Veraedering komt sneller dan politici vermoeden RIJKS POSTSPAARBANK RENTE TOT 1 2 Langste Kamer-zitting in Italië's historie Absurde verhalen VISIE BIESHEUVEL Maar in de Senaat gaat het wellicht nog langer duren cetai Prachtbijts Super - waterafstotend - geen kringen (3) Rassenscheiding in Rhodesië door wet versterkt MIELE WASAUTOMATEN DONDERDAG 9 NOVEMBER 1967 13 Gevaar dat politieke ontwikkeling wordt onderschat Zonder visie" Drempelvrees piSPÊ i Geen bezieling Ramp DAGELIJKS DEMONSTRATIE HARTENDORP (Van onze parlementaire redacteur) DEN HAAG. Vier jaar is de Anti-Revolutionaire politicus mr. B. W. Biesheuvel weggeweest uit het Nederlandse parlement. Vier jaar, waarin hij minister was in drie achtereenvolgende kabinetten, die van mr. Marijnen, mr. Cals en prof. Zijlstra, jaren waarin hij een enthousiaste verkiezingscampagne voerde en bijna formateur werd van een kabinet-Biesheuvel. Als fractievoorzitter van de A.R.P. maakt mr. Biesheuvel niet de in druk onverdeeld gelukkig te zijn met zijn terugkeer in het parle ment. Is die indruk juist? Onze parlementaire redacteur had hier over met hem een vraaggesprek. „De Tweede Kamer is erg ver anderd", vindt mr. Biesheuvel. „Toen ik in 1956 lid werd zat Gerbrandy nog in de Kamer. Schouten was net ver dwenen. Oud en Romrne zaten er nog in en Roos jen zat nog bij ons. Als jongen heb ik hem vaak horen spre ken in de dertiger jaren. Het was nog echt de vooroorlogse generatie. In die sfeer werd je Kamerhd. Ik heb veel gepraat met Oud. Wat mij trof was dat hij altijd bereid was om met jon gere Kamerleden te praten. Ik behoor de tot de „vijftig", de nieuwe Kamer leden waarmee de Kamer in 1956 van 100 tot 150 leden uitgroeide. Ze von den je een beetje de indringers. Ik zie ons nog staan in de koffiekamer voor de beëdiging. Het was een hele rij. Ik stond tussen Bakker en Berkhouwer. De mensen moesten aan ons wennen. Je hoorde sterke verhalen van hoe fijn het vroeger was. Datzelfde ervaar ik nu zelf heel sterk. Je bent ook zelf anders geworden, ouder, je gaat de dingen anders bekijken". Bij de algemene beschouwingen was u erg vriendelijk voor het kabinet-De Jong. Dat viel op, want op Prinsjesdag noemde u de Troonrede „zonder visie". „Ik ben door vier jaar bestuurlijk werk veranderd en vele ervaringen rijker geworden. Over die vriendelijk heid ik heb van meet af aan ge zegd dat ik begrip heb voor de be groting. Ik heb vier jaar lang meege maakt hoe moeilijk het is een begro ting te maken met dertien, veertien ministers. Je bent objectiever gewor den. Je hebt de zaak ook eens van een andere kant bekeken. Als ik mijn oude verhalen uit de periode van het Kamerlidmaatschap 1956-1963 nog eens herlees, valt me dat op. Tijdens mijn ministerschap heb ik dat verscheidene malen gedaan. Ik was als Kamerlid eenzijdiger. Nu heb ik ook begrip voor de andere kant van de zaak. Maar dat wil niet zeggen dat je als oud-minister een zacht eitje bent geworden. Wat ik begrip noem is die vriendelijkheid waar sommigen het over hadden". Onbevredigend U maakt nu voor het eerst als Kamerlid de begrotingsbehandeling in de openbare commissievergadering mee. Als*minister heeft u het al eerder meegemaakt. Wat vindt u ervan? „Niet erg bevredigend. Ik heb als minister het verschil tussen de Eerste en de Tweede Kamer in dit opzicht erg gevoeld. De Eerste Kamer komt met een beschouwing waarin de mi nister wordt uitgedaagd zelf met een gefundeerde mening te komen. Dat is veel meer waard dan een minister die zich moet volpompen met cijfers