DE ZILVEREN HAMER PANDA EN DE POLYDINGUS POLLE, PELLI EN PINGO mm. Huurverhoging HOUDT GRIEP UIT HUIS m f w yr,, DE RADICALE REKEL igestipt J. Lanser wordt voorzitter van het CNV D. Haentjes Dekker opvolger Bijstandswet „Consument laten profiteren van goedkoper invoer" DINSDAG 21 NOVEMBER 1967 11 Ons vervolgverhaal Een roman uit de vikingtijd door VERA HENDRIKSEN door Ton Smits 3lcN-" SALON MOLENDIJK oo.oo Vervolg van pagina 1 Rechter Verzoek van het CCO Kees Stip f |i 'M ,J 88) Sigrid begaf zich met bezwaard ge moed op weg naar Steinkjer om af scheid van Holmfrid te nemen. Ze had graag gezien, dat Olve meege gaan was; ze vond, dat hij dat wel aan hun jarenlange vriendschap ver plicht was, zelfs al had hij nu ge broken met de jarl. Ze had dit bezoek zolang mogelijk uitgesteld in de hoop dat hij zich toch zou laten overhalen. Maar Olve had beslist geweigerd. Hij was in een bar slecht humeur sinds zijn terugkeer en met Tore had hij nog zo goed als geen woord gewisseld. Sigurd had nog getracht bemiddelend op te treden tussen de beide mannen, doch hierdoor was de verhouding al leen maar slechter geworden. Uitslui tend om zijn zuster plezier te doen, had Tore erin toegestemd nog enige dagen op Egge te blijven alvorens naar huis terug te keren. Sigrid bepeinsde op weg naar Steinkjer, wat ze moest zeggen. Ze had een vreselijke hekel aan afscheid nemen; ze herinnerde zich nog goed hoe ze zich als kind altijd verstopte wanneer er iemand ging vertrekken. En dit afscheid van Holmfrid ging haar zeer ter harte. Ze dacht terug aan haar eerste winter op Egge, toen Holmfrid haar uitgenodigd had zo dikwijls op Stein kjer te komen als ze behoefte had. Holmfrid had haar huis voor haar opengesteld, maar Sigrid was toen te trots geweest om die drempel te over schrijden. Haar leven zou in die tijd zeker minder moeilijk zijn geweest, als ze zich toen wel tot Holmfrid ge wend had. Het afscheid werd inderdaad moei lijk, maar op een andere manier, dan Sigrid verwacht had. Holmfrid vroeg naar Olve, en Si grid vertelde, dat Olve zeer ontstemd was over de loop der gebeurtenissen en over het feit, dat Svein het land verlaten had. Holmfrid knikte en zei, dat ze ge hoord had, dat Svein en Olve met elkaar gebroken hadden na een scherpe woordenwisseling. Sigrid antwoordde niet en Holmfrid vervolgde: Olve praat altijd zo schamper over christenen, die tevens het zwaard voeren. Als hij er beter over nadacht,'zou hij het Svein zeker niet euvel duiden, dat hij zolang mo gelijk de vrede wenst te bewaren. Dan zou hij ook inzien, dat Svein er ver standig aan deed de raad van de hoofdmannen op te volgen. Olve heeft zelf immers dikwijls als zijn mening verkondigd, dat het recht niet bij één enkele man moet be rusten, maar bij de volksvergadering en de heersende wetten. Sigrid vond dat Holmfrid gelijk had, maar tegelijk vroeg ze zich af, hoeveel de ander eigenlijk wist. Olve was zo veek dronken sinds zijn thuis komst en dan braakte hij er maar van alles uit zonder erop te letten, dat de bedienden en iedereen hem konden horen. En hij had inderdaad heel wat dingen gezegd, die beslist niet voor Holmfrids oren bestemd waren. Holmfrid zag Sigrids verlegenheid en ze glimlachte, toen ze vervolgde: Olve is teleurgesteld. Hij heeft het zelf heel moeilijk en hij is verbit terd door deze hele geschiedenis. Daarom zegt hij dingen, die hij fei telijk niet meent en waarvan hij la ter zeker spijt zal hebben. Dat be grijp ik en daarom