FILATELIE K? •aIx ■%r Dammen W lit ZATERDAG 2 DECEMBER 1967 Erbij 23 ROYAL SOCIETY OF NEW ZEALAND RjFpüblicjfttpQu Barmnfr,^ Filarski M&M m, mm Mr. Ed. Spanjaard o nü ll I i I >W t£?3 18Ó7 TM t 4»ft7 TO PROMOTE %m.H NIEUW-ZEELAND. Ter gelegen heid van het honderdjarig bestaan van de Koninklijke Academie van Weten schappen van Nieuw-Zeeland zijn twee postzegels uitgekomen. Het zijn een 4 cents met de Mount Aspiring, op de achtergrond het zuiderlicht en het zui derkruis, links van het zegelbeeld sym bolen van het onzerzoekingswerk van de academie, en een 8 cents met het portret van Sir James Hector de stich ter (afbeelding). POLEN. Honderd jaar geleden werd de romanschrijver Wladislaw Reymont (1867-1925) geboren. Op 12 dec. zal een herdenkingszegel van 60 gr. ver schijnen, waarop diens portret is voor gesteld. OOST-DUITSLAND. Twee postze gels, 20 en 25 pf. zijn verschenen, die respectievelijk het Goethehuis en het Schillerhuis in Weimar afbeelden. GRIEKENLAND heeft een postze gel van 4.50 dr. het licht doen zien naar aanleiding van het eerste inter nationale congres van de UNO-organi- satie voor industriële ontwikkeling te Athene. De zegel vertoont fabrieken en het opschrift UNIDO. BOEROENDI. Een serie kerstze gels met afbeeldingen van religieuze schilderijen is in circulatie gebracht.: 1 fr. De aanbidding door de herders van J. B. Mayno (1568-1649)4 fr. De heilige Familie van Anthony van >ri" Dijck (1599-1641)14 fr. De geboorte van Maitre de Moulins en 26 fr. (af beelding) Madonna en kind van C. Crivelli (1430-1494). Ook een blok met de waarden 1, 4, 14 en 26 fr., getand en ongetand. QATAR. Met afbeeldingen van sche pen van beroemde zeevaarders is een serie van zes verkrijgbaar gesteld: 1 dh een Vikingschip (deel van het ta pijtwerk van Bayeux), 2 dh. de „San ta Maria", het vlaggeschip van Colum bus tijdens zijn eerste tocht naar de nieuwe wereld, 3 dh. de „San Gabriël" van Vasco da Gama, ontdekker van de zeeweg naar Indië, 75 dh. de „Vic toria" van Magalhaes ontdekker van de naar hem genoemde Straat, 1 rl. de „Golden Hind" van Sir Francis Drake, de eerste Brit, die de aarde omzeilde en 2 ris. de „Gipsy Moth IV" van Sir Francis Chichester, die een solozeiltocht om de wereld maakte. FRANKRIJK. Twee frankeerze gels, 0.25 en 0.50 fr., zijn uitgegeven, waarop een vrouwenhoofd met in het haar een krans van korenaren en lau rierbladeren als symbool van de repu bliek. IERLAND. Ter herdenking van het feit, dat driehonderd jaar geleden de Britse schrijver en publicist Jonathan Swift (1667-1745) in Dublin werd ge boren is een serie van twee uitgeko men. Op de 3 d. ziet men het borst beeld van Swift uit het Trinity Colle ge te Dublin tegen een achtergrond van het interieur van de St. Patrick's kathedraal, en op de 1 s. 5 d. een illu stratie uit Swifts werk „Gulliver's Rei zen". Beide zegels beelden wij af. OOSTENRIJK. Het honderdvijftigja- rig bestaan van het Oostenrijkse ka daster is herdacht door de uitgifte van een postzegel van 2 s. (olijfgrijs)De zegel toont het monument dat in 1762 in Wiener Neustadt werd opgericht. BELGIE. Op 11 december zal een tweede serie kinderzegels de zo genoemde Solidariteitsuitgifte) in om