2100 man zonder werk
Domaniale Mijn in
Kerkrade dicht
PANDA EN DE POLYDINGUS
POLLE, PELLI EN PINGO
1
c
Woningnood krijgt
ander karakter
■elna
ENGEL
ngestipt
Ons vervolgverhaal
JLJtCS
Zo gróót, die
keuken van ons -
denken sommigen.
Meer krantenfusies
te verwachten
B. en W. van Amsterdam
Kwantitatief evenwicht nadert;
kwalitatief grote achterstand
VS invoerrechten
op 1 januari
verlaagd
Nederland-Deense
telefoonkabels
gestoord
I
D
DINSDAG 19 DECEMBER 1967
17
A_k. Ikl
JAN DE .HARTOG ijk Kti*
-
Werkelijkheid
om een keuken te kopen
natuurlijk,
NKV-er Mer tens:
NAAIMACHINES
Grote Houtstraat 181 - Haarlem
Kees Stip
EEN GELUKKIG MENS ZONDER REUMATISCHE PIJN
D
A
V
Y
J
O
N
E
S
scene mond-op-momdje
B
R
A
M
M
E
T
J
E
F
O
K
fVW
10
Vv -
Hes oorspronkelijke roman door
21)
Drie dagen lang leidde ik het leven
van een beachcomber en ik genoot
van de absolute vrijheid van dat le
ven. Ik had niets te doen en behoefde
mij nergens iets van aan te trekken.
Mijn enige contact met de normale
menselijke maatschappij was mijn
dagelijks bezoek aan de vice-admi-
raal in hotel Atlantic om te vragen
of Maurice al thuis was.
Gedurende die drie dagen begon ik
bijzonder op Marseille en zijn bevol
king gesteld te raken. Zij waren de
hartelijkste mensen die ik ooit was
tegengekomen en na de noordelijke
reserve waarin ik altijd had geleefd,
was het een opluchting eindelijk eens
met mensen te maken te hebben die
al hun gevoelens onmiddellijk uitten.
Als een man hier zijn scheen stootte,
krijste hij als een gekeeld varken, en
minstens driemaal per morgen kwam
ik een opgewonden oploop tegen met
twee auto's en twee krijsende chauf
feurs erin en het bleek steeds een
meningsverschil te zijn over wie van
de twee de ander had aangereden met
het recht van voorrang.
De eerste dag had ik mij zorgen
gemaakt over de honger. Ik ontdekte
al gauw, dat er een soort bloedver
wantschap bestaat tussen de matro
zen en de stokers op wilde-vaartsche-
pen en de beachcombers. Als ik wilde
eten, hoefde ik alleen maar naar de
loopplank van een vrachtschip te
gaan dat er niet al te rijk uitzag en
te roepen: „Hé broer! Is er nog een
prakkie?!" Ik werd nooit geweigerd
en de hartelijkheid van het volk voor
de mast, van welke nationaliteit ook.
was verrassend. Ik veronderstel dat
zij allen zelf beachcombers waren ge
weest en zich ervan bewust waren
dat zij het morgen weer konden zijn.
Ik had mij het bedelaarschap op
een noordelijke manier voorgesteld
en totaal vergeten dat het in Marseil
le omstreeks deze tijd 's nachts zo
warm was dat zelfs de rijkste men
sen in de open lucht sliepen, in lig
stoelen op hun balkons. Ik sliep on
der een handkar naast een politiepost,
werd wakker wanneer er weer eens
een dronkaard werd binnengesleept,
rookte een sigaret met de agenten
van de wacht, zei: „Nou, goedenacht
dan maar weer" en kroop weer onder
mijn handkar, 's Morgens dronk ik
koffie met de agenten; het was een
vreemde stad.
