MAMMOETHELLING IN ROTTERDAM - PANDA EN DE POLYDINGUS PQLLE, PELLI EN PINGO SENTIMENT EN GEWELD ïgestipt I m Ons vervolgverhaal rj|~v roe, Een heerlijk boekje „Het gevaar gaat niet met verlof' 11 4 ZATERDAG 23 DECEMBER 1967 Beu oorsprojike JAN i>E HAR i jlvc 'ffjntan door h f i(f zeerob, wil je een zeemans liedje Bij DE HAAS ligt op Uw aanvraag te wachten: GRATIS REISPROGRAMMA meteen wereldwijde keus uit goed verzorgde touringcar-, trein en vliegreizen. Groot aantal vertrekplaatsen en boekingskantoren. VRAAG VANDAAG EVEN AAN BIJ: Kees Stip D A V Y J O N E S 7och wet. mwa marco, houdt pas is ner dos -eeNRivAte KetiKwuuirf Mtr eut keiay GREEN B A M M E T J E F O K WWVWVirfVtAMVVM '1' m --va.' 25) Ze hadden hun eerlijkheid, hun fat soenlijkheid verloren. Wat hun betrof hebben we de oorlog verloren. Nou, daarna begon ik rond te kijken naar symptomen van verval en ik vond er genoeg, laat ik je dat vertellen. Toen het noorden bevrijd werd. dacht ik dat het daar anders zou zijn. De mensen daar hadden het hard te ver duren gehad; er was hongersnood ge weest en wat we heldendom noemen. Maar toen ik door het Vondelpark wandelde in Amsterdam, een paar dagen na de bevrijding, brak ik mijn nek over de vrijende paartjes na ie dere vijf stappen. De Canadezen wa ren aangekomen. En dan die jongens van de onder grondse ze bevielen me niet. Ik kan me vergissen, maar ik had het gevoel dat de meesten van hen pro fiteurs waren die er op het laatste ogenblik bij waren gekomen, de ech te waren doodgeschoten of te barsten geslagen in de concentratiekampen. Ik weet wel dat dit alles nergens toe leidt, maar ik kan er nog niet best over praten. Het is de eerste keer dat ik het aan iemand vertel en het klinkt niet overtuigend, dat hoor ik zelf wel. Het moeten allerlei kleinig heden geweest zijn die bij elkaar kwamen, kleinigheden die ik me nu niet meer herinneren kan. Maar het eindresultaat was dat ik het gevoel kreeg dat de tweede machinist en Geitenvel en Dop en die Canadees en Van Dorp en de rest voor niets ge storven waren, voor een vergissing, een mystificatie. Dat ik de hele oor log lang mezelf iets had wijsgemaakt toen ik dacht dat ik iets verdedigde dat waar was en echt en waard je leven voor te geven, om het na te laten aan de kinderen, zelfs al wa ren het je eigen niet. Enfin Hij liet zich weer op het bed val len en strekte zijn armen weer bo ven zijn hoofd. „Misschien zou het zelfde gebeurd zijn als ik Holland vol engelen had aangetroffen die harp zaten te spelen. Misschien is alles wat ik deze laatste jaren ge daan heb niets anders geweest dan het zoeken naar een rechtvaardiging voor het feit, dat ik naar de haaien ben gegaan; tenminste, ik neem aan dat het dat is. Dit Hij maakte een vaag gebaar naar de kamer „De haaien", „Al right", zei hij, dan zal ik je alleen maar de feiten geven, zfófi- der commentaar. Ik probeerde eerst een fatsoenlijk baantje te krijgen, maar om allerlei redenen hield ik het nergens uit. Een van de redenen was, dat de mensen weigerden de feiten te zien zoals zij waren; zij praatten en dachten in belachelijke gemeenplaatsen over vrijheid en de koningin en de nationale eer en die misdadige Duitsers, maar tegelijker tijd stemden ze allemaal voor de an nexatie van een stuk Duits grond gebied langs de grens, Grensrecti- ficatie noemden ze dat. Niemand scheen zich te