PROF. KAMPHUIS, KAMPIOEN DER VRIJMAKING t Kerk en oorlogsvraagstuk Opgave voor christenen: doorbreken van de tijd Indonesië en de godsdienst Ceen plaats voor een compromis Intrede Conferenties Tussen Geneve en Uppsala ZATERDAG 9 DECEMBER 1967 Erbij 14 Prof. J. Kamphuis is hoogleraar aan de gereformeerde theologische school (vrijgemaakt) te Kampen. Hij doceert kerkgeschiedenis en kerk recht. Hij is een hartstochtelijke verdediger van de vrijgemaakte leer. Voor een compromis is daarin geen plaats: het is waarheid of onwaar heid, ware of geen ware kerk. Rik Valkenburg geeft op deze pagina Geestelijk Leven een verslag van een gesprek met deze rechtlijnige theoloog. Rik Valkenburg f Preek van Augustinus In 1966 was het thema van de Conferentie van de Wereldraad der Kerken: „Christenen in de technische en sociale revolutie van onze tijd". Het schema voor de vierde Assemblée van de Wereldraad van Kerken in Uppsala (juli 1968) luidt: „Zie,Ik maak alle dingen nieuw". (Openb. 21 5). Intussen zitten de christenen nog midden in de nog lang niet geëindigde technische en sociale revolutie van onze tijdaan de apocaliptische vernieuwing van alle dingen zijn zij nog lang niet toe. Wel zijn zij zelf druk bezig zoveel mogelijk te vernieuwen, zowel binnen als buiten hun kerken. Dit is een zeer verblijdend teken van de vitaliteit die vele christenen nog eigen blijkt te zijn waardoor zij de technische en sociale revolutie van onze tijd niet gelaten onder gaan, maar trachten voor zover hun dit als christenen mogelijk is, zich deze revolutie eigen te maken en zelfs het hunne ertoe bij te dragen opdat deze revolutie niet een uitsluitend technisch en sociaal ka rakter, maar ook een christelijk karakter zou dragen. Professorhad u al vroeg geeste lijke interesse?" „Mag ik dat duidelijk maken met een klein, schijnbaar onbelangrijk voorval uit mijn jeugd? In Nieuw- Loosdrecht bloeide de mystiek. In Oud- Loosdrecht lag dat wat anders. Toen ik een jaar of veertien was had ik eens een praatje met een oude „bekende". Hij vroeg: „Geloof jij dat je bekeerd bent?" Ik schrok van die vraag. Zo'n vraag werpt je op jezelf terug. Maar toen heb ik geantwoord: „Ik weet wel dat ik op Gods belofte vertrouw. Later heb ik steeds meer leren verstaan dat het er niet om moet gaan de mensen op zichzelf terug te werpen maar tot de Here en tot het Woord van Zijn Ge nade te roepen". „Wat is volgens u de kerninhoud van de bijbel?" „Joh. 3:16. Alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren ga, doch het eeuwig leven hebbe". „Wordt hier de uitverkoren wereld mee bedoeld?" „Dat zou ik zonder meer niet willen stellen. Het is de wereld van God. God wil zijn wereld redden. Zijn liefde gaat in de prediking van de Here Jezus Christus tot ieder uit. Wie de liefde verwerpt, gaat verloren. De liefde van God, die alom verkondigd wordt, is ver bonden aan de roeping tot het geloof". „U bent vrijgemaakt. Wat houdt nu de vrijmaking precies in?" „Dat zat vast op twee punten. In de eerste plaats de leer. In 1942 werd een nieuwe leer ingevoerd, waaruit dui delijk bleek dat de niet-uitverkorenen geen echte doop en geen echte belofte van God hebben gehad. Dat kan ik religieus niet aanvaarden, want dan ont zinkt de vastigheid van het geloof. Het tweede punt was van kerkrech telijke aard. De synode stelde, zoals ondermeer heel duidelijk aan de ker- keraad van Wezep bleek: Als de syno de besluit, dan is ieder daaraan ge bonden en anders moet men maar weggaan. Deze geest heerste toen in de Gereformeerde Kerken. Terwijl arti kel 31 van de Dordtse kerkorde leert dat een synodebesluit, dat niet con form Gods Woord is, niet bindend is". „Daarom werden de vrijgemaakten dus artikel 31 genoemd?" „Betrekkelijk. De toevoeging tussen haakjes: (onderhoudende art. 31 K.O.) Prof. Kamphuis achter de officiële naam van de ker ken kwam eigenlijk als een hulpaan duiding voor de PTT". „Is er praktisch gesproken