e&j PANDA EN DE POLYDINGUS POLLE, PELLI EN PINGO «gestipt l Magdalenakerk in Amsterdam onttakeld ■1 Neef stelde twee ooms aan de kaak Inlichtingen over telefoongesprekken gevraagd Ambassadeur van Saigon in ons land Echtpaar hielp moordenaars vluchten Nieuw- Amsterdam kreeg jeugdige snelheid terug Voor anti-honger actie 1,2 miljoen Ons vervolgverhaal jjg ZATERDAG 2 DECEMBER 1967 •V Bedrog bij antiekveiling Na moord in A vereest Kees Stip Moeren AUPMAAL te V£fiJ, Hoe DANOOK NU ZAl IK O NAAR HUIS 8RBN6PM WMMMVWMVtfVWMi t\J\AAMMMWWWWWWUV Een 6é.r*pr<MtkeKjb. rowan door JAN DE HAKTOG 7) Maar het was op niets uit gelopen. Een van de redenen was dat June Simmons niet verliefd was op mij. Ik had geprobeerd haar hand vast te houden op dat bankje, onder het voorwendsel dat ik opeens pijn had in mijn been. Maar zij was er niet ingelopen. Zij had gezegd: „Stel u niet aan, kapitein. Gaat u maar eens gezellig ping-pong spelen met de kolonel". Dat had mij de lust ont nomen. Zij was een juweel van nuch terheid, maar het idee om met de kolonel te gaan spelen trok mij niet aan, hij gebruikte het spel om aan zijn politieke gevoelens uitdrukking te geven. Iemand had hem in het hoofd gezet dat ik een communist was. Toch, als de herinnering aan Stella mij niet zo hardnekkig achtervolgd had, geloof ik, dat ik van June Sim mons zou kunnen zijn gaan houden, want in haar tegenwoordigheid was het "mij onmogelijk mezelf au sérieux te nemen. Ik had haar verteld over mijn jeugd en de zee en de oorlog, ik had haar zelfs van de U-boot ver teld die wij geramd hadden, en hoe ik de gedachte aan de dertig mensen die daarbij waren verdronken^ niet van mij af kon zetten. Zij wilde daar niet van horen; toen ik over mezelf begon te praten als een moordenaar zei zij weer: „Stel u niet aan, kapi tein", dit keer op een bijzonder vol wassen manier. Hoe dan ook, zij was terug in Enge land en werd nu waarschijnlijk het hof gemaakt door een Squire met leer op zijn ellebogen en zijn achterste naar het vuur. Hij zou er een beste vrouw aan hebben. Aan de noordgrens van de polder stapte ik uit de bus en nam de trein naar een stadje in het noordwesten van Friesland, waar, zo had men mij verteld, de kok een restaurant geopen had dat de naam droeg van „Het Geheim van de zeven Zeeën". Ik was nooit op de kok gesteld ge weest, ofschoon hij de enige was met wie ik van het begin af had gevaren, hij was aan boord geweest van mijn eerste schip in Westport. De naam „Het Geheim van de zeven Zeeën" was typisch voor hem. Maar hij was een goede kok; wij waren nogal trots op hem geweest, hij had een uitste kende reputatie bij de vloot. Het stadje maakte mij neerslachtig. Het was alsof ik het stof van de ar chieven en het doek van de biljartta fel kon ruiken. Het regende; dikke druppels drupten van een lege mu ziektent op het stationsplein. Ik vond het restaurant Zonder te zoeken, want het was het enige gebouw in de rij roestkleurige huizen waarvan de gevel kanariegeel geschilderd was. Achter de ramen hingen twee zee meerminnen van karton met een menu in de handen; buiten hing een anker met een lantaarntje eraan. Toen ik binnenkwam leek het alsof ik, bij toverslag terug was in de mess- room van mijn schip. Deze begooche ling had niets te maken met het in terieur van „Het Geheim van de ze ven Zeeën", het was een gewoon res taurant, nogal donker, met rotanstoe- len en rood en wit geblokte tafel kleedjes. Het was de geur, onze mess- room had precies zo geroken. Er was geen klant te bekennen. Na een paar ogenblikken werd een deur achter de tapkast geopend en de kok kwam