FANTA ORANGE Sprjte Ook automatisering op medisch gebied Nederlandse arts zag in Engeland demonstratie PANDA EN DE POLYDINGUS POLLE, PELLI EN PINGO 3 Boktorlarven vreten zich door Legermuseum heen ngestipt Ons vervolgverhaal Niet overtuigend Ahmed Sjoekairi afgetreden V Balk zakte als meel ineen HENKES RW®» It i/kUUy- WOENSDAG 2 7 DECEMBER 1967 21 Beu oorspronkelijk© rom^n door JAN DE DARTOD 3 EINDSPRINT- WINNAARS Gelukgewenst! Een reis naar Grenoble en f 3000.- V.-honorarium! De heer J. J. Aukes Zaanstraat 65 Amsterdam. De heer M. Faber Zeeheldenstraat 5 Winschoten. Mevr. W. Achterkamp-Brus Stromarkt 13 Deventer. Volksonderzoek G. N. Olsthoorn overleden I 'ëZMtsffi i i s f Haal Henkes in huis! wrs euuttr! K B R A M M E T J E F O K Pt 41 litftïri M lb;Pv',w --'"" V- AWW /wwwwvwwvw 26) Toen ze 'n maand later werden ge pakt kwam ik hier terecht. Die ban- denduikerij leek 'n fatsoenlijk baan tje vergeleken met smokkelen ge makkelijk verdiend geld en de men sen bevielen me. Ze zullen jou ook bevallen als je ze eenmaal leert ken nen. Nee, hier gebeurde iets anders. De zee kreeg me te pakken". Ik dacht dat hij weer in zijn rol was gevallen, maar dat was niet zo. Hij ging opnieuw op het bed over eind zitten, zijn armen om zijn knier en geslagen en keek naar mij met ogen die volkomen oprecht waren. Hij was de oude Kramer weer, de jongen met wie ik zolang had geva ren. „Toen ik voor het eerst dook", zei hij, „gebeurde er iets met me. Ik kan niet beschrijven wat, ik kan het alleen maar met één ding vergelij ken: voor het eerst te duiken met een masker en de wereld onder wa ter te zien, is net alsof je voor het eerst van je leven met een vrouw in bed ligt. Het is een schok, een nieu we geboorte, je wordt losgerukt van alles wat je bent en voor die tijd ge kend hebt. Zodra je onder de zee spiegel duikt, ben je van alles af gesneden, zelfs van je eigen per soonlijkheid; je bent net de eerste man op de maan, helemaal alleen, en je verandert in iets, ik weet het niet, een bovenmenselijk wezen met een geweldig gevoel van macht, een jager in een wildernis waar nog nooit een mens geweest is. Je gelooft me natuurlijk niet, je denkt dat ik overdrijf. Nou, wacht maar tot je zelf zover bent. Misschien heeft het op jou een andere uitwer king maar dan ben je een uitzonde ring. Als jij mijn jongens ontmoet, Bernard en Jacques en die klei ne Rus, dan ontmoet je drie mensen die in een droom leven zolang ze aan de wal zijn, wie het niets kan verdommen wat zij boven water doen of wat andere mensen hun aan doen. Ze beginnen pas te leven wan neer ze hun maskers voordoen en hun kikkerpoten aan en hun buizen in hun mond. Je zult het wel zien". Ik verwachtte dat hij verder zou gaan, maar hij werd stil. Hij keek naar zijn handen, ik keek ook en het viel mij voor het eerst op hoe ge rimpeld zij waren. De huid scheen te ruim te zijn, alsof hij net uit een bad kwam. „En deze zwartemarkt- omgeving", vroeg ik, „hoe past die erbij?" Hij keek mij aan, het eerst niet niet begrijpend. Toen zei hij: „O, dit?" en hij bedoelde de kamer, het rommelige bed, de sokken, de whis ky. Dit is alleen maar een manier om de tijd aan de wal dood te slaan. We zijn er allemaal een beetje bang van weet je, van de ban waarin de zee ons heeft geslagen. Daarom pro beren we ons leven boven water zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Ik voor mezelf hou van een hoop mei- jes en goed eten en drinken en een flinke zak los geld. Ik hou ervan partijtjes te geven en een beetje rond te zwabberen en op te snijden, want wanneer ik eenmaal terug ben tussen mijn medemensen na mijn voorhistorische wildernis dan is er één ding dat ik vergeten wil: de