Jürgen Bennecke, aanstaand „Ondanks scepsis tegenover nazisme heb ik er niet alles van verworpen" rHOE IS HET ONTSTAAND TWEEDE VERKOPER TAPIJTAFDELING Verleden niet schoonmaken met leugens „Amerikaans publiek staat positiever tegen over ondernemer11 Melkhandel wil een lagere OB Vele wegenbouwers willen 's nachts werken Nieuw financierings systeem brengt centrale verwarming binnen ieders bereik. VRIJDAG 8 DECEMBER 1967 13 Hartstocht K rijgsgevan genen Roeren in koude koffie Niet doorzien President KonOlie: Dit woord: BOCHT VERORBEREN Dit woord: MARTELAAR HINNIKEN WONINGINRICHTING - BEVERWIJK - 250 MODELKAMERS hebben. En profeten, die deze buiten sporigheden wel hebben zien aanko men, zijn er niet veel geweest. In Rus land heb ik er als chef-staf van een devisie nooit iets van gemerkt." (Van een speciale verslaggever) DEN HAAG. Jürgen Ben necke, generaal met drie sterren, ongeveer 1.90 nieter lang, recht-op in een kreukvrij uniform, met acht „£)at Zül ik lezen oorlogsonderscheidingen hoven de linker borstzak, 55 jaar. Opvolger per 1 april 1968 van generaal graaf Von Kielmansegg, commandant van de NAVO-strijdkrachten in Midden-Europa. Opvolger in zekere zin ook, van zijn collega Albert Schnez, gevallen kandidaat voor de AFCENT-post in Bruns- sum, vanwege een naar Nederland se smaak niet geheel toereikend verleden. yy Is deze Jürgen Bennecke, zo statig nog gehuisvest in een kamer van het voormalige Generalkommando in Mün- ster (met veel oude vaandels aan de muur) dan eindelijk de Westduitse ge neraal rond wie geen demonstraties zullen aanbreken, zodra hij voet bui ten eigen grenzen zal zetten? Met an dere woorden: is deze beroepsmilitair, die in 1930 een contract voor 25 jaar tekende, voor meer mensen aanvaard baar dan alleen zijn eigen land genoten? Tegen zijn zin, maar beheerst en zeer loyaal, heeft hij twee uur lang onverhoedse vragen beantwoord, die hij tenslotte kenschetste als „een pijn lijke inquisitie". „WE WAREN ontzet, toen wij hoor den dat de oorlog was uitgebroken. Wij meenden dat wij voor een gerecht vaardigde zaak gingen vechten". De gruweldaden die zich achter het front hebben afgespeeld, zijn aan Jür gen Bennecke dus voorbij gegaan. „In Rusland hebben wij na 1941 al leen nog maar afweerslagen gevoerd. Dat eist al je kracht op, dan gaat het er alleen nog maar om, je soldaten goed te leiden. Zelfs van de aanslag op Hittler hebben wij pas later ge hoord, omdat wij net in gevecht wa ren en gevaar liepen „eingekesselt" te raken. De oorlog was militair niet meer te winnen, natuurlijk. Maar ons ging het erom te verhinderen dat „Gross Deutschiand" door de Russen bezet zou worden". „Hoe langer wij zouden vechten, hoe beter wij dat zouden verhinderen Misschien kon dan nog in politieke zin de oorlog worden beëindigd. Hitle was voor dit alles verantwoordelijk en de 20se juli 1944, de aanslag op Hit- Ier, was onze laatste kans op een over eenkomst. Wij kenden de daders en wisten daarom, dat zij hun daad slechts op respectabele gronden konden heb ben begaan en niet als een soort mis daad. Opmerking: „Ik ben ook in Joege- slavië geweest, in het voorjaar en da zomer van 1943. In Servië, voor eeu hergroepering na de slag bij Stalin grad. Ik ben nooit bij de staf van het Adriatische kustgebied geweest." Maar in het „Braunbuch" dat Oos- Duitsland heeft uitgegeven, staat u in zo'n functie genoemd. „Het Braunbuch?" Wat is dat voor een boek? Dat