DE IJMOND OP AFSTAND BEZIEN: TERUGBLIK ZONDER HEIMWEE
f
Oud-IJmuider pastoor herdei*
op historische grond
Drs. Lemmers: Burgemeester
worden moet je ervaren
Veehouder De Wit ging van
Heemskerk naar Schoorl
Ds. H. P. Hulsman: Ook los xand
Dr. H. Voorzanger: Gefrustreerde samenwerking
Th. Mooij: wel heimwee gehad
'ir Oudjaars - Erbij -Ar
A
MWWWHWWWWW»MWWHHmWHmWHW
VERSCHILLENDE persoonlijkheden, die tot voor kort belangrijke
funkties vervulde in de IJmond, hebben letterlijk de gelegenheid ge
kregen om afstand te nemen van de gebeurtenissen in de IJmond, door
dat zij in de loop van het nu afgelopen jaar naar elders verhuisden,
nieuwe ervaringen opdeden, zich aanpasten in hun nieuwe omgeving,
maar toch nog dikwijls terugdachten aan hun vroegere woonplaats. Hoe
denken zy daaraan terug? Mild, met begrip, met heimwee, met ergernis?
Wij hebben het aan enkele bekende oud-IJmonders die in 19fi7 of kort
daarvoor de IJmond verlieten, gevraagd en laten hen op deze pagina
zelf aan het woord.
EGMOND BINNEN. Aan het
Kerkplein in Egmond Binnen staat de
nieuwe r.-k. kerk van de parochie van
de H. Adelbertus, met daarnaast de
pastorie, welke bewoond wordt door
pastoor W. C. Westerhoven, die op 20
januari een jaar in deze parochie aan
wezig zal zijn. Pastoor Westerhoven:
een begrip voor vele inwoners-parochi
anen, maar ook niet-katholicken in
oud-IJmuiden, die er ll1/» jaar als
zieleherder werkzaam is geweest. Bo
venal ook als bouwpastoor.
In die functie is hij in IJmuiden be
gonnen. Met de opdracht om een
nieuwe kerk te bouwen bij de Raad
huisstraat en de oude kerk in de Ka
naalstraat te verlaten. Deze zou zo
was men aanvankelijk voornemens
moeten worden afgebroken.
Vijf jaar hebben er gelegen tussen
de dag waarop de plannen ter tafel
kwamen en het ogenblik van de inge
bruikneming van de nieuwe kerk in
1960. Deze kerk behoorde te dienen als
een centrale kerk, doch was het toen
niet in de ogen van pastoor Westerho
ven, die einde 1959 heeft weten te be
werkstelligen, dat de kerk in de Ka
naalstraat kon blijven bestaan.
De pastoor haalde deze herinnerin
gen op in zijn vijftien meter lange
woonkamer in de pastorie van Egmond
Binnen, waar wij luid werden verwel
komd door de langharige tackel Cae
sar van de Hensbergen Nierstaai, die
reeds zes jaar bij pastoor Westerho
ven verblijft. Tal van IJmuider paro
chianen zullen de kleine bruine tackel
nog wel voor de geest kunnen halen.
Vanuit deze pastorie gaat de zielzorg
uit over 2000 personen, in Egmond
Binnen en Rinnegom samen.
Frappant is daarbij, dat de pastorie
gebouwd is op zeer historische grond,
want in dit dorp begon voor Holland
zo vertelde de pastoor de christe
lijke beschaving. In een notedop, kort
en bondig, maar toch duidelijk spuide
de pastoor een aantal jaartallen en
belangrijke feiten uit die christelijke
beschaving. Daarbij bleek heel duide
lijk, hoe de parochianen zich steeds
voor de kerk hebben ingespannen, hoe
zij aanvankelijk in de drie Egmonden
onder één parochie verenigd, nader
hand gesplitst tot vier parochies,
samen met Rinnegom, steeds zelf de
kerkbouw hebben weten te bekostigen
De Egmonders verschillen dan ook
danig van de IJmuidenaren. Zonder
een van de twee groeperingen tekort
te willen doen, schilderde de pastoor
hoe zijn huidige parochianen bijzonder
honkvast zijn. In tegenstelling tot de
IJmuider burgerij. lettere vorm van
industrialisatie ontbreekt hier, daarom
is er ook een volkoinen andere ge
aardheid. Is er onderling een enorm
dienstbetoon bij ziekte of moeilijkhe
den, kent men hier een buitengewoon
goede gemeenschapsgedachte. Zoals
het restaureren van een oud jeugdge-
bouwtje, dat nu niet meer te herken
nen is. Een restauratie verricht door
een groep jongeren, waarbij het kerk
bestuur alleen de materiaalkosten be
taald heeft.