binnen, toen hij mij herkende gaf hij een gilletje en riep:„Kap- tein?! Bent u het?! In den vleze?!" Ik zei dat ik het was, in den vle ze, en hij pompte aan mijn arm met beide handen. Een pukkelige jongen dook op uit de schaduw met een schortje voor en de kok koerde: „Ka- reltje! Kijk er is wie hier is? Dit is nou de kaptein waar ik je zoveel van verteld heb. Ga zitten, kapitein. Wat zal het wezen? Een aperitiefje? De lunch begint over een half uur. Ik nam het aperitiefje terwijl de kok en de jongen om mij heenschar- relden, babbelend. De jongen bracht eerst een fles Cinzano, maar de kok snauwde: „Nee sufferd, de jajem!" De kok nam ook een glaasje, met steeds een zenuwachtige blik op de deur, wachtend op de eerste klanten. Hij had een prima table d'höte ver telde hij, met de notaris, de commis saris en de directeur van het opvoe dingsgesticht als stamgasten en een hoop losse klanten, handelsreizigers en zo. Hij was beschaafd geworden in dat jaar, zijn handen waren eindelijk gewassen en hij droeg een ring met een maansteen. Hij zei dat hij prima zaken deed, een restaurant zoals dit was broodnodig geweest in dit aller aardigste stadje. De eerste klant arriveerde, een boos mannejte met een hoge rubber- boord als een chirurgisch verband te gen een gebroken nek. De kok koerde: „O, meneer de notaris hoe gaat het met u?" en tripte hem tegemoet. De jongen met de pukkels siste een kwaadaardig woord tussen de tanden en tripte terug naar de keuken. Ik werd voorgesteld aan de notaris die mij nnet aankeek. Daarna aan de commissaris en de directeur van het opvoedingsgesticht. Ik sloeg hen gade, terwijl zij zaten te wachten tot het eten zou worden opgediend. Ik kreeg hetzelfde gevoel als toen ik het res taurant was binnengekomen. De drie notabelen die bij hun binnenkomst de personificatie geschenen hadden van het leven in een provinciestadje, ver anderden voor mijn ogen in scheeps officieren die op de eerste tafel za ten te wachten. Zij leken op de mees ter. Draad en de stuurman in een droom. Zij zaten op dezelfde manier, riepen dezelfde woorden naar de keu ken en toen de kok de eerste gang opdroeg zag hij er precies zo uit als altijd bij het afdalen van de mess- roomtrap; kwaad, maar grijnzend. Ik kreeg een apart schoteltje en na de eerste hap was de begoocheling vol komen. Dit was hetzelfde voedsel dat hij gedurende de hele oorlog had opgediend. Wat de ingrediënten ook waren, het had altijd dezelfde ranzige smaak gehad. Het smaakte naar hem. Terwijl ik zat te eten besefte ik voor het eerst dat zijn keuken af schuwelijk was. Gedurende de oorlog was het nooit tot mij doorgedrongen, wij hadden elkaar zo dikwijls verteld hoe gelukkig wij waren zulk een pri ma kok te hebben, dat wij onszelf gesuggereerd hadden dat zijn eten lekker smaakte. Ik vroeg mij met verbazing af hoe dat mogelijk was ge weest; er moest ergens een grond van waarheid in geschuild hebben, het wa onmogelijk een dergelijke mystificatie vijf jaar lang vol te houden. (Wordt vervolgd) j-N" - \'N, z (Van onze correspondent) UTRECHT. De officier van Justitie in Utrecht zal zijn collega in Maastricht adviseren een vervolging in te stellen we gens oplichting, tegen tdee antiquairs twee broers, die op 1 juni 1965 op een grote kunst- en antiekveiling in het door hen gehuurde kasteel „Genhoes" in Oud-Valkenburg imitaties van antieke meubelen als echt antiek ter verkoop hebben aangeboden. De neef van beide bejaarde antiquairs kunsthandelaar in IVAAfWVlfWlfVWVWWlV,JV'^,,'mJ'''''**»***AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAArt/WAAA,UWSAAAAIWWWWVnAnAAi