DE ZILVEREN HAMER Wie is bang voor de grote sterke Mercedes-Benz 200D? ngestipt PANDA EN DE MEESTER-VER VALSER POLLE, PELLI EN PINGO Uim (financieel) I 1 i Ons vervolgverhaal ïmM WkV giPTn '1 V jïxf*; ZATERDAG 11 NOVEMBER 1967 8 Een roman uit de vikingtijd door VERA HENDRIKSEN Niet de man die meer dan 30.000 km per jaar rijdt. Voor hem gaat dieseleconomie een rol spelen. Hij kan meester worden over de machtige Mercedes-Benz 200 D... meester over de weg. Wilt u het weten? U krijgt vrijblijvend de juiste cijfers. Wilt u het beleven? Maak zonder verplichting een proeftoer in deze zuinige, kapitale Mercedes-Benz 200 D. Waar wacht u nog op? Bent u bang dat u nooit meer tevreden zult zijn met uw huidige auto? Terecht! Ervaar het zelf. Bel meteen de dichtst bijzijnde dealer. Er wacht een Mercedes-Benz 200D op u. Kees Stip dealer voor Haarlem e.o. N.V. AUTOMOBIELBEDRIJF VAN WIJK Overveen, Bloemendaalseweg 329, iel. 023-11925 Kerkelijk nieuws 6Roor! y v niet hesben mee6eno R E C H T E R T I E B R A M M E T J E F O K o:-s 984 MWMAMA/MMWMM 81) H00r je wat ze zeggen, boer Kolbein is alleen achtergebleven met vijf kinderen, fluisterde ze. Nu, hij zal wel spoedig hertrou wen, meende Astrid van Hovnes. Al len spitsten de oren. Astrid had im mers zelf een huwbare dochter; was er misschien al iets besproken, waar van de anderen in de streek nog niets wisten? Er waren nog meer moeders met volwassen dochters aanwezig, voor wie boer Kolbein een goede partij zou zijn. Er ontstond enige on rust op de vrouwenbank, versterkt door het gerinkel van kettingen en sleutelbossen. Astrid alleen zei verder niets, zij zat waardig in de kring der vrouwen en genoot ervan het middelpunt te zijn. De vrouw van Helgeid sprak het eerst. Zij had thuis een dochter, die reeds in haar achttiende jaar was en nog niet verloofd. De arme man zal toch moeten wachten, totdat zijn eerste vrouw in het graf ligt verzuchtte ze, terwijl ze met een lichte beweging van spijt haar kap goed schikte. Och, je begrijpt dat het niet meevalt voor hem met al die kinde ren antwoordde Astrid vaag. Er volgde een onzekere stilte op die woorden. Sigrid dacht bij zichzelf dat er morgen zeker verscheidene mannen koers zouden zetten naar boer Kolbein om eens voorzichtig poolshoogte te nemen in verband met hun dochters. Intussen was het offermaal ge reed, en het dampende paardevlees ging op grote schalen rond. Sigrid zag, dat Olve een flinke portie nam en met smaak opat en ze volgde zijn voorbeeld. Aan de mannentafel gingen de hoorns met mede van mond tot mond. Er werd gedronken op het heil van Odin, op Njord en Fröy. Daarna volg den er dronken op een goed jaar, op overwinningen in de strijd. Er wer den plechtige geloften afgelegd over te verrichten heldendaden, welke eden ook weer door een dronk beze geld werden en zo ging het maar door. Het duurde niet lang meer, of de eerste dronken mannen verdwenen naar buiten, en ook aan de vrouwen tafel kwamen lege plekken doordat de vrouwen haar mannen te hulp moesten komen en mee naar huis ne men. Tenslotte viel het zo, dat Sigrid naast Ingerid kwam te zitten. Ze had Ingerid in lang niet gezien; de jonge vrouw kwam zelden van huis sinds Finn haar verlaten had. Ze was wat zwaarder geworden en had niet lan ger het voorkomen van een wat schriel nestkuiken, zoals Sigrid zich haar herinnerde. Maar haar tranen kwamen even snel als vroeger toen ze Sigrid vroeg waarom Finn niet op het offerfeest gekomen was. Sigrid voelde zich niet erg op haar gemak. Is hij soms christen geworden? vroeg Ingerid, toen ze geen antwoord kreeg. Neen niet dat ik weet, zei Si grid. Ingerid droogde haar tranen met •en slip van haar halsdoek. Ik zou je graag even alleen wil len spreken, ging Ingerid verder. Dat kan hier ook wel, er is niemand, die naar ons luistert, meende Sigrid. Ze had weinig lust zich ergens met Ingerid af te zonderen. Maar Ingerid drong net zolang aan tot ze toegaf en met haar meeging naar buiten. Het erf was met fakkels verlicht, maar het was koud en Sigrid trok haar cape dicht om zich heen. Het was een kostbare cape die ze droeg, gemaakt van Fries laken, met bont gevoerd en aan de hals sluitend met een mooie spang. Ingerid wist de weg wel op de boerderij en ze trok Sigrid met zich