Pastoor Westerhoven, die vroeger
als kapelaan in Beverwijk begonnen
is en tal van bekende Beverwijkers
kent, had ook wensen voor het ge
bied, dat hij verlaten heeft. Hij wenst
IJmuiden toe: Zo spoedig mogelijk
een permanente John F. Kennedy-
school, een kleuterschool naast de H.
Hartschool, waarvoor de plannen al
van 1955 dateren en het snel verwe
zenlijken van het plan voor de bouw
van een gymnastiekzaal. Tot slot wenst
hij doch dat zal wel een Pia Vota
zijn, zo meent hij dat het gemeen
tebestuur wat meer aandacht gaat
schenken aan diversiteit in de woning
bouw, zoals dat in Zeewijk nu al
plaats heeft.
SCHOORL r In augustus 1966 mi
greerde veehouder J. F. de Wit met
zijn gezin en levende have naar
Schoorl. Hij werd tot een verhuizing
gedwongen, omdat de gemeente
Heemskerk zijn boerderij „Oosterzij
de" aan de A. Verherentstraat 8 nodig
had voor de stadsuitbreidingen, even
als de landerijen. Het land is inmid
dels volgebouwd met woningen en ge
bouwen, doch de Noordhollandse stolp
boerderij staat er nog. „Oosterzijde"
speelde ten tijde van de reformatie
zelfs een belangrijke rol, want de boer
derij werd toen door de vervolgde ge
lovigen als schuilkerk gebruikt.
Met gemengde gevoelens verliet de
heer De Wit de plaats waar hij en de
VOOR EEN gesprek met ds. H. P.
Huisman, die in 1951 in Velsen-Noord
werd beroepen en ruim een jaar gele
den naar Oegstgeest vertrok, behoef
den we geen verre reis te maken. Hij
moest toch in Velsen zijn en kwam
wel even langs. Dat duidt op nog
bestaande bindingen.
„Velsen-Noord vond ik een bijzonder
boeiend gebied. Toen ik kwam begon
de ontwikkeling van Hoogovens juist
goed door te zetten. Er werden in
zeer korte tijd veel woningen uit de
grond gestampt. Men was bijzonder
enthousiast om daar gezamenlijk een
gemeenschap op te bouwen. Een ieder
deed mee. Daarom heeft het me wel
verbaasd dat velen later die samen
leving zo gemakkelijk in de steek lie
ten en naar Santpoort, Bloemendaal of
Castricum verhuisden. Dat heeft een
stempel gedrukt op Velsen-Noord.
Blijkbaar voelen velen zich inwoner
van een groot gebied in de Randstad
en niet gebonden aan een woonplaats.
Daarom is het ook niet reëel om een
scheiding te maken tussen de gebie
den ten noorden en ten zuiden van het
kanaal. De mensen ervaren die schei
ding niet.
Daarmee komt dominee Huisman op
zijn stokpaardje: de gemeentelijke in
deling van de IJmond. Inzake dat on
derwerp beschikt hij over een uitge
breid archief van krantenknipsels, ka
merstukken en plakboeken. Deze ma
terie begon al te spelen toen hij in
Velsen-Noord kwam. Dominee Huis
man is er diep van overtuigd dat het
steeds weer uitstellen van de beslis
sing van zeer verstrekkende en veel
omvattende invloed is geweest op de
gang van zaken in de IJmond en dan
in negatieve zin.
Na de „kunstmatigheid" van de
scheiding tussen noord en zuid uitvoe
rig aan de orde te hebben gesteld,
gaat het gesprek over op de overeen
komsten tussen Velsen-Noord en Oegst
geest.
„Ook daar hangt de bevolking als
los zand aan elkaar. In Velsen-Noord
was dat een gevolg van de snelle in
dustrialisering. In Oegstgeest vormen
de academici, de forensen en de stu
denten een heterogene gemeenschap.
Men vormt er het gesloten gezinstype.
De contacten vloeien voort uit „het el
kaar nodig hebben". Het gaat nooit
wezenlijk om de ander. Dat was in
Velsen-Noord zo en dat is in Oegst
geest zo.