oorlog, de verrotheid van de mens, de uitbuiting van gevoelens en idea len die eens eerlijk en nobel wa ren, de leugens, de toespraken, het staal van Bethlehem, de concentra tiekampen in Rusland. Want ik heb nu het gevoel dat ik eeuwig zo door zou kunnen gaan: het leven leiden van een meerman, echt houden van de meisjes, echt houden van mijn vrienden, me één voelen met de rest van de mensheid, vrolijk en zor geloos en hoopvol, maar er is één ding dat hier een eind aan kan ma ken en alles vertrappen en dat is de nieuwe oorlog die ze bezig zijn voor te bereiden. Die wil ik vergeten, wat het ook kost". Ik zei: „Als je eens iets deed om hem te helpen voorkomen? Je mond opendoen, bijvoorbeeld, in plaats an je een stuk in je kraag te drinken of je te verschuilen bij de vissen?" Hij haalde zijn schouders op en keek mij aan met een glimlach waar onder ik mij niet op mijn gemak be gon te voelen. „Laten we maar wat gaan eten", zei hij. Ik nam mijn jasje over mijn arm en ging naar de deur. Hij stond op van het bed en volgde mij; een van zijn broekspijpen bleef halverwege zijn kuit hangen. Toen ik op het punt stond de deur te openen legde hij een hand op mijn schouder en zei: „ik ben verdomd blij dat je geko men bent. Ik ben erg op ge gesteld, weet je". Ik zei: „Laat je broekspijp zak ken" en we gingen de brede trap af naar de hal waar de vice-admiraal salueerde toen hij ons zag en de blonde hoertjes de bar uit kwamen wankelen, kakelend als kippen. „Waar gaan wij heen?" joelden zij. „Naar Ginette", zei hij... „Roep de jongens". Wij aten in een allerplezierigst restaurant bij kaarslicht, aan een lange tafel overladen met schotels en flessen, die steeds verwisseld wer den; een katje liep, behoedzaam tussen de resten van de Bouillabais se en de lege oesterschelpen van het ene eind naar het andere, telkens wanneer een van de vrolijke gasten „poes poes!" riep. Ik werd aan meer dan een dozijn mensen voor gesteld en „schipper" genoemd; hun namen ontgingen mij. Eerst voelde ik mij een beetje een buitenstaan der, maar toen kwam het Chinese meisje naast mij zitten en vertel de mij welke gezichten uit de menig te ik moest onthouden. Dat waren allereerst de twee jongens met wie Maurice was binnengekomen toen ik in de hal op hem zat te wachten, de lange heette Bernard en de kleine Jacques; zij waren diepzeejagers en alleraardigst, beiden waren zij bij het verzet geweest. De kleine dikke man met het kindergezicht die tus sen de twee blondines aan het ande re eind van de tafel zat was Pjotr die aan boord als kok fungeerde maar nooit iets anders kookte dan de vis die hij zelf gevangen had. Hij was ook een onderwaterjager, zij werkten met een masker en een har poen. De rest waren alleen maar aardige mensen, die voor niets mee zaten te eten; zij had er geen idee van wie zij waren. (Wordt vervolgd) PARIJS (AFP/RTR). Om de rondom hem wonende kinderen te sterken in hun geloof in het kerstman netje had de 35-jarige Marcel Fournier uit een Parijse voorstad zondagavond het denkbeeld opgevat in zijn hoeda nigheid van kerstman en uitgerust met een bezem het dak op te gaan. Daartoe klom hij door een raam op de derde verdieping van zijn pand. Hij bereikte inderdaad het dak, maar helaas gleed hij op de natte pannen uit en viel om laag. In het ziekenhuis is hij gestor ven. CAIRO (AP) De leider van de Pa lestijnse bevrijdingsorganisatie, Ahmed Sjoekairi, is afgetreden na een felle actie tegen hem. Zijn tegenstanders, voorname lijk arbeiders, studenten en guerillagroe- pen, verweten hem impulsiviteit, onver antwoordelijkheid en zucht naar publici teit. ADVERTENTIE 53-18 Zet 'm op met Coke, Fanta. en Sprite, geweldig lekker! VRUCHTENUMOHADE