wil ik wel eens lezen". Voor onze tapijtafdeling vragen wij een verkoper met enige verkoopervaring. Hij zal de kans krijgen in een interessante werkkring het vak tot in de uiterste bijzonderheden te leren kennen. Leeftijd 20 - 23 jaar. Sollicitaties schriftelijk of mondeling aan nisme is erger dan het nationaal-socia- lisme". FEIT: Jürgen Bennecke heeft tot de laatste dag van de oorlog gevochten. Hij werd in Tsjecho-Slowakije door de capitulatie verrast, ging te voet naar een Amerikaanse sector en werd ten slotte, onder Engels beheer als krijgs gevangene opgesloten in het Sennela- ger, dat nu dikwijls oefenende jMedec- landse militairen herbergt. Na twee jaar: burger, boer. Na nog vijf jaar: een betrekking bij het „Amt-Blank", dat de nieuwe Duit se strijdkrachten moest opbouwen - een Bundeswehr van burgers in uni form. Jürgen Bennecke had ten twee den male in zijn leven de keuze ge daan: hij werd officier. Waarom: „Ik heb er maanden over nagedacht. Ten eerste: er waren men sen nodig voor de opbouw van een le ger in de Nieuwe Duitse staat. Ten tweede: om twee redenen was het on mogelijk, dat het weer dezelfde kant op zou gaan als voorheen. De structuur van de Duitse staat was totaaf anders en Duitsland deed dit niet alleen. Men besefte in 1952 dat er iets moest gebeuren. Men kon niet helemaal niets doen. Het was onmogelijk dat Duits land in het midden van Europa, de handen in de schoot zou houden. Men moest kiezen tussen Oost en West. Het was voor mij geen vraag aan welke kant ik stond en de structuur van de staat scheen mij betrouwbaar. Ik had de garantie dat Duitsland niet opnieuw een dictatuur zou worden". NOG TWEE jaar later (1955) droeg Jürgen Bennecke weer een uniform. Als burger? „Een leger van burgers in uniform dat is een opgave waaraan wij voort durend moeten werken. Onze opleiding streeft naar indentificatie voor de sol- daat met de maatschappelijke sociale M OCilljkc Vrüttg en politieke structuur van het volk. Wij willen bereiken, dat zij zich aan de staatsrechtelijke en zedelijke normen van hun volk confirmeren en dienst plicht vervullen in de overtuiging van haar rechtmatigheid en omdat zij be hoort tot de rechten en plichten van de staatsburger". „Wij willen ook dat de soldaat be seft als burger zijn wettige regering trouw te moeten dienen. Aan deze taak moeten wij voortdurend werken en dat moet soldaten aankweken, die hun ver antwoordelijkheid kennen en het ini tiatief ontwikkelen om hun militaire opgaven juist uit te voeren. Voor een soldaat is een bevel bindend, maar hij mag het weigeren als het onrechtma tig is". Verlangt Jürgen Bennecke dat nu van zijn soldaten niet meer dan hij zelf als officier in Hitiers Wehrmacht heeft kunnen opbrengen? Na lang roeren in zijn, inmiddels afgekoelde, koffie: „Dat is een kwes tie van scholing. In 1932, 1933, 1934 was die vraag niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Er waren veel werklo zen. Toen ging het om de vraag of Duitsland communistisch zou worden of nationaal-socialistisch. Van het com munisme hadden we na de eerste we reldoorlog al een paar voorbeelden ge zien. Hoewel er veel dingen in het na- tionaal-socialisme waren die wij afkeur den en die zeker zouden voorkomen, dat je ooit partijlid zou worden, heb ik, niet de massa gezegd: het commu- WAAROM IS Jürgen Bennecke, zoon van een hereboer uit de streek tussen Berlijn en Stettin, beroepsmilitair ge worden? Hij