wel zo veel verschil met de synodalen?" „Toch wel. Bij hen ligt de vastheid van het geloof in hetgeen in jezelf aanwezig is. Bijvoorbeeld de wederge boorte. Als zij tot het gedoopte kind zeggen dat het tot Christus moet ko men, is dat een goed woord, maar het druist tegen hun leer in. De sy nodalen werpen de mens op zichzelf terug. Hebt u nog meer aanmerkingen?" „Van de leer der veronderstelde we dergeboorte hebben zij een draai ge maakt naar de nieuwere theologie van Karl Barth. Dit houdt een verschraling in van het evangelie. De realiteit van de hel ontbreekt per se in de leer van Barth". „Maar de synodalen leren toch wel de realiteiö van een eeuwige straf plaats?" „Volgens Berkhouwer is de realiteit van de hel als leerstuk te objectief. De hel treedt alleen op als waarschuwing in het evangelie en niet als realiteit. Maar wanneer in de prediking over de hel niet als een verschrikkelijke werkelijkheid kan worden gesproken, is die waarschuwing niet meer dan een fictie en gaat volgens mij de ernst van de waarschuwing eraf en ontstaat er een goedkope godsdienst, waar alle ernst uit verdwenen is". „Wat is volgens u in Nederland de ware kerk?" „U vraagt concreet naar het adres van de kerk in ons land. Dat adres is daar, waar men zich, om met de ge loofsbelijdenis te spreken, voor het ker kelijke leven richt naar het zuivere woord van God, verwerpende alle die daartegen zijn, houdende Jezus Christus voor het enige Hoofd. Dat vind ik ondanks al het gebrekkige en zondige vandaag bij de Vrijgemaakte Gereformeerde Kerken. In dit verband noem ik ook de Christelijke Gerefor meerde Kerken. „Meer niet?" „Zij zijn de enige". „Waarom noemt u naast de vrijge maakten de christelijke gereformeer den?". „Omdat zij dezelfde belijdenisge schriften hebben als wij en dat maar niet als een „belijdenis der vaderen", maar als eigen belijdenis des geloofs. De Theologische Hogeschool te Apel doorn doet er ook veel goeds door het kerkelijke leven het Schriftelijke en gereformeerde spoor te wijzen. Waarom verenigt u zich dan niet met hen?" „Wat mij betreft liever vandaag dan morgen. Ik geloof dat dat in overeen stemming is met de akte van Afschei ding in 1834. Hoewel wij ons gaarne met de Christelijke Gereformeerde Kerken op de grondslag van één en hetzelfde Woord Gods in een elkaar aanvaarden als kerk des Heren willen verenigen, meen ik te moeten opmer ken dat men daar te weinig beseft, dat „ware kerk" ook wil zeggen dat men zich wil verenigen met alle ware Christus-gelovigen. Hun toenadering tot ons is geringer dan andersom". „Het komt ons voor dat, met eer bied gesproken, Gods kerk er maar smalletjes voorstaat, als alleen de vrij gemaakten en christelijk gereformeer den ware kerk zijn?" „Volgens de geloofsbelijdenis is de kerk vaak als tot niets geworden. Het komt er maar op aan dat wij ons aan Gods woord houden en aan de belijde nis, op grond van dat Woord. De ge reformeerde belijdenis dus". „Bij velen, ook vrijgemaakten, heerst de gedachte dat het blad „De Refor matie", waarin onder anderen u en Schilder schrijven, en het blad „Op bouw", waarin onder anderen de pro fessoren Veenhof en Jager publiceren, elkaar beconcurreren en elkaar vliegen proberen af te vangen, is dat juist?" „Ondanks het feit dat wij, gelukkig, elkaar aan de tafel des Heren kunnen vinden, is er toch de mogelijkheid dat er onder gelovigen grote spanningen zijn. En dat zien we hier, helaas. Het gaat om ernstige dingen. Geen vliegen afvangen, dus!" „Als de professoren van „De Refor matie" en van „Opbouw" beiden gelo vige kinderen Gods zijn, is het dan niet tegenstrijdig dat ze elkaar zo bestrij den? Hoe kan de leek wijs worden uit deze woordenstrijd?" „Ik moet dit helaas ronduit toegeven. Ik ben dit volkomen met u eens. Maar als er eens verschillen zijn, die ook bij doorspreken blijven, moeten wij er een woord tegen spreken. Ideaal is: samen eensgezind optrekken. Reëel is: dat het