herinneren dat het hele gelazer begonnen was omdat meneer Hitier ook een paar grens- rectificaties wilde aanbrengen. En dan lazen ze allemaal Amerikaanse kranten en ze bleken de koppen niet te zien die ik zag; „De beurs zakt omdat de vredesangst zich uitbreidt bijvoorbeeld. Ze zagen bijvoorbeeld niet de advertentie van een grote staalfabriek: „Wat verkoopt uw land aan Bethlehem?" Misschien zoals ik zei was ik al op weg naar de haaien en bezig te zoeken naar een excuus, maar ik maakte een verzameling van die koppen en artikelen en ad vertenties en toespraken. Het werd een dik album. Na een tijdje maak ten die dingen me niet meer veront waardigd of neerslachtig, integendeel Iedere keer als ik weer een schoon heid voor mijn album vond, voelde ik een soort verzamelaarsvreugde. Op die manier werd ik, neem ik aan een van de weinige mensen die de volgende oorlog aan zagen komen nog voor de laatste afgelopen was. En toen iemand mij een goed be taald baantje aanbood in een bar in Brussel nam ik het aan, omdat ik niet langer de morele verplich ting voelde een eerlijke, fatsoenlijke burger te zijn','. „Wat voor een baantje was dat?" vroeg ik. „Smokkelen", zei hij. „Cognac en likeur en dat soort goed van Fran krijk naar Engeland. Het plan zat goed in elkaar. We hadden twee pre cies dezelfde tanklandingsvaartui gen, die allebei „Crazy Lady" heet ten. De naam was op hun boegen ge schilderd met precies dezelfde let ters. Eén lag in een haven in het zuiden van Engeland met n beman ning van vrolijke sportieve jongens, de andere in een haven in Norman- dië met net zo'n bemanning waar van ik de schipper was. We begon nen ieder met onze eigen boot, een maand lang lang rond te spelen in de buurt van onze thuishavens. We voeren de haven in en uit maar zorgden ervoor in 't zicht van de douaniers te blijven, tot ze ons goed begonnen te kennen en naar ons be gonnen te wuiven in hun inspectie bootjes waneer wij binnenkwamen van een reisje, zonder ons te door zoeken. Toen wij ze eenmaal zover hadden begonnen wij te opereren. De „Crazy Lady" uit het zuiden van Engeland en wij uit Normandië voe ren op precies hetzelfde tijdstip zee op, naar een punt dat we van tevo ren hadden afgesproken, uit het zicht van de kust. Maar dit keer waren wij volgeladen met smokkel waar. We ontmoetten onze 'partners die dag in het midden van Het Ka- n9fel,en daar verwisselden wij van bemanning. Dus de „Crazy Lady" waar de Engelse douane de vol gende morgen naar wuifde was de „Crazy Lady" uit Normandië. Dat hebben we bijna een half jaar lang volgehouden". „Van wie was dat idee afkom stig?" vroeg ik. Hij lachte. „Niet van mij. Ik heb geen hersens, ik ben alleen maar een werktuig. In al dit soort spel letjes zijn er hersens en werktui gen. De hersens zitten ergens vei lig in Londen of Parijs of Brussel en roken sigaren en nemen vrouwen in avondtoilet mee naar de opera, net als tijdens een oorlog", „Zijn jullie tenslotte gepakt?" „Ik niet", zei hij, „ik maakte op tijd dat ik weg kwam. (Wordt vervolgd) Dr. Fuschs heeft een boekje geschre ven over een veertigtal oude Nederlandse havensteden waaraan de liefhebber van stadsschoon en -historie veel genoegen kan beleven. Het is om verschillende redenen een merkwaardig boekje. Niet alleen omdat er plaatsen in voorkomen waarvan men allang vergeten is dat het ooit havens zijn