zegt: als mij dat in 1930 was ge vraagd, zou ik als zeventienjarige ze ker hebben gezegd: uit hartstocht. La ter, terugredenerend, geloof ik, dat het voornamelijk was omdat ik een beroep wilde waarin ik met mensen te ma ken zou hebben". Die mededeling is op zichzelf niet volledig. Jürgen Bennecke onder scheidde drie mogelijke beroepen: soldaat, arts of hereboer. Posities, die hem inderdaad met mensen in contact zouden brengen, maar dan in een dui delijk dominerende positie. „Ik heb me aanvankelijk vaak afgevraagd, of ik een juiste keuze had gedaan en dan zei ik „ja", ook al heb ik later wel eens bedacht, dat het slimmer was ge weest -wanneer ik een ander handwerk had gekozen". Voorjaar 1930: „De politieke ontwik keling was nog niet te doorzien. Er was een grote crisis, de economische situatie was moeilijk, met veel werk loze mensen, die niets anders te doen hadden dan op straat te lopen en te betogen. Na enkele jaren werd het wat duidelijker. De officieren, ja, in het algemeen de soldaten, hadden het toen gemakkelijk omdat zij niet bij een po litieke partij mochten. Zij werden dus niet gedwongen tot lippendienst zij behoefden geen keuze te maken". En de consequenties van het ontlo pen der principiële beslissing? Drie-sterren-generaal Jürgen Bennecke heeft het antwoord klaar: „De familie Bennecke heeft de gevolgen moeten dra gen. Zij is verdreven van haar grond, heeft in totaal twaalf landgoederen moeten prijsgeven". TOEN DE jaren dertig een eind- weegs waren gevorderd en het natio- naal-socialisme zijn eerste geweldda dige aanloop al achter de rug had, be sefte Jürgen Bennecke nog steeds niet waarheen dat moest leiden. „Maar", zegt hij, „ook in het buitenland werd dit niet begrepen, ook de leidende staatslieden van die tijd doorzagen het niet, voorzover dat uit buitenlandse kranten tot ons doorklonk". Wanneer heeft hij de misdadigheid van het nationaal-socialisme dan wel onderscheiden? „Een soldaat te velde, die tegen een sterke en overmachtige vijand strijdt, die zijn vaderland en volk wil be schermen denkt allereerst daaraan. Het is als regimentscommandant en chef-staf-te-velde niet gemakkelijk de grote politieke feiten in de wereld te bevatten. De informaties en het over zicht, waarover de leiders kunnen be schikken, vallen niet ten deel aan de lager geplaatsten. Dit is voor ons Duit sers altijd een moeilijke vraag. Ook als onze kinderen zeggen: „Jullie heb ben erbij gestaan en toegekeken". Wij hebben bewustwording op langere ter mijn ondergaan en achteraf kun je niet meer het moment aangeven waar op je de schellen van de ogen zijn ge vallen." Na enige bedenktijd: „In de jaren dertig verdedigde mijn oom, advocaat in Berlijn, joodse belangen. Mijn va der had joodse compagnons geen van beiden keurde het anti-semitisme van toen goed, maar zij hebben ook niet beseft waartoe het zou leiden. An ti-semitisme behoeft dergelijke exces sen als de nazi's hebben aangericht, niet noodzakelijkerwijze tot gevolg ta „IK VOOR MIJ heb tegenover het nationaal-socialisme altijd sceptisch ge staan en ik heb daar met mijn jaarge noten vaak over geredetwist. Maar ik wil niet, nu ik daarop terug kijk, een voudigweg zeggen, dat ik in die lijd al zo'n verstandig mens was. Ik heb niet rondweg alles verworpen wat zich toen heeft afgespeeld. Uw vraag is zeer moeilijk te beantwoorden, als men zich niet wil schoonpraten met de fra se: ik heb direct al beseft