en gegevens om de vragen in de Tweede- Kamercommissies te beantwoorden. Dat verzakelijkt de politiek te veel. Je kunt niet meer doorstoten naar de fun damenten van het beleid. Sommige memories van toelichting geven er wel aanleiding toe, maar in de commissies kom je er niet meer aan toe. Ik heb ook ervaringen uit mijn vorig Kamer lidmaatschap. Toen voerde je een prin cipiële gedachtenwisseling met de mi nister. Nu kun je vragen stellen, las tige vragen, maar je doet vaak niet echt aan politiek. Het boeit het publiek niet en de journalisten niet. Ik kan me niet voorstellen dat het de mi nisters voldoening geeft als de begro ting er door is". Kan de minister al die vragen niet door zijn ambtenaren laten beant woorden? „Ik was daar als minister voor. Maar ze wilden niet. Ze hadden drempel vrees. Het zou goed zijn. Het zou een einde maken aan het sprookje dat de ambtenaren zo gemakkelijk leven. Een deel van de ambtenaren is geschoold door het werk in de E.E.G. Ze zijn daar dagelijks bezig onderhandelingen te voeren. Daar kun je zien wat er in die mensen zit. Hier in het parlement komt het er niet uit. Dat vind ik jammer. Wat er nu in de commissies gebeurt wordt trouwens ook door de mensen zelf in de hand gewerkt. Ieder lid wil aan zijn trekken komen. Als je in je speech bijvoorbeeld het noorden hebt genoemd is het weer klaar. Het noor den help je er natuurlijk geen stap verder mee, maar als je in het noorden komt ga je vrijuit. Een goed Kamerlid heeft zijn best gedaan. Maar de mi nister wilde niet Hoe zou het dan moeten? „Ik vind dat we in dit opzicht veel -WW-' w":::hwiet PBwS'v; Mi- van de verkiezingscampagnes kunnen leren. We waren toen goed bezig. Toen zaten de gang en de vaart er in. Er was een geweldige belangstelling van de mensen. Zoiets inspireert je. Dan word je beter dan je bent. Dat heb ik zelf ook ervaren. Als je naar Aalten gaat en je verwacht dat er vierhonderd mensen in de zaal zitten en er zitten er dan twaalfhonderd, nou, dat doet je wat! Dat heeft een politicus nodig. Critiek is voor een politfèüs kunsfihest. Maar enthousiasme van de burgers haalt het beste van een politicus naar voren. We sukkelen nu te veel door tot 1971, vrees ik. Die belangstelling, die moeten we weer pakken. Ministerieel werk, zoals we in Brussel deden, fasci neerde het publiek. Je was bezig iets opbouwends, iets nieuws te doen. Het pakte je. De politiek was daar een boeiende zaak, omdat zij echt was. De kiezer begreep dat. En natuurlijk moet het parlement beter functioneren. Ik denk niet aan een zakelijker aanpak. Pragmatisme i dat is de dood. De grote lijnen kwamen naar mijn gevoel vroeger beter tot uitdrukking bij de ouderwetse be grotingsbehandeling. En waar het par lement schreeuwend behoef te aan heeft is een betere toerusting, ook om heli contact met de kiezers te fïëZf1 beteren. Het begin is er, maar we wor den gehandicapt door gebrek aan ruimte. Niet aan geld, want het vergt geen grote uitgaven. Het zal er op den duur wel van moeten komen dat het parlement het hele Binnenhof in be slag neemt en dat de ministeries van Verkeer en Binnenlandse Zaken ver huizen. De Kamervoorzitter doet overi gens wat hij kan om ons beter toe te rusten". Wat verwacht u van de politiek in 1971? „Ik geloof één ding: de verande ringen zullen veel sneller zijn, veel ingrijpender dan wij als politici ver moeden. Het electoraat is veel meer in beweging dan wij denken, maar we zitten nu al weer in de versukkeling. Er zit een groot gevaar in dat de ont wikkeling wordt