geweest, bijvoorbeeld Bergen op Zoom, Biervliet, Jisp of Sluis, of omdat men het bestaan ervan nooit had vermoed, bijvoorbeeld Moddergat en Paesens, maar ook het ontbreken van roemruchte namen, bijvoorbeeld Vlissin- gen, Delfshaven, Maassluis en Terneuzen. Misschien valt er weinig over te vertel len of ook heeft dr. Fuschs er een paar overgeslagen om binnen de voorgeschre ven perken van het opdrachtboekje te blijven? Het kan ook zijn dat zijn keus is bepaald door zijn visie op de toekomst. Voor vele van de oude plaatsen ziet hij een recreatieve taak in het verschiet. Wat zijn beweegredenen ook geweest mogen zijn, het gebodene is de moeite waard. Het is een heerlijk boekje, om in de trant van Fuschs te blijven, die zelf een paar heerlijkheden opnoemt: het Nieuw woordenboek der Nederlandse taal van Van Dale, Vindt hij ten heéWljk boek om dag èn nacht in te lezen" en de Elburg- se''historiën'H%n de gepensioneerde hoofd onderwijzer W. L. Schouten een heerlijk boek, resultaat van vele jaren speuren en snuffelen". Dat laatste is zonder meer van toepassing op dr. Fuchs zelf. Een enkel voorbeeld: „Katwijk is de „slaapstad" van de visser. De Katwijker vist namelijk vanuit IJmuiden of Scheve- ningen, maar slaapt als hij niet op zee is in zijn eigen vissersdorp" Het verhaal hoe IJmuiden aan zijn naam is gekomen is te mooi om te missen maar te lang om af te drukken. Wist u dat in Harderwijk een ginkgo staat die een sie raad was in de plantentuin die daar rond 1650 werd aangelegd? (Een ginkgo is een boom; in de Adriaan Pauwlaan te Heem ?tede kan men een jonger exemplaar aan treffen). Reprodukties van oude prent briefkaarten maken dit Shell-journaal van oude havensteden van Zierikzee tot Moddergat, door dr. J. M. Fuschs, een „heerlijk boekje". A. Boerma t 4® Op de werf van Verolme op Rozen burg bij Rotterdam is de bouw be gonnen van een reusachtige helling. Hierop kunnen schepen worden ge bouwd van 500.000 ton en groter. De foto geeft een beeld van de hei werkzaamheden voor de mammoet helling. 29. De Polydingus werd erg ongerust toen hij vreem ie voetstappen hoorde naderen. Hij sprong op en draaf- ie heen, zonder zich verder om Panda te bekommeren. „Help!" riep hij al rennend. „Een reus!" „Zou het vroeg Panda zich twijfelend af. Die stappen klinken anders toch vrij gewoon! En nu stoppen ze! Wie zou dat zijn?" Hij boog zich voorzichtig om het rotsblok heen. en zag zodoende een vreemde heer, die geschrok ken de pas had ingehouden. Mama mia! hooide Pan da hem mompelen. „Daar zijn dreunende stappen. En ik hoor roepen! Daar is een monster om mij te ver slinden!" Hij keerde haastig op zijn schreden terug en holde het pad af dat hij was gekomen. „Zou hij bang zijn?" vroeg Panda zich verbaasd af. „Het was toch anders alleen maar de Polydingus, die hij hoorde weg lopen! Ik kan hem beter achterna gaan om hem dat te vertellen!" JA, ZEEROB, JE PIJP6EEFT EEN RAAR, 6ELUID -IK HE8 6EPR08EERD 'M SCHOON TE MAKEM 'AT 66M t/RESEMJK LAWAAI! T HÖR£M? jQ^SPBEi MAAR JJJWjHjN 2SS6-A Sentiment is de keerzijde van het geweld Het kan daar dus niet en nooit van losgemaakt worden. Wie het een cultiveert, verhoogt ook het andere zelfs als hij denkt zich hier mee tegen het geweld te keren. De oorlogsmisdadigers waren met Kerstmis sentimenteel om de rest van het jaar ongeschokt in dienst van het geweld te kunnen staan. Van