Staat rood me soms, ik weet het niet. Ik lijk nu net een rode biet". Maar toen zag hij een schattig dopje Dat zette het aapje op z'n kopje. En is er toen heel voldaan Rustig mee naar huis gegaan. E. Brandwijk-Van Breugel, IJmuiden. BELGIë. Op 30 oktober zal een spe ciaal velletje worden uitgegeven ter ge legenheid van de postzegeltentoonstel ling Postphila 1967", die van 21 tot 29 oktober in het Rogiercentrum te Brussel zal worden gehouden. Het vel letje bevat een zegel van 10 5 fr., waarop een samenstelling met het em bleem van de vereniging „Pro Post" is voorgesteld (afbeelding). OOSTENRIJK. Ter gelegenheid van het congres van de Unie van Interna tionale Jaarbeurzen Union Internatio nale des Foires, afgekort UFI) te We nen zal op 19 oktober een postzegel van 2 s. verschijnen. De zegel toont het hoofdgebouw van het tentoonstellings terrein in het Prater. MAURETANIë Honderd jaar gele den overleed de Franse schilder Jean Dominique Ingres (1780-1867). Dit feit is herdacht door de uitgifte van een postzegel van 200 fr., waarop het schil derij „Ingrès in zijn atelier" van Alaux 1786-1866is gereproduceerd. GRENADA. De in 1966 uitgegeven se rie frankeerzegels van vijftien waar den, lopende van 1 c. tot en met 3 dol lars is overdrukt met „Associated Sta tehood." FINLAND. Voor de 450ste verjaar dag van Luthers hervormingsbeweging zal op 4 november een postzegel van 0.40 mk. in circulatie worden gebracht. Afgebeeld is Martin Luther naar een portret van Lucas Cranach de Oudere (1472-1553) (afbeelding). ROEMENIE. Naar aanleiding van het 450-jarig bestaan van het klooster Curtea de Arges is een postzegel van 55 bani verschenen, waarop het hoofd gebouw van het kloostercomplex is af gebeeld. WEST-BERLIJN. In de serie „Ber- lijnse kunstschatten zal op 18 oktober een postzegel van 50 pf. verschijnen die een detail van de Quadriga op de Brandenburger Tor (de kop van Vic toria) vertoont. TSJECHOSLOWAKIJE. De zegel va 5 kr. van de serie „Praga 1968" (zie de rubriek van 30 september) zal in blokken van vier worden uitgegeven. In het midden van het blok een aan hangsel, waarop een vliegtuig, een postzegelmotief en een tekst in het Tsjechisch en Esperanto. LESOTHO. Ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan van de padvinders beweging zal op 1 november een post zegel van 15 c. verkrijgbaar worden gesteld. Afgebeeld zijn een padvinder die de groet brengt, op de achtergrond het portret van Lord Baden-Powell. OOST-DUITSLAND. Ter herinnering aan het feit, dat 450 jaar geleden de Reformatie begon zal op 17 oktober een serie van drie worden uitgege ven: 20 pf. Martin Luther met doctors hoed naar een gravure van Lucas Cra nach de Oudere, 25 pf. het Lutherhaus in Wittenberg (afbeelding) en 40 pf. de Slotkerk in Wittenberg naar een gra vure van Lucas Cranach de Oudere. BOEROEND1 heeft een serie van zes waarden het licht doen zien, waar op schilderijen die door Frankrijk, Groot-Brittannië. de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie België en Nederland op de Expo 1967 waren tentoongesteld, zij gereproduceerd: 4 fr. „De arenlees- ters" van J. F. Millet (1814-1875), 8 fr. „De waterdrager van Sevilla" van D. Velasques (1599-1660)14 fr. „De overwinning van Neptunes en Amphi- trite" van