Over 99 jaar honderd miljoen Nederlanders „Je moet gewoon blijven" SPORT-TOTO iAm, mm (Van een onzer verslaggevers) AMSTERDAM. Het bureau voor bevolkingsvraag stukken in Washington heeft becijferd dat bij een voort zetting van de huidige geboortecijfers de wereldbevolking in het jaar 2066 verachtvoudigd zal zijn, hetgeen neer komt op 24 miljard mensen. Nederland is het dichtst be volkte land ter wereld (thans 370 mensen per vierkante kilometer). Als wij onze „produktie" niet drastisch terug brengen zal ons land in 2067 honderd miljoen mensen tellen. We doen maar Bijslag misslag Plan Vijf „geboden" mmm - DE VELPENAAR J. Klaasen was de eerste ge lukkige die, bijna drie jaar geleden, de eerste „schone" ton in de voetbalpool won. Wat heeft hij met al dat geld gedaan, en is er nog wat van over? Hij zegt, nuchter: „ik heb een paar dingen gedaan die ik nooit eerder kon doen, maar het niet over de balk gesmeten. Een autootje gekocht, maar dat is nauwelijks een luxe meer tegenwoordig, en een vijvertje in mijn ZONDAGAVOND 31 januari 1965. Half vijf. Frits van Turenhout heeft net via Hilversum I de voetbaluitslagen be kendgemaakt. Een paar minuten later doet Ger Jansen op Hilversum II hetzelfde. Tienduizenden Nederlanders bekijken zorgvuldig hun voetbal poolformulier. Hun vingers glijden van boven naar beneden over de dertien kruisjes, die, wanneer ze in de juiste volgorde staan, goed zijn voor honderdduizend gulden. „Een schone ton", zoals de Sporttoto in verschillende dagbladen adverteert. Hans Wieleck Mim»* Waar zijn ze geble ven de mannen en vrou wen die vijf, acht, twaalf, twintig of twee endertig jaar geleden lange of korte tijd in HET NIEUWS stonden. De sportman, de artiest, die duizenden in zijn ban hield. De onbeken de die even door een gebeurtenis uit de massa getild werd en NIEUWS werd. Wij hebben een aantal van deze mensen opgezocht en nog een maal uit de vergetelheid voor het voetlicht ge haald. mm „Eén van mijn vurigste wensen, een eigen vijvertje, werd vervuld". inn-innnnnimiuuui Uit de krant van 1 februari 1965. zoon heeft gezet staan goed. Maar heeft hij de uitslagen wel goed over genomen? Heeft de man, die ze net via de ra dio zei, niet een fout gemaakt. Ze wachten in steeds grotere spanning op de volgende nieuwsuitzending, waarin de uitslagen opnieuw voorgelezen wor den. Inderdaad, de uitslagen zijn zo als zijn zoon opgeschreven had. Weer en weer „Wel dertig, veertig, mis schien zelfs wel honderd maal", zegt de heer J. Klaassen nu, „controleer den wij het formulier, voor wij de sporttoto in Den Haag telefoneerden en vertelden dat wij er dertien goed had den. TOEN BEGON de spanning pas goed. Zou ons formulier wel in Den Haag zijn? Je hoorde zo vaak van een fout van een poolfunctionaris, een zoek geraakt formulier en hoeveel men sen zouden net als wij dertien uitsla gen goed hebben? 's MAANDAGS waren er volgens een krant dertien poolers die dertien uit slagen goed hadden, dus na enig reke nen dachten wij dat is 13.841 voor ons. Maar dinsdag hoorden wij van een verslaggever dat wij de enige met der tien goed waren en de eersten in Ne derland zouden zijn die een ton schoon zouden ontvangen. Pas vier weken er voor op 31 december 1964 was bij wetswijziging de eerste prijs in de voetbalpool verhoogd tot honderddui zend gulden. De eerste drie weken van januari hadden steeds vier of meer mensen dit bedrag moeten delen. DINSDAG waren er al verslag gevers van verschillende kranten bij ons, de radio en vele fotografen, maar ik zei