DEDEMSVAART. In verband met het onderzoek naar de moord op Neltje de Haan in Oosterhuis (Avereest) vraagt de districtscommandant der rijkspolitie in Zwolle inlichtingen over twee telefoon gesprekken, welke mogelijk met de moord verband houden. Donderdagavond 23 no vember, tussen half negen en half tien, is in Avereest-Zuidwolde een telefoonge sprek gevoerd met een telefoon-abonnee in Balkbrug. Gevraagd werd: „Is mijn broer aanwezig of is hij er geweest?". Antwoord :„Nee". Vraag: „Waar kan hij dan zijn?". Het gesprek werd direct daar na afgebroken. Vrijdagochtend 24 november werd tus sen 9 en 11 uur in Avereest-Zuidwolde een telefoongesprek gevoerd met een fa milie in de buurtschap Oosterhuis, ge vraagd werd in het dialect van de streek: „Is het meisje al gevonden?". Antwoord: „Nee". Direct daarop werd ook dit tele foongesprek abrubt afgebroken. Iedereen die over deze telefoongesprekken inlich tingen kan verstrekken of mogelijk aan wijzingen kan geven die verband houden met de moord op het meisje, donderavond 23 november in Avereest, wordt verzocht zich in verbinding te stellen met de groepscommandant van de rijkspolitie in Dedemsvaart, telefoon 05230-2222. Utrecht, had destijds de pers op de ver- alsingen attent gemaakt. De ooms hadden daarna tegen hem neef een aanklacht ingediend wegens smaad. Strak en stijf hielden zij vol dat in het kasteel autentiek antiek zou zijn geveild. De verklaringen van hun neef noemden zij van A tot Z gelogen. Een op initiatief van justitie ingestelde com missie van deskundigen kwam echter tot de conclusie dat de neef het wel dege lijk bij het rechte eind had. De ooms hadden een notaris voor het begin van de veiling een verklaring laten voorlezen, waarin werd gezegd dat alle goederen autentiek waren. Wie binnen twee maanden na aankoop kon aantonen dat hij een vervalsing had gekocht kon zijn geld terugkrijgen. De officier van Justitie noemde deze garantiebepaling onzedelijk. Van een een voudige koper kon niet worden verwacht dat hij binnen twee maanden het bewijs van valsheid zou kunnen krijgen. De com missie van deskundigen heeft er een jaar voor nodig gehad. De officier vond het een sterk staaltje dat de ooms tegen beter weten in hebben volhard in hun aanklacht tegen de neef. Hij kwam tot de conclusie dat deze de pers had ingelicht om het algemeen be lang te dienen en vroeg vrijspraak. DEN HAAG. De in Londen zetelen de, maar thans ook in ons land geaccre diteerde ambassadeur van Zuid-Vietnam, Le Ngoc Chan, heeft op een in Den Haag gehouden persconferentie dank gebracht voor de hulp van Nederland aan Zuid- Vietnam op het gebied van gezondsheids zorg en technische hulp, waarbij hij wees op de hulp welke Noord-Vietnam van het communistische blok ontvangt. De ambassadeur is voornemens één keer in de maand uit Londen naar ons land te komen. Sprekende over de bom bardementen op Noord-Vietnam zei hij van oordeel te zijn dat er niemand is die daarbij burgers wil doden. De bombarde menten achtte hij evenwel noodzakelijk De nieuwe ambassadeur is in 1915 in Thanh-Hoa in Noord-Vietnam geboren heeft rechten gestudeerd en is tijdens zijn polittieke carrière enige keren gearres teerd geweest, het laatst na de militaire staatsgreep in november 1960. Toen heeft zijn gevangenischap tot augustus 1963 ge duurd. Vah juni 1965 tot mei 1967 was hij ambassadeur in Tunesië en daarna in Londen. 