SAMENWERKENDE KRUIDENIERS LANCEREN EEN NIEUW
WAPEN IN CONCURRENTIE-OORLOG
TEGEN HET GROOTWINKELBEDRIJF
op wielen
DORNIER BOUWT WEER
WATERVLIEGTUIGEN
et
v
V I
21
i
#i
I
ZATERDAG 9 DECEMBER 1967
Erbij
NAPOLEON heeft al ontdekt dat wij „een volk van krui
deniers" zijn. Een natie van grutters en krentenwegers,
„wier enige interesse het kleine eigenbelang is". Die ka
rakteristiek, hoewel ietwat overdreven, geeft blijk van een
FELLER dan ooit is de strijd om
de gunst van de huisvrouw in de
kruideniersbranche. De grootwinkel
bedrijven aan de ene kant, de vrij
willige filiaalbedrijven van de kleine
en middelgrote zelfstandigen aan de
andere kant. Een nieuw verkoop
wapen is onlangs in de strijd gewor
pen door één machtsgroep: de zelf-
bedieningswinkel-op-wielen.
I-
II
t/„i - .-•-
ilÏÏIllllllll
diep inzicht in onze volksmentaliteit en zij geldt eigenlijk
ook nu nog. Want nog altijd wordt er op ieder levens
terrein ijverig kruidenierspolitiek bedreven in ons landje.
Behalve dan misschien juist in de kruideniersbranche
DE STORMACHTIGE ontwikkeling
na de oorlog heeft het patroon van ons
economisch bestel grondig gewijzigd.
Vooral de kleine neringdoende midden
stand kreeg het zwaar te verduren.
Grootwinkelbedrijven, warenhuizen en
zelfbedieningszaken zogen een groot
deel van het debiet weg en tal van
eenmanszaakjes moesten hun deuren
sluiten. Anderen verenigden zich tot
„vrijwillige filiaalbedrijven" of in in
koopcombinaties. Dat ging wel ten kos
te van een stukje zelfstandigheid, maar
het bleek de enige manier om de
moordende concurrentiestrijd vol te
houden. Vandaar het succes van gro
te combines als de Spar, A O, Cen
tra, Vivo, Sperwer en Enkabé, die
door hun vrijwillige samenwerking
thans over voldoende machtsmiddelen
beschikken om de grote concerns als
Albert Heijn, Simon de Wit, De Gruy-
ter e.d. met hun eigen wapens (spe
ciale aanbiedingen, zeer scherpe prij
zen, cadeau- en spaaracties) te kunnen
bestrijden een strijd overigens,
waarbij de consument alleen maar wèl
kan varen.
Eén van die „vrijwillige filiaalbe
drijven", A O, heeft onlangs een
nieuw wapen in de strijd geworpen:
de rijdende zelfbedieningswinkel. A
O-kruidenier Peter van de Mheen in
Ermelo is ermee begonnen nu bijna
twee jaar geleden. „Het was een gok",
vertelt hij, „maar toch had ik er geen
hard hoofd in. Vooral op het platte
land immers moet de klant zich nog
vaak een lange tocht naar de kruide
nier getroosten voor zijn wekelijkse in
kopen. Dat is nu niet meer nodig: wij
brengen hem ons hele assortiment voor
zijn deur, met onze supermarkt-op-
wielen, net zoals in vroeger eeuwen de
marskramer. De klant spaart tijd
vooral van belang voor de boerenbe
volking en hij kan op zijn gemak
kiezen en keuren. Maar ook in nieuw
bouwwijken, waar wel huizen staan,
maar nog geen winkels, slaat onze rij
dende winkel aan. Denk maar eens aan
de huismoeders, die hun baby's niet al
leen kunnen laten, of aan de vele be
jaarden die slecht ter been zijn. Dit
is service-verlening in optima forma.
Ik maak beste omzetten en kweek
dankbare klanten, en voor mij staat
het dan ook vast dat de auto-market
naast de vaste winkels in een behoef
te voorziet. Ikzelf heb er nu drie rij
den, een in Ermelo en twee in Har
derwijk. Maar ook mijn collega's in de
A O gaan ermee beginnen. Vorige
week heeft onze carrosseriebouwer,
Smit in Joure, de veertiende rijdende
winkel afgeleverd. En over hooguit
drie jaar hopen wij een vloot van 200
wagens op de weg te hebben.