Toen ik op de middag van de derde
dag mij weer bij de vice-admiraal
vervoegde, vertelde deze mij dat
Maurice ieder ogenblik kon komen,
dus ik ging in de hal zitten. Ik had
mij gedurende de afgelopen weken
dikwijls afgevraagd wie Maurice zou
kunnen zijn. Ik had nooit vermoed
dat het de stuurman zelf was. Hij
kwam om drie uur precies de draai
deur binnen, gekleed in een chic
streepjespak met een panama op en
hij zwaaide een bamboe wandelstok.
Hij werd gevolgd door twee breed
geschouderde jongens met korte
blauwe broekjes aan en twee platina
blonde hoertjes die alleen maar zo
snel schenen te trippelen om niet op
hun gezicht te vallen vanwege de
hoogte van hun hakken. Toen hij mij
zag, hield de stuurman op met zijn
wandelstok te zwaaien, riep: „Schip
per!" stormde op mij af, trok mij uit
mijn stoel, sloeg zijn armen om mij
heeri en kuste mij op beide wangen.
Eerst dacht ik dat hij erg Marseil-
laans geworden was. Nadat hij mij
omhelsd had, sloot hij zijn ogen zei:
„God, wat ben ik moe" viel in mijn
stoel en strekte zijn benen uit. Hij
droeg blauwe sokken met een violette
gloed die rood waren aan de binnen
kant, en peau de suède schoenen. Hij
zag er jong en een beetje zielig uit,
met donkere kringen onder zijn ogen
in zijn door de zon verbrande huid.
Een van de breedgeschouderde jon
gens vroeg onvriendelijk: „Ken je
hem?" terwijl de ander de gieche
lende hoertjes naar de onyx-bar leid
de met zijn armen om hun middel.
De stuurman antwoordde voor mij,
zonder zijn ogen -te openen. „Hij is
de man waar ik op gewacht heb", zei
hij, „neem een kamer voor hem met
een bad en een borrel. Noteer het
nummer." De jongen zei: „Oké" en
bracht mij naar de vice-admiraal.
Ik kreeg een kamer met een bad
en een uitzicht op de oude haven. Een
kelner bracht een fles whisky en een
glas en verdween weer zonder een
woord te hebben gezegd. Noch aan
het bad noch aan de whisky had ik
iets. want ik bezat geen zeep en geen
kurketrekker.
De kamer was zeer luxueus maar
maar een beetje drukkend: er wa
ren veel spiegels, waar ik ook keek
zag ik mijzelf en ik moest me no
dig scheren. Ik ging op de venster
bank zitten, keek naar de haven en
de drukke kade en had een beetje
heimee naar de wereld daar bene
den. waar ik zo op gesteld was ge
raakt. Ik dacht erover de kamer uit
te sluipen, terug naar de straat; ik
was ervan overtuigd dat ik wel er
gens een baantje zou kunnen vinden
en ook al kon ik dat niet, er schenen
hier genoeg mensen te zijn die een
best leven hadden zonder baantje.
Ik begon mij te vervelen, alleen in
die kamer, wachtend tot de stuur
man zijn roes zou hebben uitgeslapen
of tot een van de breedgeschouderde
jongens mij zou komen vertellen wat
ik doen moest. In een hoek van de
kamer stond een bureautje met een
inktpot, een pen en een stapel prent
briefkaarten van het hotel. Ik pro
beerde iemand te bedenken aan wie
ik een prentbriefkaart zou kunnen
sturen: de enigen waren June Sim
mons en de meester. Ik voelde geen
behoefte Draad een briefkaart te stu
ren. Ik schreef eerst aar de meester,
zei dat ik een heerlijke tijd had en
vroeg hoe het'met de Messias ging.
Ik hoopte dat Juffrouw De Roos het
goed maakte en vroeg hem haar mijn
groten over te brengen. Toen ik de
briefkaart overlas, bleek hij nogal
vormelijk, maar ik besloot hem toch
maar te sturen. Ik schreef aan June
Simmons om haar te bedanken voor
het gezellige weekend, vertelde haar
dat het hier prachtig weer was en
hoopte dat het in Engeland ook zo
zou zijn. Ik zat lang na te denken
over wat ik nog meer zou kunnen
schrijven, kauwend op de penhouder.
