DE IJMOND OP AFSTAND BEZIEN: TERUGBLIK ZONDER HEIMWEE f Oud-IJmuider pastoor herdei* op historische grond Drs. Lemmers: Burgemeester worden moet je ervaren Veehouder De Wit ging van Heemskerk naar Schoorl Ds. H. P. Hulsman: Ook los xand Dr. H. Voorzanger: Gefrustreerde samenwerking Th. Mooij: wel heimwee gehad 'ir Oudjaars - Erbij -Ar A MWWWHWWWWW»MWWHHmWHmWHW VERSCHILLENDE persoonlijkheden, die tot voor kort belangrijke funkties vervulde in de IJmond, hebben letterlijk de gelegenheid ge kregen om afstand te nemen van de gebeurtenissen in de IJmond, door dat zij in de loop van het nu afgelopen jaar naar elders verhuisden, nieuwe ervaringen opdeden, zich aanpasten in hun nieuwe omgeving, maar toch nog dikwijls terugdachten aan hun vroegere woonplaats. Hoe denken zy daaraan terug? Mild, met begrip, met heimwee, met ergernis? Wij hebben het aan enkele bekende oud-IJmonders die in 19fi7 of kort daarvoor de IJmond verlieten, gevraagd en laten hen op deze pagina zelf aan het woord. EGMOND BINNEN. Aan het Kerkplein in Egmond Binnen staat de nieuwe r.-k. kerk van de parochie van de H. Adelbertus, met daarnaast de pastorie, welke bewoond wordt door pastoor W. C. Westerhoven, die op 20 januari een jaar in deze parochie aan wezig zal zijn. Pastoor Westerhoven: een begrip voor vele inwoners-parochi anen, maar ook niet-katholicken in oud-IJmuiden, die er ll1/» jaar als zieleherder werkzaam is geweest. Bo venal ook als bouwpastoor. In die functie is hij in IJmuiden be gonnen. Met de opdracht om een nieuwe kerk te bouwen bij de Raad huisstraat en de oude kerk in de Ka naalstraat te verlaten. Deze zou zo was men aanvankelijk voornemens moeten worden afgebroken. Vijf jaar hebben er gelegen tussen de dag waarop de plannen ter tafel kwamen en het ogenblik van de inge bruikneming van de nieuwe kerk in 1960. Deze kerk behoorde te dienen als een centrale kerk, doch was het toen niet in de ogen van pastoor Westerho ven, die einde 1959 heeft weten te be werkstelligen, dat de kerk in de Ka naalstraat kon blijven bestaan. De pastoor haalde deze herinnerin gen op in zijn vijftien meter lange woonkamer in de pastorie van Egmond Binnen, waar wij luid werden verwel komd door de langharige tackel Cae sar van de Hensbergen Nierstaai, die reeds zes jaar bij pastoor Westerho ven verblijft. Tal van IJmuider paro chianen zullen de kleine bruine tackel nog wel voor de geest kunnen halen. Vanuit deze pastorie gaat de zielzorg uit over 2000 personen, in Egmond Binnen en Rinnegom samen. Frappant is daarbij, dat de pastorie gebouwd is op zeer historische grond, want in dit dorp begon voor Holland zo vertelde de pastoor de christe lijke beschaving. In een notedop, kort en bondig, maar toch duidelijk spuide de pastoor een aantal jaartallen en belangrijke feiten uit die christelijke beschaving. Daarbij bleek heel duide lijk, hoe de parochianen zich steeds voor de kerk hebben ingespannen, hoe zij aanvankelijk in de drie Egmonden onder één parochie verenigd, nader hand gesplitst tot vier parochies, samen met Rinnegom, steeds zelf de kerkbouw hebben weten te bekostigen De Egmonders verschillen dan ook danig van de IJmuidenaren. Zonder een van de twee groeperingen tekort te willen doen, schilderde de pastoor hoe zijn huidige parochianen bijzonder honkvast zijn. In tegenstelling tot de IJmuider burgerij. lettere vorm van industrialisatie ontbreekt hier, daarom is er ook een volkoinen andere ge aardheid. Is er onderling een enorm dienstbetoon bij ziekte of moeilijkhe den, kent men hier een buitengewoon goede gemeenschapsgedachte. Zoals het restaureren