tegen allemaal „heus ik weet DIT SCHRIKBEELD wordt opgeroepen in het boekje „Sex in de jaren '60" ondertitel: „over het liefdes leven van de Nederlandse Maagd en de gevolgen" dat dezer dagen bij Polak en Van Gennep is verschenen. De schrijvers Richter Roegholt en Dick P. J. van Reeuwijk trachten duidelijk te maken dat het aanpakken van het bevolkingsvraagsstuk alleen doeltreffend kan geschieden wanneer de gehele sexuele Het wordt dringen in Nederland, ondanks de pil. problematiek aar. het daglicht word blootgesteld en aan een redelijke discussie wordt onderworpen. In het hoofdstuk „We doen maar" wordt gesteld dat de overheid tot dusver heeft verzuimd het bevolkings vraagstuk bij de heilige ho rens te vatten. „Zij beijvert zich om plannen te maken voor het jaar 2000 als er op zijn minst 20 miljoen landge noten zullen zijn- Onverklaar baar daarbij is, dat niemand er ook maar eer. seconde aan schijnt te denken dat daarna stellig het jaar 2001 zal aan breken. Daarover praat men niet hardop. Wij blijven bou wen tot we naar Wageningen moeten om de laatste levende boom in de proeftuinen te zien. We nemen aan het zon nige strand genoegen met een plaats tussen oksels en voeten van anderen en houden vol dat van overbevolking geen sprake is. Als de overheid adviserend zou ingrijpen zou den we massaal protesteren tegen deze vorm van ver meende vrijheidsbeperking. Realiseert men zich echter wel hoe vaak men stilzwij gend zijn vrijheid laat beper ken door de immer stijgende bevolkingsdichtheid?" ONWETENDHEID, hypo crisie, taboes en schaamte op sexueel gebied zijn in het al gemeen mede oorzaken van ongewenste geboorten, zo me nen de schrijvers, die zich voorts keren tegen „het prin cipieel verkeerde uitgangs punt in een overvol land het systeem van premies op het verwekken van kinderen te handhaven". In het boekje wordt aan dacht besteed aan de denk beelden van Thomas Robert Maltus, de strijd van de voor standers van de geboortebe perking, de sexuele nood zo als die bij psychiater en ju rist op de spreekuren wordt geuit en de revolutie die de pil heeft veroorzaakt. Een dubbele revolutie: de pil is betrouwbaar en het eerste anti-conceptiemiddel waar over men openlijk kan praten. Men heeft voorts in een brief wisseling de paus een ver klaring over het vraagstuk van de orale anti-conceptie willen afdwingen, hetgeen uiteraard is mislukt. In het boek worden enige bekende Nederlanders onder Wie dr. W. Drees en Simon Vestdijk aan het woord gelaten. Interessant is het interview met ir. Rob van Hasselt, se cretaris van de weinig in de publiciteit tredende stichting „Welzijn en Bevolkingsgroei". Hoewel hij het huidige aan tal inwoners van 12,5 miljoen al te hoog vindt voor de be schikbare ruimte in Neder land, is hij genoeg realist om in te zin dat een „geboorte stop" tot zeer ongewenste consequenties zou leiden. IR. VAN HASSELT heeft een bevolkingsplan uitge dacht waarin hit het jaarlijk se geboortecijfer van 245.000 wil handhaven. De overgang van een sterk groeiende naar een stabiele bevolking kan zich dan zonder schokken voltrekken. Het betekent dat het „verantwoorde" maxi mum aantal inwoners van 17 tot 18 miljoen rond het jaar 2000 wordt bereikt. De mate van industrialisa tie is van groot belang voor de bevolkingsgroei. Het een stimuleert het ander en om gekeerd. Een bevolkingsplan dat uitgaat van 18 miljoen in woners vereist een ander pla nologisch beleid dan tot heden is gevoerd. Ir. Van Hasselt meent: „De overheid moet propaganda gaan maken voor