Tenslotte voegde ik eraan toe: „Ik
hoop je binnenkort uitvoerig te
schrijven. Hartelijk, je Vliegende
Hollander".
(Wordt vervolgd)
(Van onze correspondent)
KERKRADE. Over twee weken
zal een begin worden gemaakt met
de geleidelijke sluiting van de Doma
niale Mijn in Kerkrade. Voor eind
1969 zullen 2.100 mensen 200 be
ambten en 1.900 arbeiders aan an
der werk moeten worden geholpen.
De sluiting is gisteren door de di
rectie van de mijn bekendgemaakt na
overleg met minister De Block van
Economische Zaken, de Mijnindustrie-
raad en de vaste commissie voor Eco
nomische Zaken van de Tweede Ka
mer. In een verklaring zei de directie
van Nederlands oudste steenkolen
mijn gisteravond: „Wij zijn op grond
van de thans aanwezige vooruitzich
ten op vervangende werkgelegenheid
tot de conclusie gekomen dat het ver
antwoord is de sluiting te beginnen".
Directeur T. Dols van de tot ondergang
gedoemde onderneming vulde desge
vraagd nog aan: „200 mensen zullen in
de komende twee jaar aan hun pensioen
toe zijn. Een evengroot aantal kan ver
vroegd gepensioneerd worden. We ver
wachten dat rond 250 mensen zelf elders
werk zullen zoeken. Ruim elfhonderd
zullen door de overheid en de onderne
ming aan nieuwe arbeidsplaatsen moeten
worden geholpen. Voor 300 minder valide
en moeilijk herplaatsbare personeelsleden
ziet het er wat somber uit".
De herindustrialisatie begint in Kerk
rade op gang te komen door de voorge
nomen vestiging van een tiental kleinere
en middelgrote ondernemingen die sa
menwerken in de N.V. Industriebouw
Kerkrade. Directeur Dols verheelde niet
dat die ondernemingen samen lang niet
voldoende plaats voor al het domaniale
personeel bieden. „En verdere perspectie
ven zijn er helaas no gniet", zei hij. Dat
klonk wat paradoxaal met het nu vast-
ADVERTENTIE
Ze denken: als wij beginnen aan een
gemakkelijke keuken, zijn de kosten niet
te bespringen. Maar de inbouw kan
plaatsvinden per stapeen wand, de
onderkastpartij, de bovenkasten. Dan
groeit het. Of financiering, dat kan ook.
Kom, laten we u een IDEE mogen geven.
Dan kunt u er verder over denken.
kruisstraat 38
25-91
25. Panda had zich op het laatste moment weten vast
te klampen aan de rand van de bodemscheur waarin
hij viel. Na veel geworstel en gespartel wist hij zich op
te trekken en even later stond hij behouden en wel
op de kant. ..Goed dat je daar bentPanda!" sprak Sir
Mortimer. „Ik ga een laatste poging doen om dit ge
bied in kaart te brengen. Als er maar niet wordt ge
lachen. Mijn werk moet ernstig genomen worden en
anders gaat het niet door. Haal de vlaggen!" Even
later waren de ontdekkingsreizigers druk aan het werk,
en dit werd waargenomen door de journalist Kwiekjes.
Deze dappere verslaggever was voor zijn krant naar
het gevaarlijke Lydingus gevlogen om een artikel te
maken over het werk van de ontdekkingsreiziger. „Sir
Mortimer brengt het landschap in kaart!" meldde hij
in zijn microjoon. „We zullen hem vragen of hij enkele
minuutjes voor ons heeft."
6EI/AN66N
- NU BEN J
BLINDEMANNETJE
VERGEET NIET "6EUAW-
SEN"TE ROEPEN^
EN GEVANGEN
WIJ ZIJN 6EI/ALLEN
6EN0MEN j
LEUKER WANNEER
ANDEREN
/N
NOU ZIJkG
JULI 16 'M
BROERTJE
2572-D
omlijnde snelle sluitingsprogramma waar
bij aan het personeel dat vandaag nog
moet worden ingelicht stellig wordt
beloofd: geen ontslag zonder nieuw werk.