Uit het gesprek blijkt duidelijk, dat
dominee Huisman de eerste jaren van
zijn predikantschap in Velsen-Noord
het leukst heeft gevonden, hoewel hij
met genoegen terugdenkt aan alle ja
ren. Prettige onderlinge verhoudingen
in Oegstgeest maken dat hij het ook
daar naar zijn zin heeft. „Ik werk
daar op dezelfde wijze als hier". Te
rugverlangen naar Velsen-Noord doet
hij niet. Zijn vrouw verkiest Oegst
geest boven Velsen-Noord. I
Twee dochters gingen studeren in
Groningen. Eén keerde inmiddels te
rug naar Leiden. Een derde dochter
verwierf na de verhuizing naar Oegst
geest vlot het einddiploma van het
gymnasium, waar de jongste zoon
nu in de derde klas zit. De overgang
naar een nieuwe school leverde voor
de twee jongste kinderen weinig moei
lijkheden op.
Gevraagd naar zijn wens voor 1968
met betrekking tot zijn vroegere ge
meente antwoordt dominee Huisman
prompt: „Een staatssecretaris die de
bestuurlijke problematiek in de IJ
mond snel oplost".
Dokter H. Voorzanger, die zeventien
jaren in Velsen-Noord heeft gewoond
als bedrijfsarts van Hoogovens en
die nu sinds september in Hoofddorp
woont als directeur van het Streekzie
kenhuis Haarlemmermeer in oprich
ting, ontvangt ons in een nieuw huis,
in een nieuwe Hoofddorpse wijk.
Het wonen in Hoofddorp is tegen
gevallen. De heer en mevrouw Voor
zanger waren voordat zij naar de
IJmond kwamen afkomstig uit een
dorp. Zij hoopten na Velsen weer te
rug te komen in de echte plattelands
sfeer van een betrekkelijk klein clorp.
Maar in de nieuwe wijk in Hoofd
dorp wonen vrijwel uitsluitend foren
sen en van een dorpse sfeer is geen
sprake meer en dat heeft het echtpaar
Voorzanger als een teleurstelling erva
ren, hoewel men zich ook weer gemak
kelijk aanpast.
Dokter Voorzanger werd in de ge
meente Haarlemmermeer benoemd tot
directeur van het Streekziekenhuis in
oprichting. De totstandkoming van dit
ziekenhuis zal echter veel meer tijd
vergen dan men aanvankelijk heeft
aangenomen en van een volledige dag
taak is nog geen sprake. Zeer recen
telijk heeft dokter Voorzanger derhalve
ook een benoeming tot directeur van
het Tulpziekenhuis in Amstelveen, dat
omstreeks juni van 't jaar 1968 wordt ge
opend, aanvaard. Voorts is hij direc
teur van de gemeentelijke geneeskundi
ge en gezondheidsdienst in Haarlem
mermeer, die ook nog in het stadium
van oprichting is. Het is de bedoeling
deze funkties ook in de toekomst te
blijven combineren.
Dokter Voorzanger, die zich niet en
thousiast uitlaat over het overleg en de
samenwerking in de IJmond, heeft als
bijzonder prettig ervaren de uitsteken
de en constructieve samenwerking op
velerlei gebieden tussen onder meer de
gemeenten Haarlemmermeer, Aals
meer, Uithoorn en Amstelveen. Hij
voegt hieraan toe:
„In de IJmond wordt op allerlei ter
reinen wel naar samenwerking ge
streefd en die komt ook wel tot stand,
maar als men elkaar meer in de par
ticuliere sfeer gevonden heeft moet men
voor Het effectief maken van die sa
menwerking toch altijd bij de gemeen-
ten aankloppen en daar lopen alle po
gingen tot samenwerking en alle goe
de wil om samen iets op te bouwen
stuk. Eenvoudig omdat de gemeenten
wel bang lijken te zijn voor elke vorm
van samenwerking, alsof zij de schijn
willen vermijden, dat de belangen in
zijnen zich gelukkig voelden en waar
vóór hem ook vele geslachten De Wit
met wisselend succes hadden geboerd.
Juist daarom was de definitieve breuk
met het verleden zo moeilijk te verwer
ken.
