1 PIET NORTIER: v „Begrip voor veiligheid neemt toe" Zestig mensen vonden de dood op en langs de circuits w m «-•■Si voorzitter veiligheidscommissie FIA m ZATERDAG 18 NOVEMBER 196 7 Erbij 17 DIT JAAR KAN zonder over drijving een rampjaar voor de mo tor- en autosport worden genoemd. Sinds de opening van het race seizoen kwamen zestig personen op en langs circuits om het leven. De motorsport eiste zeven doden; de autosport twintig. De rest van de slachtoffers (33) viel onder de toe schouwers. Deze cijfers zijn aan de lage kant, omdat met name in Zuid-Amerika vaak ongelukken ge beuren, die de pers hier niet eens bereiken. Alleen met de meest ern stige, zoals het ongeval tijdens een race in Bogota (Bolivia), waarbij tien toeschouwers werden gedood en dertig gewond, is dat het geval. De rampen in dit werelddeel wor den wat meer verklaarbaar, als men weet dat de races daar bestaan uit wedstrijden over lange afstan den, dwars door steden met een minimum aan veiligheidsmaatre gelen. Overstekende toeschouwers zijn vaak de oorzaak van zulk een catastrofe. Zo ook in Bogota, waar een kind de weg plotseling over stak en de coureur in een poging het te ontwijken, midden in het pu bliek terecht kwam. Bandini in zijn Ferrari op Zand voort tijdens de training voor de Grand Prix 1966. (Van onze sportredactie) DEN HAAG. Zolang autoraces bestaan, heeft deze sport zijn slachtoffers geëist. Aanvankelijk vielen de autocoureurs voor de wetenschap. Races waren immers nodig voor de ontwikkeling van de auto en hebben ook inderdaad niet wei nig bijgedragen tot het moderne, snelle vervoermiddel dat het nu is en dat uit de maatschappij niet meer is weg te denken. Later toen autoraces voor de fabrikanten niet meer het voornaamste en zeker niet het enige middel was, om verbeteringen uit te proberen en te testen, stierf de coureur voor zijn sport. Een sport die zich na de oorlog een enorme wereldomvattende populariteit veroverd heeft. Maar ook onder de duizenden die jaarlijks de circuits omzomen vielen slachtoffers. Pas toen ging men zich realiseren dat autoraces DE GROOTSTE KLAP kreeg de au tosport te verwerken in 1955 toen een ongeluk tijdens de 24-uurraces van Le Mans aan 83 mensen het leven kostte. Pas daarna pakte men de zaken se rieus aan. Dat moest ook wel want na dit vreselijke ongeval was het wel duidelijk dat autoraces zonder de meest strenge veiligheidsvoorschriften en zo sluitend mogelijke waarborgen voor de levens van toeschouwers en coureurs ten dode zouden zijn opge schreven. Toch duurde het nog tot 1951' voor de FIA Federation internatio nale de 1'Automobilisme een speci ale veiligheidscommissie in het leven riep. Deze commissie hield zich van toen af bezig met wat in de motor sport al geruime tijd eerder gewoonte was: Het beoordelen of circuits tan de eisen van veiligheid voldoen. Piet Nor- tier zelf jaren actief als motor- en autocoureur is vanaf de oprichting voorzitter van deze commissie. De Haagse uitgever van auto- en motor bladen heeft over het al of niet door gaan van races veel te zeggen maar nog lang niet alles. „Toen we begon nen met keuren zei men tegen ons dat we van de bestaande circuits af moesten blijven. Daar mochten we al leen maar keuren als ons dat ge vraagd werd". NOG STEEDS zijn er dus circuits waarop geraced wordt die niet aan de zeer hoge veiligheidseisen van Nortier voldoen. Een vreemde zaak als men bedenkt dat door de lange lijs ten van slachtoffers men zijn leergeld toch wel betaald zou moeten hebben. Bovendien is de lijst waarop de eisen waaraan een circuit moet voldoen en waar al geruime tijd over gesproken wordt in auto-sportkringen nog steeds niet gepubliceerd en zelfs nog .liet sa mengesteld. Oorspronkelijk zou deze lijst vorig jaar al bekend worden ge maakt. Nu houdt de veiligheidscom missie half december in Parijs een slotvergadering over de inhoud van dit uiterst gewichtige document. Maar zelfs dan is het nog hoogst onzeker of de daarop vermelde veiligheidseisen door de sportcommissie van de FIA die volgend jaar april bij elkaar komt bindend zullen worden verklaard. Afgevaardigden van die landen waar in de circuits niet aan de eisen van de veiligheidscommissie