beschouw ik ons als even goede vrienden als altijd. Ik ben er trouwens zeker van, dat Svein er ook zo over denkt. Sigrid voelde de tranen in haar ogen springen en deed al haar best, haar ontroering meester te blijven. Maar toen Holmfrid de armen naar haar uitstrekte, viel ze haar om de hals en liet ze haar tranen de vrije loop. Tora wist te vertellen, dat de pries ter met Holmfrids gevolg mee zou gaan. Sigrid wilde van hem ook af scheid nemen en ze vond hem in de kerk. Ze had hem enige tijd niet ge zien en ze schrok van zijn bleke ver moeide uiterlijk. Hoe maakt Olve het? was zijn eerste vraag. Is hij niet meegeko men? Sigrid schudde ontkennend het hoofd. Hij is dronken, zei ze onom wonden. Ze wist, dat Anund van al les, wat er in de streek gebeurde, op de hoogte was en dat het geen zin had, de waarheid te verdoezelen. Ik zou hem graag spreken, voor dat ik hier vandaan ga, zei Anund. Ik geloof, dat het weinig zin heeft, zuchtte Sigrid. Hij is onge nietbaar in de omgang en slaat er van alles uit, en dat bovendien in een taal, waar de haren je van te berge rijzen. Ze stonden beiden bij de kerkdeur. Anund staarde peinzend naar de ber gen in de verte. Het was vreemd, maar toch werd zijn blik steeds weer naar een punt getrokken: naar de kant waar Egge lag. En weer dacht hij, zoals hij in deze tijd zo dikwijls gedacht had: had hij Olve kunnen helpen, als hij toen wat minder strak aan de leer had vastgehouden? Sigrid was bang, dat ze iets ver keerds had gezegd, omdat de pries ter zolang zweeg; ze wilde weer weg gaan, toen Anund begon te spreken. Zeg hem, dat ik voor hem zal bidden, ook al zijn mijn gebeden niet veel waard, zei hij. En zeg hem een betere priester te zoeken, dan ik geweest ben, een, die hém kan hel pen. Maar zeg hem vooral, dat hij op de liefde Gods moet vertrouwen. Zelf heb ik troost gevonden bij de uitspraak van een Engelse priester dat het Gods liefde is, die ons leidt en die ons nooit in de steek laat, wanneer wij in duisternis wan delen en in onze wanhoop het Licht van het geloof niet meer kunnen vin den. En wie Hem in waarheid en zonder bedrog zoekt, die zal Hij in Zijn liefde voor de ondergang bewa ren. Wat moet er van de christenen hier worden, wanneer u weg bent? vroeg Sigrid bezorgd. Hun lot ligt in Gods hand, ant woordde de priester. Na alles wat hier de laatste tijd gebeurd is vanaf de geschiedenis met Olves moe der, is het 't beste, dat ik heenga. Ik hoop, dat ik in het land der Zweden een goede priester bereid zal vinden, hier te komen. Terwijl Sigrid naar huis terugliep, spookten er vele problemen in haar hoofd, waarvoor ze geen oplossing kon vinden. (Wordt vervolgd) UTRECHT. De gisteren in Utrecht ge houden algemene vergadering van het Christelijk Nationaal Vakverbond heeft de 41-jarige J. Lanser tot bestuurslid van het verbond gekozen. Het is de bedoeling dat de heer Lanser uiterlijk op 1 juni 1968 deel zal uitmaken van het verbondsbe- stuur en in 1969 opvolger zal zijn vah de tegenwoordige voorzitter de heer J. van Eibergen, die dan met pensioen gaat. De heer Lanser is thans voorzitter van de christelijke metaalbedrijfsbond. De heer Lanser kreeg 90 stemmen, zijn tegenkandidaat drs. J. Boersma, econo misch adviseur van het C.N.V., 69 stem men. Zoals bekend is werd de heer Lan ser kandidaat gesteld door de verbonds raad van het C.N.V. en de heer Boersma door de Nederlandse Christelijke Bond van Overheidspersoneel. ADVERTENTIE EEN VLOT EN HOUDBAAR KAPSEL MET