FILATELIE
K?
•aIx
■%r
Dammen
W lit
ZATERDAG 2 DECEMBER 1967
Erbij
23
ROYAL SOCIETY
OF NEW ZEALAND
RjFpüblicjfttpQu Barmnfr,^
Filarski
M&M
m,
mm
Mr. Ed. Spanjaard
o
nü
ll
I
i
I >W t£?3
18Ó7 TM t 4»ft7
TO PROMOTE %m.H
NIEUW-ZEELAND. Ter gelegen
heid van het honderdjarig bestaan van
de Koninklijke Academie van Weten
schappen van Nieuw-Zeeland zijn twee
postzegels uitgekomen. Het zijn een 4
cents met de Mount Aspiring, op de
achtergrond het zuiderlicht en het zui
derkruis, links van het zegelbeeld sym
bolen van het onzerzoekingswerk van
de academie, en een 8 cents met het
portret van Sir James Hector de stich
ter (afbeelding).
POLEN. Honderd jaar geleden werd
de romanschrijver Wladislaw Reymont
(1867-1925) geboren. Op 12 dec. zal
een herdenkingszegel van 60 gr. ver
schijnen, waarop diens portret is voor
gesteld.
OOST-DUITSLAND. Twee postze
gels, 20 en 25 pf. zijn verschenen, die
respectievelijk het Goethehuis en het
Schillerhuis in Weimar afbeelden.
GRIEKENLAND heeft een postze
gel van 4.50 dr. het licht doen zien
naar aanleiding van het eerste inter
nationale congres van de UNO-organi-
satie voor industriële ontwikkeling te
Athene. De zegel vertoont fabrieken en
het opschrift UNIDO.
BOEROENDI. Een serie kerstze
gels met afbeeldingen van religieuze
schilderijen is in circulatie gebracht.:
1 fr. De aanbidding door de herders
van J. B. Mayno (1568-1649)4 fr.
De heilige Familie van Anthony van
>ri"
Dijck (1599-1641)14 fr. De geboorte
van Maitre de Moulins en 26 fr. (af
beelding) Madonna en kind van C.
Crivelli (1430-1494). Ook een blok met
de waarden 1, 4, 14 en 26 fr., getand
en ongetand.
QATAR. Met afbeeldingen van sche
pen van beroemde zeevaarders is een
serie van zes verkrijgbaar gesteld: 1
dh een Vikingschip (deel van het ta
pijtwerk van Bayeux), 2 dh. de „San
ta Maria", het vlaggeschip van Colum
bus tijdens zijn eerste tocht naar de
nieuwe wereld, 3 dh. de „San Gabriël"
van Vasco da Gama, ontdekker van
de zeeweg naar Indië, 75 dh. de „Vic
toria" van Magalhaes ontdekker van
de naar hem genoemde Straat, 1 rl.
de „Golden Hind" van Sir Francis
Drake, de eerste Brit, die de aarde
omzeilde en 2 ris. de „Gipsy Moth IV"
van Sir Francis Chichester, die een
solozeiltocht om de wereld maakte.
FRANKRIJK. Twee frankeerze
gels, 0.25 en 0.50 fr., zijn uitgegeven,
waarop een vrouwenhoofd met in het
haar een krans van korenaren en lau
rierbladeren als symbool van de repu
bliek.
IERLAND. Ter herdenking van het
feit, dat driehonderd jaar geleden de
Britse schrijver en publicist Jonathan
Swift (1667-1745) in Dublin werd ge
boren is een serie van twee uitgeko
men. Op de 3 d. ziet men het borst
beeld van Swift uit het Trinity Colle
ge te Dublin tegen een achtergrond
van het interieur van de St. Patrick's
kathedraal, en op de 1 s. 5 d. een illu
stratie uit Swifts werk „Gulliver's Rei
zen". Beide zegels beelden wij af.
OOSTENRIJK. Het honderdvijftigja-
rig bestaan van het Oostenrijkse ka
daster is herdacht door de uitgifte van
een postzegel van 2 s. (olijfgrijs)De
zegel toont het monument dat in 1762
in Wiener Neustadt werd opgericht.