11. Sir Mortimer klom omzichtig van het gespleten rotsblok af en sloop samen met Panda rond het gevaar te om te ontdekken wie daar zo hard zong. „Laten we een beetje oppassen, zou ik zeggen!" opperde de reiziger fluisterend. „Die reus zou wel eens geen leuke kerel kunnen zijn!" Hij gluurde op alles voorbereid om de rots en staarde zodiende in het gelaat van een vrien delijk figuurtje, dat blij in het water van het meertje speelde. „Hoi!" riep het ventje. „Zoeken jullie iets?" „Jolly merkwaardig!" mompelde Sir Mortimer. „Hij heeft kennelijk geen reus ontmoet anders zour hij wel banger zijn. Of zou hij een vriendje van de reus zijn? Dat moeten we toch even uitzoeken!" IS HET 20 BETER, MEESTER? 1/ÊE6 HET UIT EM DOE 'T NU 60ED JE SCHRIJFT DE S Ai TIJD ONDERSTEBOVEN C PIB Langs de spoorlijn Haarlem- Amsterdam staat in de Spaarn- dammerbuurt de onttakelde Mag dalenakerk. Nog enkele weken en er zal niets meer over zijn van de schepping van Cvypers. (Van onze correspondent) BREDA. Op 11 september werd in Berghem de 63-jarige weduwe C. Gijs- bers vermoord. De daders roofden een groot bedrag. Zij werden enkele dagen la ter in Antwerpen gearresteerd. Bij hun vlucht naar België zijn de da ders geholpen door een echtpaar uit Sint Willibrord. In de nacht van 11 op 12 sep tember vroegen zij 's nachts onderdak bij dit echtpaar, waarvan zij de man ken den. Zij bleven er slapen en de volgende dag kocht de vrouw nieuwe kleren voor de mannen. Op 13 september kwam de man bij de rijkspolitie vertellen dat de mannen bij hem geweest waren en door hem waren geholpen. Hij meende dat zij een diefstal hadden gepleegd. Toen hij echter van de moord had gehoord licht te hij de politie in. Achteraf is gebleken dat het echtpaar wel degelijk heeft ge weten met moordenaars te doen te heb ben. Van het geroofde geld kreeg het een beloning voor de hulp. Dit heeft nu tot een arrestatie wegens heling geleid. ROTTERDAM De technische proef vaart welke het bijna 30 jaar oude s.s. „Nieuw Amstedam" van de Holland-Ame- rika Lijn donderdag en vrijdag op de Noordzee heeft gemaakt, is bijzonder goed geslaagd. Kapitein C. M. Snelleman noemde de resultaten een stuk beter dan mocht worden verwacht. „Het schip ligt goed in het water en de trillingen zijn geheel verdwenen". De gezagvoerder bleek bijzonder verheugd over het feit dat tijdens de proeven de vijf nieuwe ketels zijn schip een hogere maximum snelheid hebben gegeven dan voor mogelijk werd gehouden. Tijdens de proefvaart liep de „Nieuw Amsterdam" enige uren achter een op volle kracht. De snelheidsmeter gaf daarbij 20,5 mijl per uur aan, slechts een fractie minder dan de maximumsnel heid welke het schip in zijn jonge jaren kon bereiken. In Amsterdam stelt de gemeenterei niging plastic vuilniszakken beschik baar tegen een prijs van vijftien cent per stuk. Ze worden met een lint dicht gebonden en kunnen uit de vuilnisem mer worden getild, waarna ze als een afgerond geheel in de vuilniswagen worden geworpen, zodat het emmer- heffen als programmapunt komt te vervallen. Daarmee wordt aan de vuilophalers dus een heleboel onnodig werk be spaard en het aardige is dat wij. zodra die plastic zakken overal verkrijgbaar zijn, eindelijk eens iets kunnen doen om de hardwerkende mannen die zo blijmoedig onze rommel opruimen een klein blijk van onze waardering geven, waardoor ze hun taak nog opgeruim der en nog geruislozer kunnen verrich ten. Eerlijk gezegd sla ik het beroep van vuilophaler hoger aan dan dat van Kamerlid of minister, omdat het zoveel zindelijker is. Politici gaan weliswaar uit van zeer hoge zedelijke beginselen, maar de kunst van de politiek bestaat eruit deze tegen een zo hoog mogelijke prijs te verkopen. Een politicus stelt zich tevreden met wat haalbaar is, maar voor een vuilophaler is