dikwijls niet kan. Op veel pun ten zijn wij wel eensgezind. Op alle punten is dat niet mogelijk. „Vreest u dan niet, dat deze activi teiten tot scheuring kunnen leiden?" „Ik maak me daar inderdaad onge rust over". Stephen Schlaefer bij zijn intrede als novice in de boeddhistische Phap Qu- ang-pagode. Schlaefer, oorspronke lijk een jood uit Springfield, diende als Amerikaanse militaire adviseur in Vietnam. Nadat hij uit dienst ging stu deerde hij Boeddhistische en Chinese letteren aan de universiteit in Saigon. (Van onze correspondent) GRONINGEN De centrale kerke- raad van de hervormde gemeente te Groningen heeft in een brief aan de ge nerale synode van de Nederlandse her vormde kerk gesteld dat met het her derlijk schrijven van de synode over de kernbewapening (1962) niet langer kan worden volstaan. Dit omdat „het vol strekt duidelijk is geworden hoe elke vorm van oorlog potentieel een atomai re dan wel een bacteriologische en che mische oorlog is". In het schrijven van 1962 sprak de synode zich uit tegen het gebruik van kernwapenen. Bij de synode wordt er op aangedrongen bij de overheid stappen te ondernemen met betrekking tot al ternatieven van de militaire dienstplicht. De centrale kerkeraad zegt dat de geza menlijke kerken in deze aandrang op de overheid moeten uitoefenen. Onder de genoemde alternatieven verstaat de ker keraad deelneming aan ontwikkelings hulp en een internationaal politieleger. „Hierbij dient de overheid tevens de vraag te worden voorgelegd welke gel den, kennis van zaken en toerusting hiervoor van overheidswege verwacht kunnen worden", aldus de kerkeraad. Tevens wordt in de brief aan de sy node sterk aangedrongen op voorlich ting over het karakter van de huidige atomaire en conventionele wijze van oorlogvoeren. Tenslotte zou de kerke raad nadrukkelijk duidelijk gemaakt willen zien dat wie nu de dienstplicht op zich neemt maar in oorlogstijd bepaal de bevelen niet kan opvolgen („om des gewetenswil") de gevolgen daarvan eventueel tot aan de doodstraf zal moe ten dragen. De centrale kerkeraad besloot tot het schrijven van de brief naar aanleiding van een schriftelijke opmerking van het gemeentelid J. Westra. Deze zei van me ning te zijn dat de kerk in verschillende opzichten een duidelijker standpunt moet innemen ten aanzien van het oor logsvraagstuk. Het is niet de eerste keer dat de centrale synode van de hervorm de kerk vanuit Groningen op het oor logsvraagstuk wordt gedrukt. Het rap port over het gebruik van kernwapenen kwam tot stand mede naar aanleiding van brieven uit Groningen. Een groot aantal onderwerpen wordt door Kerk en Wereld in Driebergen aan de orde gesteld in de ruim 180 cursussen en conferenties, die in het eerste halfjaar van 1968 zullen worden gehouden: geloofsoriëntatie, de actua liteit van de bijbel, recreatie, China, toekomstkunde, het onderwijs na de mammoetwet, ontwikkelingen in de ge- zondszorg, gebruik en expressiemoge lijkheden van de taal, het wonen, mo dern toneel, beeldende kunst en film enzovoorts. „Op de hoogte", het informatieor gaan van Kerk en Wereld, geeft in het zojuist verschenen nummer daar van een volledig overzicht. De bijeen komsten, in tijdsduur variërend van een dag tot meer dan een week, zijn verdeeld in conferenties met open in schrijving en conferenties voor beslo ten groepen. Onder de open bijeenkomsten wor den ondermeer negen zomercursuswe- ken in juli en augustus genoemd. Daar aan kan ook door gezinnen met kinde ren worden deelgenomen. Over „Wo nen, bewonen, samen-wonen" gaat een drop-in weekend, een bijeenkomst met een afwijkend karakter. Tijdens zo'n drop-in wordt binnen het kader van een basisprogramma veel vrijheid gelaten aan het initiatief van de deel nemers. Van de besloten conferenties trekt een beraad over de Missio Dei de aandacht. Deze conferentie wordt door Kerk en Wereld georganiseerd in sa menwerking met de Werkgroep Oecu menische Evangelisatie, waarin