N. Poussin (1594-1665)18 fr „De akrobaat met de bal" van Pablo Picasso, 25 fr. „Margaretha van Eyck" van Jan van Eyck (1381-1432) en 40 fr. ,.St. Petrus, Christus verloochenend" van Rembrandt van Rijn 1606-1669 De 25 en 40 fr. zijn ook in een blok verschenen. ISRAëL. De vijftigste verjaardag van de Balfour Declaratie van 1917, waar bij de Britse staatsman Arthur J. Bal four Palestina als het „tehuis voor het joodse volk aanwees" zal op 2 no vember worden herdacht met twee ze gels. Het zijn een 15 ag. die het por tret van Chaim Weizmann, eerste pre sident van de republiek Israël en een 40 ag. die dat van Balfour vertoont. OEGANDA. Ter gelegenheid van de dertiende parlementaire conferentie van de landen van het Gemenebest zal op 26 oktober een serie van vier in circulatie worden gebracht: 30 c. snij werk van dieren in de hal van het Oegandese parlementsgebouw50 c. het wapen van Oeganda (afbeelding), 1.30 shs. het parlementsgebouw en 2.50 shs. het interieur van de zittingszaal. OOOOOOOOCX3f)OOOC<XXXXDOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOr/>OOCOOOOOOO Zwart: 8, 9, 11, 13, 19, 23, 24, 34, 35, 36. Wit: 22, 26, 28, 30, 32, 37, 38, 39, 45. Wit speelt en wint. Wij hopen dat de Haarlemse Damclub nog jaren ons mooi spel mag beoefenen. Liefhebbers van het damspel kunnen iedere maandagavond terecht in café Die Raeckse (bovenzaal), Raaks 1 in Haar lem, of bij de heer J. v. d. Wereld, Van Moerkerkenstraat 19. In het Russisch tijdschrift Sjaski in Riga kwamen wjj twee eindspelen tegen, die wij graag de eindspelliefhebbers voor schotelen. Beide composities zijn van N. Tsomik uit Kiew. DOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOQOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC XJOOOOOOOOOOO De Haarlemse Damclub herdacht op 9 september het heuglijke feit van haar zestigjarig bestaan. Drie keer behaalden de Haarlemse dammers de nationale clubtitel; de club van wijlen J. W. van Dartelen, J. v. Looy, Abe de Jong en P. G. van Engelen behoort inderdaad tot de allersterkste damverenigingen in Noord-Holland. Het was dan ook voor het huidige be stuur, onder leiding van voorzitter J. H. Meure, een blijde dag toen er zo'n grote belangstelling uit geheel Nederland en zelfs uit het buitenland voor dit jubi leum bestond. De heer D. Kleen, thans lid van de Haarlemse Damclub, heeft bij gelegenheid van dit jubileum een vraag stuk samengesteld, dat hij ter oplossing aan de leden van de HDC opdraagt. WW. WW,. WW,. W/A jpooooooI^OPT rv TOOOOOC XXXX^KXXXXXJOC^ )OOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOCOCOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOO Zwart: dam op 46, stukken op 1, 6, 8, 9, 10, 19, 20. 25,v27. Wit: 16, 22, 30, 31, 33, 34, 35, 38, 40, 42, 43. Canaljes-motief. Oplossingen van deze drie problemen binnen een week na het verschijnen van deze rubriek aan het adres van de dam- redacteur: B. Dukel, Wijk aan Zeeër- weg 125, IJmuiden. OOOOOOOOOOOOOCXXXXXXXXX)OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC Argeloos zond hij bovenstaand twee zetje in onder een motto, dat terloops wees op de mogelijkheden van 0-0-0. Hoe wel de isegrimmige scheidsrechters de Op lossing 1) De6! 