PETER VAN DE MHEEN, dat lijdt
geen twijfel, heeft niets van een grut
ter of krentenweger. Hij is een zaken
man met visie en fantasie, hij durft
risico's te nemen. Toch is hij min of
meer contre coeur in het kruideniers
vak verzeild geraakt. „Mijn vader had
hier in Ermelo sedert 1930 een winkel
tje dat met hard werken een redelijk
bestaan opleverde. Maar ik had er
geen zin in. Ik wilde de wereld zien.
Daarom nam ik de landbouwschool en
ging daarna in de bloembollen, 's Zo
mers werkte ik op het land, 's winters
ging ik naar Engeland en Zweden als
bollenreiziger.Dat lijkt mooier dan het
is. Als je in Stockholm een zaak bin
nenstapt en een prevelement je begint,
wordt je er vaak vierkant uitgegooid.
Vooral als je de vijftigste handelaar
bent die Hollandse bloembollen komt
aanbieden. Een keihard vak, die bol
len, vooral nu de gouden jaren voorbij
zijn.
TOEN BEN ik tenslotte, in arren
moede, maar in het kruideniersvak ge
gaan. Dat was een jaar of twaalf ge
leden. Ik heb hier het vak van de
grond af geleerd. Eerst een jaar als
fietsjongen, de boodschappenboekjes
bij de klanten ophalen en dan de be
stelde artikelen afleveren. Dat zinde
me niet erg, je werd er honds moe van.
De fiets werd een motorcarrier, daar
na een bestelwagentje. Een voorloper
dus al van de rijdende winkel. Je zag
vend Zwitsers levensmiddelenbedrijf
dat over de honderd winkels-op-wie
len exploiteert.
„TOEN IK terugkwam van die stu
diereis was ik laaiend enthousiast en
dat is overgeslagen op A O. Ikzelf
kocht meteen een derde autobus die ik
inrichtte aan de hand van de ervarin
gen in Zwitserland opgedaan. Maar je
ware is natuurlijk een speciaal ont
worpen auto, precies uitgekiend. U
van Ermelo overschakelde van de ou
de autobus op het prototype van de
speciaal gebouwde Automarket. Met
één slag werd de omzet verdubbeld.
We waren er zelf stomverbaasd over".
„Hoe dat te verklaren? Dan moet ik
wel een paar cijfers noemen. In een
doorsnee „vaste" supermarket ligt de
jaarlijkse omzet per vierkante meter
vloeroppervlakte rond de vijfduizend
gulden. Toen we met de proeven met
de rijdende winkel begonnen, bleek ons
naar de volgende straat: hetzelfde
beeld. Een vlotte doorstroming dus. De
winkel wacht niet op de klanten, maar
de klanten wachten op de winkel, be
grijpt u?
Om in ronde cijfers te spreken: 'n
ambulante supermarkt met een één
persoonsbemanning en 22 m2 nuttig
vloeroppervlak kan op z'n sloffen de
voor een rendabele exploitatie vereiste
minimum-omzet van vijfduizend gul
den per week verdienen.
TWEEHONDERD RIJDENDE ZELF-
IN 1980
de omzet groeien, je gaat wat rekenen
en tenslotte kom je tot de conclusie
dat die bestelwagen best een tweede
hands autobus kan worden daar kun
je aanzienlijk meer veelgevraagde ar
tikelen in meenemen. En na een paar
jaar neem je er nog zo'n bus bij.
„Maar dan komen de moeilijkheden.
Ik bedoel: zo'n rijdende winkel exploi
teren is óók 'n vak dat geleerd moet
worden. We zaten toen al in A O.
De directeur van A O zei: „Peter,
je hebt me bijna overtuigd van het nut
van rijdende supermarkets maar het
is nuttig als je eerst eens bij Migros
gaat kijken hoe ze het daar doen en
dat je dan een gedegen rapport op
stelt".
Migros kent iedereen in de kruide
niersbranche. Het is een toonaange-
weet dat we er daarvan nu veertien
hebben lopen en dat we nog slechts
aan het begin staan".
Een Nederlands initiatief is het der
halve niet. „De rijdende supermar
kets zijn behalve in Zwitserland, ook
in Amerika en Engeland populair. De
laatste Zwitserse cijfers ken ik niet,
wel die van 1965. Toen had Migros er
144 rijden. Ze zorgden voor een geza
menlijke omzet van bijna honderd mil
joen Zwitserse francs: Vijf percent van
de totale Migros-omzet. De gemiddelde
weekomzet per automarket bedroeg
14.000 francs".