gere formeerde, hervormde en rooms-ka- tholieke evangelisatie-instanties samen werken. Het beraad zal in de vorm van conclusies en aanbevelingen een bijdrage leveren aan de discussies over de evangelisatie tijdens de Vierde Assemblee van de Wereldraad van Kerken, in juli 1968 te houden in Zwe den. (Van een medewerker) HAARLEM. Blijft Indonesië een staat met volledige godsdienstvrijheid zoals zijn grondwet dat voorschrijft of wordt Indonesië een moslimse staat zoals vele islamieten wensen? Deze in Indonesië altijd sluimeren de vraag is ineens acuut geworden door het ernstige incident te Makassar waar een woedende volksmenigte in bijna alle protestantse en rooms- katholieke kerken en in enkele pas torieën vernielingen aanrichtte. Dit incident staat overigens niet op zich zelf, er zijn het laatste jaar ook klei nere incidenten geweest, onder andere in Atjeh, waar het bouwen van een kerk verboden werd. President Soekarno is altijd de grote pleitbezorger geweest van de volledige godsdienstvrijheid. Toen drie jaar ge leden de grote vergadering van de Raad van Kerken op zijn aandrang niet in Makassar maar in Djakarta bijeen kwam was dat omdat Soekarno in de hoofdstad de leiders der kerken wilde toespreken om voor de ogen van de hele wereld te laten zien welk een groot belang de regering ook aan het christelijke volksdeel hechtte. De regering van generaal Soeharto heeft na de gebeurtenissen in Makas sar opgeroepen tot tolerantie, groot moedigheid en oprechtheid; zij schijnt meer geneigd tot overleg en over reding, een proces dat zich uiteraard aan de openbaarheid onttrekt, dan tot spectaculaire maatregelen en bestraf fing van de schuldigen. Enkele moslimse leiders en groepen hebben zich zeer duidelijk van de Ma- kassar-affaire gedistantieerd. Maar hoe zal de houding van de christenen zijn? Zij lijkt beheerst, men beseft hoe belangrijk het is elke pro vocatie te vermijden. Het is van het grootste belang dat de christenen in gebieden waar zij een meerderheid vormen zich niet tot enige tegenactie laten verleiden. Daarbij lopen zij ech- VATICAANSTAD (AFP) De Duit se professor H. Heffner heeft in een elfde eeuws manuscript, dat zich in de bibliotheek van het Vaticaan bevindt, een uittreksel gevonden van een preek van de kerkvader Augustinus. die als zoekgeraakt werd beschouwd. De tekst, die een uiteenzetting bevat van de waarde van de aalmoes, zal gepubli ceerd worden in het tijdschrift van de Belgische Benedictijnen. Prof. Lambot, een van de beste ken ners van het werk van Augustinus, heeft verklaard dat de gevonden tekst authentiek is. ter gevaar te „vluchten" in een ge sloten religieuze gemeenschap die zich afzijdig houdt van het nationale en maatschappelijke leven. De leiders in de Raad van Kerken zien dit gevaar. Zij zijn er op bedacht dat het christe lijke volksdeel in Indonesië geen getto mag worden. Daarom hebben zij na de gebeurtenissen in Makassar in een boodschap de christenen opgeroepen tot dienst aan de natie en tot steun aan de regering bij het vestigen van een rechtvaardige orde. Door de situatie is het groeiende con tact tussen protestanten en katholieken versterkt. Hoe het contact wordt met de islamitische leiders is nog een open vraag. Zullen de muren omhoog gaan of zullen de protestanten en katholie ken in gezamenlijk overleg tot meer geestelijke aanraking met de islam kunnen komen? Zo is door een ernstig incident de godsdienstkwestie en daarmee samen hangend de staatsideologie in een kri tiek stadium gekomen. Naast de zware economische problemen, de werkeloos heid volgend jaar zullen achtdui zend doctorandi werkloos zijn de criminaliteit, de politieke onduidelijk heid (nog steeds moet het leger het politieke vacuüm opvullen) en het Chinezen-probleem is nu een nieuw probleem, de vraag naar de godsdienst vrijheid, op de voorgrond gekomen, of liever, dit oude probleem is opeens acuut geworden. In deze situatie