loop worden gebracht: 1 fr. 4- 50 c., 2 fr. 50 c., 3 fr. 1 fr. (afbeel ding), 6 fr. 3 fr., 10 fr. +4 fr. en 13 fr. 6 fr. Elke waarde toont een fragment van het schilderij „Kinder spelen" van Pieter Breugel de Oudere (ca. 1525-1569). Aan het toernooi om de provinciale damtitel 1967 nemen twaalf (opdammers deel. Hier volgen enkele spelfragmenten. C. PIPPEL ocooooo ■^ooooooocoo voor en wanneer zij voorkomen wor den ze bijna nooit opgelost, zelfs niet door de grootmeesters die nu eenmaal óók niet door de kaarten kunnen heen kijken. Het probleem dat ik u hieronder voor leg zou met open kaarten eenvoudig op te lossen zijn, maar met slechts zicht op twee spellen is het héél wat lastiger. Niettemin behoort een zéér goede speler die oplossing wel binnen laten we zeggen drie minuten te kunnen vin den. De uitleg van de NZ-spellen is de volgende: A V 10 9432 O 6 5 3 A H B 10 9 A H V B 10 9 8 6 5 A 7 2 ooooooooocooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo T. TIELROOY Zwart: 3, van 6 tot en met 14, 16 tot en met 19, 23, 24. Wit: 25, 26. 27. 30, 32, 33, 35 tot en met begrijpelijk 39, 41 tot en met 45. om er achter A West is de gever, niemand staat kwets baar en het biedverloop was het volgen de. West drie ruiten noord en oost pasten zuid zes harten einde. Zuids bod met elf zekere slagen is er is geen manier meer te komen of de noord- 18x20. 4) 30-24 20x29. 5) 25-20 14x25. 6) 27-21 16x27. 7) 38-32 27x40. 8) 45x5 17-22. 9) 5-32 9-14. 10) 32x5 13-19. 11) 5x17 11x22 met gelijk spel. Zo was de stand na de 16de zet van de partij T. Tielrooy (wit) en H. v. Wester- loo (zwart). JOOOOCX ^<xxxvv-mnroocxxyvv VTOOOOOooooooo Zwart aan zet doorzag de afwikkeling speler de juiste kaarten meebrengt, zo na de ruil 24-29 en 23-28 en vervolgde dat zuid maar besloot op het „vinden" met 10-15. Toch moeten beide spelers het van één slag bij noord te avonturen, voorstellingsvermogen opbrengen om in Zuid speelde dus zes harten en west deze 15 om 15 stand, 16 stukken weg te kwam uit met de ruitenheer, waarop de denken, om daarna tot de conclusie te oostspeler de ruiten tien bijdeed. Welk komen dat de overblijvende stelling niet speelplan moet zuid nu volgen? De op meer dan remisekansen inhoudt. lossing staat hieronder bedek die eens De zeer diepe afwikkeling is als volgt: en bepaal uw oplossing alvorens verder 1) 24-29. 2) 33x24 23-28. 3) 32x23 te lezen. Oplossing. Het is duidelijk dat de oost speler niet meer dan één ruiten heeft. Wests drie-ruitenopening wijst met zeker heid op tenminste een zeskaart, zuid moet dus wel in slag 1 met ruitenaas nemen wil hij niet het risico lopen dat in slag 2 de oostspeler kan introeven. Zuid heeft een fraaie dummy (noord) meegekregen, maar hij kan er niet aan slag komen. Zuid zou natuurlijk vele troeven kunnen gaan afspelen in de hoop dat OW ver keerd weggooien, maar tegen goede tegenstanders is dat speelplan weinig kansrijk. Zuids beste kans is erop te spe len, dat de éne ontbrekende harten, de zeven, bij oost zit. In slag 2 spele zuid klaveraas en in slag 3 de harten vijf. De oostspeler had oorspronkelijk H 9 7 6 4 2 9 7 10 4- V 8 5 3 2. Nadat hij nu zéér onverwacht zijn ene troef gemaakt heeft, moet