De ondernemingsraad van de domoniale
Mijn is gisteravond ingelicht óver de voor
Kerkrade jammerlijke gang van zaken.
Het lijkt onbegrijpelijk waarom de diep
ingrijpende maatregel nog zo haastig voor
de feestdagen bekend moest worden ge
maakt. Tot de sluiting van de mijn was
in principe al eerder besloten. Dat be
sluit viel vorig jaar oktober toen de Ne
derlandse staat alle aandelen van de mijn
overnam. Maar die schim is nu werkelijk
heid geworden. De sloop en ontmante
ling zal begin 1970 gereed zijn.
De mijn dateert al uit de jaren onmid
dellijk na de Franse tijd. De kleine kolen-
veldjes die in de streek tot dan toe
door monniken van Kloosterrade waren
afgegraven werden tot een 690 ha. groot
kolenveld samengevoegd en kwamen in
bezit van de staat. Pas na de aanleg van
de spoorweg Maastricht-Aken kwam de
mijn tot bloei.
In 1897 werden voor het eerst
100.000 ton kolen bovengehaald. In 1931
beliep de produktie een miljoen ton, drie
jaar bleef dat zo. In 1966 was de produk
tie al tot de helft daarvan gedaald.
UTRECHT Paus Paulus heeft de
hoofddirecteur van het dagblad „De Volks
krant", de heer J„ H. J. Grundmejjer, be
noemd tot ridder in de orde van de Heilige
Gregorius. De versierselen, die bjj deze
hoge kerkelijke onderscheiding behoren,
werden hem gisteren in Utrecht op de ver-
bondsvergadering van het Nederlands Ka
tholiek Vakverbond opgespeld door de
geestelijke adviseur van het N.K.V., rector
J. Doesburg.
De voorzitter van het N.K.V., de heer P.
J. J. Mertens, was een van de eersten, die
de heer Grundmeijer met deze onderschei
ding feliciteerde. Bij die gelegenheid sprak
de heer Mertens de verwachting uit. dat er
na de concentratie die zich onlangs vol
trok tussen het „Telegraaf-concern en de
bladen, aangesloten bij de „Nederlandse
Dagblad-Unie", ongetwijfeld meer concen
traties zullen volgen. Hij noemde het in
dit verband niet onwaarschijnlijk, dat dat
ook in het katholieke kamp zal gebeuren
tussen landelijke en provinciale pers. Daar
naast lijkt hem een progressieve concen
tratie ook niet onmogelijk.
Hij legde er in dit verband de nadruk op.
dat de pers het in deze tijd niet bepaald
gemakkelijk heeft en dat ze zoekt naar we
gen en middelen om het hoofd te bieden
aan de economische moeilijkheden. Op
zichzelf noemde .de heer Mertens het stre
ven naar grotere efficiency het samenbun
delen van typografisch vernuft, niet on
gezond, mits dit maar niet gepaard gaat
met redactionele concessies, die afbreuk
doen aan de journalistieke formule van de
krant.
i
AMSTERDAM. B. en W. van Amster
dam hebben de gemeenteraad een nota
gezonden over het huisvestingsbeleid in
de komende jaren. Zij zeggen daarin dat
het begrip woningnood van karakter ver
andert.
Kwantitatief komt namelijk het moment
van evenwicht naderbij, maar kwalita
tief is nog een grote achterstand in te
halen.
Over de kwantitatieve woningnood zegt
de nota dat het woningtekort in Amster
dam momenteel twee percent van de wo
ningvoorraad omvat en dat in de loop
van de komende twee jaar het kwantita
tieve ey.enwifht vyaarschijnlijk berpikt
zal worden. In het afgelopen jaar zijn
3000 aangeboden woningen geweigerd en
Zrjrf '1750 geValleri afgevberd van de'ür-
gentielijst deels op eigen verzoek, deels
wegens het herhaaldelijk niet reageren
op een aanbieding.