Vooral voor vader 'J. de Wit, die zich
met zijn herinneringen terugtrok in
een burgerhuis aan de Kerklaan. Zijn
37-jarige zoon („als je jong bent stap
je er gemakkelijker over heen") be
sloot in Schoorl een nieuw bestaan op
te bouwen.
In hun geheel gemoderniseerde boer
derij (ook een Noórdhollandse stolp)
aan de Rijksweg 3 hebben wij de heer
en mevrouw De Wit en hun vijf kinde
ren opgezocht, benieuwd als we waren
naar hun ervaringen in de nieuwe om
geving.
„Ik heb zelf enorm tegen deze stap
opgezien", bekent de heer De Wit. In
ons vertrek zat werkelijk een stuk
tragiek. De onderhandelingen met de
gemeente over de verkoop werkten so-
wie-so al op je gemoed. Er zijn nu
eenmaal dingen die met geld niet goed
te maken zijn. Zo weet ik dat diverse
van mijn lotgenoten met heimwee
kampen. Daar staat natuurlijk tegen
over dat er ook boeren zijn, die vol on
geduld op de gemeente zitten te wach
ten.
Ik heb er eerst nog over gepiekerd
van beroep te gaan veranderen. Ik heb
een mulo-diploma, maar och, dat stelt
tegenwoordig ook niet veel meer voor.
Bovendien was ik reeds zes jaar zelf
standig geweest. Maar ik ben toch
maar weer boer geWorden. Het afwis
selend beroep van veehouder heeft ook
voordelen.
Gelukkig had ik niet veel tijd om te
piekeren. De boerderij eiste al mijn
aandacht op, omdat het bedrijf gemo
derniseerd moest worden. Ook het op
peil houden en verbeteren van de vee
stapel vraagt alle aandacht. Maar toch
mis ik Heemskerk wel, omdat je daar
in een vertrouwde gemeenschap leef
de. Dat heb je hier niet. We wonen
hier in de verlatenheid. Het verkeer
op de rijksweg Den Helder-Alkmaar en
de schepen in het Noordhollandskanaal
zorgen nog voor wat vertier. Maar een
straatje om of een patatje halen is er
niet meer bij, evenmin als biljarten of
een voetbalwedstrijd van ADO. Onze
boerderij ligt ruim twee kilometer van
dorp, kerk en school. De jongste kin
deren brengen we met de auto naar
school. Dat hebben we zo met de bu
ren geregeld. De oudsten gaan per
fiets".
Mevrouw E. de Wit-Brandjes heeft
minder erg tegen de verandering opge
zien dan haar man. Als Castricumse
boerendochter is zij van mening dat
vrij wonen bij een boer hoort. Zij was
mede snel gewend doordat de gezelli
ge woning gerieflijk werd verbouwd.
De laatste jaren werd het huis in
Heemskerk, dat toch nodig aan onder
houd toe was, uiteraard niet meer op
geknapt met een verhuizing in het
vooruitzicht. De leveranciers komen
allen aan de deur, terwijl mevrouw
De Wit nogal eens een keertje zelf
met de auto naar Alkmaar gaat om
gezellig te winkelen.
Gevraagd welke wens de heer en
mevrouw De Wit voor Heemskerk in
petto hebben was het antwoord: zelf
standigheid. Als het dan niet anders
kan een samenvoeging met Beverwijk,
maar niet met Velsen.
dit gebied wel degelijk zeer verweven
zijn. Het resultaat is dat alles in de
ijskast belandt. Dat is een gefrustreer
de situatie en een ramp voor de IJmond
Dat heeft me vooral in de laatste ja
ren in Velsen ontmoedigd en teleurge
steld. Neemt u nu de gezondheidszorg.
Dat bleef een lappendeken.
Welk besluit de minister ook neemt,
elk besluit is beter dan geen besluit",
zo betoogt dokter Voorzanger tame
lijk emotioneel.
Na de IJmond ervaart hij de goede
samenwerking tussen de genoemde ge
meenten als een verademing.
Veel meer dan in zijn funktie als
bedrijfsarts bij Hoogovens heeft dokter
Voorzanger thans met gemeentebe
stuurders en ambtenaren te maken.
„Dat moet wel' wennen", vindt hij.