van een oud jeugdge- bouwtje, dat nu niet meer te herken nen is. Een restauratie verricht door een groep jongeren, waarbij het kerk bestuur alleen de materiaalkosten be taald heeft. Pastoor Westerhoven, die vroeger als kapelaan in Beverwijk begonnen is en tal van bekende Beverwijkers kent, had ook wensen voor het ge bied, dat hij verlaten heeft. Hij wenst IJmuiden toe: Zo spoedig mogelijk een permanente John F. Kennedy- school, een kleuterschool naast de H. Hartschool, waarvoor de plannen al van 1955 dateren en het snel verwe zenlijken van het plan voor de bouw van een gymnastiekzaal. Tot slot wenst hij doch dat zal wel een Pia Vota zijn, zo meent hij dat het gemeen tebestuur wat meer aandacht gaat schenken aan diversiteit in de woning bouw, zoals dat in Zeewijk nu al plaats heeft. SCHOORL r In augustus 1966 mi greerde veehouder J. F. de Wit met zijn gezin en levende have naar Schoorl. Hij werd tot een verhuizing gedwongen, omdat de gemeente Heemskerk zijn boerderij „Oosterzij de" aan de A. Verherentstraat 8 nodig had voor de stadsuitbreidingen, even als de landerijen. Het land is inmid dels volgebouwd met woningen en ge bouwen, doch de Noordhollandse stolp boerderij staat er nog. „Oosterzijde" speelde ten tijde van de reformatie zelfs een belangrijke rol, want de boer derij werd toen door de vervolgde ge lovigen als schuilkerk gebruikt. Met gemengde gevoelens verliet de heer De Wit de plaats waar hij en de VOOR EEN gesprek met ds. H. P. Huisman, die in 1951 in Velsen-Noord werd beroepen en ruim een jaar gele den naar Oegstgeest vertrok, behoef den we geen verre reis te maken. Hij moest toch in Velsen zijn en kwam wel even langs. Dat duidt op nog bestaande bindingen. „Velsen-Noord vond ik een bijzonder boeiend gebied. Toen ik kwam begon de ontwikkeling van Hoogovens juist goed door te zetten. Er werden in zeer korte tijd veel woningen uit de grond gestampt. Men was bijzonder enthousiast om daar gezamenlijk een gemeenschap op te bouwen. Een ieder deed mee. Daarom heeft het me wel verbaasd dat velen later die samen leving zo gemakkelijk in de steek lie ten en naar Santpoort, Bloemendaal of Castricum verhuisden. Dat heeft een stempel gedrukt op Velsen-Noord. Blijkbaar voelen velen zich inwoner van een groot gebied in de Randstad en niet gebonden aan een woonplaats. Daarom is het ook niet reëel om een scheiding te maken tussen de gebie den ten noorden en ten zuiden van het kanaal. De mensen ervaren die schei ding niet. Daarmee komt dominee Huisman op zijn stokpaardje: de gemeentelijke in deling van de IJmond. Inzake dat on derwerp beschikt hij over een uitge breid archief van krantenknipsels, ka merstukken en plakboeken. Deze ma terie begon al te spelen toen hij in Velsen-Noord kwam. Dominee Huis man is er diep van overtuigd dat het steeds weer uitstellen van de beslis sing van zeer verstrekkende en veel omvattende invloed is geweest op de gang van zaken in de IJmond en dan in negatieve zin. Na de „kunstmatigheid" van de scheiding tussen noord en zuid uitvoe rig aan de orde te hebben gesteld, gaat het gesprek over op de overeen komsten tussen Velsen-Noord en Oegst geest. „Ook daar hangt de bevolking als los zand aan elkaar. In Velsen-Noord was dat een gevolg van de snelle in dustrialisering. In Oegstgeest vormen de academici, de forensen en de stu denten een heterogene gemeenschap. Men vormt er het gesloten gezinstype. De contacten vloeien voort uit „het el kaar nodig hebben". Het gaat nooit wezenlijk om de ander. Dat was in Velsen-Noord zo en dat is in Oegst geest zo. Uit het gesprek blijkt duidelijk, dat