AMERSFOORT. Dr. H. L. Booij, klinisch chemicus aan het St. Elisabeth- ziekenhuis in Amersfoort, heeft tijdens een studiereis door Engeland in Brigh ton een demonstratie bijgewoond van een geautomatiseerd laboratorium. De gron digheid waarmee dit apparaat ten aan zien van het bloedonderzoek te werk gaat mag uniek worden genoemd. Het zou volgens dr. Booij zeer belangrijke dien sten kunnen bewijzen bij een massaal on derzoek naar de volksgezondheid. Het in Brighton gedemonstreerde toe stel kan per uur van negentig patiënten een grondige analyse maken. In een schijf met gaatjes staan negentig buisjes bloed. Telkens wanneer een wals over een van de van zacht plastic vervaardigde buis jes rolt, wordt er een beetje bloed naar buiten geperst. Dat gebeurt per buisje dertig keer. De zo verkregen bloeddeel- tjes volgen elk een eigen lijn in het apparaat, dat daarna elk deeltje op een andere hoedanigheid onderzoekt. Volgens dr. Booij is er in Nederland geen ziekenhuis dat een dergelijk kost baar apparaat economisch verantwoord zou kunnen aanschaffen. Dr. Booij zou graag zien dat in Ne derland op grote schaal een preventief medisch onderzoek zou worden ingesteld. „De minister wil elke Nederlander vast leggen op een kaart met een registratie nummer. In noodgevallen zal hem daar door efficiëntere hulp geboden kunnen worden. Iets in die geest zou ik ook wil len. Op een bepaalde leeftijd zou iedere Nederlander het laboratorium in moe ten", aldus dr. Booij. „De verkregen gegevens moeten dan in een kaart worden geponst en worden op geborgen in een computer. Gebeurt er een ongeluk met iemand, die op deze wijze door de computer is geregistreerd, dan kan zo'n man of vrouw veel sneller, veel eenvoudiger en ook veel doeltref fender worden geholpen. De dokter hoeft maar even de computer op te bellen om over alle gegevens te kunnen beschikken Een massaal preventief onderzoek zou met zo'n geautomatiseerd laboratorium zeker uitvoerbaar zijn". Gaat de mens op die manier niet let terlijk en figuurlijk geheel op de machi ne?" Dat ontkent dr. Booij. „Zet maar eens al die computerkaartjes naast elkaar en je zult zien hoe individueel iedereen Niet één kaart lijkt op de andere 30. Panda volgde zo vlug hij kon de vreemdeling, die zo hard was weggelopen. „Wacht even!", riep hij. „Ik ben het maar - Panda! U hoeft niet bang te zijn, ik doe geen kwaad!" „Weet je het zeker?" vroeg de ander, die zich in een boom had verstopt, en nu argwanend door het lover gluurde. Wat doe je hier dan?" „Ik was de helper van Sir Mortimer!" legde Panda uit. „U weet wel de ontdekkingsreiziger. Maar hij is boos wegge gaan, omdat„Ja, ja, jariep de ander on geduldig, terwijl hij uit de boom klom. Sir Mortimer hah! Was zeker bang? Hah! Hij heeft ook niet zoveel ervaring als ik, de grote reiziger Pietro Explori! Dui zendenneetienduizenden gevaren heb ik getrotseerd! Miljoenen gevaren heb ik doorstaan. Heb je gezien hoe flink ik in die boom klom, om de land streek te verkennen?" „O, ging u daarom die boom inzei Panda. „Ik dacht dat u„Onzin!" riep Pietro Explori. „Komaan, je mag ook mijn helper zijn. Volg me, we gaan nu onversaagd dit duistere ge bied in!" EN /MIJN BROERTJE EN IK KUNNEN ntri«TCil OUCMCM I MET" 8UKSEM EN DONDER - NEr ECHT Wl> WIJ MAKEN 6EEN EAIA/A4I, WIJ /MAKEN MUZIEK! IK KAN OOK DONDER/MUZIEK MAKEN /MAKEN JUUIE DAAR Zö'N LAWAAI 2 PI B ZD7-B „Hoe staan artsen tegenover de „ge zondheidscomputer?" Dr. Booij: „Dat is heel verschillend. Je hebt artsen van de oude garde, die hele maal meegaan met de nieuwe ontwikke ling, maar ook jonge doktoren, vers van de universiteit, die nog een sfeer van dokter Ben Casey om zich heen willen bouwen. Er