OP WEG NAAR UPPSALA
Ex-priester met verloofde
PREEK
Ds. Krop: huwelijk meer dan sex alleen
DE MASSA EN DE BOOM DES LEVENS
Het woord aan...
Inspraak voor
jongeren
Beraad in Kerk en Wereldover
de wereldraad-assemblee
Interieur
14
ZATERDAG C DECEMBER 1967
Erbij
mmmm
mmmm
Zending in India
Onwaarachtig
DRIEBERGEN „Nagegaan moet worden of het
mogelijk is de overzeese hulp van de kerken in te bren
gen in het werk van de Verenigde Naties. Het is ge
wenst dat nu al het werk van de kerken zoveel moge
lijk samengaat met de VN-programma's. Dit is een van
de ruim veertig aanbevelingen, waarmee volgende zo-
(Van onze correspondent)
mer de Nederlandse deelnemers naar het Zweedse Upp
sala zullen reizen, als daar de assemblee van de We
reldraad van Kerken samenkomt. De stellingen zijn
tot stand gekomen in Kerk en Wereld in Driebergen,
waar meer dan driehonderd genodigden uit en van
buiten de kerk aanwezig waren.
Men vergaderde in vier secties, elk
met een eigen onderwerp. De bovenge
noemde stelling werd opgeleverd door
beraadslagingen van de bijna honderd
deskundigen en belangstellenden in de
sectie micro- en macro-ethiek. Hier
werd gesproken over de samenhang van
de houding in het gewone, persoonlijke
leven en de rol die men speelt binnen
grote samenlevingsverbanden. Een heel
duidelijke samenhang bestaat er tussen
ons geld-uitgeven en het steunen van
ontwikkelingssamenwerking. Op dit
onderwerp was dan ook het gesprek
toegespitst.
Men kwam overeen de mensen die
naar Uppsala gaan te adviseren daar
de aanwezige vertegenwoordigers van
kerken uit de hele wereld te laten aan
vaarden dat hun kerken bij hun over
heid zullen aandringen er voor te zor
gen dat in de tweede ontwikkelings
decade (1970-1980) de groei van de ar
me landen op minstens zeven per
cent komt. Dit betekent dat de rijke
landen het percentage ontwikkelings
hulp boven twee percent laten stijgen.
Een andere sectie trachtte praktische
en fundamentele manieren aan te wij
zen, waardoor de scheiding van de ker
ken beëindigd zou kunnen worden. De
protestantse en katholieke aanwezigen
onder wie prof. Berkhof uit Oegst-
geest en prof. Lescrauwaet uit Til
burg constateerden dat zij „op grond
van geloof en doop" horen bij een we
reldgemeenschap die in dienstbetoon
aan de wereld uitdrukking geeft aan
Christus' liefde en heerschappij. Op
grond hiervan pleitte men voor weder
zijdse ambtserkenning en intercommu
nie. Men wees zielenwinnerij af.
Men riep op de bestaande nieuwe ker
ken zo veel mogelijk gemeenschappe
lijk te gebruiken en eventueel nood
zakelijk nieuwe kerken te combineren
met gemeenschapshuizen en wijkcentra.
Het beraad in één sectie had weinig
resultaat. Dit was de sectie die sprak
over het onderwerp „Eredienst in de
geseculariseerde wereld". In deze sectie
werden de vragen of men nog kerk
diensten kon houden in deze we
reld van technologie en honger wegge
drukt ten bate van de kwestie hoe
men deze kerkdiensten dan ging hou
den. DoOr deze vergissing van de ge
spreksleiding ging men zich uitge
breid bezig houden met de elementen
die een kerkdienst zoal moet hebben.
Maar de gedachten van pater Camilo
Torres, die in de Zuidamerikaanse si
tuatie weigerde mis te vieren zolang
er nog mensen in dat werelddeel hon
ger lijden kwamen niet aan bod.
In de sectie, die sprak over de or
ganisatievorm van de kerken, werd
aanbevolen dat de kerk grondig wordt
gedemocratiseerd. Men wilde een lan
delijke kerkenraad voor kerken in Ne
derland, waarin de hoogste kerkelijke
colleges van de Nederlandse kerken
worden vertegenwoordigd. Het beleid
van zo'n „superkerkenraad" wil men
op democratische wijze door de kerk
leden zelf laten controleren. Ook pleit
te men voor het regelmatig bijeen roe
pen van „pastorale concilies", waarin
alle Nederlandse kerken zullen deel
nemen. De ruim veertig stellingen wer
den op het laatste moment aangevuld
met een eenmansstelling van dr. A. Th.
van Leeuwen, die door allen werd aan
vaard: organisatiedeskundigen moeten
met het advies van de ledenkerken de
organisatiestructuur van de Wereld
raad van Kerken doorlichten.