„Als bij een groot bedrijf de verant
woordelijke man ja zegt is de zaak rond
en kan je aan het werk. Als de topmen
sen in een gemeente ja zeggen is dat
pas een begin, want dan moet hun be
slissing nog worden goedgekeurd door
de gemeenteraad, alsmede door reek
sen provinciale instanties en hogere
autoriteiten. Dan moet eerst de hele
zaak nog weer terugdraaien voordat er
eindelijk iets kan gebeuren. Dat is nu
eenmaal het gemeentelijk bestel.
BLOKKER. In ,,'t paleisje van
Essing" aan de Dorpsstraat in Blokker
woont burgemeester drs. W. B. J.
Lemmens, die van de afdeling Alge
mene Zaken op het Stadskantoor in
Beverwijk verhuisd is naar de gemeen
te BJokker om daar het burgemees
tersambt over Blokker en Westwoud te
aanvaarden. Een hele stap, vanuit het
geïndustrialiseerde Beverwijk naar het
Westfriese platteland. Echter niet voor
de familie Lemmens, die zich hier
enorm goed heeft weten aan te pas
sen.
De ontvangst in de witte burgemees
terswoning, waar eens burgemeester
Essing zetelde, was gastvrij en gezel
lig. En al heel spoedig zat de heer
Lemmens op zijn praatstoel. Hij schet
ste hoe de overgang van het Stads
kantoor in Beverwijk naar Blokker
wel een ommekeer is geweest. Men
kan zich niet voorstellen wat het is
burgemeester te worden. „Dat moet je
ervaren", zo was zijn oordeel. Maar
uit zijn woorden bleek, dat hij al heel
spoedig zijn plaats heeft weten te vin
den. De Westfries is gereserveerd. Hij
kijkt eerst de kat uit de boom. Het is
algemeen bekend. En burgemeester
Lemmens handelde daarnaar. In een
van de eerste raadsvergaderingen heeft
hij de raad dan ook gezegd: „Ik weet
het, jullie kijken eerst liever naar die
kat in de boom. Welnu kijk me dan
maar aan. Maar kijk niet te lang. Ik
wil wel tot zaken komen." En dat was
naar het hart van de Westfriezen ge
sproken. Hun instelling is óók tot za
ken komen. En burgemeester Lem
mens heeft ervaren dat zijn raad, gro
tendeels bestaande uit fruitkwekers en
veehouders, eerst diep nadenkt, doch
dan met bijzonder constructieve ideeën
naar voren komt. En heus niet alleen
de raadsleden. Ook de mensen, die bij
hem aan de deur komen met proble
men of wat dan ook. Zij weten het, de
woning van de burgemeester staat al
tijd open voor hen en de eerste burger
van hun gemeente heeft altijd wel een
ogenblik om naar hen te luisteren bui
ten zijn wekelijks spreekuur om.
Hetzelfde geldt voor zijn echtgenote,
die ook haar plaats heeft ingenomen in
de dorpsgemeenschap, bejaarden en
langdurige zieken bezoekt en ere-voor-
zitster is van het Vrouwengilde. Veel
andere verenigingsbemoeiingen heeft
zij niet, want haar gezin met de zes
kinderen gaat uiteraard boven alles.
Evenals in zijn vroegere gemeente
wordt de heer Lemmens in Blokker
geconfronteerd met problemen inzake
de ruimtelijke indeling. Zij het. dat
er een groot verschil is. In deze streek
van Nederland is namelijk het grote
probleem „hoe komen wij tot een fu
sie". Want een samengaan is noodza
kelijk. Zoals dus ook een samenwer
king van dwingende noodzaak is. En
dat onderkent men in deze Westfriese
gemeenten in hoge mate. Wellicht dat
dan ook een oplossing wordt gevonden
voor de zeer grote woningnood in deze
gemeente.
Ondanks de drukke bezigheden voor
zijn gemeente, heeft drs. Lemmens
toch gelegenheid voor het bezoeken
van uitvoeringen van de muziekver
enigingen in beide dorpen, van de to
neelgezelschappen en wat er al meer
zij. Daarnaast echter verliest hij toch
ook niet de contacten met de IJmond.
En daarop zijn dan zijn toekomst
wensen gebaseerd.
Allereerst wenst hij Beverwijk toe:
Geen fusie met Velsen want dan komt
er een vreselijk agglomeraat zonder
centrum. Wel een fusie met Heems
kerk, met de grens in het Noordzee
kanaal.