mee naar de stal, waar het warm was. Het was er ook donker, maar Inge rid wist een bank te staan en daar te midden van de rustige slapende dieren ging ze zitten. Ik houd nog steeds van Finn, begon Ingerid. Sigrid voelde de wrevel al in zich opkomen: ze was nog net als vroe ger, dacht ze onberekenbaar en gril lig- Daar geloof ik niets van, ant woordde ze kortaf. Ze hoorde hoe Ingerid iets wegslikte. Ik zal dat toch wel betnr weten dan jij zei ze. -Nu je me met alle geweld mee wilde hebben, zal ik je mijn mening zeggen ook zei Sigrid. En als het waar is, wat er allemaal over jou en Finn hier verteld wordt, dan houd je wel bitter weinig van hem. Wat heb je allemaal gehoord? vroeg Ingerid. Dat jij te keer ging tegen Finn, alsof hij een hond was! Maar waarom wilde hij dan ook niet op Gjevran blijven? klaagde Ingerid. Ik zou heus wel goed voor hem geweest zijn, als hij er niet altijd over zeurde, dat hij met mij naar die armoedige rommel van zijn vader wilde! Zei je dat zo tegen hem? vroeg Sigrid. Ja zeker, zei Ingerid, dat heb ik hem gezegd. Sigrid keek zwijgend voor zich uit. Waarom wilde je Finn eigenlijk hebben indertijd? vroeg ze toen. Je weet zelf, wat hij met me ge daan heeft, ontweek Ingerid. Daar was jij even goed schuldig aan. Jij vond het best. Dat denk je maar, ik heb hem die nacht gesmeekt mij geen kwaad te doen! =t Je hebt je gemeen en oneerlijk gedragen tegenover hem, ging Sigrid onverbiddelijk voort. Je had hele maal niet met hem hoeven meegaan naar het bos, niemand dwong je immers. Hoe kon ik wetentrachte Ingerid zich te verdedigen. Wat dacht je dat hij daar wilde? Aardbeien plukken soms? - Ik was een onschuldig meisje zei Ingerid nu beledigd, en hij heeft me verleid. Sigrid werd zo woedend, dat ze Ingerid bijna aanvloog. Het is niet nodig er verder nog over te praten, zei ze stijfjes, terwijl ze opstond om heen te gaan. Ingerid barstte echter in tranen uit en klampte zich aan Sigrid vast. (Wordt vervolgd) ADVERTENTIE MERCEDES-BENZ uw goede ster op alle wegen Zoals u hebt gehoord, en wanneer u niet al te dicht bij de bulderbaan woont, misschien ook hebt verstaan, heeft een ministeriële commissie onder leiding van professor Kosten een rap port samengesteld over de te verwach ten geluidshinder in de omgeving van de luchthaven Schiphol. De conclusie was dat liefhebbers van lawaai de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien. Nu zijn wetenschappelijke conclusies afhankelijk van hun uitgangspunt en omdat Schiphol zelf een mooi uitgangs punt is, heeft de directie van d% lucht haven door ir. Peutz een nieuw rapport laten opstellen waarvan de conclusies gelukkig afwijkend zijn. Anders was al die moeite voor niets geweest. Prof. Kosten heeft veel hogere cijfers op zijn rapport dan Peutz, niet voor de kwaliteit van zijn werk, maar voor de kwantiteit van het lawaai. Bij Peutz is alles maar half zo rumoerig ën half zo hinderlijk. Wat een geluk dat het ministerie Peutz niet heeft genomen en Schiphol Kosten, want dan waren wij tot de conclusie gekomen, dat het tweemaal zo erg was als zij dachten. Dat zou heel vervelend zijn geweest voor de luchtvaart, omdat iedere ge meente met bouwplannen voortdurend aan de richting van de landingsbanen zit te rukken. Als Schiphol daaraan toegaf zouden de vliegtuigen alleen nog maar zigzag kunnen landen. Om beide standpunten te vergelijken en ze aan de praktijk te toetsen zouden we de heren Kosten en Peutz eigenlijk moeten bewegen om samen eens een wandeling te maken door het polder land van de Haarlemmermeer met zijn indrukwekkende wolkenluchten waaruit zoveel welvaart op ons land komt neergedaald. Het gesprek dat zij voeren zou ongeveer zo kunnen ver lopen: Kosten: „In uw rapport, meneer Peutz, hebt u de geluidshinder bij Schiphol vergeleken met die in de om geving van de luchthavens van New York en Londen. En u zegt dat het hier maar half zo erg is. Dat zegt niets. Uit een enquête, waarvan de resulta ten in mijn rapport zijn vastgelegd, is gebleken dat de Nederlanders veel ge voeliger oren hebben dan de Engelsen en de Amerikanen". Peutz: ..Dat zeggen ze zelf, meneer Kosten. Maar als dat waar was denkt u dan ook niet dat de mensen hier veel muzikaler zouden zijn dan daar ginds?" Kosten: „Wie