het kleine gezin. Men moet er openlijk voor uitkomen dat een groot gezin anno 1967 on verantwoord is. Het moet geen kwestie van verbieden worden, maar van ontraden". Een speciaal voor het boek je gehouden enquête door het NIPO toont aan, dat men zich de steeds dreigender overbe volking terdege realiseert maar aan de andere kant- terug schrikt voor drastische maat regelen. De schrijvers besluiten met een aantal conclusies als: De overheid dient duide lijke richtlijnen te geven ten aanzien van de gezins grootte in het landsbelang. De overheid dient een be- volkingsplan op te stellen ter stabilisatie van de be volking. De kinderoijslag zal op den duur moeten verdwijnen. De ziekenfondsen dienen de kosten te vergoeden van voorbehoedsmiddelen op doktersrecept. In de medische opleiding dient anti-conceptie te worden opgenomen, vooral als probleem van gedrags beïnvloeding. „Sex" in de jaren '60", uitgave van Polak en Van Gennep, Am sterdam. f 7.50. tuin aangelegd. De prijs heeft ons leven niet ver anderd, wel gemakkelijker gemaakt". Zijn advies aan toekomstige poolwinnaars luidt dan ook: DERTIEN KRUISJES, die juist ge plaatst een eigen huis, een lang be geerde auto, een ijskast, een paar nieuwe kostuums, of een vijvertje in een achtertuintje betekenen. Op het Van Kolplein 8 in Velp, kijkt een ouderpaar naar zijn (enige) 18-ja- rige zoon, Harry, die kreten als „weer een goed, nog één, nog één, die ook" slaakt en ten slotte: „Ik heb ze alle dertien goed" gilt. De vader grist het poolformulier uit de handen van zijn zoon, bekijkt de opge chreven uitslagen en vergelijkt ze met de kruisjes op het rode formu lier. Het papier trilt in zijn handen. Inderdaad de dertien kruisjes, die zijn nog van niets. Morgen wanneer de uitslag definitief is, wil ik u allen wel te woord staan". DIE NACHT sliep ik niet of bijna niet. Mijn vrouw evenmin, terwijl on ze Harry helemaal onder de indruk was. Een paar weken later is hij zelfs korte tijd overspannen geweest. DE VOLGENDE dag stond er om twaalf uur weer een journalist voor on ze deur. Ik wist nog steeds niets en weigerde dus om iets te zeggen, wat wij met het geld zouden gaan doen: i penoon te ontiopen. Vader KI «meien had ham op bet hart gedrukt: aerat het geld binnen ea I I dan zullen we wel eena rustig overleggen wat f L we ermee zullen doen. De IJziga kalmte, dia de heer Klaassen zijn gezin had opgelegd, ging I zelfs zo ver dat toen vla de telex en de radio I heel Nederland al met het nieuws op de hoog- V te was het gezin Klaassen nog steeds min of J meer rustig op een telefoontje uit Den Haag f zat te wachten. f I Onze mededeling dat het nu toch echt zeker was werd voor kennisgeving aangenomen k zonder veel emotie. Ook toen nog tijdens onaJaazofk het verwachte telefoontje uit Den/ famUl^pnxgllend kalzQ^J Uit de krant van 4 februari 1965. „Goed", zei hij „dan zal ik het u be wijzen, dat u een ton heeft gewonnen". Hij reed als een razende naar Arn hem en kwam terug met een telexbe richt. Net toen hij terug was, hoorden wij het over de radio en een poosje later belden ze ons uit Den Haag om te zeggen, dat het in orde was en wij met dertien kruisjes zetten een ton rijker waren geworden. Ja wat gaat er dan in je om. Het was alsof ik zweefde. Wij lachten en huilden tege lijk OF ONS LEVEN erg veranderd is? Eigenlijk niet. Wij zijn zoals de mees te landgenoten, nuchtere Hollanders. Wij zijn niet uit ons evenwicht gesla gen. Wij konden duurder gaan wonen. Wij kregen een woning van vijfentwin tig gulden in