voldoen, zullen niets nalaten om te verhinderen dat de lijst van kracht wordt. Bepaalde cir cuits zouden dan immers een soms verregaande sommen verslindende ver betering moeten ondergaan en er zou den wat zwaarder weegt geen races kunnen plaats vinden voor die verbeteringen zijn uitgevoerd. PIET NORTIER heeft wel een ver klaring voor de moeilijkheden waar mee de veiligheidscommissie te ma ken krijgt. „Anders dan in de motor sport is de automobielwereld zeer langzaam in beweging te brengen. In de motorwereld kiest men in de inter nationale organisaties ménsen. Man nen die voor experts doorgaan. De beste die er zijn. In de automobielwe reld kiest men landen. Capaciteiten ko men op de tweede plaats. Over het algemeen is men bang verantwoorde lijkheid te dragen". Maar de 67-jarige Nortier blijft door de jaren wijs ge worden optimistisch". Het begrip voor veiligheid neemt toe. Het gaat lang zaam maar het gaat. In de loop der jaren komen steeds meer mensen tot de overtuiging dat we ons geen onge lukken meer kunnen veroorloven, de circuits van Monte Carlo en Francor- champs hebben ons advies gevraagd en ongevallen met vaak dodelijke afloop niet noodzakelijker wijs bij elkaar horen, of dat op zijn zachtst gezegd de com binatie autoraces-slachtoffers een zeer ongelukkige is. en zich gehouden aan onze richtlijnen" Maar het zijn nog steeds richtlijnen. De adviezen van Piet Nortier en zijn mensen zijn niet bindend. Waren zij dat wel, dan kwamen heel wat cir cuits voor verbetering in aanmerking. „Onze eerste zorg is de veiligheid van de toeschouwer. We gaan er van uit dat we moeten zorgen dat een auto er gewoon niet bij kan komen. En de beste versperring is nog altijd ruimte. Dus bouwen we de tribunes een flink eind naast de baan en enkele meters hoger. Ze zien het dan allemaal wel iets kleiner, maar daar is niets aan te doen. Op de tweede plaats komt dan direct de veiligheid van de coureur. We denken daarbij aan verhoogde op ritten naar de pits. Bovendien ben ik er een groot tegenstander van als wagens van de grond komen, zoals je dat op de Nürburgring hebt. Auto's horen op de grond en daar moeten ze blijven". DESONDANKS is Nortier nuchter genoeg om toe te geven dat ongelukken nooit helemaal uit de autosport zullen verdwijnen. „Het is een bijzonder onge lukkig jaar geweest. Toch blijf ik vol houden dat een racebaan, waar ieder een dezelfde kant opgaat, nog veiliger is dan de straat waar je niet weet welke krankzinnigen je tegen komt. Natuurlijk er zijn veel slachtoffers ge vallen dit jaar, maar we moeten daar bij niet vergeten dat het aantal rapes ook enorm is toegenomen. Vorig jaar was het aantal slachtoffers een kwart van het jaar daarvoor terwijl er vier maal zo veel races werden gehouden. Bovendien ondervang je met verbete ring van de circuits niet alles. Vijftig tot vijfenzeventig percent van de on gevallen is terug te voeren op de rijders. Het zij door zelfoverschatting het zij door onkunde. Daar waar echt gedisciplineerd geraced wordt, gebeurt weinig". Om dit te illustreren doet Nortier het ongeval tijdens de Grand Prix van Monte Carlo uit de doeken waarbij de Italiaanse coureur Bandini om het leven kwam. Die tragische gebeurte nis heeft op het publiek de grootste indruk gemaakt. Geen wonder want via de televisie zagen de mensen hem bij wijs van spreken voor hun ogen ver ongelukken". Wij hebben dat ongeluk zoals we dat bij alle andere doen tot de grond toe uitgepluisd. Hij heeft niet minuten lang onder zijn brandende wagen gelegen. Binnen zeven minuten was hij in het ziekenhuis. Normaal is een race-wagen uitgerust met een on brandbare brandstoftank. Dat was bij de Ferrari van Bandini kennelijk niet het geval. Maar het ongeluk op zich had een andere oorzaak. Op een ge geven moment in de race lag Bandini tweede, achter Hulme die hij nooit meer kon inhalen. Vlak achter Bandini lagen achtereenvolgens Surtees, Mc Laren en Clark die later in de race een voor een afvielen door pech. Toen lag Bandini dus tweede met voor hem Hulme en achter hem niemand die zijn tweede plaats serieus zou kunnen be dreigen. Toch ging Bandini zwalkend over de baan. De man was kapot. Hij had zich in het