Het beraad werd besloten met de
mededeling van kerk en wereld-direc
teur dr. Van Veen, dat mejuffrouw C.
I. Dales is benoemd tot adjunct-direc
trice van deze instelling. Mejuffrouw
Dales is de eerste vrouw die in de
directie van Kerk en Wereld wordt op
genomen. Zij ontving haar opleiding
aan het instituut waarvan zij nu ad
junct-directrice wordt.
NEW DELHI (Reuter). De In
diase regering gaat het aantal buiten
landse zendelingen en missionarissen
beperken en hen in „gevoelige gebie
den" vervangen door Indiërs. Dit heeft
de premier, mevrouw Gandhi, in tyet
Hogerhuis verklaard naar aanleiding
van vragen over „anti-nationale acti
viteiten" van buitenlandse geloofsver
kondigers.
Volgens haar komen dergelijke acti
viteiten vooral voor in grenseebieden
waar aparte stammen wonen, zoals
bijvoorbeeld in het noordoosten langs
de grens van China en Birma de Mi-
zo- en Naga-stammen. Vele leden van
deze stammen zijn overgegaan tot het
christendom. De stammen voeren ge
wapend verzet tegen de centrale over
heid in New Delhi.
iWW//*'
James J. Kavanaugh, een gewezen rooms-katholieke priester, poseert met zijn
verloofde Patricia Jean Walden, een verpleegster, in San Diego. Kavanaugh heeft
het boek „Een moderne priester kijkt naar zijn kerk, die uit de tijd is "geschreven.
Het dochtertje van de predikant
komt de studeerkamer binnen ter
wijl vader aan ie preek werkt.
Vader, vraagt ze, vertelt God jou
altijd wat je moet opschrijven?
Zeker mijn kind, antwoordt de
vader. Waarop de dochter reageert
met: Maar waarom maak je dan
zoveel doorhalingen?
Uit: „Juf, daar zit een weduwe
in de boom!" van H. Hoving).
DRIEBERGEN. De hervormde
synode heeft besloten dat de jongeren
meer bij de voorbereiding van het be
leidswerk van de synode en van de
kerk als geheel zullen worden betrok
ken. Er zal een commissie worden ge
vormd uit jongeren, synodeleden en
vertegenwoordigers van de hervormde
jeugdraad, die in nauw overleg met het
moderamen van de synode nadere uit
werking zal geven aan een aantal ver
langens, die in de jeugd-opiniepeiling
„kerk '66-2000" naar voren zijn geko
men.
De synode heeft uitvoerig over de
resultaten van deze actie gesproken,
waarin meer dan tienduizend hervorm
de jongeren in ruim 850 gesprekskrin-
gen in het gehele land zich intensief
hebben beziggehouden met de vraag
hoe de hervormde kerk thans en in de
toekomst zal moeten functioneren. Aan
de synode zijn een aantal stellingen
van de jongeren over tal van kerke
lijke zaken overgelegd, alsmede een
rapport waarin onder meer krachtig
wordt gepleit voor een betere commu
nicatie tussen jongeren en kerkelijke
organen, en waarin tevens wordt ge
vraagd ook het advies van jongeren
in te winnen bij het voorbereiden van
herderlijke brieven belangrijke rappor
ten enzovoorts.
Tevens zal, aldus het rapport, in ie
dere synodezitting een deel van de tijd
dienen te worden besteed aan actuele
zaken die vooral ook de jeugd betref
fen, zoals jeugdwerkloosheid, verschui
vingen in de arbeid door industriali
satie en automatisering, recreatievra-
gen, sport, opleiding, belijdenis afleg
gen en nieuwe vormen van eredienst.
De secretaris-generaal van de Neder
landse herv. kerk, ds. F. H. Landsman
zei dat de actie „kerk '66-2000" slechts
één stap is in het zoeken van de kerk
naar nieuwe wegen en vormen in de
sterk veranderde structuren van
kerk en maatschappij. „Wij zullen nog
dieper moeten graven. Allerwegen is
een gezagscrisis gaande. Het is de
vraag of wij het kunnen volhouden
met de huidige structuren van de kerk
en of wij daarmee de toekomst kun
nen ingaan", aldus ds. Landsman.