leven de kerken in Indonesië. Het aantal christenen is ge groeid tot acht miljoen, sommigen spreken al van tien miljoen! De oecu menische samenwerking van de kerken met de „fundamentalistische" groepen, de adventisten en andere sekten, neemt weinig toe, die met de pinkster kerken vordert, die met de rooms- katholieke kerk staat voor de deur. Op de grote driejaarlijkse vergade ring van de Raad van Kerken, die in deze dagen in Makassar gehouden is de regering heeft ondanks wat daar vier weken geleden gebeurde, geen reden gezien het reeds lang van te voren vastgestelde samenkomen in Makassar te verbieden is een voor stel besproken om de „oecumenische synode" te vormen. Dit is niet bedoeld als een eenheidskerk met één kerk orde, belijdenis en liturgie, maar wordt gezien als een tussenfase om de een heid tenslotte te bereiken. In deze oecumenische synode wil men de gees telijke verbondenheid der kerken vorm geven. De organisatorische een heid moet dan later volgen. Het ge heel lijkt wat vaag. Het zal er op aan komen wat men werkelijk wil. Groeps vorming of getuigenis en dienst? Een gesloten gemeenschap of open naar het volk? Het thema van de vergade ring wijst op het laatste: „Zie, Ik maak alle dingen nieuw" met als onder thema: Vernieuwing van Mens, Kerk en Maatschappij Illllllllllllllllllllllltllllllllll lllllllllllllllli Het bewustzijn dat zij „christe nen in de wereld" zijn blijkt zeer sterk te leven. Dit bleek ook weer uit de bijzonder grote deelname aan het voorbereidend beraad voor Uppsala '68 dat tijdens 't weekeinde van 25-26 november door „Kerk en Wereld" te Driebergen werd georganiseerd. God kan dan vol gens Nietzsche en sommige enthou siaste theologen van deze tijd wel dood zijn, maar de kerken blijken desondanks zoals in Driebergen bleek springlevend, zelfs zo levend dat het soms in verschil lende secties zéér levendig toeging. Dat de christenen zich bewust zijn in een revolutionaire tijd te leven, bleek wel zeer duidelijk van de zijde van de rooms-katholieke christenen die met de reformatorische dit beraad hadden voorbereid in een zeer des kundig overleg en die er de gezamen lijke leiding hadden. Voor de rooms- katholieken is hiervoor wel meer revolutionair bewustzijn nodig dan voor de reformatorischen aangezien de kerk van Rome nog (officieel) geen lid van de Wereldraad is, maar ieder een weet nu langzamerhand wel dat de Nederlandse katholieken nu niet bepaald tot de slome achterhoede ge rekend mogen worden. Ook hier hebben zij weer een nieuw variant op een oud kinderrijmpje: „tussen Keulen en Parijs ligt de weg naar Rome" geschapen door een openhartige bekentenis: „tussen Ge- nève en Uppsala ligt de weg van Ro me". Of deze variant overal op prijs ge steld zal worden zal de toekomst nog moeten uitwijzen. Evenwel is het verblijdend en vertrouwenwek kend dat deze weg gewezen wordt door uiterst kundige, openhartige en oprecht oecumenisch denkende lieden die zeker niet revolutionair gewor den zijn door miskenning en onte vredenheid, maar alleen door de overtuiging en het bewustzijn dat zij christenen moeten zijn in een wereld die reeds revolutionair is in technisch en sociaal opziéht. Hetzelfde kan met dankbaarheid gezegd worden van de reformatorische leiding. Wat er van deze aanbevelingen van de Nederlandse kerken tijdens de Assemblée te Uppsala zal overblijven is een open vraag. Nederland is maar een klein landje vergeleken bij an dere landen en andere gesteldheden. David echter was ook maar een mie zerig ventje tegenover Goliath en toch troffen zijn stenen doel. Het mosterdzaadje is maar een klein zaadje, „de geringste onder de za den", maar er kan een „grote boom" uit groeien. „Uit revolutionair stand- nische en sociale revolutie het gevaar voor de mens dat deze getransfor meerd en herleid wordt tot één cate gorie en een uitsluitend sociale di mensie van zijn wezen. Voor de christen betekent dit een grote ge vaar dan