onderschat. Neem nu die verkiezingen in Oostelijk Flevo land, waar D'66 bijna veertien percent haalde. Waarom? Omdat het zo'n voor treffelijke partij is? Ik geloof er niets van. Het is een uitlaatklep voor on tevredenheid. Je kunt er alleen nog maar blij om zijn dat het volk zo'n nette partij kiest. Het zijn symptomen van een grondige verandering, geen incidenten". Vindt u dat het kabinet het ver mogen heeft om die veranderingen aan te voelen en te begeleiden? „Ik mis het bij het kabinet, maar ik mis het eigenlijk in de hele Nederland se politiek. Ik vind dat je van de re gering mag verwachten dat zij de bur ger wat bezieling geeft. Die vond ik niet in de Troonrede. Maar de kerken roepen er ons voor op. Als je ziet wat daarvoor wordt losgeslagen inter nationale politiek, ontwikkelingshulp, vredesberaad. We moeten oppassen dat we ons in de politiek niet eenzijdig bezighouden met de soms kleine pro blemen van Nederland". Gelooft u dat we in 1971 nog eens een formatie zullen krijgen zoals in 196 7? „Nee, ik denk niet dat we ons dat nog een keer kunnen veroorloven. Ik kan me heel goed voorstellen dat de formatie-adviezen van de fractievoor zitters aan de koningin voortaan wor den gepubliceerd. Zijlstra was trou wens nu al aardig op weg Hij had het overigens wat de openbaarheid betreft makkelijker dan ik als formateur. Hij had het over geld, over zaken. Ik hield me uitsluitend bezig met mensen. De adviezen daarover kunnen veel moei lijker worden gepubliceerd". Tijdens de formatie had u nogal wat moeilijkheden met mr. Toxopeus. Die zijn toen bijgelegd. Hoe is de verhou ding nu? „Ik geloof dat die wel goed is, de verhouding met Toxopeus. Op initia tief van Beel is toen dat gesprek tij dens de formatie gehouden. Dat was na de periode-Cals, waarin we elkaar nooit meer gesproken hadden". Er zijn in Den Haag clubjes van oud ministers. Doet u daar ook aan mee? „Nee. Ik houd niet van die etentjes. Een ministersvrouw heeft eens gezegd: Wat de heren bindt is wat ze missen: het ,minister5ehcip. JeNlebt dé club-Dé Quay, de club-Mar'ijncn en de dub- •Cals. 'fk'héb Hl drie kabinetten ge zeten In dat wereldje spelen per soonlijke verhoudingen een grote rol. Sommige mensen kunnen moeilijk een kabinetscrisis vergeten. Maar die zijn toch normaal in een democratie". ADVERTENTIE (Van onze correspondent) ROME. In de hele parlementaire geschiedenis van Italië zal men tever geefs zoeken naar een zitting welke vergeleken kan worden met die van 17 oktober. Het is een zitting, die vijf tien etmalen onafgebroken heeft ge duurd en pas tegen de avond van 31 oktober konden de boden van het parlementsgebouw de kalenders in orde brengen, die nog altijd 17 ok tober aanwezen. Twee maal heeft men de gehele nacht doorvergaderd. Doorgaans wist men het zo te regelen, dat tegen een uur of vier in de ochtend het aantal aanwezige kamerleden bene den het wettelijk voorgeschreven mini mum daalde en dan kon er een paar uur worden uitgetrokken om de zaal weer wat toonbaar te maken. De eindeloze discussie ging over een wet, die de normen vaststelt voor de ver kiezing van leden der gewestelijke raden. Officieel waren alleen de liberalen, de royalisten en de neofascisten tegen de wet en deze zestig man hebben door middel ADVERTENTIE Het Amerikaanse ruimte vaartcentrum van Cape Ken nedy is een grimmig, streng zakelijk complex waar wei nig bloemen groeien tussen het beton en het staal. Maar het tehuis voor Amerikaanse astronauten in Californië is een klein paradijs van pasto rale rust