PERMANENT „SOUPLING" Santpoorterplein 1 - Telefoon 60643 1. Aan de Gouverneursweg staat, op nummer 3 een voornaam gebouw. Hier zetelt het Genootschap voor Ontdekkingsreizigers, dat geregeld bijeen komt om onbekende gebieden te bespreken en nieuwe reizen voor te bereiden. „De laatste tocht die we hadden georga niseerd is niet geslaagd!" sprak de voorzitter op een van deze vergaderingen. „Onze kollega Humperdinck heeft het geheugen verloren door een onbekende oor zaak, toen hij in Lydingus was. Daardoor kan hij ons geen verslag doen!" Er ging een teleurgesteld gemom pel op onder de aanwezigen, maar de voorzitter hief kalmerend een hand op. „Het is dus niet bekend wat hij daar heeft meegemaakt", vervolgde hij. „Men trof hem al dwalende aan, terwijl hij deze bandrecorder bij zich had. Misschien kunnen we uitvinden wat er met hem is gebeurd, als we dit apparaat afdraaien. Graag uw aandacht, heren!" Zo sprekende schakelde hij de recorder in. Er klonken wat vogelgeluiden en meteen daarop begon de vergaderzaal van het Genootschap te trillen, en met de bandrecorder in tweeën te splijten. MM IS D£ MIST INDERDAAD ZO 60ED ALS DE TUIM- MAN 6EZE6D HEEFT! HAAI cEM LADDER EM HELP ME MAAR BENEDEN.' DE ZONNEBLOEM 6R0EIT N06 STEEDS MAAR MISSCHIEN HAD IK DE MEST EERST MOETEN VERDUNNEN 1 ^IK HAAL POLLE (VEL AMSTERDAM. Aan de in april 1968 te houden jaarlijkse algemene vergade ring van aandeelhouders van de Alge mene Bank Nederland N.V. zal worden voorgesteld om in de vacature, welke in de directie zal ontstaan door het aftreden van mr. Herman Vlug, zulks in verband met het bereiken van de leeftijdsgrens, tot direct«tjr^Ae-—bemoenfjan df heer D. Haentj ens Dekker, thans onderdirecteur van de Algemene Bank Nedeij^and. DEN HAAG. Het komt voor dat klei nere gemeenten weigeren de diaconieën van verschillende kerkgenootschappen in lichtingen te verschaffen over de normen krachtens welke bijstand krachtens de Algemene Bijstandswet wordt verleend. Dr staatssecretaris van CRM, mr. H. J. van der Poel, die dit meedeelt in ant woord op schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid drs. J. van den Doel (P.v.d.A.), is bereid voorlichting over gro ter openheid te bevorderen. Weigering in lichtingen te verschaffen over de normen doet zich bovendien steeds minder voor, aldus de heer Van der Poel Een voorbeeld: wie in 1965 werd aan geslagen in de inkomstenbelasting voor f 20.000 moet voor zijn woningwetwoning 10 percent van dat bedrag betalen, na melijk f 2.000. Wordt de jaarhuur nu f 1.200 dan is er een bijdrage verschul digd van f 2.000 verminderd met f 1.200 is f 800. De invordering van de heffingen wordt de taak van een centraal orgaan van het ministerie van Volkshuisvesting. Het verzendt de aanslagbiljetten, waar voor het gegevens krijgt van de gemeen ten en de belastingdienst. De minister van Volkshuisvesting heeft deze maatregel bekendgemaakt in de Memorie van Ant woord op het betreffende wetsontwerp dat nu bij de Tweede Kamer is ingediend. De andere maatregel, de vier percent huurverhoging voor alle na de oorlog ge bouwde woningen, staat alleen voor de gesubsidieerde bouw al vast. Echter, de minister van Volkshuisvesting wil ook de huren van de particuliere, ongesubsidieer de huizen, met hetzelfde percentage laten verhogen. De Sociaal-Economische Raad voorspelt hem in een spoedadvies dat er daardoor veel huurconflicten zullen ko men. De S.E.R. ziet geen mbeilijk'neden als het gaat om goede