Ullh k W Bij Kamperhoek komt een uniek vogelreservaat PANDA EN DE POLYDINGUS POLLE, PELLI EN PINGO r ngestipt r WÊÊÊÊÊÊÊÊÊ/ÊÊÊtÊBBÊBÊÊÊBBÊÊBÊSÊk Wit weekeinde Ons vervolgverhaal Belangrijk voor vogeltrek Landschap met drie gezichten Absenteïsme in Engelse industrie zeer groot mmm 15 JLGÜL4 3 DINSDAG 2 JANUARI 1968 Paradijs Slachtoffers daar boven ETEN maai' y wmi wmm Kees Stip Kort nieuws niet? hier in open B R A M M T J E F O K .15éti oorspronkelijke roman door JAN DE IIARTOG 30) er uit zoals studenten in provinciale stadjes zich verbeelden dat Moorse bordelen er uitzien. De echte kooien waren oorspronkelijk normaal ge weest, maar iemand had ze met bruine en zwarte verf beschilderd en overal waar hij maar een plekje had kunnen vinden een teken tegen het boze oog aangebracht. Voor de kooien hingen rode gordijntjes met franje en achter de ladder was een soort barretje met een blad van gehamerd koper erop. De leuning van de lad der was van smeedijzer en vol met krullen. De kooien waren volgepropt met kleren en schoenen en dekens; ergens lag iemand te slapen, maar ik kon niet ontdekken waar. Misschien was het de kapitein weer die ik hoor de, uit de verte. Blauwe rook uit de machinekamer hing nog steeds onder de lage zoldering. Nadat de stuurman opgebaard was in een van de kooien trok Jacques zijn schoenen uit en zette die netjes naast elkaar op de bar. Daarna riep hij door het trapgat. „All right! We kunnen varen!" Wij voeren. Het meertouw plonsde in het water, de ankerlier begon weer te rinkelen en de kapitein kon ten slotte niet hebben liggen slapen want hij dook op uit de machinekamer met een hand vol kersen. Hij tuurde naar de wal, zag blijkbaar iets want hij spoog een kersepit in de richting van Marseille en zei een obsceen woord, dat mij verraste want het was En gels. Ik ontdekte later dat het enige Engels dat hij sprak dat soort woor den was. Zij schenen hem voldoening te geven. Hij slofte naar de stuurhut en riep: „Hee! Staat er iemand aan het roer?!" Een van de orgeldraaiers op de voorplecht riep terug: „Alles op zijn tijd!", een antwoord dat mij ge lukkig maakte. Ik had nooit vermoed dat een schip op deze wijze een ha ven zou kunnen verlaten. Het gaf mij een gevoel van bevrijding, alsof een wolk van mij wegtrok. De navigatie was geen serieuze zaak. Ik was mijn leven lang voor de mal gehouden. Ik bleef aan dek tot wij buiten gaats waren. Ik werd ongerust toen ik een groot stoomschip op ons af zag komen, want iemand had vergeten onze boordlichten aan te steken. Maar aangezien er licht genoeg was op het achterdek, dank zij de lamp op de piano waarop het dikke mgn- netje nu Liszt aan het geselen was, nam ik aan dat zij óns wel zouden zien. Dat was inderdaad het geval, het stoomschip veranderde van koers, hetgeen mij een grote voldoe ning schonk. De officieren op de brug hadden vijf jaar lang gestudeerd en waren door de marteling van vele examens heengegaan, teneinde in staat te zijn voor ons uit de weg te gaan bij het binnenkomen van de haven van Marseille. Toen de deining ons begon te wie gen, zag ik een man uit de stuurhut komen met 't stuurrad in zijn han den. „Foei", zei hij het is veel te warm daar binnen". Ik sloeg hem bijna eerbiedig gade, want ik stelde mij het gezicht van kapitein Bakker voor wanneer hij de roerganger uit de stuurhut zou zien komen met het rad, onder het voorwendsel dat het daar te warm was. De man was een oudje met een gezicht zoals de boe ren van Tirol dat in de kurken voor drankflessen snijden. Hij liep naar het achterdek en schoof het rad op de reserve standaard. Tyoen zei hij: „De rotzooi aan boord van dit schip!", duwde de motorfiets weg, tilde een rubberbootje op en ik zag dat er een kompas onder zat. Toen hij op het kompas begon te staren en aan het rad te draaien, kon ik niet nalaten op te merken dat die motorfiets waarschijnlijk een flinke deviatie aan zijn kompas zou geven. „O", antwoordde hij „dat geeft niks. Het is toch in de war". Ik wist niet wat ik daarop zeggen moest. Het dik ke mannetje beëindigde Liszts lij densweg met een loopje, klapte het deksel van de piano dicht, draaide rond op zijn wijnvat en zei met een gelukkig