de vrede wordt een kerstaan- .gpjegpnheid gemaakt om het be staan van de oorlog te rechtvaar digen en te verzekeren. Het schuld gevoel ïVördt op rituele wijie aan gezwengeld tot sentiment en ge lokaliseerd in een seizoen, waarin het aan de gewone gang van zaken weinig kan veranderen. Het knusse winterfeest wordt niet toevallig gevierd in een tijd, waar in het de oude Germanen minder gelegen kwam ten strijde te trek ken. De rituele viering kanaliseert het sentiment en trekt het als het ware op een afgelegen plaats door om weer ruim baan tc maken voor de flinkheid. Zo wordt telkens het evenwicht hersteld. Het sentiment richt zich tegen het geweld alleen in een schijnbe weging; het is er bij voorbaat al in geïntegreerd; het is de zwoele hitte zelf waarmee die integratie gefor ceerd wordt. Deze in een uithoek van het bestaan teruggedrongen sentimentaliteit voedt het geweld en kan sommigen van ons tot oor logsmisdadigers en anderen tot hypocrieten maken. Sentiment is geweld, teruggevallen, verlamd en uitgesteld, maar rasecht geweld. En ritueel opgewekt sentiment is ri tueel geweld. (Uit „Tegen het geweld" door Corn. Verhoeven (AMOBO-boeken). boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboeken n rl, tekenboeken WIJ 0 NTVI N G EN boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl WEST-FRIESLAND. Jeugd-pocket van Irmgard Smits: „Spektakel rond Irmgard" Irmgard, zelf pas twaalf of dertien jaar schreef vorig jaar al een boekje „Blijf lachen Irmgard". Al het „spektakel' wat daar omheen ontstond beschrijft zij nu in dit volgende boekje. Edmund Josef Bendl schreef „De kinde ren van de Berghoeve", een verhaal uit de Oostenrijkse bergen. Vertaling van Nienke Clee, illustraties van Reintje Venema (9-12 jaar). Helen Griffiths: „Het wilde paard van Santander". Mevrouw M. SlagtPrins vertaalde 't boek uit het Engels (9-12 jaar). J. P. Martin: „Oom Olifant" in vertaling van A. J. Spoorenberg. Illustratie van Quentin Blake. Oorspronkelijk vertelde Martin de fantastische verhalen van Oom Olifant aan zijn kinderen, op hun verzoek heeft hij ze later voor zijn kleinkinderen op schrift gesteld (8-10 jaar). ADVERTENTIE In de warme huiskamer rondom de versierde kerstboom staat het kerstbo- menbos van onze onzekerheden ge plant. Buiten, in het duister, sluipen de witte wieven van de twijfel rond. Midwinterhoorns stoten klanken uit als maagklachten van een zieke koe. Boordevol onvrede en onbehagen ke ren wij terug naar het knetterende haardvuur en grijpen naar iets gezel ligs, een Weihnachtsstol of 'n weekblad En dat laatste is een goede greep, want uit de rubriek van de ingezon den stukken rijst als een zuil van ze kerheid een stuk omhoog dat onderte kend is door Klaas Dijkstra. Klaas Dijkstra is een nu 72-jarige heer die in Hilversum woont en die jarenlang ontelbare kolommen in on telbare bladen heeft gevuld met zijn mening dat de aarde plat is. Niet die mening is het verrassende, maar het feit dat hij ermee tussen drie miljard medemensen alleen staat. Terwijl het toch, naar de historie van het men selijk denken bezien, betrekkelijk kort geleden is dat hij alleen gestaan zou hebben wanneer hij beweerd had dat de aarde een bol was. Het mooie is nu dat ze Klaas daarvoor niet meer naar de brandstapel slepen. Maar het lelijke is dat ze zijn ingezonden stuk ken in de prullenmand