dominee Huisman de eerste jaren van zijn predikantschap in Velsen-Noord het leukst heeft gevonden, hoewel hij met genoegen terugdenkt aan alle ja ren. Prettige onderlinge verhoudingen in Oegstgeest maken dat hij het ook daar naar zijn zin heeft. „Ik werk daar op dezelfde wijze als hier". Te rugverlangen naar Velsen-Noord doet hij niet. Zijn vrouw verkiest Oegst geest boven Velsen-Noord. I Twee dochters gingen studeren in Groningen. Eén keerde inmiddels te rug naar Leiden. Een derde dochter verwierf na de verhuizing naar Oegst geest vlot het einddiploma van het gymnasium, waar de jongste zoon nu in de derde klas zit. De overgang naar een nieuwe school leverde voor de twee jongste kinderen weinig moei lijkheden op. Gevraagd naar zijn wens voor 1968 met betrekking tot zijn vroegere ge meente antwoordt dominee Huisman prompt: „Een staatssecretaris die de bestuurlijke problematiek in de IJ mond snel oplost". Dokter H. Voorzanger, die zeventien jaren in Velsen-Noord heeft gewoond als bedrijfsarts van Hoogovens en die nu sinds september in Hoofddorp woont als directeur van het Streekzie kenhuis Haarlemmermeer in oprich ting, ontvangt ons in een nieuw huis, in een nieuwe Hoofddorpse wijk. Het wonen in Hoofddorp is tegen gevallen. De heer en mevrouw Voor zanger waren voordat zij naar de IJmond kwamen afkomstig uit een dorp. Zij hoopten na Velsen weer te rug te komen in de echte plattelands sfeer van een betrekkelijk klein clorp. Maar in de nieuwe wijk in Hoofd dorp wonen vrijwel uitsluitend foren sen en van een dorpse sfeer is geen sprake meer en dat heeft het echtpaar Voorzanger als een teleurstelling erva ren, hoewel men zich ook weer gemak kelijk aanpast. Dokter Voorzanger werd in de ge meente Haarlemmermeer benoemd tot directeur van het Streekziekenhuis in oprichting. De totstandkoming van dit ziekenhuis zal echter veel meer tijd vergen dan men aanvankelijk heeft aangenomen en van een volledige dag taak is nog geen sprake. Zeer recen telijk heeft dokter Voorzanger derhalve ook een benoeming tot directeur van het Tulpziekenhuis in Amstelveen, dat omstreeks juni van 't jaar 1968 wordt ge opend, aanvaard. Voorts is hij direc teur van de gemeentelijke geneeskundi ge en gezondheidsdienst in Haarlem mermeer, die ook nog in het stadium van oprichting is. Het is de bedoeling deze funkties ook in de toekomst te blijven combineren. Dokter Voorzanger, die zich niet en thousiast uitlaat over het overleg en de samenwerking in de IJmond, heeft als bijzonder prettig ervaren de uitsteken de en constructieve samenwerking op velerlei gebieden tussen onder meer de gemeenten Haarlemmermeer, Aals meer, Uithoorn en Amstelveen. Hij voegt hieraan toe: „In de IJmond wordt op allerlei ter reinen wel naar samenwerking ge streefd en die komt ook wel tot stand, maar als men elkaar meer in de par ticuliere sfeer gevonden heeft moet men voor Het effectief maken van die sa menwerking toch altijd bij de gemeen- ten aankloppen en daar lopen alle po gingen tot samenwerking en alle goe de wil om samen iets op te bouwen stuk. Eenvoudig omdat de gemeenten wel bang lijken te zijn voor elke vorm van samenwerking, alsof zij de schijn willen vermijden, dat de belangen in zijnen zich gelukkig voelden en waar vóór hem ook vele geslachten De Wit met wisselend succes hadden geboerd. Juist daarom was de definitieve breuk met het verleden zo moeilijk te verwer ken. Vooral voor vader 'J. de Wit, die zich met zijn herinneringen terugtrok in een burgerhuis aan de Kerklaan. Zijn 37-jarige zoon („als je jong bent stap je er gemakkelijker over heen") be sloot in