2) 0-0-0 mat natuurlijk wel zagen, disqualificeerden zij het pro bleem niettemin als onoplosbaar, omdat de componist niet het bewijs had bijge voegd, dat de rochade nog geoorloofd was. Koeltjes bracht Loyd hen toen onder de aandacht, dat het ook zonder rochade gaat, met lé) Kf2 b.v. glD 2) Kgl: mat! De geschiedenis vertelt niet de reactie van de dogmatische heren! Keren wij terug tot Kieboom. Zijn on derzoekingen werden tenslotte beloond door de totstandkoming van de volgende fraaie tweezet. ROCHADE IN DE PROBLEMATIEK Wedstrijdschakers die aan probleem compositie doen, moet men met een lan taarntje zoeken. Bij het damspel is dat anders en daar zijn o.i. duidelijke redenen voor, een onderwerp op het welk wij nog eens hopen in te gaan. Ons lantaarntje willen wij ditmaal la ten schijnen op de Utrechtse schaker Bertus Kieboom, die zijn jonge jaren goed gebruikt heeft en gestadig zozeer is geklommen op de schaakranglijst, dat hij bijna kampioen was geworden van de schaakclub Utrecht, één van de acht hoofdklasseverenigingen in ons land. Ver moedelijk was hem de titel niet ontgaan, indien niet de noodzaak had bestaan, enige reglementaire en arbitraire beslis singen te nemen als gevolg van vele niet resp. niet-uitgespeelde partijen. Naast het schaakspel heeft Kieboom ook de kunst als hobby. Op dit gebied heeft hij velerlei activiteiten ontplooid. Is het een wonder dat juist hij aandacht ging besteden aan de problematiek? Wij menen van niet. De essentie van schaak problemen toch ligt in het esthetische vlak; men kan met enige vrijmoedigheid zeggen dat de problemen behoren tot de afdeling „kunst" van de schaak-„kunde"! Kieboom is zo verstandig geweest, zich bij het zetten van de eerste wankele schreden op de moeizame componisten- weg te beperken. En wel tot de aspecten van de rochade in de tweezet. jOOOOOOO" VYSS'e xoooooooooooooocxxxoooooocooooooooooooooooooo KXXXXJOOOOOOOOOOOOOOCOCyDOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO^XXXXJOO Zwart: dam op 37, twee stukken op 26 en 28. Wit: dam op 13, stukken op 18, 46, 47. Wit forceert winst door 1) 47-41 moet 28-32. 2) 13-4 26-31. 3) 4-10 dwingt 31-36, waarna twee winsten ontstaan door 10-28 en 10-4 36x47 46-41. Tweede eindspel. Stand: zwart 21, 25, 33; wit: 34, 36. 47, 48. 1) 47-42 dreigt 42-38 dus moet 25-30. 2) 34x25 33-39. 3) 36-31 dwingt 21-26 en winst door geestig 48-43. Van één van Nederlands beste proble- misten bieden wij een drietal vraagstuk ken ter oplossing aan, waarvan de eind stand de grootste belangstelling vraagt. No 1, auteur J. H. H. Scheyen. Wit: 15, 23, 25, 30, 38, 41. Zwart: 7, 8, 9, 14, 19, 31. Wit 1) 25-20 14x34. 2) 28x1 moet 34-39, waarna zowel 1-6, als het offer 38-33 39x28 en 1-29 wint. Men ga dit eens na. No 2. J. H. H. SCHEYEN (Kerkrade) OOOOOOCX> X oooooot: 'OOOOOOOOOOOOCX •OOOOOOOOCOOOCX P WW WW KAF, WW vooooooooooooooooocoooooooooooooooooooooooooooo De tweezet van diagram is een soort voorstudie en stelt het espect rochade tweevoudig aan de orde. Wij zien al gauw dat zwart niet meer mag rocheren, omdat zijn laatste zet met koning of toren moet zijn geschied. Zonder deze bijzonderheid ware het probleem in twee zetten onop losbaar. Proberen we 1) Tdl? (dr. Dd7: mat), dan is er na 1) Td8 geen mat. Vandaar dat de juiste oplossing luidt 1) 0-0-0! Td8 2) Tdl-el mat. Bepaald niet