BELGIE. Op 11 december zal een
tweede serie kinderzegels de zo
genoemde Solidariteitsuitgifte) in om
loop worden gebracht: 1 fr. 4- 50 c.,
2 fr. 50 c., 3 fr. 1 fr. (afbeel
ding), 6 fr. 3 fr., 10 fr. +4 fr. en
13 fr. 6 fr. Elke waarde toont een
fragment van het schilderij „Kinder
spelen" van Pieter Breugel de Oudere
(ca. 1525-1569).
Aan het toernooi om de provinciale
damtitel 1967 nemen twaalf (opdammers
deel. Hier volgen enkele spelfragmenten.
C. PIPPEL
ocooooo
■^ooooooocoo
voor en wanneer zij voorkomen wor
den ze bijna nooit opgelost, zelfs niet
door de grootmeesters die nu eenmaal
óók niet door de kaarten kunnen heen
kijken.
Het probleem dat ik u hieronder voor
leg zou met open kaarten eenvoudig op
te lossen zijn, maar met slechts zicht
op twee spellen is het héél wat lastiger.
Niettemin behoort een zéér goede speler
die oplossing wel binnen laten we
zeggen drie minuten te kunnen vin
den. De uitleg van de NZ-spellen is de
volgende:
A V 10
9432
O 6 5 3
A H B 10 9
A H V B 10 9 8 6 5
A 7 2
ooooooooocooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo
T. TIELROOY
Zwart: 3, van 6 tot en met 14, 16 tot en
met 19, 23, 24.
Wit: 25, 26. 27. 30, 32, 33, 35 tot en met begrijpelijk
39, 41 tot en met 45. om er achter
A
West is de gever, niemand staat kwets
baar en het biedverloop was het volgen
de. West drie ruiten noord en oost
pasten zuid zes harten einde.
Zuids bod met elf zekere slagen is
er is geen manier meer
te komen of de noord-
18x20. 4) 30-24 20x29. 5) 25-20 14x25.
6) 27-21 16x27. 7) 38-32 27x40. 8) 45x5
17-22. 9) 5-32 9-14. 10) 32x5 13-19. 11)
5x17 11x22 met gelijk spel.
Zo was de stand na de 16de zet van de
partij T. Tielrooy (wit) en H. v. Wester-
loo (zwart).
JOOOOCX ^<xxxvv-mnroocxxyvv
VTOOOOOooooooo
Zwart aan zet doorzag de afwikkeling speler de juiste kaarten meebrengt, zo
na de ruil 24-29 en 23-28 en vervolgde dat zuid maar besloot op het „vinden"
met 10-15. Toch moeten beide spelers het van één slag bij noord te avonturen,
voorstellingsvermogen opbrengen om in Zuid speelde dus zes harten en west
deze 15 om 15 stand, 16 stukken weg te kwam uit met de ruitenheer, waarop de
denken, om daarna tot de conclusie te oostspeler de ruiten tien bijdeed. Welk
komen dat de overblijvende stelling niet speelplan moet zuid nu volgen? De op
meer dan remisekansen inhoudt. lossing staat hieronder bedek die eens
De zeer diepe afwikkeling is als volgt: en bepaal uw oplossing alvorens verder
1) 24-29. 2) 33x24 23-28. 3) 32x23 te lezen.
Oplossing. Het is duidelijk dat de oost
speler niet meer dan één ruiten heeft.
Wests drie-ruitenopening wijst met zeker
heid op tenminste een zeskaart, zuid moet
dus wel in slag 1 met ruitenaas nemen
wil hij niet het risico lopen dat in slag 2
de oostspeler kan introeven. Zuid heeft
een fraaie dummy (noord) meegekregen,
maar hij kan er niet aan slag komen.
Zuid zou natuurlijk vele troeven kunnen
gaan afspelen in de hoop dat OW ver
keerd weggooien, maar tegen goede
tegenstanders is dat speelplan weinig
kansrijk. Zuids beste kans is erop te spe
len, dat de éne ontbrekende harten, de
zeven, bij oost zit. In slag 2 spele zuid
klaveraas en in slag 3 de harten vijf. De
oostspeler had oorspronkelijk
H 9 7 6 4 2 9 7 10 4- V 8 5 3 2.
Nadat hij nu zéér onverwacht zijn ene
troef gemaakt heeft, moet hij daarvoor
twee slagen teruggeven. Want oost moet
schoppen of klaver spelen, zodat op
schoppenaas en klaverheer twee ruit en
tjes bi) zuid opgeruimd kunnen worden.
En als west nu eens die ene troef had?