Schoorl een nieuw bestaan op te bouwen. In hun geheel gemoderniseerde boer derij (ook een Noórdhollandse stolp) aan de Rijksweg 3 hebben wij de heer en mevrouw De Wit en hun vijf kinde ren opgezocht, benieuwd als we waren naar hun ervaringen in de nieuwe om geving. „Ik heb zelf enorm tegen deze stap opgezien", bekent de heer De Wit. In ons vertrek zat werkelijk een stuk tragiek. De onderhandelingen met de gemeente over de verkoop werkten so- wie-so al op je gemoed. Er zijn nu eenmaal dingen die met geld niet goed te maken zijn. Zo weet ik dat diverse van mijn lotgenoten met heimwee kampen. Daar staat natuurlijk tegen over dat er ook boeren zijn, die vol on geduld op de gemeente zitten te wach ten. Ik heb er eerst nog over gepiekerd van beroep te gaan veranderen. Ik heb een mulo-diploma, maar och, dat stelt tegenwoordig ook niet veel meer voor. Bovendien was ik reeds zes jaar zelf standig geweest. Maar ik ben toch maar weer boer geWorden. Het afwis selend beroep van veehouder heeft ook voordelen. Gelukkig had ik niet veel tijd om te piekeren. De boerderij eiste al mijn aandacht op, omdat het bedrijf gemo derniseerd moest worden. Ook het op peil houden en verbeteren van de vee stapel vraagt alle aandacht. Maar toch mis ik Heemskerk wel, omdat je daar in een vertrouwde gemeenschap leef de. Dat heb je hier niet. We wonen hier in de verlatenheid. Het verkeer op de rijksweg Den Helder-Alkmaar en de schepen in het Noordhollandskanaal zorgen nog voor wat vertier. Maar een straatje om of een patatje halen is er niet meer bij, evenmin als biljarten of een voetbalwedstrijd van ADO. Onze boerderij ligt ruim twee kilometer van dorp, kerk en school. De jongste kin deren brengen we met de auto naar school. Dat hebben we zo met de bu ren geregeld. De oudsten gaan per fiets". Mevrouw E. de Wit-Brandjes heeft minder erg tegen de verandering opge zien dan haar man. Als Castricumse boerendochter is zij van mening dat vrij wonen bij een boer hoort. Zij was mede snel gewend doordat de gezelli ge woning gerieflijk werd verbouwd. De laatste jaren werd het huis in Heemskerk, dat toch nodig aan onder houd toe was, uiteraard niet meer op geknapt met een verhuizing in het vooruitzicht. De leveranciers komen allen aan de deur, terwijl mevrouw De Wit nogal eens een keertje zelf met de auto naar Alkmaar gaat om gezellig te winkelen. Gevraagd welke wens de heer en mevrouw De Wit voor Heemskerk in petto hebben was het antwoord: zelf standigheid. Als het dan niet anders kan een samenvoeging met Beverwijk, maar niet met Velsen. dit gebied wel degelijk zeer verweven zijn. Het resultaat is dat alles in de ijskast belandt. Dat is een gefrustreer de situatie en een ramp voor de IJmond Dat heeft me vooral in de laatste ja ren in Velsen ontmoedigd en teleurge steld. Neemt u nu de gezondheidszorg. Dat bleef een lappendeken. Welk besluit de minister ook neemt, elk besluit is beter dan geen besluit", zo betoogt dokter Voorzanger tame lijk emotioneel. Na de IJmond ervaart hij de goede samenwerking tussen de genoemde ge meenten als een verademing. Veel meer dan in zijn funktie als bedrijfsarts bij Hoogovens heeft dokter Voorzanger thans met gemeentebe stuurders en ambtenaren te maken. „Dat moet wel' wennen", vindt hij. „Als bij een groot bedrijf de verant woordelijke man ja zegt is de zaak rond en kan je aan het werk. Als de topmen sen in een gemeente ja zeggen is dat pas een begin, want dan moet hun be slissing nog worden goedgekeurd door de gemeenteraad, alsmede door reek sen provinciale instanties en hogere autoriteiten. Dan moet eerst de hele zaak