voor de niet-christen, omdat de christen de opdracht heeft „in deze wereld te zijn" zonder van deze wereld te worden". Hij moet solidair i n deze wereld zijn zonder solidair met deze deze wereld te worden in al haar aspecten. Een revolutie vergt van de chris ten niet zozeer een „omschakeling van alle waarden" dan wel een her schepping van alle waarden. Dit juist is de oorspronkelijkheid van de joods-christelijke religie die ge- punt kan men dus tamelijk gerust en hoopvol zijn omtrent de mogelijk heden. Echter zijn er, zoals aan iedere revolutie, onvermijdelijke gevaren aan verbonden. Een revolutie is al tijd min of meer explosief, een spon tane eruptie, een „omschakeling van alle waarden", die niet alleen trans- formatieve maar ook destructieve ge volgen heeft. Hoewel iedere revolutie positief ^ericht is, hoeft deze gericht heid niet noodzakelijkerwijze de nega tieve gevolgen te boven te gaan. Niet alle waarden kunnen integraal om geschakeld worden. Doorgaans blij ven toch ergens van de oude waar devormen splinters over die dan, soms veel later een doorn in het vlees van de mensheid blijken te worden omdat noch in de mens als micro-kosmos noch in de macro-kos- mos alle waarden ongestraft om geschakeld kunnen worden. Zo levert bijvoorbeeld een univer salisme als gevolg van een techni- legen is in het feit dat zij de ge schiedenis in theologie heeft om gezet doordat God „in de geschie denis verschenen is en zich geopen baard heeft". „Een universalisme als gevolg van een technisch-sociale revolutie be helst voor de christen het gevaar en de verleiding dat hij de theologie in geschiedenis gaat omzetten, met an dere woorden Christus gaat „humani seren" en tot een sociaal-economische dimensie gaat herleiden in een cari tatieve vorm door een „Entmytholo- sierung" die Hem „eigentijds" maakt en aangepast aan het huidige tijds beeld. Christus kan echter niet „aan gepast" worden aan een of ander tijdsbeeld, maar van de christen wordt gevraagd zich naar Zijn beeld aan te passen en Hém te volgen, die door alle tijdsbeelden doorgaat als een eeuwige openbaring". „Wie MIJ liefheeft neme zijn kruis op en volge MIJ" Deze vordering die te allen tijde aan de christen ge steld is, is een revolutionaire vorde ring, een verloochening van zichzelf en derhalve zijn kruis omdat zij geen transformatie, geen „omschakeling van alle waarden" eist, maar een transfiguratie van hemzelf waardoor hij co-creator wordt in die zin dat hij de Tijd herschept in Eeuwigheid en zodoende „tijdgenoot" van Chris tus wordt. De vordering tot dit paradoxale proces is niet uitsluitend een onder deel van de christelijke religie. Het boeddhistische „ksana" beantwoordt aan de „kairos": 't „gunstige moment" waardoor men de Tijd verlaat en de Eeuwigheid verwerft. In zijn „Beel den en Symbolen" schrijft Mircea Eliade dan ook zo treffend: „Uitein delijk wordt van de christen gevraagd dat hij een tijdgenoot van Christus wordt, hetgeen zowel een concreet bestaan in de geschiedenis als de ge lijktijdigheid met Christus' prediking, doodsstrijd en verrijzenis impliceert". Deze gelijktijdigheid als „tijdgenoot van Christus" vordert van de Chris ten niet een „omschakeling van alle waarden" waardoor zelfs Christus „eigentijds" wordt, geen transforma tie van een wereld- en tijdsbeeld maar een transfiguratie van zichzelf die hem tot een „tijdgenoot" van Christus maakt. De revolutionaire kracht van de christen ligt in het doorbreken van de Tijd en het tijds beeld waarin hij leeft waardoor hij in staat gesteld wordt „in deze we reld" te zijn zonder „van deze we reld" te worden. Het thema van Uppsala 1968 is daarom zo belangrijk, veelzeggend en hoopgevend: Zie IK maak alle dingen nieuw wanneer het accent ge legd wordt op dat „IK" van Diegene naar wie alle „christenen" zich noe men die hun kruis willen opnemen en Hem volgen. A. VAN LEEUWEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 14