hij daarvoor twee slagen teruggeven. Want oost moet schoppen of klaver spelen, zodat op schoppenaas en klaverheer twee ruit en tjes bi) zuid opgeruimd kunnen worden. En als west nu eens die ene troef had? Dan gaat zuid down, maar dat zou UA) ook bij elk ander speelplan gegaan zijn! Bridgevraag dezer week. Zuid speelt vier harten en west begint de eerste twee slagen te maken met schoppenaas en heer. Hierna komt zuid aan slag, haalt Hier berekende wit meesterlijk dat de de troef eruit en speelt dan twee maal sterke positiezet 39-33 een inleiding tot ruiten, waarop oost de tweede maal niet een verlies oplevert. Het gaat als volgt: meer bekent. Niettemin maakt zuid ver- 17) 39-33 19-24. 18) 33-28 '3-19. 19) 26-21 (jer ajie slagen, maar aan het einde van 16x36. 20) 37-31 36x27. 21) 32x1 23x32. he(_ Spej blijkt dan dat oost in de tweede 22) 38x27 8-13. 23) 1x34 24-30. 24) 35x24 ruitenslag verzaakt heeft hij had nog 19x46. Een juweel van een afwikkeling wej een ruitentje. Zuid roept de wed en een compliment voor beide spelers! gtrijdleider en eist twee slagen op voor De stand na de 33ste zet van dezelfde het verzaken van oost. Wat moet de partij was als volgt. beslissing van de wedstrijdleider zijn? Zwart: acht stukken op 3, 6, 9, 13, 15, Antwoord elders op deze pagina. 22, 23, 28. Wit: acht stukken op 25, 34, 38, 39, 42, 43, 47, 49. Door de gesloten positie rondom het zwartstuk 28 krijgt wit volop gelegenheid in deze betrekkelijk contactloze stelling te combineren. Spelverloop. 34) 38-33 (dreigt 25-20 en 34-29). 34) 15-20. 35) 25x14 9x20. 36) 42-37 6-11. 37) 43-38 11-16. 38) 47-41 16-21. 39) 38-32 20-24. 40) 49-44 3-9. 41) 41-36 13-18. Stand na de 41ste zet. CKXXJOOOOOOOOOOCXXIOOOOOOOOOCXXXXXXXXXXXXXXXXXDOOOOOOOOOOCX 1) e2-e4 e7-e6. 2) d2-d4 d7-d5. 3) Pbl- c3 Pg8-f6. 4) e4-e5 Pf6-d7. 5) f2-f4 c7-c5. 6) Pgl-f3 Pb8-c6. 7) Rel-e3 c5xd4. 8) Pf3xd4 Er is een speltype met duidelijke ken merken ontstaan, dat reeds het stramien was van ontelbare partijen. Heel vaak resteert er een eindspel met voordeel voor wit, omdat deze a) het steunpunt d4 voor een paard behoudt; b) de goede loper (van fl) bezit tegenover zwart de slechte (van c8). De praktijk heeft echter ge leerd dat de witspeler van goeden huize moet komen om dat voordeel te reali seren. Het gelukte Tal tegen Stahlberg te Stockholm 1961. Wellicht uit respect voor Petrosians grote techniek probeert Donner de partij een ander gezicht te geven. 8) Pd7-b6. 9) Rfl-d3 Ro8-d7. 10) Ddl-e2 Ta8-c8(?) Zwart had veld c8 be schikbaar moeten houden voor Pb6, om na Pc (of d) b5 Pc8 te kunnen spelen, gevolgd door a6. 11) Ptl4-b5! Wit neemt het d-paard om de diagonaal gl-a7 te openen. Eén van de pointes is dat nu na 11) a6 sterk 12) Df2! volgt, waarna zwart het armzalige Pa8 moet spelen. Een andere mogelijkheid is 11) Ta8. 12) Df2 (dreigt Pa7:) Pc8 en nu is 13) 0-0-0 met prachtig spel vooi wit (omdat zwarts stukken elkaar in de weg staan) vermoedelijk nog sterker dan het door Donner aangegeven 13) Rc5, waarna er tenminste enig materiaal geruild wordt. 11) Pc6-a5. Donner maakt van de nood een deugd, fïij geeft een pion voor enig tegenspel (druk op c4). 