en schoonheid. Hier brengen de in opleiding zijn de astronauten hun weekein den en vakanties door, hier ontvangen zij hun gezinnen en genieten zij van de goede dingen der aarde de aarde die zij nu en dan moeten verlaten en als een enorme bol vanuit hun ruimteschip in het niets zien hangen, ter wijl heel diep verborgen in de uiteinden van hun her- senzenuwen de angst beeft, dat zij er niet in zullen sla gen ooit weer voet aan de aardse grond te zetten. Zij praten onderling nooit over die angst, omdat zij we ten dat iedereen in het Te huis dezelfde gevoelens met zich draagt, waaraan met woorden niets te veranderen valt. Er zijn soms weken, maanden dat zij zich die angst niet realiseren. Dan zit hij vervlochten in de dood normale, dagelijkse, mense lijke afkeer voor het einde, die zó gewoon is dat de mees te mensen hem niet eens be seffen. Rondom de hoofdgebouwen van het Tehuis strekken zich prachtig aangelegde en on derhouden gazons uit, die omkranst zijn door rozen struiken. Er is een tuinman, een man die niets van ruim tevaart weet behalve datgene wat hij erover in de kranten leest. Hij brengt zijn .dagen door met snoeien, schoffelen, sproeien en knippen en alles wat zo'n weelderige lusthof vraagt van zijn menselijke verzorger om onberispelijk te blijven. Op de dag dat Mark Evans en Trigg Darty uit het Te huis vertrokken om naar de basis te gaan, waar zij bin nen vierentwintig uur zou den worden gelanceerd voor een driedaagse ruimtevlucht, was de tuinman bezig een ro zenstruik te inspecteren. Hij stond voorovergebogen en tuurde door een loep naar een blad onder aan de stam. Mark tikte hem op de schou der, terwijl hij en Trigg voorbijliepen om in de auto te stappen, die aan de inrij- laan wachtte. „Tot ziens, Harry", zei Mark. „We hopen je gauw weer gezond en wel terug te zien. Pas goed op jezelf en rij niet te hard in je autootje. Je weet dat wij niet van ge vaarlijke dingen houden". Harry kwam overeind en keek over zijn bril heen. „Lefschoppers", zei hij. „Dat vliegt maar de lucht in en laat ons met de narigheid zitten. Goeie reis, jongens. En doe de deur op slot van datdathoe het ding ook heten mag". „De X-234 U.N.K.", zei Trigg. „Als je iets door de lucht ziet snorren en er staat X-234 U.N.K. op. dan weet je wie erin zitten. Tussen haakjes, heb je last van on gedierte op je rozen?" Harry keek hem veront waardigd aan. Hij had even goed kunnen vragen of Harry zélf last van ongedierte had. „Geen lüisje", zei de tuin man gekwetst. „Ik ken mijn vak, net zo goed als jullie je vak kennen. Ik verspeel tien dollar voor iedere luis die je in de hele tuin ontdekt". Ze stapten lachend naar de auto en Harry boog zich weer over zijn rozeblad. Als sardines ingeblikt in hun ruimtepakken en omge- ven door ontelbare buizen, slangen en metertjes suisden Evans en Darty door de stratosfeer naar het punt, waar de X-234 U.N.K. haar baan om de aarde zou begin nen. Het inwendige van de cabine was hel verlicht en de patrijspoorten waren af gedekt. Behalve de bijna on draaglijke kracht waarmee het aantrekkingsveld van de aarde probeerde hun licha men en organen uit de cabi ne te scheuren, merkten zij niets van de ontzagwekkende snelheid, die hen van het aardoppervlak verwijderde in de richting van de zwarte leegte boven de sterren. De oortelefoons muiynel- den formules en zinnen, die afkomstig waren uit het ge leidingscentrum en hun dui delijk maakten dat hun lan cering prachtig was geslaagd. Zij wachtten op het moment waarop hun zou worden ver teld dat hun