dat het ver keerd zou gaan". „Op grond van mijn afkomst, mijn milieu en mijn levensloop was het on mogelijk dat ik ooit nationaal-socialist zou zijn". „ïk begrijp dat de Nederlanders de ze vragen stellen. Ik begrijp ook, dat zij er een antwoord op willen horen, maar ik moet openlijk toegeven dat het mij niet zeer welgevallig is, zo opengesneden te worden. Maar ik wil mij niet onttrekken aan de gemeenschappelijke verantwoorde lijkheid van het Duitse volk en ik wil ook geen leugens gebruiken, om mij zelf eruit te redden. Als Duitser zou ik echter blij zijn wanneer wij het steeds weer naar voren halen van de ze feiten zouden kunnen staken. Ik hoop dat de verhouding tussen onze volken in die zin vorm krijgt". AMSTERDAM De Europese onder nemer is geneigd zijn informatie tot het uiterste, het wettelijke minimum, te be perken. Ondernemers in de Verenigde Staten daarentegen zijn veelal minder terughoudend en hieruit laat zich, althans voor een deel, verklaren dat de publieke opinie daar zoveel positiever staat tegen over de ondernemingssector in de econo mie. Dit zei ir. L. E. J. Brouwer, presi dent-directeur van de N.V. Koninklijke Petroleum Maatschappij, gisteren op een bijeenkomst in het Amsterdamse Hilton hotel ter gelegenheid van de uitreiking van de Henri Sijthoff prijs. „De ondernemer moet niet alleen zelf vertrouwen hebben in zijn kunnen, maar ook anderen daarvan overtuigen. Hij behoeft zich voor de tekortkomingen evenmin als enig ander te schamen, noch ook zijn deugden onder een korenmaat te verbergen. Door zich wat vrijer op het forum der publieke opinie te bewegen, noopt hij zichzelf om zijn rechtmatig aan deel te leveren in de sociaal-economische opinievorming. Zo moet het mogelijk zijn het „maatschappelijk isolement" van de onderneming te doorbreken en zo kan de ondernemer zorgen dat zijn bijdrage tot een democratische welvaartsontwikkeling, nationaal zowel als internationaal, naar waarde geschat wordt", zo meent ir Brouwer. UTRECHT. Het bestuur van het be drijfschap voor de detailhandel in melk en melk- en zuivelprodukten heeft op zijn openbare vergadering in Utrecht besloten de Tweede Kamer een brief te schrijven. Hierin zal het de kamerleden voorstellen alle artikelen in de branche te laten vallen in de categorie produkten waarvoor volgens het ontwerp van wet op de omzetbelasting 1968 vier percent belasting zal moeten worden betaald. Zoals bekend regelt deze wet de overgang naar het stelsel van hef fing over de bruto toegevoegde waarde (BTW). Het tarief voor goederen en diensten die tot de eerste levensbehoeften worden gerekend is 4 percent, dat voor alle an dere goederen 12 percent. Op de bij het wetsontwerp gevoegde 4 percent-tabel ko men room, koffiemelk, vla, chocolade melk, bier en limonade niet voor. Deze artikelen maken ongeveer 25 percent van het totale assortiment van de melkdetaü- handel uit. Omdat men bij invoering van het nieuwe stelsel een dubbele admini stratie zou moeten voeren in verband met de toepassing van twee verschillende ta rieven, meent het bedrijfschap dat er met het oog op het streven naar vereenvoudi ging en het voorkomen van extra werk zaamheden, alles voor valt te zeggen, ook room, koffiemelk, vla en chocolademelk in de vier percent-categorie onder te brengen. DEN HAAG. De meeste wegenbou wers zijn bereid wegenreparaties, welke filevorming in de hand werken, 's nachts uit te voeren. Dat heeft het