van een adembenemende schoonheid, maar wel een aardige illus tratie van niet en wel kunnen rocheren. joooof**'/ x* <xxxxxxxxxxy)Ofx>jinoooooo»**5nooo Wit: Kei, Tal-g4, Rgl-h7, Pa5-f6 Zwart: Kd3, Rh5, pion c3-d5-e4. De thematische hoofdvariant zal aan ieders schoonheidsgevoel appelleren. Men zoeke zelf de oplossing. Voor wie vindt dat er nog teveel stuk ken op het bord staan, hebben wij ten slotte nog iets anders, een stelling met uitsluitend twee koningen. Minder is tech nisch onmogelijk. Wit: Kh5. Zwart: Ke8. Wit neemt zijn laatste zet terug. Vervolgens neemt zwart zijn laatste zet terug. In de dan gerecon strueerde start is zwart aan zet. Inplaats van de aanvankelijk uitgevoerde zet speelt hij een andere welke zo slecht is, dat wit hem dan in één zet kan mat geven! Men bedenke dat er stukken geslagen kunnen zijn en dat zwart aan zijn eigen ondergang medewerkt. Er is slechts één juiste oplossing. Volgend maal wordt deze vermeld. KANSLOOS De zeer sterke speler weet vaak con tracten te winnen die er met open kaarten feitelijk niet in zitten. Hij weet in zulke gevallen soms van de kleinste kansen gebruik te maken en wanneer de minder sterke tegenpartij hem maar éven een kansje biedt, vist hij het hachelijke contract uit het troebele water. Eén van de zaken die opviel bij het aanschouwen van het damesbridge in de Europese kampioenschappen was, dat het overgrote deel der speelsters wel aardig kan afspelen, doch daarbij elk raffine ment mist. Een typisch voorbeeld ontleen ik aan de dames wedstrijd Ierland-Neder- land. Reeds in het eerste spel van die match had de Nederlandse westspeelster haar tegenpartij voor véél grotere pro blemen kunnen stellen. A V9865 9B 8 53 A965 A AH7 v1 A V 9 7 6 3 OH72 4» 3 N W O A 1043 H 10 8 O A VB 4» B 10 7 2 1000000000000000000000000X300000000000000000000000000000 Wit: 21, 24, 27, 28, 40, 47, 49. Zwart: 8, 11, 16, 18, 25, 37, 39. Voor alle drie vraagstukken geldt: Wit speelt en wint. Onder de goede oplossers verloot de heer Scheyen het probleemboekje „101 Problemen". Met opdracht aan drs. A. van Eisen in Rosmalen. No 3. J. H. H. SCHEYEN (Kerkrade) WW. Ooo^^^ooocociM^Dooocx^^TOoaooo^^^ooooooc In diagram 2 ligt de pointe, voor wat zwart betreft, diametraal tegenoverge steld. Hier mag zwart nog wél rocheren, omdat hij als laatste zet a7-a6 kan hebben gespeeld en voordien een stuk van hem kan zijn geslagen op d6. Daarom is 1) Tfl? onvoldoende wegens 0-0-0! Juist is 1) 0-0! (dr. Tf8 mat) 0-0-0 2) Tfl-cl mat. Een aardig effect dat de rochade over en weer de essentiële veriant vormt. Iségrimmen zullen het bezwaar poneren dat nergens uit blijkt dat wit nog gerechtigd is tot rocheren. Inderdaad waren er in de twee de helft van de 19e eeuw puriteinse jury leden van compositietoernooien, die de rochade slechts accepteerden, als bij in zending een partijverloop was gevoegd om te bewijzen, dat de witte koning en toren nog niet hadden gespeeld en de rochade derhalve toelaatbaar was. Sam Loyd 's werelds grootste componist en tevens een eeuwige grapjas, vond in dit puritanisme aanleiding, als volgt de draak te steken met dat soort heren. 