Het gaat steeds meer om een bepaald
type woning met bepaalde voorzieningen
van een bepaalde prijs, een bepaalde
kwaliteit en in een bepaalde buurt.
Het beleid zal zich in de eerste plaats
concentreren op economisch zwakkeren
WASHINGTON (Reuter) President
Johnson heeft besloten dat de verlaging
van invoerrechten die de Verenigde Staten
tijdens de tarief onderhandelingen in Ge-
nève, de zogenaamde Kennedy-ronde, heb
ben toegezegd op 1 januari van kracht zul
len worden. Bij de ondertekening van dit
besluit tijdens het weekeinde drong hij aan
op krachtige tegenstand tegen de „kort
zichtige" eisen voor een protectionistische
handelspolitiek van de Verenigde Staten.
en op de ongeveer 3000 bejaarden. De
gemeentelijke Geneeskundige en Gezond
heidsdienst zal bij de hulp aan deze ca
tegorie worden ingeschakeld, evenals de
Gemeentelijke Sociale Dienst.
De kwantitatieve woningnood drukt
vooral zwaar op de gezinnen met lage
inkomens. De nota wijdt speciale aan
dacht aan jonge gezinnen met lage inko
mens. Gedacht wordt aan de bouw of
aan herstel met rijkssteun van kleine
woningen welke door deze gezinnen in de
eerste 5 jaar van hun huwelijk kunnen
worden bewoond. De huur zou laag moe
ten zijn opdat een bedrag kan worden
gespaard dat deze gezinnen in staat stelt
na verloop van tijd een volwaardige
huurwoning te betrekken of een huis te
ADVERTENTIE
Commissarissen. Tot commissaris van po
litie te Amsterdam zijn benoemd de he
ren H. Vos en A.M. Koppejan. De heer
Vos is chef van de Amsterdamse ver
keerspolitie, de heer Koppejan chef van
het afdelingsbureau Kattenburg.
O
Wazig ontwakend in een van onze
rustbev or derende treinen bevond ik
mij oog in oog met het gramstorige
gelaat van Ko van Dijk. Hij had een
glas in de hand en riep mij in grote
drukletters toe: „Gelooft u nou werke
lijk, dat het wat uitmaakt: de ene up
of de andere up?".
Daar keek ik toch wel even van up.
Toen ik beter keek zag ik dat de ver
schijning was vastgesteld op de achter
zijde van de krant waarvan mijn over
buurman bezig was de voorzijde te
lezen.
Verbazend, wat maakte die Ko zich
kwaad. En als u het mij vraagt, toch
eigenlijk om een wissewas. Als ik
over het juiste formaat drukletters had
beschikt, zou ik hebben teruggeroepen:
Het zal me een zorg zijn of er ver
schil is tussen de ene up en de andere
up. Ik weet niet eens wat up is".
Maar ik zei natuurlijk niets. Daar
door werd Ko nog kwader. Hij trok
een diepe rimpel in zijn voorhoofd en
vervolgde, cursief sprekend, zijn mono
loog: „Hebt u er 6 naast elkaar ge
proefd? Ik wel. En ik kan u zeggen:
Ik proef nauwelijks verschil. Sinds
dien let ik op de prijs. Wat ik nu
drink?".
En daarna onthulde Ko mij hoogst
persoonlijk als man tegen man welke
up hij nu dronk. Maar dat vertel ik
niet verder, omdat het de fabrikanten
van andere ups zo down zou maken.
Vast staat dat ik op deze vertrouwe
lijke mededeling bedeesd de ogen neer
sloeg. Daardoor las ik onderaan de
advertentie een bevestiging van wat
ik intuitief al had aangevoeld: ,,'t Is
goed. Ko drinkt 't".