Een interieur van de kapel van
Notre-Dame de Hant in Ronchamp
(architect Le Corbusier)
Het onlangs gehouden congres van de N.V.S.H., Sextant '67 geheten,
waar voorzitster dr. Mary Zeldenrust-Noordanus de uitgangspunten van
het toekomstig beleid van het hoofdbestuur heeft bekendgemaakt, heeft
nogal wat stof doen opwaaien. Ook ds. M. A. Krop, studentenpredikant
in Groningen, verzet zich tegen bepaalde opvattingen of uitspraken van
de N.V.S.H. Ds. Krop constateert in het Groninger Kerkblad eerst: de
r.-k. huwelijks- en sexuele moraal is in enkele jaren tij as op grondige
wijze veranderd. De hervormde synode gaf in de vijftiger jaren haar
huwelijksrapport. Van protestantse zijde kwam de Protestantse Stichting
voor Geestelijke Volksgezondheid (de P.S.G.V.) met haar maandblad
„Gezond Gezin". Ds. Krop haalt dan enkele citaten aan uit de slotrede
van mevrouw Zeldenrust: Voor-echtelijk geslachtsverkeer: De opvoeding
van de kinderen dient zo te zijn dat ze de nodige bagage hebben op het
moment, dat zij tot sexuele handelingen of welke handelingen ook wensen
over te gaan. Buitenechtelijk geslachtsverkeer: Het is niet vanzelfspre
kend dat het huwelijk hiervan schade ondervindt. Het huwelijk is meer
dan een sexuele verbintenis. Echtscheiding: Overspel behoeft dan geen
reden tot scheiding te zijn.
Ds. Krop schrijft: „Ik ben door de
bijbel (helaas niet altijd in de kerk)
geschoold om uitermate wantrouwend
te staan tegen elke vorm van moraal,
ook wanneer deze in de naam van pro
gressiviteit wordt voorgeschoteld. Ik
begin daarom om één punt critisch te
bezien, namelijk dat der zogenoemde
REKBARE MONOGAMIE. Mevrouw
Zeldenrust stelt dat overspel geen re
den tot echtscheiding behoeft te zijn.
Ik teken hierbij aan dat' dit gezegd
wordt door een vrouw. De gangbare
mening is tot nu toe dat de man poly
gaam zou zijn en de vrouw niet.
Dit blijkt een zich wijzigend cultuur
patroon te zijn. Reeds meermalen is
in NVSH-publicaties gepleit voor een
rekbare monogamie, waarbij de part
ners vrij zijn om met andere dan de
huwelijkspartner gemeenschap te heb
ben, zonder daarmede de huwelijks
band te verbreken. Renée Platte voert
ditzelfde pleidooi in haar „Brieven aan
mijn man". In de lezersrubriek van
Playboy vertellen vrouwen, dat deze
sexuele avonturen haar meer aantrek
kelijk maken voor de eigen man. En
de Francia's in Frankrijk zijn de zelf
standig werkende vrouwen, die wel een
kind maar geen man willen hebben.
Mevrouw Zeldenrust stelt, dat het
huwelijk meer is dan de sexualiteit.
Mijnerzijds teken ik hierbij aan, dat
de huwelijksgemeenschap in al haar
Met veel belangstelling heb ik
het artikel van de heer Henschel
„De onbevlekte ontvangenis" ge
lezen. Naar aanleiding daarvan zou
ik nog het volgende willen op
merken: De massa vindt het maar
wat gemakkelijk niet zelf na te
moeten denken na zoveel eeuwen
van de kansel gehoord te hebben:
jullie mogen niet denken, dat doen
wij wel. Het gevolg is dat de groot
ste ongerijmdheden „op gezag" ge
loofd worden; terwijl daarentegen
andere dingen letterlijk opgevat
worden, die echter een andere,
symbolische, betekenis hebben.
Ruw geschat zeventig percent van
de mensheid denkt niet zelf.
De in „het" concilie aangewezen boe
ken, waard om in de bijbel opgenomen
te worden, met afwijzing van een aan
tal andere dat voortaan apocrief zou
worden, dankten hun waarde destijds
aan de wankele basis van het gokje.
De tekst van de opgenomen boeken is,
én door fouten bij het overschrijven,
én door bewust verdraaien van de
tekst, omdat de geestelijkheid daar
door meer macht kreeg over de mas
sa, lang niet meer de oorspronkelijke.
Allerlei dogma's hebben de oorspron
kelijke bedoeling verder gewijzigd.