Dan gaat zuid down, maar dat zou UA)
ook bij elk ander speelplan gegaan zijn!
Bridgevraag dezer week. Zuid speelt
vier harten en west begint de eerste twee
slagen te maken met schoppenaas en
heer. Hierna komt zuid aan slag, haalt
Hier berekende wit meesterlijk dat de de troef eruit en speelt dan twee maal
sterke positiezet 39-33 een inleiding tot ruiten, waarop oost de tweede maal niet
een verlies oplevert. Het gaat als volgt: meer bekent. Niettemin maakt zuid ver-
17) 39-33 19-24. 18) 33-28 '3-19. 19) 26-21 (jer ajie slagen, maar aan het einde van
16x36. 20) 37-31 36x27. 21) 32x1 23x32. he(_ Spej blijkt dan dat oost in de tweede
22) 38x27 8-13. 23) 1x34 24-30. 24) 35x24 ruitenslag verzaakt heeft hij had nog
19x46. Een juweel van een afwikkeling wej een ruitentje. Zuid roept de wed
en een compliment voor beide spelers! gtrijdleider en eist twee slagen op voor
De stand na de 33ste zet van dezelfde het verzaken van oost. Wat moet de
partij was als volgt. beslissing van de wedstrijdleider zijn?
Zwart: acht stukken op 3, 6, 9, 13, 15, Antwoord elders op deze pagina.
22, 23, 28.
Wit: acht stukken op 25, 34, 38, 39, 42,
43, 47, 49.
Door de gesloten positie rondom het
zwartstuk 28 krijgt wit volop gelegenheid
in deze betrekkelijk contactloze stelling
te combineren. Spelverloop. 34) 38-33
(dreigt 25-20 en 34-29). 34) 15-20.
35) 25x14 9x20. 36) 42-37 6-11. 37) 43-38
11-16. 38) 47-41 16-21. 39) 38-32 20-24.
40) 49-44 3-9. 41) 41-36 13-18. Stand na
de 41ste zet.
CKXXJOOOOOOOOOOCXXIOOOOOOOOOCXXXXXXXXXXXXXXXXXDOOOOOOOOOOCX
1) e2-e4 e7-e6. 2) d2-d4 d7-d5. 3) Pbl-
c3 Pg8-f6. 4) e4-e5 Pf6-d7. 5) f2-f4 c7-c5.
6) Pgl-f3 Pb8-c6. 7) Rel-e3 c5xd4. 8)
Pf3xd4
Er is een speltype met duidelijke ken
merken ontstaan, dat reeds het stramien
was van ontelbare partijen. Heel vaak
resteert er een eindspel met voordeel voor
wit, omdat deze a) het steunpunt d4 voor
een paard behoudt; b) de goede loper
(van fl) bezit tegenover zwart de slechte
(van c8). De praktijk heeft echter ge
leerd dat de witspeler van goeden huize
moet komen om dat voordeel te reali
seren. Het gelukte Tal tegen Stahlberg
te Stockholm 1961. Wellicht uit respect
voor Petrosians grote techniek probeert
Donner de partij een ander gezicht te
geven.
8) Pd7-b6. 9) Rfl-d3 Ro8-d7. 10)
Ddl-e2 Ta8-c8(?) Zwart had veld c8 be
schikbaar moeten houden voor Pb6, om
na Pc (of d) b5 Pc8 te kunnen spelen,
gevolgd door a6. 11) Ptl4-b5! Wit
neemt het d-paard om de diagonaal gl-a7
te openen. Eén van de pointes is dat nu na
11) a6 sterk 12) Df2! volgt, waarna
zwart het armzalige Pa8 moet spelen. Een
andere mogelijkheid is 11) Ta8.
12) Df2 (dreigt Pa7:) Pc8 en nu is 13)
0-0-0 met prachtig spel vooi wit (omdat
zwarts stukken elkaar in de weg staan)
vermoedelijk nog sterker dan het door
Donner aangegeven 13) Rc5, waarna er
tenminste enig materiaal geruild wordt.
11) Pc6-a5. Donner maakt van de
nood een deugd, fïij geeft een pion voor
enig tegenspel (druk op c4). 12) Pb5xa7
Tc8-a8.
DONNER
xxxjooaxxjcocoooooofyxxioocoocyiooooooooooooooooo
•jootv'^'^ooooiryy^bo^vxxxjoooonor
Zwart: 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 11, 13, 14, 15,
16, 17, 19, 23. 29.