is vaak overwaardering van het eigen standje. Er zijn nog heel wat artsen, klinisch chemici en andere spe cialisten, die maar moeilijk adviezen kun nen slikken van deskundigen buiten hun werkterrein. Voor hen is het vooral moeilijk deskundige adviezen van de technische staf of van personeel zonder academische opleiding te aanvaarden. Dr. Booij heeft in Engeland nog iets nieuws gezien, een automatisch systeem van bloedonderzoek, dat het geautomati seerde laboratorium heel dicht benadert. Met dit apparaat is het mogelijk per uur het bloed van een zeer groot aantal pa tiënten op twee bepalingen te analyseren (Van onze correspondent) LEIDEN. Boktorren zijn er de schuld aan dat een belangrijk deel van het Neder lands Legermuseum, de historische col lectie „Latere Middeleeuwen tot 1940" al sinds vier maanden niet meer voor het publiek toegankelijk is. Hun larven heb ben zich zo gretig door de eeuwenoude balken van het vroegere Pesthuis gevre ten, dat de genie niet langer voor de vei ligheid kon instaan in dit uit omstreeks 1660 daterende gebouw, waarin eens de jammerklachten hebben geklonken van de wanhopigen, die met de gevreesde pest wa ren besmet. De boktorren hebben het voornamelijk voorzien op afgestorven of afstervend hout. Op hun weg daardoorheen schrikken zij er niet voor terug zich zelfs door loodpla- ten heen te knagen. De vrouwtjes beschik ken over boorangels welke worden ge bruikt om de eitjes diep in het hout te graven. Wanneer de larven uitgekomen zijn begmnen zij zich een weg door het hout te banen en gaandeweg ontstaat er een netwerk van gangen, waardoor trap pen, vloeren en balken hun sterkte ver liezen. Voor de mens blijven die activi teiten onzichtbaar, omdat de larf maar één keer via een klein gaatje aan de op pervlakte komt. Dat gebeurt na ongeveer drie jaar, wanneer zij zich tot tor ont popt. De tor zelf leeft slechts een dag of vijf. Sinds 1940 is in het Pesthuis de boktor tweemaal met chemische middelen be streden. Maar toen bij schilderswerkzaam heden ploteling een balk als meel ineen zakte, is duidelijk geworden dat deze po gingen geen afdoende resultaat hebben opgeleverd. Er is wanneer men tot be strijding wil overgaan, maar één mogelijk heid: alle balken moeten worden onder zocht. Dat is in 't Pesthuis, dat bestaat uit acht zalen die zestig vierkante meter groot en tien meter hoog zijn, een hele opgaaf. Sinds augustus isin het gebouw, waar in onder meer vele uniformen en wapens uit de Napoleontische tijd zijn tentoon gesteld met als bijzondere curiositeit het enige vaandel dat ons land ooit op Russen heeft buitgemaakt in 1799 bij Ber gen (N.H) nog niets gebeurd. Volgens de directeur de heer A. C. Paardekooper is de vertraging toe te schrijven aan het ingewikkelde raderwerk van ambtelijke instanties, dat aan de bekostiging van de werkzaamheden te pas komt: de ge meen te Leiden, de Rijksgebouwendienst het ministerie van Defensie en Monumen tenzorg. Voorlopig zal de zoldering van het Pesthuis worden gestut. SAMBEEK. In Sambeek is overle den de heer G. N. Olsthoorn, die tot de fusie met „De Tijd" veertig jaar direc teur van De Maasbode is geweest. De heer Olsthoorn was 75 jaar. Vooral in de hoofdstad was hij een bekende figuur in het maatschappelijk werk. Mede dank zij zijn activiteiten vonden na de oorlog van 1914-1918 35.000 Hongaarse kinderen on derdak in Nederland. De begrafenis ge schiedt vrijdag in Boxmeer. Bij de volgende hersengymnastiek zal er misschien al iemand zijn die de naam Jokinen nog vaag in verband brengt met een Finse hardloper, maar verschillende gemeentebesturen zullen nooit vergeten dat het een Amerikaan se doordraver betrof, die als een wer