zegt dai ze dat niet zijn?" Peutz: „Ik. Noemt u mij maar eens een Nederlandse componist waarvan de werken zo wereldberoemd zijn ge worden als die van Handel of Gersh win". Kosten: „Wanneer de Nederlandse componisten in het buitenland niet het gehoor hebben gekregen dat ze ver dienden, dan komt dat omdat Schiphol zo veel lawaai maakte. Tegenover Handel stel ik Sweelinck, tegenover Gershwin Willem Pijper, Peter Schat en Brom Brom". Peutz: „Wie is Brom Brom?" Kosten: „Brom Brom. Brom." Peutz: „Ik versta u niet. Die ver- bromde vliegtuigbrombrom maken brom brombrom." Kosten: „Brom brom brom brom brom!" Ziet u wel dat ze het eigenlijk eens zijn? Bij inruil op een 200D valt de waarde van uw huidige auto ongetwijfeld mee. Vraag het onderstaande dealer. Geref. Kerken Vrijgemaakt. Beroepen te Berkum B. de Vos te Ten Boer. EXAMENS AMSTERDAM. Geslaagd voor arts examen I. E. G- H. Jager, Haarlem. Jii? 5V-95B 54. Voordat Joris precies wist wat er gebeurde, werd hij door zijn bedienden ongepakt en de tuin van zijn landgoed uitgejonast. „Dit is'te ver gegaan!" mompelde hij, moeizaam zijn gedachten verzamelend die bij zijn val waren geschokt. „Het gaat niet aan, dat men door zijn eigen ik zo schandelijk kan worden behandeld! En het is allemaal de schuld van Panda en Astral. Die mannekes maken maar vervalsingen van mij met hun fnuk. Dat moet nu maar eens ophouden. Ik zal ze op gevoelige wijze duidelijk maken, dat ze derge lijke grapjes niet met mij kunnen uithalen!" Met die woorden begon hij voorzichtig naar de vliegende scho tel te sluipen. Daar stonden Panda en Astral blij met elkaar te praten, zonder dat ze het naderende gevaar in de gaten hadden. „Die Baron van Malpertuus is nie mand anders dan Joris", zei Panda „Ik heb hem door de schurk! Maar we hebben hem een lêsje geleerd! Dan moet hij ook maar niet zo oneerlijk zijn!" Hf, WAAR IS ZE6R08? HIJ VERDWIJNT AM DERS NOOIT, WAM- NEERER6ESLAPEN MOET WORDEN JA.2E ZIJN1! DE VERSCHRIKKELIJKE SNEEUW REUSACHT/6yl/MAN ZAL ONZE 2EER08 TOCH MEN? DIE VOETSPOREN LIJKEN WEL OP DIE VAN ZEEROB - ZE ZIJN ALLEEN TE GROOT ZOO HIJ MISSCHIM BUITEN Zl JN 2 a 92. Van het kantoor van kolonel Kang zijn Rechter Tie en de twee paleisfunc tionarissen rechtstreeks naar de vertrek ken van de Oppereunnch gegaan. De deur wordt meteen geopend en de zwaarlijvige eunuch, die de Rechter al eerder ontmoet heeft, heeft zich languit op de grond la ten zinken, ten teken van eerbiedige be groeting. „Ik zal de Opper eunuch nu toe stemming vragen om de Gouden Brug te mogen overschrijden," zegt Rechter Tie. .Ik zal hem dan meteen enkele vragen stellen. U wacht hier." Hij gaat alleen verder en klopt op de goudgelakte deur, die toegang geeft tot het kantoor van de Oppereunuch. Alles wijst erop dat nie mand minder dan deze hoge arhbtsdrager het brein is achter het komplot van het gestolen halssnoer, maar het zal niet mee vallen hem aan het praten te krijgen. Om te beginnen kan hij niet gearresteerd wor den zonder uitdrukkelijk bevel van de Kei zer zelf, en er zullen vele kostbare dagen voorbijgaan voor een dergelijk bevel schrift uit de hoofdstad gearriveerd is... Als er geen antwoord komt, gaat Rechter Tie het vertrek binnen. Er is niemand in deze elegante bibliotheek, maar door het maanvormige raam ziet Rechter Tie de oude man in de tuin staan, bezig zijn orchideeën te verzorgen. Als steeds is hij uiterst sober gekleed. Het is moeilijk voorstelbaar dat deze waardige oude ge leerde een monsterlijk komplot heeft uit gebroed. 984. Door de grote toevoer van lucht kreeg het monster het akelig benauwd. Het keek versuft uit de ogen, bibberde wat en schokte wat en zag er zo zielig uit, dat Bram medelijden met 'm zou hebben gekregen, als-ie maar iets klei ner was geweest. Nu klom en zwom hij omhoog naar de kop van het ondier, dat geen aandacht meer voor dat nietige mensenkind had. Een traan welde op in het geweldige oog. Zoet maar, zoet maar", bromde Bram en hij begon het monster klopjes op de - J-r -*i rug te geven. Bram had wel eens ge hoord, dat baby's daarvan veel opluch ting krijgen..en wat bij een baby hielp zou misschien ook dit monster helpen. En ja hoor. Wijd sperde het monster de muil open.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 8