Wit: 25, 26, 31, 32, 35, 37, 38, 39, 40, 41,
42, 43, 45, 47, 49, 50.
In de partij nam wit aan zet dam met
26-21 37-31 32x1 en 8-12 met gelijk spel.
HOE DONNER PETROSIAN
WEERSTOND
Schaken met zwart tegen de wereld
kampioen en dat op een hioment, waarop
de titelhouder op zijn qui-vive geweest
moet zijn, daar zijn opponent meer punten
had gescoord dan hijzelf. Brrr!
Ziehier de weinig benijdenswaardige
taak, voor welke Donner zich ongeveer
halverwege het recente, door hem ge
wonnen, toernooi te Venetië, gesteld zag.
Het treffen had een merkwaardig ver
loop; een „pin-up-girl" was de partij be
paald niet. Geen briljante momenten,
niets bijzonder spannends, geen kandi
date voor een schoonheidsprijs. Maar wel
een illustratie van het wonderlijke feno
meen: schaakpartij, met haar grotendeels
verborgen krachtvelden, spanningen,
psychologische achtergronden e.d.
Heeft de grote Petrosian onze landge
noot toch wat onderschat? Geheel onbe
grijpelijk ware dat niet. Want reeds op
de 12de zet wint hij, bij klaarlichte dag
en zonder enige zichtbare compensatie
een pion, op de 17de zelfs gevolgd door
een tweede. Twee pluspionnen, in han
den van 's werelds sterkste, met zijn
lOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOÖOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO perfecte techniek. Geldt dan niet nog
Zwart: 9, 18, 21, 22, 23, 24, 28.
Wit: 32, 33, 34, 36, 37, 39, 44.
Wit aan zet vervolgde met 44-40, waar
na het spel remise werd. Eerst na afloop
van de partij, waarin beide spelers enorm
diepe berekeningen moesten maken, bleek
dat 36-31 wit winst oplevert door een
door beide overzien offer van slechts één
zet diepte. Als wit 42) 36-31 speelt, wint
wit. Op 9-13 of 14 het offer 34-30 en 31-26
en zwart heeft geen goede zet meer. Na
36-31 21-26 44-40 9-14 40-35 14-20 34-30
uit.
Spelverloop in de partij: 42) 44-40
24-29. 43) 33x24 18-22. 44) 34-30 27x38.
45) 30-25 28-32. 46) 37x19 38-42. 47) 24-20
43-48. 48) 40-34 48-37. 49) 19-13 37-26.
50) 13x4 21-27. 51) 4x31 26x15 en de over-
slechts: deurwaarder, volgende zaak?
En dan gebeurt het vreemde: Donner
schijnt toch „iets" te hebben, een gewel
dige loper op c6, die hem een overwicht
op de witte velden verzekert. Petrosian
vindt geen weg om verder te komen, geeft
in arren moede één pion terug.
Eentje plus is immers ook nog wel
voldoende? Maar, op het bord staan lo
pers van ongelijke kleur. Deze garan
deren gewoonlijk in een eindspel met
verder slechts pionnen remise voor de
zwakste, terwijl de winstmogelijkheden
eerder aanwezig zijn bij méér materieel,
omdat ongelijke lopers gunstige factoren
zijn voor het scheppen van aanvals-
kansen.
In de onderhavige partij nu lagen die
kansen juist aan Donners zijde. Jan Hein
!?1ijaVeu-aeind?tand iS na S6~31 15-4 31-26 nam deze voortreffelijk waar,'zodat zijn
4-18 altijd remise. partner genoegen moest nemen met
Deze partij leert ons, dat naast het pUntendeling, na twee pionnen te hebben
diep zien en scherp voor stellingsver- voorgestaan.
mogen er ook altijd aandacht moet wor- Een vreemde zaak, welke de bekende
den geschonken aan de voor de hand lig- Amsterdamse theoreticus drs. C. B. van
gende afwikkeling met een offer en stille den Berg zeifs het woord „mystificatie"
tempozet. jn de mond legde. De opmerkingen, welke
B. Dukel Donner zelf in het periodiek „Schaak-
jpj revue" bij de partij plaatste en welke wij
O I* H O <G hieronder zo nu en dan zullen vermelden,
lossen deze „mystificatie" slechts ge-
PROBLEEM deeltelijk op.