nog weer terugdraaien voordat er eindelijk iets kan gebeuren. Dat is nu eenmaal het gemeentelijk bestel. BLOKKER. In ,,'t paleisje van Essing" aan de Dorpsstraat in Blokker woont burgemeester drs. W. B. J. Lemmens, die van de afdeling Alge mene Zaken op het Stadskantoor in Beverwijk verhuisd is naar de gemeen te BJokker om daar het burgemees tersambt over Blokker en Westwoud te aanvaarden. Een hele stap, vanuit het geïndustrialiseerde Beverwijk naar het Westfriese platteland. Echter niet voor de familie Lemmens, die zich hier enorm goed heeft weten aan te pas sen. De ontvangst in de witte burgemees terswoning, waar eens burgemeester Essing zetelde, was gastvrij en gezel lig. En al heel spoedig zat de heer Lemmens op zijn praatstoel. Hij schet ste hoe de overgang van het Stads kantoor in Beverwijk naar Blokker wel een ommekeer is geweest. Men kan zich niet voorstellen wat het is burgemeester te worden. „Dat moet je ervaren", zo was zijn oordeel. Maar uit zijn woorden bleek, dat hij al heel spoedig zijn plaats heeft weten te vin den. De Westfries is gereserveerd. Hij kijkt eerst de kat uit de boom. Het is algemeen bekend. En burgemeester Lemmens handelde daarnaar. In een van de eerste raadsvergaderingen heeft hij de raad dan ook gezegd: „Ik weet het, jullie kijken eerst liever naar die kat in de boom. Welnu kijk me dan maar aan. Maar kijk niet te lang. Ik wil wel tot zaken komen." En dat was naar het hart van de Westfriezen ge sproken. Hun instelling is óók tot za ken komen. En burgemeester Lem mens heeft ervaren dat zijn raad, gro tendeels bestaande uit fruitkwekers en veehouders, eerst diep nadenkt, doch dan met bijzonder constructieve ideeën naar voren komt. En heus niet alleen de raadsleden. Ook de mensen, die bij hem aan de deur komen met proble men of wat dan ook. Zij weten het, de woning van de burgemeester staat al tijd open voor hen en de eerste burger van hun gemeente heeft altijd wel een ogenblik om naar hen te luisteren bui ten zijn wekelijks spreekuur om. Hetzelfde geldt voor zijn echtgenote, die ook haar plaats heeft ingenomen in de dorpsgemeenschap, bejaarden en langdurige zieken bezoekt en ere-voor- zitster is van het Vrouwengilde. Veel andere verenigingsbemoeiingen heeft zij niet, want haar gezin met de zes kinderen gaat uiteraard boven alles. Evenals in zijn vroegere gemeente wordt de heer Lemmens in Blokker geconfronteerd met problemen inzake de ruimtelijke indeling. Zij het. dat er een groot verschil is. In deze streek van Nederland is namelijk het grote probleem „hoe komen wij tot een fu sie". Want een samengaan is noodza kelijk. Zoals dus ook een samenwer king van dwingende noodzaak is. En dat onderkent men in deze Westfriese gemeenten in hoge mate. Wellicht dat dan ook een oplossing wordt gevonden voor de zeer grote woningnood in deze gemeente. Ondanks de drukke bezigheden voor zijn gemeente, heeft drs. Lemmens toch gelegenheid voor het bezoeken van uitvoeringen van de muziekver enigingen in beide dorpen, van de to neelgezelschappen en wat er al meer zij. Daarnaast echter verliest hij toch ook niet de contacten met de IJmond. En daarop zijn dan zijn toekomst wensen gebaseerd. Allereerst wenst hij Beverwijk toe: Geen fusie met Velsen want dan komt er een vreselijk agglomeraat zonder centrum. Wel een fusie met Heems kerk, met de grens in het Noordzee kanaal. En daarnaast hoopt hij voor de he- volking, dat de mensen veel meer zullep gaan deelnemen aan het verenigings- en organisatieleven, waardoor zij zich meer als mens kunnen ontplooien. Dit laatste is een waardevol goed. Dat juist heeft