slopende gevecht om Surtees, McLaren en Clark achter zich te houden volkomen leeg gereden. Een Nederlandse pitbemanning zou hem uit de strijd gehaald hebben, maar Italianen willen altijd maar doorgaan. Bandini verongelukte. Hij was er men taal én lichamelijk niet tegen opge wassen. Kerels als Brabham, Hulme, Clark en Hill zijn dat wel, maar die leven dan ook als kluizenaars". „NIET TE vermijden, maar wel aan zienlijk terug te brengen", is Nortiers conclusie over het risico in de auto- rensport. Toch hebben zelfs ongelukken ook een positieve kant. „Van elk on geluk leren we. Op Zandvoort bijvoor beeld werd enkele jaren geleden, tijdens een Grand Prix een jongen het slachtoffer, toen Dan Gurney door een lekke band in de Tarzanbocht recht door reed. Eigenlijk was die plaats niet voor het publiek bestemd, maar sinds dien zijn er overal langs het circuit dubbele afrasteringen". Mede daardoor is het circuit van Zandvoort een veilig circuit". Dat moet ook, vindt Piet Nor tier. Ik kan het bij mijn werk niet hebben, als ze in het buitenland zeg gen: „Ga eerst maar eens bij je thuis kijken". or autosport (Van onze sportredactie) WELK EEN ongekende hoogte het aantal slachtoffers dit jaar bereikte, illustreren de volgende cijfers. Van 1957 tot begin van dit jaar kwamen 213 mensen tijdens races om. Daarbij bevonden zich 135 deelnemers (auto- of motorcoureurs) en 78 toeschouwers Vooral wat het aantal bezoekers be treft was dit jaar dus met recht een rampjaar (33). Alleen 1955 steekt hier door „Le Mans" nog bovenuit. De vol ledige lijst over de periode 19571967 ziet er als volgt uit: 1957: 28 doden (18 coureurs 10 toeschouwers 1958: 13 (13 0), 1959: 28 (26 2), 1960: 36 (14 22), 1961: 29 (12 17), 1962: 8 (8 0), 1963: 9 (7 2), 1964 40 (22 18), 1965: 7 (7 0), 1966: 15 (8 7), 1967: 60 (27 33). In to taal kwamen in deze periode 273 perso nen v 32 111) om. EEN TRIEST „REKORD". Ondef de slachtoffers van dit jaar waren vele bekende sportmensen. Maar weini gen zullen de dood van een van de grootste talenten op het gebied van de autorensport, die ons land ooit ge kend heeft, Wim Loos, vergeten. Hij kwam om het leven tijdens de twaalf - uursrace van Francorchamps. Ook voor de Nederlandse autosport was het door het -erlies van zijn meest veelbelo vende coureur een zeer zwart jaar. Wim Loos De motorsport eiste eveneens een Ne derlands slachtoffer. Tijdens de ster rendag op het circuit van Zandvoort op 10 september verongelukte een jon ge coureur. Bovendien werd op het zelfde circuit toch een van de vei ligste van de wereld de Engelsman Ian Raby tijdens de Formule II races op 30 juli zo zwaar gewond, dat hij pas twee maanden later naar Enge land kon worden vervoerd. VERDER vielen op bijna alle beken de circuits in Europa slachtoffers. Nürburgring, Monthléry, Fran corchamps, Zandvoort en Monaco. Naast Bandini overleefde ook de for mule I rijder Bob Anderson dit race seizoen niet. Alleen de Engelse circuits waar toch enorm veel wedstrijden plaats vinden, kwamen er verhoudings gewijs goed af wat ongelukken met ernstige afloop betreft. De dood van Bandini, die door de rechtstreekse te levisie-uitzending op het publiek in heel Europa een enorme indruk maak te, was echter niet het ernstigste on geval. In Kopenhagen waar tijdens een race or doden waaronder de cir cuitdirecteur vielen en Las Palmas, waar /orige maand zes toeschouwers ged 3 en achttien ernstig gewond wer den, werd de noodzaak van veiliger circuits voor coureurs en toeschou wers op een bijzonder harde manier getoond. DIT ZWARTE race-jaar heeft wel een zaak bijzonder duidelijk aan het licht gebracht. De cijfers tonen aan dat men er wat veiligheid betreft nog lang :t is. De autosport zit te sprin gen om zo streng mogelijke veilig heids orschriften. die verplicht ge steld moeten worden. Met vrijblijven de richtlijnen bereikt men weinig. In ieder geval niet genoeg om deze sport zijn 1 ade reuk te doen verliezen. Daarmee moet ook niet te lang gewacht worden. Met bindende veilig heidseisen bereikt men natuurlijk niet alles, maar toch wel zó veel dat een nieuw rampjaar vermeden kan worden. Nico Goebert

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 17