Bijzonder moeilijke probleemspellen ko- Petrosian. Zwart: Donner.
men in de bridgepraktijk slechts zelden Franse partij
PETROSIAN
De partij is twaalf zetten jong en reeds
bezit wit een essentiële pluspion. Essen
tieel omdat veld b6 onvoldoende gedekt
wordt. Is het een wonder, dat Petrosian
rja zo een snel succes wat minder precies
gaat spelen?
13) Pa7-b5 Voor de hand liggend
en niet slecht, maar 13) Pcb5! was beter.
Qver het algemeen is het ongewenst, een
„hangend" paard als dat op a7 te laten
dekken door een soortgenoot, omdat de
laatste aan de dekking gebonden blijft.
Maar in het onderhavige geval ligt zulks
anders, door de zo juist gesignaleerde
zwarte van veld b6. Wit dreigt namelijk
Df2 en Pb6 moet naar c8, daar na Pa(of b)
c4 volgt Rd4 (met dekking van b2, dat
is het grote verschil!) vernietigend b3
dreigt. Na de tekstzet kriigt zwart enige
tegenkansen. 13) Pa5-c4. 14) Rel-c3
Kleine oorzaken, grote gevolgen; nu
moet wit voor de verdediging van b2 tijd
verliezen.
14) Rf8-b4. 15) 0-0 Pb6-a4! Zwart
neemt zijn kansen goed waar; hij dreigt
zelfs een stuk te winnen met Rb5:
Db6t. 16) Rd3xc4(?) Hoewel deze
zet een tweede pion wint, had wit toch
beter zijn sterke koningsloper op het
bord kunnen houden, bijvoorbeeld met
16) Pa4: Rb5: (Ta4:? 17) b3) 17) Pc3 met
overwegend spel. 16) d5xc4. 17)
De2xc4 Rb4-c5t. 18) Kgl-hl Pa4xc3. 19)
Pb5xc3 Dd8-b6. 20) Dc4-e2 Bereidt
Pe4 voor, dat nu nog zou falen op Rb5.
20) 0-0. 21) Pc3-e4 F.c5-e7. 22) b2-b3
Rd7-c6. Deze loper, drukkend op g2, is
zwarts steun en toeverlaat. Er dreigt Dd4.
23) Rcl-b2 Vermoedelijk was Re3
beter: de loper doet op b2 niet veel. 23)
Tf8-d8. 24) Pe4-d6 Volgens
Donner meende Petrosian, dat dit wits
enige mogelijkheid is om verder te ko
men. Ondanks zijn materiële voorsprong
valt wits taak inderdaad niet mee. Zie
bijvoorbeeld 24) a4 Db4! 25) Tael Tac8 of
24) Tf3(?) Re4:! 25) De4: Ta2:! en wit
kan niet terugslaan wegens Tdlt en mat.
24) Db6-c5! Sterker dan direct twee
maal slaan op d6. Weliswaar faalt na
24) Rd6:. 25) ed6: Td6.. 26) De5 f6.
27) Dd6:? op Rg2:+ enz., maar Pd6 loopt
niet weg. Zwart kan op d6 beter met de
dame slaan, onder meer om met Df8 zo
nodig veld g7 te kunnen beschermen.
25) a2-a4 Re7xd6. 26) e5xd6 Dc5xd6. Deze
stelling is waarschijnlijk voor wit niet
meer te winnen, omdat Rc6 meer druk
uitoefent dan Rb2. Zwart heeft namelijk
f7-f6 nog in petto, terwijl wit, die reeds
f?-f4 speelde, de zwarte loperdiagonaal
riiet meer kan verkorten. De rest staat
in het teken van de ongelijke lopers. Er
volgde: 27) Tadl De7. 28) De5 fG. 29)
De3 Td7. 30) Td7: Dd7:. 31) h3 Dd5. 32)
Tf2 Td8. 33) Kh2 Df5. 34) Rd4 h5. 35) Td2
De4! 36) Df2
Na dameruil kan wit pionverlies niet
meer voorkomen wegens de dreiging e6-
e5 Rc2. 36) Td5! 37) Re3 Td2:.
38) Dd2: e5! 39) fe5: De5:f. 40) Rf4 Dd5.