burgemeester Lemmens in West-Friesland ervaren! „IN HET begin heb ik hier heus wel eens met heimwee te kampen gehad. Want als ik bijvoorbeeld op een mooie zomeravond de omgeving ging verken nen en daarbij terecht kwam op „die grote, stille heide", dan miste ik op eens dat heerlijke lawaai van IJmui den. Zoals het ruisen van de zee, het fluiten van grote en kleine schepen en niet te vergeten de felle gloed van Hoogovens. Maar inmiddels heb ik Hil versum Ieren waarderen ais een mooie en levendige woonplaats, met een druk en gezellig winkelcentrum en waar ik bovendien een riante woning heb ge vonden met een fijne werkkring, die mij bijzonder ligt. Ik heb dus geen enkele behoefte naar Velsen terug te keren, hoewel men mij hier later toch weer een baan heeft aangeboden, waarmee ik een mooie promotie zou hebben gemaakt". Dit zijn de ervaringen van de heer Th. Mooy, in Velsen vooral bij de jeugd nog altijd bekend als „Ome Dorus", die in april van dit jaar zijn betrekking als chef-ambtenaar voor jeugdzaken in Velsen verwisselde voor die van recreatie-ambtenaar met een hogere rang in Hilversum. Inmiddels staat hij hier alweer op de promotie- lijst. De heer Mooy heeft in dit centrum van Het Gooi vooral de taak zich bezig te houden met het begeleiden van de zogenoemde „niet-georganiseerde jeugd". Dit kan rustig pionierswerk worden genoemd, omdat hier tot dus ver in Hilversum nog weinig aandacht aan werd besteed. Een kolfje naar de hand van „Ome Dorus" dus, die al direct begon met het organiseren van een love-ïn in de openlucht, waarvoor hij vijf populaire beatgroepen liet op treden. Door het bezoek van ruim duizend jongens en meisjes werd dit experiment een daverend succes, zodat een en ander nog deze winter in een zaal zal worden herhaald. Chefs van de heer Mooy zijp wet houder mevrouw A. Noordwijk-van Veen en de heer Ab. Goubitz, de laat ste bekend door zijn radio-ochtendgym- nastiek, die hun nieuwe medewerker al spoedig geheel de vrije hand hebben gelaten. Deze nam daarop het initia tief de jeugd des avonds gewoon op straat aan te spreken, uit welke eerst moeizaam verlopende contacten uit eindelijk toch vele groepjes zijn voort- „Ome Dorus" Mooij voor Hilver- sums gemeentehuis. gekomen, in gezellig clubverband onder meer beatmuziek ten gehore wordt ge bracht. „Gewoon een kwestie van be nadering", meent de heer Mooy. Verder heeft hij zich alweer laten strikken voor het vervullen van spreek beurten op bijeenkomsten voor jonge ren en als bestuurslid van de plaatse lijke afdeling van de Algemene Bond van Ambtenaren. Daarnaast heeft hij zich voorgenomen, met het systeem van de Velser Gemeenschap voor ogen, ook in Hilversum de uitgave te bevor deren van een periodieke agenda met alle plaatselijke activiteiten. Overigens is de heer Mooy enthou siast over de sfeer, welke hij in Hil versum heeft aangetroffen. Vooral bur gemeester Boot vindt hij „een moord- vent", door zijn prettige omgangsvor men en zijn gewoonte, bij vrijwel alle evenementen van een warme belang stelling blijk te geven. Verder is hij van oordeel dat de Hilversumse burge rij hier meer in haar geheel bij de nationale feesten wordt betrokken, omdat de bevrijding hier bijvoorbeeld met één massale bijeenkomst op het raadhuis wordt gevierd. In tegenstel ling tot Velsen, waar nog altijd ver schillende oranjeverenigingen geschei den werken. De vele vrienden die de heer Mooy in Velsen heeft achtergelaten zijn er dus door het bovenstaande wellicht van overtuigd, dat „Ome Dorus" het wel „rooit" in Hilversum.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 21