gooien. Sinds lang had ik niets van hem ge lezen en ik begon al ongerust ie wor den dat de resultaten van de ruimte vaart hem aan het wankelen hadden gebracht. Gelukkig: Klaas Dijkstra staat nog met beide benen recht over eind op het platform van zijn grond vesten. Hij heeft nog niets van zijn strijdbaarheid verloren. Integendeel. Hij gebruikt de ruimtefoto's, welke de geleerden ons voorleggen om te bewij zen dat de aarde een bol is. als be wijs dat de aarde geen bol is maar een plat vlak. En hij doet dat met het kenmerk van de ware wetenschaps man: de eenvoud. Waar anderen naar onbegrijpelijke formules zouden grijpen, grijpt Klaas Dijkstra naar de Enkhuizer Almanak. Niet om daar meningen uit te verkon digen, maar om er feiten mee te con stateren. Wat is namelijk het geval? De foto's, genomen door de Amerikaanse Saturn V-raket, tonen de aarde in ver schillende schijngestalten, zoals we dit uit eigen waarneming kennen van de maan. Het verschil is dat er op die foto's omtrekken van landen en werelddelen voorkomen die overeen stemmen met het beeld dat ons van onze aardse landkaart bekend is. Daar mee, zo geeft Klaas Dijkstra toe. zou zijn bewezen dat de aarde een bol was, indien er ook was bewezen dat deze foto's de aarde voorstellen. Dat is niet zo. Ze „stellen de maan voor die het opperdïak van de aarde weerspiegelt En aan de hand van de Enkhuizer Al manak toont de heer Dijkstra aan dat de schijngestalten van de zogenaamde aarde op de datum dat de foto's wer den genomen nauwkeurig overeen stemmen met de schijngestalten van de maan. Kijk, dat geeft een mens weer moed. Een man als Klaas Dijkstra, die de hele wereld tegen zich heeft en die zijn tegenstanders één voor één de degen met de Enkhuizer Almanak uit de hand slaat, verschaft ons de zekerheid dat er nog zekerheden zijn. Er zijn momen ten dat ik voor onze wereld geen cent meer geef. Maar zolang ik weet dat hij zo plat is als een dubbeltje, geef ik dat er ook voor. Alle militairen, die zich voor de feest dagen gemotoriseerd met verlof begaven, kregen bij de poort van de kazerne, de vliegbasis of walinrichting een folder die waarschuwt, dat het verkeersgevaar tij dens de feestdagen niet met verlof gaat. De folders zijn uitgereikt door manschap pen van de Koninklijke Marechaussee. Er zijn er 30.000 van gedrukt, op ini tiatief van de commandant van de Ko ninklijke Marechaussee, brigade-generaal H. J. Amelink. SINDS KORT IS DAT N06 MAAR iéNexeM- i SPIJT ME, MARCO, IK m 647 DAT IK HtT IN MIJfJ BADTAS GEDAAN HAD MAAR DIÉ scha HIJ IS HALT EN HALF VERDOOFD HALtO, PAM, IK KON JE TASJE NIET VINDEN. MEISJES ■ASitiXJm. Z786 1020. Uit de top van kunstwerk rees een rookwolk omhoog, die vorm aannam en harder werd en brullend zich liet horen: „Wie wreef de paal? Wie kwam mij wekken?" „Ik", zei Tutu. „Dan ben ik uw dienaar", bulderde de gestalte, met rode koontjes van de slaap. „Mijn .naam is Dzjinn, ik ben een neef van Alladinuw wens is mij een be vel." „Werrrkelijk?" vroeg Tutu, die even aan het idee moest wennen. „Er is geen wens of ik kan 'm vervullen," zei Die naar Dzjinn. „Alle kerrrrrsepitte," zei Tutu ver baasd maar dat had hij beter voor zich kunnen houden. Want de geest had de gewoonte alles letterlijk te nemen. En uit de naastgelegen grot kwam een schreeuw van ontsteltenis

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 11