12) Pb5xa7 Tc8-a8. DONNER xxxjooaxxjcocoooooofyxxioocoocyiooooooooooooooooo •jootv'^'^ooooiryy^bo^vxxxjoooonor Zwart: 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 19, 23. 29. Wit: 25, 26, 31, 32, 35, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 45, 47, 49, 50. In de partij nam wit aan zet dam met 26-21 37-31 32x1 en 8-12 met gelijk spel. HOE DONNER PETROSIAN WEERSTOND Schaken met zwart tegen de wereld kampioen en dat op een hioment, waarop de titelhouder op zijn qui-vive geweest moet zijn, daar zijn opponent meer punten had gescoord dan hijzelf. Brrr! Ziehier de weinig benijdenswaardige taak, voor welke Donner zich ongeveer halverwege het recente, door hem ge wonnen, toernooi te Venetië, gesteld zag. Het treffen had een merkwaardig ver loop; een „pin-up-girl" was de partij be paald niet. Geen briljante momenten, niets bijzonder spannends, geen kandi date voor een schoonheidsprijs. Maar wel een illustratie van het wonderlijke feno meen: schaakpartij, met haar grotendeels verborgen krachtvelden, spanningen, psychologische achtergronden e.d. Heeft de grote Petrosian onze landge noot toch wat onderschat? Geheel onbe grijpelijk ware dat niet. Want reeds op de 12de zet wint hij, bij klaarlichte dag en zonder enige zichtbare compensatie een pion, op de 17de zelfs gevolgd door een tweede. Twee pluspionnen, in han den van 's werelds sterkste, met zijn lOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOÖOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO perfecte techniek. Geldt dan niet nog Zwart: 9, 18, 21, 22, 23, 24, 28. Wit: 32, 33, 34, 36, 37, 39, 44. Wit aan zet vervolgde met 44-40, waar na het spel remise werd. Eerst na afloop van de partij, waarin beide spelers enorm diepe berekeningen moesten maken, bleek dat 36-31 wit winst oplevert door een door beide overzien offer van slechts één zet diepte. Als wit 42) 36-31 speelt, wint wit. Op 9-13 of 14 het offer 34-30 en 31-26 en zwart heeft geen goede zet meer. Na 36-31 21-26 44-40 9-14 40-35 14-20 34-30 uit. Spelverloop in de partij: 42) 44-40 24-29. 43) 33x24 18-22. 44) 34-30 27x38. 45) 30-25 28-32. 46) 37x19 38-42. 47) 24-20 43-48. 48) 40-34 48-37. 49) 19-13 37-26. 50) 13x4 21-27. 51) 4x31 26x15 en de over- slechts: deurwaarder, volgende zaak? En dan gebeurt het vreemde: Donner schijnt toch „iets" te hebben, een gewel dige loper op c6, die hem een overwicht op de witte velden verzekert. Petrosian vindt geen weg om verder te komen, geeft in arren moede één pion terug. Eentje plus is immers ook nog wel voldoende? Maar, op het bord staan lo pers van ongelijke kleur. Deze garan deren gewoonlijk in een eindspel met verder slechts pionnen remise voor de zwakste, terwijl de winstmogelijkheden eerder aanwezig zijn bij méér materieel, omdat ongelijke lopers gunstige factoren zijn voor het scheppen van aanvals- kansen. In de onderhavige partij nu lagen die kansen juist aan Donners zijde. Jan Hein !?1ijaVeu-aeind?tand iS na S6~31 15-4 31-26 nam deze voortreffelijk waar,'zodat zijn 4-18 altijd remise. partner genoegen moest nemen met Deze partij leert ons, dat naast het pUntendeling, na twee pionnen te hebben diep zien en scherp voor stellingsver- voorgestaan. mogen er ook altijd aandacht