Tweede- Kamerlid, ir. Cornelissen (KVP), onder vonden. Twaalf grote bedrijven lieten het Kamerlid spontaan weten best te voelen voor zijn suggestie om drukke wegge deelten en verkeersknooppunten voortaan 's nachts in reparatie te nemen. Ook de Bond van Aannemers in de bouwnijver heid reageerde positief. Ir. Cornelissen werd op 2 november in de Tweede Kamer door minister Bakker van Verkeer en Waterstaat uitgedaagd aan te tonen dat er wel wegenbouwers te vinden zijn die 's nachts zouden willen werken. Het kamerlid behoefde er niet voor op stap te gaan, want de wegenbouw reageerde onmiddellijk uit zich zelf. Ir. Cornelissen heeft de reacties aan de minister doorgegeven. Het gaat niet om nachtarbeid op grote schaal, maar om projecten, welke veelvuldig opstoppingen veroorzaken, uit te voeren op een tijdstip dat er het minste verkeer op de wegen is. Dit zou de ver keersveiligheid ten goede komen. Het woord bocht heeft tal van bete kenissen, beter gezegd: er zijn vier woorden bocht met vier betekenissen. De eerste en gewoonste is: kromming; de tweede is: omheinde ruimte bij een boerderij. Men kent in de landbouw de melkbocht, de varkensbocht enz. Het derde woord bocht is verouderd. Het betekendfe: schat, geld. Onder: al de bocht verstond men: de hele boel. Het vierde woord bocht tenslotte be tekent: uitschot, eetwaar of drank van slechte kwaliteit. In het Gotisch be stond een werkwoord us-baug-jan: vegen, schoonmaken, dat met bocht in verband wordt gebracht. Dat zou dan eigenlijk betekenen: wegveegsel, uit vaagsel. In Duitse tongvallen betekent bucht: vuilnis, drek. Vroeger gebruik te men bocht voor mensen in de be tekenis: janhagel, schuim. Verorberen wil eenvoudig zeggen opeten, in enigszins plechtige taal: nut tigen. Dat nuttigen is natuurlijk: zich ten nutte maken, iets tot zijn voordeel, zijn nut, gebruiken. En dat is ook de letterlijke betekenis van verorbe ren. Daarin gaat namelijk het woord oorbaar schuil en dat betekent ook: nut. Het bestaat uit het voorvoegsel oor- dat thans nog voorkomt in zeven woorden: oorbaar, oordeel, oorkon de, oorlog, oorlof, oorsprong en oor zaak en uit een vorm van een werk woord dat in het Gotisch luidde: bai- ran, dragen. Oorbaar is dus: wat uit iets anders gedragen wordt, dus: op brengst, voordeel, nut. Uit dit zelfstan dige naamwoord werd een werkwoord afgeleid: oorbaren, orberen: voor deel trekken. En daaruit werd weer verorberen gevormd. Op het eerste gezicht is martelaar een eigenaardige vorming, immers: iemand die dient is een dienaar, ie mand die wint is een winnaar; wie tovert is een tovenaar en wie moordt een moordenaar. Zo bezien zou marte laar dus moeten betekenen: iemand die martelt en niet: iemand die ge marteld wordt. Maar wij moeten bij dit woord uitgaan van het Middelne derlandse martele: marteldood en een martelaar is dus iemand die voor zijn geloof de marteldood sterft. Het woord martele uit ouder martere gaat terug op martyrium dat in het Kerklatijn betekende: getuigenis (voor de waar heid van het Christelijke geloof) en vandaar: offerdood, martelaar schap. Daarbij hoorde een woord mar ter dat evenwel niet is overgeleverd en waarvoor martelaar in de plaats is gekomen. Natuurlijk is hinniken een klankna bootsend woord, waarmee men het briesende geluid aangeeft dat paarden maken. Zo zegt men van eenden: sna teren en van kippen: kakelen. In vroe ger tijd bestond ook een werkwoord hinnen, dat