omloopbaan was begonnen. De besturing op eigen kracht zou drie secon den later moeten ingaan. Dar ty had beide handen aan de hendels van de stuurraketin- richting en keek gespannen op zijn horloge. Evans las de meterstanden op het paneel vóór hem en hield de licht signalen in het oog, die in groen en blauw en rood op lichtten en doofden op de rijen knopjes boven de me ters. Het was alsof rode, blauwe en groene insecten over het paneel scharrelden, zo snel wisselden de signalen van plaats en kleur. „Nu", zei Darty. Hij keek afwachtend naar Evans, die het teken moest geven. De oortelefoons waren plotseling zo stil alsof ieder een dood was. Evans hief de hand op, maar liet haar niet zakken. Hij staarde naar de meters en de lichtknopjes, maar er was niets bijzonders te zien. De knopjes waren zwart en de naalden van de meters stonden op nul. De in secten liepen niet meer, zij waren eenvoudig verdwenen. „Wij zijn nu veertig secon den verwijderd van het punt, waarop we onze omloopbaan moesten beginnen", zei Èvans door zijn microfoon aan Dar ty. Zijn stem klonk rustig en koel. „Wij bewegen ons van de aarde af in het verle i~de van onze lanceringsrichting. De stuurraketten weigeren. Wij raken dadelijk los uit het krachtveld van de aarde en onze snelheid neemt dan toe in de vijftigste macht. Dat wil zeggen dat we bezig zijn ons te begeven in het heelal met een snelheid die iedere halve seconde wordt verdub beld". „Dat wil eveneens zeggen", zei Evans droogjes, „dat we ons testament moeten maken, ofschoon we dat volgens de voorschriften al gedaan heb ben voor ons vertrek. Maar misschien zijn we op andere ideeën gekomen. Ik denk dat ik Maggie toch maar die gou den dasspeld geef, inplaats van dat Zuidafrikaanse pond- sterling uit 1889. Ze houdt van kleine, fijne dingen". „Hou je grapjes nog even voor je, Mark", bromde Trigg Darty. „Laten we proberen- of er nog iets te doen valt". Ze zochten zorgvuldig alle verbindingen en instrumen ten af, maar ze vonden slechts dode, onaandoenlijke dingen van staal en rubber, een chaotische opeenstapeling van nutteloze rommel zonder vorm of orde, omsloten door een ovale koepel van staal en glas. Een monsterlijk ei, dat door de lege ruimte naar het einde van het heelal vloog. „Onze snelheid nadert die van het licht", zei Darty, na dat hij een berekening had gemaakt. „Wat is het verdui veld moeilijk om die lange getallen in de vijftigste macht te verheffen. Het gek ke is dat mijn horloge achter uit loopt. Dat ding is zeker in de uitverkoop gekocht. Mark, herinner je je Einstein nog?" „Einstein", zei Evans. „Ein stein en zijn formules. Ik be grijp wat je bedoelt. Onze af metingen krimpen in naar mate onze snelheid groter wordt. Als we ons zouden kunnen meten met aardse maatstaven, zouden we ver domd klein wezen, kameraad. Maar waar is de aarde? La ten we haar vergeten, Trigg. De hemel is nabij". „Over vier seconden schie ten we door de lichtbarrière", zei Darty hijgend. „Eenen twintig, tweeentwintig Het was alsof een hevige rukwind hen opnam en weer neersmeet. Voor hun ogen verdween de ruimtecabine in het niets, als suiker in heet water. Hun kleren verdwe nen en zij tuimelden naakt over een eindeloze, hob belige vlakte die leek op een groene woestijn. De vlakte werd doorsneden door grilli ge greppels en wallen, en om geven door een mistig blauw dat licht gaf en hen ver blindde. En toen zij eindelijk stil lagen hoorden zij een stem, donderend en schallend alsof de hemel één grote luidspre ker was geworden een stem die