moet wor- Een vreemde zaak, welke de bekende den geschonken aan de voor de hand lig- Amsterdamse theoreticus drs. C. B. van gende afwikkeling met een offer en stille den Berg zeifs het woord „mystificatie" tempozet. jn de mond legde. De opmerkingen, welke B. Dukel Donner zelf in het periodiek „Schaak- jpj revue" bij de partij plaatste en welke wij O I* H O <G hieronder zo nu en dan zullen vermelden, lossen deze „mystificatie" slechts ge- PROBLEEM deeltelijk op. Bijzonder moeilijke probleemspellen ko- Petrosian. Zwart: Donner. men in de bridgepraktijk slechts zelden Franse partij PETROSIAN De partij is twaalf zetten jong en reeds bezit wit een essentiële pluspion. Essen tieel omdat veld b6 onvoldoende gedekt wordt. Is het een wonder, dat Petrosian rja zo een snel succes wat minder precies gaat spelen? 13) Pa7-b5 Voor de hand liggend en niet slecht, maar 13) Pcb5! was beter. Qver het algemeen is het ongewenst, een „hangend" paard als dat op a7 te laten dekken door een soortgenoot, omdat de laatste aan de dekking gebonden blijft. Maar in het onderhavige geval ligt zulks anders, door de zo juist gesignaleerde zwarte van veld b6. Wit dreigt namelijk Df2 en Pb6 moet naar c8, daar na Pa(of b) c4 volgt Rd4 (met dekking van b2, dat is het grote verschil!) vernietigend b3 dreigt. Na de tekstzet kriigt zwart enige tegenkansen. 13) Pa5-c4. 14) Rel-c3 Kleine oorzaken, grote gevolgen; nu moet wit voor de verdediging van b2 tijd verliezen. 14) Rf8-b4. 15) 0-0 Pb6-a4! Zwart neemt zijn kansen goed waar; hij dreigt zelfs een stuk te winnen met Rb5: Db6t. 16) Rd3xc4(?) Hoewel deze zet een tweede pion wint, had wit toch beter zijn sterke koningsloper op het bord kunnen houden, bijvoorbeeld met 16) Pa4: Rb5: (Ta4:? 17) b3) 17) Pc3 met overwegend spel. 16) d5xc4. 17) De2xc4 Rb4-c5t. 18) Kgl-hl Pa4xc3. 19) Pb5xc3 Dd8-b6. 20) Dc4-e2 Bereidt Pe4 voor, dat nu nog zou falen op Rb5. 20) 0-0. 21) Pc3-e4 F.c5-e7. 22) b2-b3 Rd7-c6. Deze loper, drukkend op g2, is zwarts steun en toeverlaat. Er dreigt Dd4. 23) Rcl-b2 Vermoedelijk was Re3 beter: de loper doet op b2 niet veel. 23) Tf8-d8. 24) Pe4-d6 Volgens Donner meende Petrosian, dat dit wits enige mogelijkheid is om verder te ko men. Ondanks zijn materiële voorsprong valt wits taak inderdaad niet mee. Zie bijvoorbeeld 24) a4 Db4! 25) Tael Tac8 of 24) Tf3(?) Re4:! 25) De4: Ta2:! en wit kan niet terugslaan wegens Tdlt en mat. 24) Db6-c5! Sterker dan direct twee maal slaan op d6. Weliswaar faalt na 24) Rd6:. 25) ed6: Td6.. 26) De5 f6. 27) Dd6:? op Rg2:+ enz., maar Pd6 loopt niet weg. Zwart kan op d6 beter met de dame slaan, onder meer om met Df8 zo nodig veld g7 te kunnen beschermen. 25) a2-a4 Re7xd6. 26) e5xd6 Dc5xd6. Deze stelling is waarschijnlijk voor wit niet meer te winnen, omdat Rc6 meer druk uitoefent dan Rb2. Zwart heeft namelijk f7-f6 nog in petto, terwijl wit, die reeds f?-f4 speelde, de zwarte loperdiagonaal riiet meer kan verkorten. De rest staat in het teken van de ongelijke lopers. Er volgde: 27) Tadl De7. 28) De5 fG. 29) De3 Td7. 30) Td7: Dd7:. 31) h3 Dd5. 32) Tf2 Td8. 33) Kh2 Df5. 34) Rd4 h5. 35) Td2 De4! 36) Df2 Na dameruil kan wit pionverlies niet meer voorkomen wegens de dreiging e6- e5 Rc2. 