geheel beantwoordt aan het Latijnse hinnire, maar zelfstandig is gevormd. Op dezelfde wijze als hinnen én hinniken staan tot elkaar grijnzen en grinniken. Ook de werkwoorden grijnen, huilen en grinnen kwamen voor. Het uitgangspunt moet zijn: de mond vertrekken en de tanden laten zien, hetzij uit boosheid, hetzij om blijdschap te tonen. De vierde reis van Gulliver leidde naar het land der paar den, die hij houyhnhnms noemde, dus: hinnikers. ADVERTENTIE Maar al te vaak is een huis, waarvoor zelfs een hoge huur betaald wordt, ge durende een lange periode van 't jaar gedeeltelijk onbewoonbaar door onvol doende verwarming. Het moderne leven eist méér comfort. Centrale verwarming is ongetwijfeld dé verwarming van de toekomst. Over 10 jaar is een huis zonder c.v. ouderwets. In Nederland is ruim 5% van de woningen voorzien van centrale verwarming, terwijl b.v. in Amerika, Noorwegen en Zweden dit percentage ruim 85% bedraagt. Na de aardgasvondsten in ons land stijgt de vraag naar centrale verwarming enorm. Wanneer men n.l. aardgas ge bruikt voor c.v. dan kost een kubieke meter gas 7 cent in plaats van 25 cent en dan heeft u pas goedkoop aardgas Het is dan ook bewezen dat een éénge zinswoning met b.v. 7 vertrekken geheel centraal verwarmd, plm. 350,stook kosten per jaar geeft, terwijl u dan ook voor uw gasfornuis en geiser het laagste aardgastarief geniet. Er bestaan vele systemen en mogelijk heden om een huis centraal te verwar men. Bijv. centrale verwarming met een c.v. ketel, olie of gas, of een c.v. gas- wandketel in de keuken, één of twéé pijpsysteem, plintverwarming, ringver- warming, koperen of ijzeren pijp, plaat of kolomradiatoren, convectoren, enz. enz. Er bestaat b.v. ook Haardcentrale- verwarming, met als warmtebron een prachtige gashaard in de huiskamer. Deze haarden zijn klein van formaat en fraai van vormgeving, terwijl de zo be langrijke „gezelligheid" in de kamer wordt behouden. Het is voor een leek bijzonder moeilijk om te bepalen welke van deze mogelijkheden voor zijn of haar huis 't beste is. De Fa. Kok heeft ervaring wat betreft het installeren van al deze mogelijkheden. Dit geeft u het prettige gevoel dat de Fa. Kok niet gebonden is een een be paald systeem. Ervaren monteurs met modern gereed schap, kunnen snel werken, met een minimum aan z.g. breekwerk. Op uw verzoek zal een adviseur u vrij blijvend en geheel neutraal adviseren, welke mogelijkheden voor uw huis het beste zijn. Er zal dan tevens een globale prijsopgave gedaan worden. Naar aanleiding van dit advies maakt de Fa. Kok gaarne vrijblij vend een offerte, waarin alle gewenste gegevens zullen worden verstrekt. De Fa. Kok is eventueel ook bereid een bestaan de haard in te ruilen. Centrale verwarming is een zaak van vertrouwen. Een grote zaak met méér dan 55 jaar ervaring en een goede naam, kan zich niet permitteren, dit vertrouwen te bescharqen. Bij de Fa. Kok betaalt u pas als de installatie naar tevredenheid func tioneert. Vraag naar de speciale finan cieringsmogelijkheden b.v. het totale bedrag betalen, zonder aanbetaling, in termijnen, van 51,— per maand. Vraag inlichtingen tel. 6 68 81 toestel 3 of in één van Kok's filialen in Amsterdam Am- stelveenseweg 21-23, Van Woustraat 140- 146, Burg. de Vlugtlaan 89 91, Buitenvel- dertselaan 160, De Clercqstraat 25 (hoek Da Costakade), Emko Jan van Galen straat 87-99.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 13