Dit laatste moest, dacht ik, toch wel
voldoende zijn om zelfs van een princi
piële waterhater een toegewijd up-
drinker te maken. Nochtans had Ko
zijn laatste troef niet uitgespeeld.
Want toen ik de blik weer opwaarts
richtte zag ik dat hij, na de prijs van
een familiefles te hebben vermeld, uit
riep: „En laat-ie nou eigenlijk nog de
lekkerste zijn ook!". Het was bij deze
uitroep dat hij zijn gaven in.hun volle
formaat ontplooide.
Ieder ander die een dergelijke tekst
moest uitspreken zou er een tuit
mondje bij trekken en zijn ogen dicht
knijpen tot fluwelen streepjes van poe
zige verzaliging. Maar Ko sprak de
woorden uit met de toornig fonkelende
ogen en de barse mond van een man
die de eerbaarheid van zijn dochter
in twijfel ziet getrokken. Daar ligt het
verschil tussen een talentvolle aanpra-
ter en een geniaal overtuiger.
Jammer overigens dat een man als
Ko zijn brood moet verdienen als fo
tomodel voor advertentiedoeleinden.
Zo iemand moest bij het toneel.
DEN HAAG. Nadat vorige week een
der internationale telefoonkabels tussen
Nederland en Denemarken onklaar was
geraakt, is door nog onopgehelderde oor
zaak ook een tweede kabel gebroken. Het
uitvallen van beide kabels stagneert voor
al het telefoonverkeer tussen Nederland
en Scandinavië. Ook verbindingen vanuit
België, Frankrijk en Spanje met de Scan
dinavische landen zijn voor een deel on
derbroken, evenals het via de betrokken
kabels geleide telefoonverkeer tussen En
geland en Polen.
Zodra de plaats van de kabelbreuken is
vastgesteld en de weersomstandigheden
zulks toelaten, zal een Deens kabelschip
voor herstelwerkzaamheden uitvaren.
Wellicht zal het Nederlandse kabelschip
„Poolster" daarbij assisteren.
ADVERTENTIE
U verdrijft de pijn met Togal. Snel, zeker, langdurig. Het is altijd goed om
Togal tabletten bij de hand te hebben. Ook tegen griep, verkoudheid, hoofd
pijn, spit, ischias of maandpijn. Bij apoth. of drog. TOGAL 0,95; 2,40 8,88.
Ml/Y DOST MAAR
ALSOF HU 70 STERK
STAAF.
DIT WAS SENOEb.
TOT M0R6EN, MAR
CO
dim MAM WAAR Ut OOIT NAAR
VISTB HEEFT HET AAS 6ESCHUWD.
DAVY JONES SPARTELTNOb WAT
TEbEU, MAAR HIJ ZAt OP
meen
LATEN WE N06 EEN
DOEN, PAfA f
Sam Lef f
4IIWLUAM1S
1016. Knud en Jut Humstrum werden
smadelijk uit het stadje verjaagd. Terwijl
de echte postbode eervol in zijn functie
werd hersteld werden Knud en Jut met
hoon overladen. Volgens de laatste be
richten, zijn ze steeds dieper afgezakt en
thans werkzaam in een bedrijf, dat kilo
pakketten postzegels verkoopt. Knud moet
de postzegels van brieven knippen, en Jut
moet ze wegen.
Dagelijks worden die twee op die ma
nier aan hun gemene bedrog herinnerd.
Want ter herinnering aan de gebeurtenis
werd een postzegel uitgegeven welke de
Spook-Skiër toont tijdens een gevaarlijke
afdalingvoldaan bekeken door Bramme-
tje Fok. En iedere keer, als Knud die
postzegel knipt, kreunt hij zachtjes. En
telkens als Jut mweegt, zegt hij verdrie
tig: „Het had zo mooi kunnen zijn....
als die Brammetje er maar niet was ge
weest. En dan zuchten de broeders
diep en hmnAurig.
EINDE VAN DIT VERHAAL