huizen, maar, ge zien de woningnood in de nog niet ge liberaliseerde gebieden, verwacht de S.E.R. dat ook de huren var. minder goe de woningen omhoog zullen gaan. Dan komen er conflicten, want de bewoners zullen dat niet accepteren. De S.E.R. adviseert nu de minister om de procedure voor deze huurgeschillen te wijzigen. In plaats van de rechter, moet eerst de huuradviescommisie zijn oordeel geven over de kwaliteit van de woning. Wie gelijk heeft zal dat dus moeten horen van de huuradviescommissie. Daarna kan de huiseigenaar altijd nog een ontrui mingsprocedure aanspannen. Beide par tijen weten dan echter bij voorbaat al hoe hun kansen bij de rechter liggen. Deze gang van zaken zal vele processen voorkomen, zo meent de S.E.R. De raad ziet nog een voordeel: op deze manier zullen de huurders niet al bij voorbaat hun verzet opgeven. Want voor de massa van de huurders is de tegen woordige procedure een rem om te vech ten voor hun gelijk. Zij zullen het niet snel zo ver laten komen, meent de S.E.R. DEN HAAG. Het consumentencon tactorgaan (CCO) heeft de minister van Economische Zaken gevraagd in het ka der van de gevoerde prijspolitiek die maatregelen te nemen en die instructies te geven, die noodzakelijk zijn om te'be reiken, dat lagere invoerprijzen, die het gevolg zijn van de devaluatie in het Ver enigd Koninkrijk en andere landen, vol ledig in de consumentenprijzen tot uiting zullen komen. Naar de mening van het CCO kan de daaruit voortvloeiende ver hoging van het reële inkomen worden ge zien zij het indirekt als één van de middelen om de ongunstige gevolgen van deze devaluaties voor onze nationale eco- mie zoveel mogelijk te compenseren. „Heb je dat gelezen?" vroeg mijn vrouw. „Oudheidkundigen van de uni versiteit van Yale hebben in een Egyp tische woestijn de schedel gevonden van een 28 miljoen jaar oud aapje. Het dier moet veel gelijkenis hebben vertoond met een orgeldraaiersaapje en staat helemaal onderaan de genea logische boom waaruit later de grote apen zijn voortgekomen die de voor lopers waren van de mens". Mijn vrouw en ik zijn vurige aan. hangers van Darwin. Wij behoren tot de grootste afnemers van zijn tulpen. Daarbij komt dat uitstapjes naar Egypte onbegrijpelijk goedkoop zijn. Reeds dezelfde middag betraden we de tuin van het hotel aan/ de Nijl waar professor Simons, de leider van de expeditie, logeerde. Een bekend soort muziek klonk ons tegemoet en toen wij naderbij kwamen zagen wij een draaiorgel staan, waarvan het gro te wiel in beweging werd gebracht door een klein aapje. Het had juist „Als aan d'Amsterdamse grachten" voltooid en begon met de inzet van „In de Jordaan". „Dat is voldoende, Coco", sprak de professor die er naast stond. „We zijn hier tenslotte gasten, tenminste ik". En hij stak een hand zonder centbakje uit om ons te begroeten. De aap staakte zijn concert en gaf ons beleefd een handje. „Ik heb geluk gehad", zei de pro fessor. „We hebben alles compleet van hem gevonden en na een paar injec ties blijkt hij het weer helemaal te doen". „Wat een engel van een aapje", riep mijn vrouw, voor welke opmerking het dier haar galant een handkusje toewierp. Ontroerd stak ik het beest een banaan toe. Het aapje ontdeed de banaan deskundig van de schil en wierp deze in een ijzeren mand, waar op in het Egyptisch vermoedelijk „af val" stond, maar misschien ook „Is raëli's". Daarna brak hij de banaan in vier stukken, welke hij op de vlakke hand achtereenvolgens aanbood aan mijn