Als iemand in een gesprek een al
gemene stelling niet duidelijk begrijpt
zeggen we: ik zal je een voorbeeld
geven. De gelijkenissen van Jezus zijn
dergelijke voorbeelden. Alleen tot zijn
kleine kring van ingewijde leerlingen
richtte Hij zich met hogere wijsheid.
Als we het Oude Testament letter
lijk gaan opvatten zijn we over een
paar tientallen jaren aan het duizend
jarige rijk toe. De leeftijden in de
eerste hoofdstukken van Genesis, de
namen in de geslachtsregisters, ze heb
ben alle een heel andere betekenis; de
eerste drie hoofdstukken zijn mis
vormde navolgingen van oudere kos-
mogenieën. Wie van de oude kerkva
ders de juiste tekst wilde handhaven
en de ware lering niet wilde zien ver
doezeld, werd vervolgd en gedood als
hij niet vluchtte.
Het evangelie van de heilige twaal
ven is zestien eeuwen in een Thibe-
taans klooster ongeschonden bewaard
gebleven. Bij een vergelijking met
onze evangeliën komen de verschillen
duidelijk naar voren.
Het zal nu ongeveer een tiental ja
ren geleden zijn dat de Dode Zeerol
len werden gevonden. We hebben er
niets meer van gehoord. Ik weet en
begrijp dat zo oude rollen voorzichtig
moeten worden behandeld; maar er
daan. Wat bij de vroegere vertalingen
dus onkunde geweest kan zijn, omdat
men niet (meer) op de hoogte was van
doelbewuste veranderingen in de oor
spronkelijke tekst of eerste vertaling
daarvan, is nu, na alles wat bekend
geraakt is van de Dode Zeerollen, be
wust bedrog geworden.
Erfzonde? Hoe kunnen u en ik ver
antwoordelijk gesteld worden voor
hetgeen een verre voorouder deed?
Niet misdeed, want hij moest het doen.
Adam, de vertaling daarvan is immers
„mens", moest wel vroeg of laat van
de „boom der kennis" eten (zijn ver
stand gaan gebruiken) anders zaten
we nu zonder drukpers, schrijfmachi-
bestaan knappe technici die heel ver
zijn op het gebied van conserverings
middelen en fotokopie. De vertaling
zal dan niet zoveel hoofdbreken kos
ten; desnoods kan een computer inge
schakeld worden. Maar ik meen te
weten dat het struikelblok ergens an
ders ligt. Men durft het niet aan de
massa voor te leggen. Die massa zou
wel eens boos kunnen worden; ze zou
den terecht, kunnen zeggen: maar dan
zijn we eeuwen lang bedrogen.
Immers, door de gewijzigde houding
van de r.-k. geestelijkheid voelen vele
gelovigen zich nu al onzeker; „vroeger
mocht dat nooit" zeggen ze, „en nu
mag het ineens wel; wat voor waarde
heeft het dan dat ik mij dat altijd ont
zegd heb?"
Bij de nieuwe vertaling van het
Nieuwe Testament was men op de
hoogte van verschillende veranderin
gen die in de tekst moesten worden
aangebracht. Men heeft dat niet ge
ne, enzovoorts. Vergelijk dit met an
dere, oudere geschriften: boeddhisti
sche, brahmaanse en hermetische (van
Hermes Tresmegistos), om inzicht te
krijgen in de ware toedracht. De jon
ge mensheid moest zich ontwikkelen,
zelfstandig worden, verantwoordelijk
heid aankweken, moraliteit verwerven,
de goede keus maken tussen de boom
der kennis en de boom des levens.
Deze laatste die met de wortels naar
boven en de vertakkingen naar bene
den groeit, in het ruggemerg van
ieder mens aanwezig is, in de herse
nen uitmondend met de wortels, wordt
aangeduid met de drie namen Sus-
humna, Ida en Pingala voor zijn drie
kanalen.
Niet alleen de mens van toen, maar
ook nu moet elk mens de keus maken
tussen de boom der kennis en de boom
des levens. Kiest hij de boom der ken
nis, dan kiest hij stoffelijke vooruit
gang en welvaart alleen. En daar is
geen eind aan; economische vooruit
gang, Wirtschaftswunder, Status-sym-
bool, expansie voor Lebensraum; een
mooiere tuin, een tijger in de tank,
en wie die keus maakt, voor hem is de
weg naar de boom des levens afge
sneden; dan is er geen tijd meer voor
dat andere, geen tijd, geen zin, geen
lust. Door die innerlijke drang naar
meer is er als het ware een engel met
een vlammend zwaard die de weg ver
spert.