alles haal baar zolang het maar in een vuilnis emmer zit. De eerste werkt aan de top en de tweede aan de basis. Maar als de gemeentereiniging even lang op zomerreces ging als het parlement, dan zou die basis door het opgestapelde huisvuil allang de top hebben bereikt. Vijftien cent is dus werkelijk niet te veel om de toch al niet overbe- taalde vuilophalers te bevrijden van de overbelasting welke de heffing van onze vuilnisemmer hun oplegt. U moet eens proberen om bij wijze van och tendgymnastiek een lege vuilnisemmer honderdmaal tot schouderhoogte op te heffen. Voordat u halverwege bent zult u waarschijnlijk graag vijftien cent neertellen voor elke volgende keer dat u het niet meer hoeft te doen. Het zou dus helemaal niet nodig zijn zo krachtig voor het gebruik van plastic vuilniszakken te pleiten, wan neer we niet wisten dat er altijd in dit land wel ergens een mannetje opduikt die principieel tegen iets is. Vanmorgen stond dat mannetje naast zijn onge plastificeerde vuilnisemmer. En toen de vuilophalers bij hem stopten zei hij: „Ik geef geen geld uit voor plastic zakken. Dat moet de gemeente maar doen. Zolang de gemeente niet zoveel sociaal gevoel heeft om die dingen gra tis ter beschikking te stellen van de de burgerij moeten jullie maar met die emmers blijven sjouwen. En als je dat niet bevalt zoek je maar een andere gemeente". De vuilophalers hadden tijdens dit betoog niet stilgestaan. Ze waren al weer een straat verder. Maar pas aan het eind van hun ronde zei de ene vuilnisophaler tegen de andere: „Ik ge loof dat ik te oud word voor dit werk Jan. Ik heb er vanmorgen een em mer ingegooid die praatte". DEN HAAG. De anti-hongeractie, welke van 23 tot 29 oktober is gehouden, heeft tot op heden 1.225.000 opgebracht, zo deelt de NOVIB mede. Gezien de vele acties, welke dit jaar voor ontwikkelings hulp werden georganiseerd (de tweede „Eten voor India"-actie bracht 9 miljoen op) is dit resultaat volgens de NOVIB bevredigend. De huis-aan-huis en straat collecte bracht deze keer voor het eerst meer dan een miljoen op. Op giro 100200 werd 200.00 ontvangen. Uit het totaal ontvangen bedrag kun nen de 'projecten, welke als doel voor deze actie werden genomen, worden ge financierd, te weten: een onderwijspro ject in Columbia van Unicef en Unesco, en voedingsvoorlichtingsproject in Brazi lië. IK VtRO'BN DIKbtlO - MAAR iKBéu e*mr86pAAu> TROTS op. IKNEtM tèN TAXI, m!Y ...MAAR DIT/SGee AJ VAAR wee. <ie- zuur mp héél VAAK T£Ru62ltN IK V€RM0e0 DAT HÉT u neet wATopie- 'BRT. IK SCHRIJF PK ROMMPt U3UTPR OM OP CENTJES. rr na sam lefa PIB 1002. „Je had die ander eens moeten horen", zei de postbode verdrietig. '„Knud Humstrum riep bij iedere brief, die hij bezorgde: Hier is de nieuwe postbode, want de ander is te langzaam. Die kan het niet meer aan." Ik heb nog geprotes teerd, maar hij kreeg mijn baantje „Tja", zei Bram, „het is zielig, maar als hij echt de wedstrijd heeft gewon nen „Dat geloof ik niet", zei de postbode fel. „Zie je, hij heeft later óók gelogen. Ik heb een jaar lang geoefend op mijn nieuwe ski's, die ik zelf heb uitgevonden, en je weet dat ze me daarom de Spook- Skiër noemden. Ik heb wel wat ongeluk ken veroorzaaktmaar nooit heb ik Knud Humstrum geraakt. En toch raakt hij telkens brieven kwijt en dan zegt-ie, dat het komt omdat hij door de Spook- Skiër omver werd gereden. En dat is niet waar! Echt en op mijn erewoord niet waar." „Als dat zo is, moeten we dat heer schap ontmaskeren", zei Bram plechtig. „Hier is de eer van de posterijen mee gemoeid!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 8