de week aangeboden van de gemeente. Maar waarom zouden wij dat doen zeiden we tegen elkaar. We hebben een fijn huisje voor veer tien gulden in de week. WIJ HEBBEN de keuken laten ver bouwen, de aanrecht verzet, zodat je niet via de deur meteen ervoor stond. Mijn vrouw is er dolblij mee. Wij hebben ons goed in de kleren gesto ken. Ik heb autorijden geleerd en toen ik geslaagd was heb ik een DAF-je gekocht. Daarnaar had ik allang ver langd. Ik ben lange tijd erg ziek ge weest en nog niet helemaal gezond, zo dat dat autootje het mooiste was, dat ik mij denken kon. IK BEN gewoon bij Thomassen Ma chinefabriek in De Steeg blijven wer ken. Vroeger was ik daar modelmaker nu heb ik een administratieve functie. Op de fabriek zijn ze fantastisch ge weest voor ons. De econoom, mijnheer Van der Kieft heeft ons samen met onze directeur geadviseerd wat wij met het geld moesten doen, ook in verband met de belasting. Ze hebben het geld op een grote bank over la ten schrijven. Geweldig zoals ze ons overal hebben geholpen. VOOR ONZE Harry hebben wij geld vastgezet tot hij 21 jaar was. Toen onze zoon pas geleden meerderjarig werd, heeft hij van dat geld een kleine Austin gekocht. Dat was zijn vurigste wens, die hij nu door die ton vervul len kon. Maar verder heeft hij niets bijzonders gedaan. Hij heeft nu nog een aardig bedrag over, wanneer hij gaat trouwen met zijn verloofde Ina. VORIGE WEEK vierden wij ons 25- jarig huwelijksfeest. Op die dag zei ik tegen mijn vrouw, „Wat is het toch heerlijk dat wij toen die poolprijs heb ben gewonnen. Wij hebben nu niet krom behoeven te liggen, om een feest je te geven". Die prijs heeft ons le ven niet veranderd, maar wel gemak kelijker gemaakt. Je leeft iets zorge- lozer, wanneer je weet dat je iets op de bank hebt staan. OH JA, dat vergat ik bijna, ik heb ook nog een van mijn vurigste wen sen kunnen vervullen. Een eigen vij vertje in de tuin met visjes erin. U moet weten, ik ben een dolle vislief- hebber. Laatst hebben Harry en ik nog zo'n dertig visjes uit de IJsel ge haald. In dat vijvertje heb ik een kar per, wat bliekjes, witvisjes en een goud vis uitgezet. Wij voeren ze iedere dag De vorige karper was zo mak, dat hij uit onze handen het brood hapte. Kijk door die prijs konden wij dat allemaal doen. Toen iedereen in ons land wist dat wij een ton schoon hadden gewonnen, kregen wij tientallen zogenaamde bedel brieven. Ze hadden ons daarvoor al ge waarschuwd. Sommige brieven waren zo ontroerend dat wij meteen wel geld wilden sturen. Maar toen ik een brief van een visboer hier zo'n twintig ki lometer vandaan had gekregen met een verzoek om geld, zijn wij zelf op on derzoek uitgegaan. Het bleek dat die vishandelaar een enorm liefhebber van alcoholische dranken was, die zijn geld in cafés opmaakte. Kijk, toen zijn we al die brieven wel iets anders gaan bekijken. Vanzelfsprekend hebben we hier en daar wel eens iets gedaan, ik zit vijfentwintig jaar in het jeugdwerk en ik heb nadat ik die prijs heb ge wonnen wel eens iets betaald, dat an ders uit een speciaal potje gehaald had moeten worden, terwijl zo'n potje op dat moment altijd juist leeg was. Een busreis bijvoorbeeld. Maar dat behoef je niet aan de grote klok te hangen. Ja, wij spelen nog iedere week mee in de voetbalpool en ook een enke le keer in de Duitse lotto, daarin is het spannender te spelen dan in onze pool. Maar wij hebben nog niet een maal meer dan zeven uitslagen goed geraden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1967 | | pagina 34