36) Td5! 37) Re3 Td2:. 38) Dd2: e5! 39) fe5: De5:f. 40) Rf4 Dd5. 41) Dd5: Rd5: en wit moest na nog een aantal zetten het vergeefse van zijn winst pogingen inzien. Remise! Wij hopen nog eens Petrosians eigen analyse onder de ogen te krijgen van deze mystificatie. qqeBuiag jfiA 'uajjBq jaiA :snp jjftjq jeejjnsaj jajj 'ubbjs aj je apjjua uaag ja (jz uaAaoqaq uagejs aip uba ua ajjfeezjaA jbjbj [aaA jsoo iep -J99A jqBEuiag je uagejs aaA\j agiua unq AVO uappeq tads puiaouag uj uaza/AaS -901 ZN UBB 3IP SBAV UBP 'uaqqaq jqeeui -ag gets uaa guiqezaaA ap bu psAag jtp U1 AVO uapno2 uazaMagaoj uapjoM fijjed -uagaj ap ubb gets uaag ueq 'ajqeezjaA ftq jep juauioui jaq jbuba pjBBuiag ijaaq jaaui gets uaag 'aiqeezjaA aip Jajads uaa uaipuj Stn:.i.\ aSpuq do pjooMjuy ,y REBUS Wat staat in deze rebus te lezen? Het is niet zo gemakkelijk, hoor! De oplossing vind je veer in de vol gende Kinderkrant. Sint Nicolaas ging met de boot van Spanje naar ons Holland. Het schip voer op een kalme zee, vol pakjes tot de rand. ".rf Maar plotseling stopte de boot. De pijp hield op met stomen. Sint Nicolaas riep naai zijn Piet: „Hoe is dat nu gekomen?" u vv».*4" Piet ging eens kijken in de pijp, Ook ging hij naar beneden. Maar alles leek gewoon te zijn. „Wat nu, o wee, och heden". M i'S-ZitjiiA fV A-- Dat riepen Sint en Pieterbaas. „Hoe nu in Holland komen?" Sint zuchtte nog wel duizend maal en zei: „Ik zal belonen. - Wie mij naar Holland varen wil en niet te laat daar arriveer, krijgt vijf pond speculaas cadeau, of tien pond, of nog meer!" Oplossing. Formule I-wedstrijd uit de Kinderkrant van vorige zaterdag :Piet 36 wint de hardloop wedstrijd. De namen van de winnaars van de Formule Il-wedstrijd vindt je de volgende week op deze plaats. Zij krijgen hun prijzen thuisbezorgd. s? vv XM r -ris&te*. Dat hóórde in de grote zee, een walvis, die juist langs zwom. Hij riep: „Zeg Sint, dat 's wat voor mij. Is 't goed, dat ik even langs kom?" ,4 ós-O- En zo gebeurde het, dat Piet een grote kabel gooide in zee. De walvis ving hem handig op en sleepte daar de boot toen mee. J\ó -j. y/ i.yjL.-,.-, .41 In Holland aangekomen, gaf Sint de vis zijn speculaas. Hij heeft het heerlijk opgegeten en zei: „Dank u vriendelijk Sinterklaas!" DIT DIERTJE Wij denken wel eens, dat Sinter klaas maar één paard heeft, maar dat is niet waar. In Nederland ge bruikt hij meestal zijn trouwe schimmel, maar in Spanje rijdt hij vaak op een Arabische volblped. Er zijn een heleboel soorten paarden zoals bijvoorbeeld het Przewalski- paard, dat maar 1.30 m hoog is en in het koude Mongolië leett. In ons land hebben we o.a. Friese en Zeeuwse paarden, terwijl er de laat ste tijd ook ontzettend veel pony's zijn. Wist je, dat alle paarden, die kleiner zijn dan 1.47 m, pony's heten? t\ J». ->.*-<*- -* Zo is de Sint toch nog op tijd, om alle pakjes te bezorgen voor jou, voor mij uxicht rustig af, tot over-overmorgen. HENRIËTTE WEERT t c. Als je deze tekening goed kleurt, wordt het een mooie Sinterklaas plaat. De kleuren staan met cijfers aangegeven. 1 rood 2 geel 3 blauw 4 groen 5 oranje 6 bruin 7 zwart. Veel kleur-plezier!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 23