vrouw, aan de professor en aan mij. Zelf nam hij het kleinste stukje. „Wat een goed opgevoede aap!" riep mijn vrouw. „Dat doen niet veel men sen hem na". De professor glimlachte fijntjes. „Wat u voor opvoeding houdt, me vrouw, is in feite niets anders dan het oerinstinct van de in kudden le vende woestijnbewoner. Doordat elk individu het schaarse voedsel dat het bemachtigt onder zijn soortgenoten verdeelt, houdt het de kudde in stand. Hield ieder het voor zichzelf, dan zou den alleen de sterksten het overleven". Zoals bij de mensen", zei ik. Maar de professor gaf voor dat niet te ho ren. „Mag ik u een koele dronk aan bieden?" vroeg hij. Wij volgden hem naar binnen, waar een tv-toestel de jongste bestandsschending in beeld bracht. Soldaten achter mitrailleurs knalden er op los. Toen het aapje dat zag, wierp het zich in de armen van mijn vrouw en begon met zijn hoofdje tegen haar hals onbedaarlijk te huilen „Als evolutie vooruitgang betekent", zei mijn vrouw met een snik in haar stem, „dan stammen wij niet van hem af, maar hij van ons". ADVERTENTIE Verdrijf griep met Togal. U voelt direkt verlichting. Een griepje, een kou, reumatische pijnen, hoofdpijn, migraine, spit en ischias worden door Togal tabletten gauw en goed bestreden. Bij apoth. en drog.TOGAL 0,95; 2,40; 8,88. -Sv- V 11 -100 100. Rechter Tie heeft de zwartflu welen, goudgeborduurde kap verwisseld voor zijn eigen rechterskap en de gele stola op tafel gelegd. „Ik ben geen Ex cellentie meer, Opperkamerheer"zegt hij rustig. „Van nu af aan ben ik weer een eenvoudig districtsrechter." „Beseft U wel dat U maar een kik hoeft te geven of u krijgt een hoge functie in de hoofd stad", z:gt de Opperkamerheer. „Ik wil met alle genoegen een voorstel doen om.,Jk keer liever terug naar mijn district", onderbreekt de Rechter hem. Hij steekt zijn zwaard bij zich en wil het vertrek verlaten. Als hij bij de deur is zegt de Opperkamerheer plotseling: „U hebt zich verbitterde vijanden gemaakt aan het hof. Tie. De machtige kliek der Eunuchen zal alles doen om U ten val te brengen. Maar besef dat U ook trouwe vrienden hebt, die U altijd zullen ver dedigen. Reken mij tot die laatsten!" Geroerd wandelt de Rechter naar de pa leispoort. Een luitenant snelt hem te gemoet en zegt: „Uw palankijn staat al gereed excellentie". „Ik ben geen excellentie meer", zegt Rechter Tie, „en ik rij liever terug naar de stad. Haal een paard voor me." Zijn trouwe lui tenant Tsjiao Tai moet intussen in Ri- vierstad gearriveerd zijn. terug van zijn jacht op everzwijnen. Met hem zal hij doorreizen naar zijn mooi district in het zuiden. De koortsige sfeer in paleizen is niet aan hem besteed. 992. Reeds dacht Brammetje het pleit gewonnen te hebben, toen de Spook-skiër eensklaps een mogelijkheid zag om zijn onvrijwillige passagier af te schudden. Ver buiten het dorp bevond zich een gleuf in de sneeuw, daar waar aarde en ren weggegleden. In razende vaart gleed de skiër daarop af en wijd strekten zich zijn benen. Links en rechts gleden de ski's langs de gevaarlijke diepte... maar Bram verloor eensklaps zijn houvast en zakte weg. Had hij het gevaar zien aan- witte bedekking in een diepe scheur wa komen, dan had hij er misschien nog iets aan kunnen doen. Maar nu grepen zijn vingers te laat naar nieuw houvast. Hij verbeeldde zich nog een schaterlach te horen, voordat hij verdween in het zwart van de winkelhaak in het wit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 11