„We verwachten in Nederland een
zelfde succes en dat doen we heus niet
op losse gronden. Ik heb het zelf on
dervonden toen ik in de nieuwe wijken
dat zo'n ambulante supermarket ge
makkelijk het dubbele haalt".
„Dat is één. Punt twee is de omzet
per man per jaar. In doorsnee bedraagt
die honderdduizend gulden voor een
supermarket, maar het dubbele voor
een mobiele winkel.
De reden is heel simpel. Kijk, een
winkel kent twee vervelende perioden.
De uren waarop de kassa's de drukte
niet aankunnen omdat iedereen tege
lijk inkopen wil doen en de uren
waarop er geen kip in de zaak is. De
leegloop, zoals wij zeggen.
Die bezwaren vervallen bij een rij
dende winkel. Die rijdt van straat tot
straat, luidt de bel en hup, daar komen
de klanten. Zijn die afgehandeld dan
Onze automarkets bieden optimaal
„koop-comfort" we zijn aan de deur
kruidenier, melkboer, groenteman,
bakker en slager tegelijk. Alle 1200 ar
tikelen van ons assortiment liggen er
in zij het dat we ons voor elk ar
tikel beperken tot één merk. Ik bedoel:
je hebt jam van Hero, De Betuwe,
Zwaardemaker, ons eigen merk A O
en nog meer, maar in de auto vindt de
klant dus maar één merk, alles tegen
dezelfde prijzen als we in de „vaste"
winkel rekenen.
Kijk, hier is de laatste aflevering elf
meter lang, 2Vz meter breed, gebouwd
op een speciaal door DAF ontworpen
chassis. Er is airconditioning in aan-
ENIG in zijn soort en tegelijkertijd
het grootste vliegtuig ter wereld was
destijds, in 1929, de Do X. Met zijn
zes tweeling-motoren (met 12 lucht-
schroeven) boven op de geweldige
vleugels bereikte dit watervliegtuig
van de Duitse ingenieur Claudius Dor-
nier een snelheid van 195 km per uur
en bracht het 170 passagiers veilig
over de Atlantische Oceaan. Talrijke
records, bij vreedzaam gebruik, ver
schaften de Dornier-watervliegtuigen
in de tijd die volgde een bijna legen
darische roem. Alleen al tijdens de
laatste oorlog werden ongeveer 10.000
mensen door de driemotorige Do. 24's
van schipbreuk gered. De helft daar
van waren leden van de Geallieerde
strijdkrachten.
IN DE moderne luchtvaart echter
schéén men voor watervliegtuigen geen
emplooi meer te hebben. Bij het begin
van het „straaltijdperk" geraakte de
Dorniervorm met de 50 jaar geleden
ontwikkelde vinstompen, die altijd goed
■v™™'
De DO X uit 1929 met twaalf propellers
Ontwerp voor de DO 324 die in 1969 op de wieken gaat.
voldaan had, in vergetelheid een
veteraan zonder kansen.
Dit standpunt wijzigde zich onlangs
geheel. Men moest toegeven, dat geen
van de nieuwe machines bij benade
ring zo geschikt is voor de reddings
dienst als een watervliegtuig met con
ventionele zuigermotoren, grote reik
wijdte en goede vliegeigenschappen,
ook bij geringe snelheid, zoals vereist
bij opsporingsacties boven de zee.
CLAUDIUS DORNIER jr. kreeg op
dracht een nieuw watervliegtuig te ont
werpen. Hij kan uitgaan van het werk
van zijn 82-jarige vader. De nieuwe
Dornier zal het nummer 324 dragen.
Het zal, als zijn laatste voorganger,
met drie motoren zijn uitgerust, waar
van er twee nog voldoende zijn voor
een veilige start. Op verzoek van de
Duitse Bondsmarine, die de eerste op
dracht aan de fabriek verstrekte, zal
de Do 324 buiten de gemoderniseerde
vinnen ook van wielen worden voor
zien, zoals een amphibievoertuig. De
tanks kunnen brandstof bevatten voor
18 vlieguren. In de romp is plaats
voor 30 schipbreukelingen.