4 B2 Q542 O 109 64 4» H V 8 4 Noord gever, niemand kwetsbaar. Aan tafel I waren de Ierse speelsters in OW niet verder gekomen dan vijf harten, welk contract precies werd gemaakt. Aan tafel II opende west in de vierde hand met één harten noord één schoppen oost twee schoppen NZ pasten ver der west drie harten oost vier har ten west vier SA (azenvraag) oost vijf ruiten west zes harten. Zes harten is een onfortuinlijk con tract een schoppentje minder bij oost en het ié „voor het neerleggen". Nadat noord met klaveraas was uitgekomen en de spelleidster (west) de tafel zag, had zij weinig reden tot blijdschap: het leek, dat altijd een slag in klaver, alsmede een slag in schoppen verloren moesten gaan. In de tweede helft speelde noord klaver vijf na en nu wil ik eens twee mogelijk heden met u bespreken. (A) Stel, dat zuid in slag 1 de klaver acht „ter aanmoediging" heeft bijgespeeld. In slag 2 hoeft er dan voorlopig niet méér te gebeuren, dan op tafel (oost) de kla ver zeven(!) te leggen. Met deze .,snit tegen de negen" is zuid niet alleen ver plicht op klaver zeven de vrouw of de heer te spelen, west zal óók het contract winnen! Want nadat klaverheer is afge troefd, kan na drie ronden troeftrekken de klaverboer van tafel (oost) worden gepresenteerd. Zuid moet dekken, west troeft af en kan daarna een schoppentje kwijt op klaver tien. (B) Stel, dat zuid in slag 1 klaver vier bijgespeeld heeft en dat noord in slag 2 klaver vijf vervolgt. Ook nu moet als wanhoopsmaatregel in oost de klaver zeven bijgespeeld worden. Inderdaad, zuid zou klaver acht kunnen leggen, maar met dichte kaarten moet ik nog zien dat dit gebeurt en ik geef u vijf tegen één, dat het door de Ierse zuidspeelster niét gedaan zou zijn. Legt zuid in slag 2 een klaverhonneur, dan kan west het con tract winnen als omschreven onder (A). Slaagt zo'n partijtje, dan zit daar be halve een groot aantal winstpunten een ander voordeel aan vast: de tegenpartij is aanzienlijk minder zelfverzekerd dan na een troosteloos mislukte onderneming. Volledigheidshalve: onze west maakte het contract niet. Filarskt Bridgevraag dezer week: West gever, NZ kwetsbaar, viertallen wedstrijd. De noordspeler heeft: *943 9 V B 8 3 O A 8 4 4- 10 32 NZ passen en OW bieden: west een harten oost een schoppen west twee klaver oost twee ruiten west drie SA oost vier klaver west vijf klaver. Waarmee moet noord uitkomen? Ant woord elders op deze bladzijde. qsoo uba seeuaddoqas ;aq do usuiinj a; do suapn.1 aaiwq jaufiz uaa subsj ap gipft; gaa-nj ua aas jaaquaddoqas peq }saM uaddoqas ;aui pn pjoou uiBAUf 5[(i}JiBJd ap uj uiapnoq aj apuBBg guipaiq ap uio si poqguBMp uaa stqaajs '„jnapj apraiA" sjb 'qaop uftz a; tjaoq -aq „tqoa" paqag ;atu uaprü aaMj uba poq sjsoo }Bp 'uaaasqBar a; qoiz paog si }3H qqapeu uapnj imp pinz spui 'paog gou si J8ABI5J qoo -uagajqag uaqqaq sbb -J3ABIP apauisjB 'jnaiq aip ut uagBjs aatwt ZN uapnoz usp 'uapru jaui pjoou tuig -ag unatifuaddoqas uajads a; Tija jo afuA sjsoo do pooggaM uapnj ;sa/A }sp .iBB/iag jaq jgiajp uBp ';in uapna jaui iaiu pjoou puo}i -uaddoqas uaa uép jaaui iaiu japaz 'unatsuaddoqas agiua uba guiuuaqtuo uftz uaizag 'ua tjaaq uaaaABjq jCia ajsuiui -ua; ua uapiBq jfiA atsuiuiuaj isaM jEp '5tflt9Pmp si jan puBpasjiMz—qfuquBag qajcui ap suapfp uqqnQ 3} jooa uibiwjj fi;iBd ag iSBB-iAaSpuq do pjooMjuv

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 27