En daarnaast hoopt hij voor de he-
volking, dat de mensen veel meer zullep
gaan deelnemen aan het verenigings-
en organisatieleven, waardoor zij zich
meer als mens kunnen ontplooien. Dit
laatste is een waardevol goed. Dat
juist heeft burgemeester Lemmens in
West-Friesland ervaren!
„IN HET begin heb ik hier heus wel
eens met heimwee te kampen gehad.
Want als ik bijvoorbeeld op een mooie
zomeravond de omgeving ging verken
nen en daarbij terecht kwam op „die
grote, stille heide", dan miste ik op
eens dat heerlijke lawaai van IJmui
den. Zoals het ruisen van de zee, het
fluiten van grote en kleine schepen en
niet te vergeten de felle gloed van
Hoogovens. Maar inmiddels heb ik Hil
versum Ieren waarderen ais een mooie
en levendige woonplaats, met een druk
en gezellig winkelcentrum en waar ik
bovendien een riante woning heb ge
vonden met een fijne werkkring, die
mij bijzonder ligt. Ik heb dus geen
enkele behoefte naar Velsen terug te
keren, hoewel men mij hier later toch
weer een baan heeft aangeboden,
waarmee ik een mooie promotie zou
hebben gemaakt".
Dit zijn de ervaringen van de heer
Th. Mooy, in Velsen vooral bij de
jeugd nog altijd bekend als „Ome
Dorus", die in april van dit jaar zijn
betrekking als chef-ambtenaar voor
jeugdzaken in Velsen verwisselde voor
die van recreatie-ambtenaar met een
hogere rang in Hilversum. Inmiddels
staat hij hier alweer op de promotie-
lijst.
De heer Mooy heeft in dit centrum
van Het Gooi vooral de taak zich bezig
te houden met het begeleiden van
de zogenoemde „niet-georganiseerde
jeugd". Dit kan rustig pionierswerk
worden genoemd, omdat hier tot dus
ver in Hilversum nog weinig aandacht
aan werd besteed. Een kolfje naar de
hand van „Ome Dorus" dus, die al
direct begon met het organiseren van
een love-ïn in de openlucht, waarvoor
hij vijf populaire beatgroepen liet op
treden. Door het bezoek van ruim
duizend jongens en meisjes werd dit
experiment een daverend succes, zodat
een en ander nog deze winter in een
zaal zal worden herhaald.
Chefs van de heer Mooy zijp wet
houder mevrouw A. Noordwijk-van
Veen en de heer Ab. Goubitz, de laat
ste bekend door zijn radio-ochtendgym-
nastiek, die hun nieuwe medewerker al
spoedig geheel de vrije hand hebben
gelaten. Deze nam daarop het initia
tief de jeugd des avonds gewoon op
straat aan te spreken, uit welke eerst
moeizaam verlopende contacten uit
eindelijk toch vele groepjes zijn voort-
„Ome Dorus" Mooij voor Hilver-
sums gemeentehuis.
gekomen, in gezellig clubverband onder
meer beatmuziek ten gehore wordt ge
bracht. „Gewoon een kwestie van be
nadering", meent de heer Mooy.
Verder heeft hij zich alweer laten
strikken voor het vervullen van spreek
beurten op bijeenkomsten voor jonge
ren en als bestuurslid van de plaatse
lijke afdeling van de Algemene Bond
van Ambtenaren. Daarnaast heeft hij
zich voorgenomen, met het systeem
van de Velser Gemeenschap voor ogen,
ook in Hilversum de uitgave te bevor
deren van een periodieke agenda met
alle plaatselijke activiteiten.
Overigens is de heer Mooy enthou
siast over de sfeer, welke hij in Hil
versum heeft aangetroffen. Vooral bur
gemeester Boot vindt hij „een moord-
vent", door zijn prettige omgangsvor
men en zijn gewoonte, bij vrijwel alle
evenementen van een warme belang
stelling blijk te geven. Verder is hij
van oordeel dat de Hilversumse burge
rij hier meer in haar geheel bij de
nationale feesten wordt betrokken,
omdat de bevrijding hier bijvoorbeeld
met één massale bijeenkomst op het
raadhuis wordt gevierd. In tegenstel
ling tot Velsen, waar nog altijd ver
schillende oranjeverenigingen geschei
den werken.
De vele vrienden die de heer Mooy
in Velsen heeft achtergelaten zijn er
dus door het bovenstaande wellicht van
overtuigd, dat „Ome Dorus" het wel
„rooit" in Hilversum.