De Grieken wisten hier nog wel iets
van. In hun mythen stellen zij ook de
karaktereigenschappen van de mens
voor als aparte goden en halfgoden;
natuurkrachten als nymfen, elven,
nyaden, enzovoorts. Al die geschriften
zijn echter versluierd geschreven; het
was geen gemeengoed, niet voor de
massa bestemd. We komen dan terecht
bij de Kabbale: de mondeling doorge
geven uitleg van de oude geschriften.
En voor een betere afstamming
komen we terecht bij de astrologie en
de horoscoop. Want evengoed als de
zon een van de factoren is die het
leven op aarde mogelijk maakt, en de
invloed van de maan niet alleen op de
getijden maar ook op de mens door
de wetenschap erkend wordt, doen de
planeten ook hun invloed gelden. Maar
bovendien komen er nog veel meer
faktoren bij die hun invloed doen
gelden.
We leven in een heel interessante
periode. Veel dingen, jazz, sex, L.S.D.
om maar enkele te noemen, worden
zo op de spits gedreven dat de jeugd
feitelijk voor een keus gesteld wordt:
het is vaak een uitdaging. Of je er
volledig aan overgeven en het met toe
wijding beoefenen, of je er met walging
van afkeren.
Ik heb getracht aan het verzoek om
reacties enigszins te voldoen; het ter
rein is uitermate interessant maar ook
zo ontzaglijk uitgestrekt dat er nog
vele pagina's van een krant, die bereid
is ze op te nemen, mee zouden kunnen
worden gevuld.
B. J. H. DIJKHUIZEN,
Heemstede.
facetten rust in de liefdegemeenschap
der beide huwelijkspartners, die juist
in het huwelijk meer is dan sex alleen,
al heeft de sexuele beleving er alles
mee te maken. De innigheid, de ver
trouwdheid, de enigheid en de verbon
denheid, waarbij de huwelijkspartners
in eikaars armen bescherming vinden
tegen de angst van het leven en de bit
terheid van de dood, is meer dan het
lustgevoel, dat door het woord sex
wordt opgeroepen. De vuurgloed der
monogame liefde zijn „vuurvlammen
als een vuurgloed des Heren" (Hoog
lied 8/6b)" aldus ds. Krop.
„Daarom is de stelling, dat het hu
welijk meer is dan sex en dat daarom
buitenechtelijke verhoudingen het hu
welijk onaangetast kunnen laten, on
waarachtig. Buiten het huwelijk kan
over de sex als een zaak gesproken
worden. Hoewel dat ook nog de vraag
is, omdat sexualiteit te maken heeft
met levende wezens. Maar binnen het
huwelijk is dat niet het geval, onldat
dan in wreedheid de persoonlijke ver
bintenis wordt ontkracht. De tegenwer
ping dat dit met wederzijds goedvinden
toch mogelijk moet zijn, is onzin. Het
is maar al te gemakkelijk een weder
zijds goedvinden tot stand te brengen,
waarbij één der partners in feite sterft
aan zijn/haar eigen toestemming, om
dat hij/zij zich onmachtig voelt de
wezenlijke verbondenheid met de an
der tot stand te brengen. De huwe
lijksliefde betekent, een zich steeds
weer tot elkaar bekennen, totdat de
dood scheiding brengt.
Juist omdat de huwelijksliefde meer
is dan sex alleen, acht ik de rekbare
monogamie „een tegenstrijdigheid in
de gedachtengang, omdat zij een groot
aantal wezenlijke factoren der part
nergemeenschap in het huwelijk bui
ten beschouwing laat.
„Sexualiteit is lustbeleving". Akkoord.
Maar zij is ook zwak bij elkaar kun
nen zijn, verdriet mogen hebben, el
kaar kunnen troosten. Want het huwe
lijk wordt ons gegeven als een reme
die tegen de dood. Midden in de dood
leven wij; maken de huwelijkspart
ners het leven voor elkaar mogelijk,
kunnen zij tot het einde toe bekoor
lijk, begerenswaardig en aantrekkelijk
voor elkaar blijven.
Ik schrijf dit niet uit de een of an
dere al dan niet christelijk getinte
(ouderwetse) morele overtuiging. Maar
omdat ik weet en geloof, dat liefde
geleerd en beoefend mag worden bin
nen de structuur van het huwelijk in
de verschillende fasen van een ge
meenschappelijk leven, totdat wij el-
kaars handen vouwen en afscheid moe
ten nemen". Aldus ds. Krop in het Gro
ninger kerkblad.
Uit; „Lachende Kamera"