hun trommelvliezen verscheurde en hun ingewan den deed trillen. Een stem, die zei: „Nou zitten er verdomme tóch luizen op mijn rozen". Het afschuwelijke geluid verdoofde hen, zodat zij de pijn niet voelden toen zij vertrapt werden onder de schoen van Harry, de tuin man van obstructie het parlement twee kost bare weken doen verliezen, hoewel zij na tuurlijk wisten dat zij tegen een enorme meerderheid streden. Tenslotte is de wet in haar geheel goedgekeurd met 443 stem men vóór en 95 tegen, hetgeen betekent dat bij de geheime stemming nog 37 af gevaardigden van hetzij regeringspar tijen, hetzij de linkse oppositie anders gestemd hebben dan hun partij wenste. De grondwet, van 1948 stelt vast dat Italië zal worden verdeeld in gewesten waarvan er enkele: Sicilië, Sardinië, Triest en omgeving, Alto Adige en Tren- to en de Valle d'Aosta een grote mate van zelfstandigheid krijgen en de veertien andere een veel bescheidener autonomie. Zowel de Republikeinse Partij als in mindere mate) de Christendemocratische heeft steeds voor die gewesten geijverd. De socialisten zijn er eerst tegen geweest en zagen er later het nut van in. In Italië, misschien meer nog dan in Frankrijk, is alles gecentraliseerd in de hoofdstad Rome, hetgeen juist bij een land met een zo langgerekte vorm en be woond door mensen, wier historisch ver leden st' 'a uiteenloopt (het zuiden nu eens onder Spaanse overheersing dan weer onder een absolute koning en Ve netië, een koopmansrepubliek, om een voorbcild te noemen, hadden vóór 1860 weinig met elkaar gemeen) heeft bewe zen tot misstanden te leiden. De goedkeuring van de kieswet betekent nog geenszins dat de gewesten nu ook zul len worden ingesteld. Het is bijvoorbeeld nodig, dat eerst de middelen worden ge vonden om die gewesten te financieren. Voorlopig komt nu hetzelfde wetsvoor stel inzake de verkiezingen ter behande ling in de Senaat. En daar dreigt een groot gevaar. De rechtse oppositie is vast besloten op soortgelijke wijze obstructie te voeren en opnieuw (dat kan ook in de Senaat in Italië) op elk artikel der wet een paar honderd amendementen voor te stellen en die toe te lichten. Het re glement van de Senaat biedt nog meer mogelijkheden tot obstructie dan dat van de Kamer. Dat kan dus weken en maan den duren. Dit nu zou een ramp betekenen voor Italië en vooral voor „centrum-links". Ge durende vier jaren heeft men ijverig ge werkt aan de voorbereiding van talrijke, uiterst nuttige en noodzakelijke wetten, die eindelijk van Italië een enigszins mo dern land kunnen maken. ADVERTENTIE met in ons VOORLICHTINGSCENTRUM. GEN CRONJÉSTRAAT 43 TEL. 52790 SALISBURY (Reuter) Het Rhodesi- sche parlement heeft een rassenonder scheid bevorderend wetsontwerp aangeno men ondanks de uitspraak van de door de regering-Smith zelf in het leven geroe pen constitutionele raad, dat het ontwerp in strijd is met de grondwet van Rhode sië. Het ontwerp werd met een tweederde meerderheid aangenomen, nodig om een besluit van de constitutionele raad onge daan te maken. Op grond van deze nieuwe wet vol gens het enige onafhankelijke blanke lid van het parlement gebaseerd op dezelfde theorie als de apartheid in Zuid-Afrika kunnen de plaatselijke autoriteiten negers de toegang verbieden tot parken, zwem baden en andere openbare gelegenheden. Met een zelfde meerderheid werd een wetsontwerp aangenomen, dat bepaalt dat iedereen, bij wie onwettig wapenbe zit wordt geconstateerd, de doodstraf kan krijgen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 13