velstorm door ons land raasde en de hele papierwinkel van bestaande stad- ontwikkelingsplannen zo woest deed opwaaien dat het jaren zal kosten om ze weer veilig in de mappen te krijgen raad. Om zijn ideeën goed duidelijk te maken trok de stedebouwkundigee een dikke kring om de stad, welke hij daarna met twee zware lijnen door kruiste alsof hij de oplossing wou aan geven voor een solospelletje boter-kaas en-eieren. Het deed ook denken aan het verkeersteken voor een stopverbod maar dat was juist niet de bedoeling. „Maak de binnenstad toegankelijk voor de auto!" riep hij uit. Anders wordt Amsterdam het Enkhuizen van Europa!" Burgemeester Samkalden trad hem tegemoet met de waardigheid die sinds Gijsbrecht het kenmerk is geweest van de Amsterdamse burgemeesters. „Met onze plannen", sprak hij, „zal Amsterdam in elk geval niet het Chi cago van Europa worden. Ook niet het Enkhuizen van Europa, maar het Am sterdam van Europa". Zo, die zat. Het is te begrijpen dat de woorden van de burgemeester over al met grote bijval werden ontvangen, in het bijzonder in Enkhuizen, dat zich daarmee erkend zag als het enige Enkhuizen van Europa. Uit Maastricht en Deventer klonk het applaus iets zwakker. Daar zijn stromingen die wel bereid zijn een eind met Jokinen mee te gaan. Maas en IJssel lopen niet dood op het gedempte Rokin. Als één van de twaalf miljoen bui tenmannen die Amsterdam soms be zoeken moet ik burgemeester Samkal den gelijk geven. Jokinen heeft mij met zijn eigen woorden overtuigd. Ik betrapte hem toen hij in de Albert Cuyp een haring stond te eten. Als daar markt is, staat de hele straat vol met kramen, zodat er geen enkele auto door kan. Hoe zoudt u hier het probleem oplossen?" vroeg ik hem. Professor Jokinen slikte de haring in en wees met de staart in het rond „Hier moeten parkeerplaatsen komen" sprak hij. „Maar daar staan huizen!" riep ik. De grote man bekeek mij peinzend en nam toen een rolmops. Wat heb je aan huizen, als je ze niet kunt bereiken?" Daarna hapte hij de rolmops met stokjes en al op. stap te een bloemenstalletje binnen en reed ermee weg. Het is de enige manier om hier je auto te parkeren!" riep hij me nog na. Burgemeester, die man is te wild. Laat Amsterdam liever Amsterdam blijven. Eens, als er koeien zullen gra zen op de kleine steentjes van de Dam en dat het laatste plekje platteland zal zijn tussen Deventer en Maastricht, zullen de Amerikanen die zijn overge komen om het unicum te bezichtigen, tegen elkaar zeggen: „Er is eens een grappenmaker geweest die hier een stad van wou maken. Zijn naam was Jokinen. Good old practical Jokinen" Kees Stip ADVERTENTIE HENKES 1 IPKIAUY KI*«M TJON6B. J£ BENT dt mu>!6! IK HA AO DAUf- KtwiAi mopje ■ZIJN I en„, MKT MÉ £NN, vj* rjAR.ee>. MAAR DATENW£ DAVY EN 2NN VRIENDIN OOK MEEVM6EN, SV SamLepp ILUAIIIS PI B .d».. Jr„ eJö {a 1-jp .Nu DÏVu V C 4 Ö£/0i'i '.VVV r' 1021. De dienaar Dzjinn had de uitroep van Tutu: „Alle kerrrsepitte!" als een bevel opgevat en een wolkbreuk van ker- sepitten veroorzaakt. Maar om zijn mees ter Tutu niet te treffen, liet hij het pti- tige buitje neerkomen in de naastgelegen grot. En hij kon ook niet weten, dat Karo en Bram daar een dutje deden „Lieve help wat is dat?" schreeuw de Bram, zich met twee handen bescher mend tegen die hagel van pitten. „Auau auaumauw!" riep Ka ro, die nog net door de laatste pitten ge voelig op de neus werd geraakt. De bui hield op en sprakeloos keken Bram en Karo naar Tutu, die door het gaatje in de rotswand tevoorschijn kwam, gevolgd door Dzjinn, voor wie geen muren beston den. „Goedendag", zei Dzjinn. „O, hallo", zei Brammetje vriendelijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 21