41) Dd5: Rd5: en wit moest na nog een
aantal zetten het vergeefse van zijn winst
pogingen inzien. Remise!
Wij hopen nog eens Petrosians eigen
analyse onder de ogen te krijgen van deze
mystificatie.
qqeBuiag jfiA 'uajjBq
jaiA :snp jjftjq jeejjnsaj jajj 'ubbjs aj je
apjjua uaag ja (jz uaAaoqaq uagejs aip
uba ua ajjfeezjaA jbjbj [aaA jsoo iep
-J99A jqBEuiag je uagejs aaA\j agiua unq
AVO uappeq tads puiaouag uj uaza/AaS
-901 ZN UBB 3IP SBAV UBP 'uaqqaq jqeeui
-ag gets uaa guiqezaaA ap bu psAag jtp
U1 AVO uapno2 uazaMagaoj uapjoM fijjed
-uagaj ap ubb gets uaag ueq 'ajqeezjaA
ftq jep juauioui jaq jbuba pjBBuiag ijaaq
jaaui gets uaag 'aiqeezjaA aip Jajads
uaa uaipuj Stn:.i.\ aSpuq do pjooMjuy
,y
REBUS
Wat staat in deze rebus te lezen?
Het is niet zo gemakkelijk, hoor!
De oplossing vind je veer in de vol
gende Kinderkrant.
Sint Nicolaas ging met de boot
van Spanje naar ons Holland.
Het schip voer op een kalme zee,
vol pakjes tot de rand.
".rf
Maar plotseling stopte de boot.
De pijp hield op met stomen.
Sint Nicolaas riep naai zijn Piet:
„Hoe is dat nu gekomen?"
u
vv».*4"
Piet ging eens kijken in de pijp,
Ook ging hij naar beneden.
Maar alles leek gewoon te zijn.
„Wat nu, o wee, och heden".
M i'S-ZitjiiA fV A--
Dat riepen Sint en Pieterbaas.
„Hoe nu in Holland komen?"
Sint zuchtte nog wel duizend maal
en zei: „Ik zal belonen.
-
Wie mij naar Holland varen wil
en niet te laat daar arriveer,
krijgt vijf pond speculaas cadeau,
of tien pond, of nog meer!"
Oplossing. Formule I-wedstrijd
uit de Kinderkrant van vorige
zaterdag :Piet 36 wint de hardloop
wedstrijd.
De namen van de winnaars van de
Formule Il-wedstrijd vindt je de
volgende week op deze plaats. Zij
krijgen hun prijzen thuisbezorgd.
s?
vv
XM r -ris&te*.
Dat hóórde in de grote zee,
een walvis, die juist langs zwom.
Hij riep: „Zeg Sint,
dat 's wat voor mij.
Is 't goed, dat ik even langs kom?"
,4
ós-O-
En zo gebeurde het, dat Piet
een grote kabel gooide in zee.
De walvis ving hem handig op
en sleepte daar de boot toen mee.
J\ó
-j. y/ i.yjL.-,.-, .41
In Holland aangekomen,
gaf Sint de vis zijn speculaas.
Hij heeft het heerlijk opgegeten
en zei: „Dank u
vriendelijk Sinterklaas!"
DIT DIERTJE
Wij denken wel eens, dat Sinter
klaas maar één paard heeft, maar
dat is niet waar. In Nederland ge
bruikt hij meestal zijn trouwe
schimmel, maar in Spanje rijdt hij
vaak op een Arabische volblped. Er
zijn een heleboel soorten paarden
zoals bijvoorbeeld het Przewalski-
paard, dat maar 1.30 m hoog is
en in het koude Mongolië leett. In
ons land hebben we o.a. Friese en
Zeeuwse paarden, terwijl er de laat
ste tijd ook ontzettend veel pony's
zijn. Wist je, dat alle paarden, die
kleiner zijn dan 1.47 m, pony's
heten?
t\
J». ->.*-<*- -*
Zo is de Sint toch nog op tijd,
om alle pakjes te bezorgen
voor jou, voor mij uxicht rustig af,
tot over-overmorgen.
HENRIËTTE WEERT
t c.
Als je deze tekening goed kleurt,
wordt het een mooie Sinterklaas
plaat. De kleuren staan met cijfers
aangegeven. 1 rood 2 geel
3 blauw 4 groen 5
oranje 6 bruin 7 zwart.
Veel kleur-plezier!