WAT zeewaardigheid betreft zal de
Do 324 vroegere watervliegtuigen over
treffen: bij golven van drie meter
hoogte kan het nog op het water lan
den. Als in 1969 de Do 324 in dienst
genomen wordt, zijn er precies veertig
jaar verstreken na de eerste opzien
barende vlucht van de Do X. Bij de
Dornierfabrieken (in München en in
Friedrichshafen) is men trots op dit
succes. Ook voor de export van het
in zijn soort weer unieke watervlieg
tuig rekent men op goede kansen.
Dertig maanden na het verstrekken
van de opdracht kan de Do 324 ge
leverd worden, paraat als betrouwbaar
reddingswatervliegtuig aan vele
kusten.
gebracht, verwarming, een diepvries-
kast voor vlees, kip, vis, frites en
groenten en een voor ijs en ijstaarten.
En natuurlijk een koelmeubel voor
melk, kaas, eieren en vlees. Een in
gebouwd dieselaggregaat levert de
energie.
Er worden er nu zes per maand
afgeleverd waarna ze bij mij worden
geïnstalleerd. Zo'n wagen vergt, in
ventaris en voorraad inbegrepen een
investering van tachtigduizend gulden.
We mikken voornamelijk op nieuw
bouwwijken waar nog geen vaste su
permarkets zijn. Vroeger verrees al
op elke vijfhonderd woningen een su
permarket, nu wordt gewacht tot er
duizend of meer huizen staan.
Aangesloten winkeliers, kunnen zo'n
automarket tegen een borgsom huren.
Het voordeel is dat de auto ergens an
ders kan worden ingezet als ze 'op
haar eerste „basis" niet meer nodig
is. Ze blijven dus eigendom van A
O, die in vijf jaren tijd van de acht
tiende plaats is opgeschoven naar de
vijfde op de ranglijst van zelfstandige,
vrijwillig samenwerkende kruideniers-
bedrijven. Voorop gaan de Spar, de
Vivo-Ifa, VéGé en Centra die, met A
O, meegerekend 8100 winkels om
vatten en bijna veertig percent van
het totale aantal winkels in onze bran
che."
„Als u er belang in stelt kan ik u de
verdeling wel precieser geven: Om te
beginnen zijn er de grootwinkelbedrij
ven met als koplopers Albert Heijn, De
Gruyter en Simon de Wit. Gezamen
lijk hebben die 1400 winkels, dus ruim
6V2 percent van het totale aantal krui-
deniersbedrijven (20.750). Het markt
aandeel van die grootwinkelbedrijven
is 22.3 percent. Velen menen dat het
meer is, maar heus, de zelfstandige,
al dan niet georganiseerde bedrijven
hebben nog altijd 70,5 percent van het
marktaandeel!
Er zijn 18.650 zelfstandige winkels,
waarvan, zoals gezegd 8100 „vrijwilli
ge filiaalbedrijven" zoals Spar, A
O, Centra en VéGé en Vivo, 3050 co
öperatieve inkoopverenigingen (waar
van de voornaamste Enkabé en Sper
wer zijn) en dan nog 7500 zelfstandi
gen waarvan het merendeel toch wel
„ergens" georganiseerd is, bijvoor
beeld doordat ze in groepen gezamen
lijk inkopen. En tenslotte zijn er de
verbruikscoöperaties, met als belang
rijkste de Co-Op Nederland, bij elkaar
goed voor 700 winkels en 7,2 percent
van de markt.
Als u nu vraagt waarom blijkbaar
alleen A O iets ziet in die rijdende
winkels, dan moet ik u het antwoord
ten dele schuldig blijven."
„Wij hebben natuurlijk een enorme
voorsprong door onze degelijke studie
vooraf en onze ervaring. Er is, voor
zover ik weet, één organisatie geweest
die op het punt stond het ook te pro
beren, maar op het laatste ogenblik
heeft ze ervan afgezien. En ik heb
gehoord dat De Gruyter die kant ook
op wil maar dat zijn geruchten die
ik niet kan bevestigen."
„In ieder geval gaan wij ermee
door. A O opereert overigens niet al
leen in Nederland maar ook in Duits
land, Oostenrijk, Zwitserland, Frank
rijk, Engeland, Italië, België en Fin
land. In totaal hebben we 26.000 win
keliers verenigd.
Mijn eigen omzet? Die mag u gerust
weten. Ik hoop dit jaar de twee mil
joen te passeren. Met mijn winkel
hier in Ermelo en mijn drie automar
kets.