gezicht: „Ah! Eindelijk weer op zee! Dat is het beste leven Vrijheid!" Toen sloeg hij mij op de schouder en flapte naar het voordek op zijn zwemvliezen. Ik keek nog eenmaal rond naar de zee, de motor fiets, de oude man aan het stuurrad, de blauwe rook uit de machinekamer en de piano, en volgde hem naar het vooronder. Toen ik beneden kwam waren zij er allemaal. De stuurman lag buiten westen op zijn kooi in zijn streepjes pak, dat nu verkreukeld was; Ber nard, de lange, zat op een kruk be zig zijn harpoengeweer te oliën; Jacues, spiernaakt, stond zich te scheren en Pjotr, het dikke manne tje, trok zijn kikkerpoten uit terwijl hij de Hongaarse Rapsodie zong met hét stampen van de machine. Blauwe rook dreef langs de zoldering naar het trapgat. Ik vroeg Bernard, roe pend, waar mijn kooi was, en hij ant woordde roepend. „Waar je maar wil!" Ik koos de bovenkooi tegenover de ingang en begon mij uit te kleden. Ik stond op het punt in mijn kooi te klimmen toen het plotseling stil werd. De motor stond stil! Eerst dacht ik dat dit de opzet was toen hoorde ik een verschrikkelijke ruzie op het dek, en daar bovenuit Engelse woor den van de kapitein. Iemand riep omlaag door het trapgat: „Alle hens aan de zeilen!" Wij klommen naar dek zoals wij waren, Jacques sper- naakt met een ingezeept gezicht. Wij hesen de zeilen, hetgeen een operatie vol verrassingen was want toen zij omhoog gingen vielen er al lerlei dingen uit. Nadat zij tenslotte waren bijgezet zei iemand: „Verdomd ftr is geen wind'^en feit dat ik reeds had opgemerkt maar ik had niet ge weten of het er iets toe deed. De oude man die het roer had verlaten zei: „O, we laten haar maar een beetje drijven. Over een uur of wat pikken we de nachtbries wel", toen verdween hij in de kombuis en kwam terug met een wortel in zijn mond. Wij daalden weer af in het voor onder en hervatten onze onderbroken bezigheden. Ik trok nu ook mijn lin kerschoen uit. Bernard ging voort met zijn geweer te oliën en Jacques be gon zich te scheren. De blauwe rook trok op en het schip rilde plezierig op de trage deining, met alleen de krakende en klotsende scheepsgelui- den in de stilte. Ik had al een knie in mijn kooi toen iemand riep: „Hee (Wordt vervolgd) (Van onze correspondent) SWIFTERBANT Bij Kamperhoek in Oostelijk Flevoland, waar op het ogenblik wordt gewerkt aan de brug- verbinding met de Noordoostpolder, komt in de toekomst een natuurreser vaat met een speciale bestemming. Het reservaat zal in de noordoostelijke punt van Oostelijk Flevoland komen, aan één kant grenzend aan het IJssel- meer en aan de andere kant aan het Ketelmeer, de vrij grote wateropper vlakte tussen Oostelijk Flevoland en de Noordoostpolder. Hoewel het re servaat niet zo opvallend groot wordt (40 hactare) kan het in de toekomst bijzonder belangrijk worden, vooral tijdens de voor- en najaarstrek van de vogels, masrr ook als overwinterings- gebied en als broedplaats. Het reservaat krijgt landschappelijk gezien drie verschillende gezichten. Te gen de dijk langs het IJsselmeer zal een vrij groot stuk kunstmatig moerasland in stand worden gehouden. Daarop aanslui tend komt een grote ondiepe plas en ver der wordt er bos aangeplant. Het reser vaat zal aan landbouwgebieden grenzen die enerzijds uit akkerland zullen be staan en anderzijds, te weten langs de dijk aan het Ketelmeer, uit grasland waar op schapen en koeien zullen grazen. In het bosgebied, direct aan de rand van het moeras en de plas komt een vinken- baan, waar allerlei soorten vogels zullen worden gevangen en geringd. Dit ringsta- tion, waar in de toekomst specialisten met kooien en netten werken, komt met opzet op deze plaats omdat de route van de najaarstrek van de vogels in Noord-Ne derland aan het veranderen is tengevolge van de inpolderingen in de vroegere Zui derzee. Kamperhoek zal wellicht steeds drukker worden tijdens de najaarstrek en de kans om er grote aantallen vogels te vangen en te ringen is er nu al groot. Kamperhoek is sinds het droogvallen van Oostelijk Flevoland ruitn tien jaar ge leden, een opmerkelijk vogelparadijs ge weest. Er heeft een door plasjes en moe ras ingesloten zanddepot gelegen, dat en kele jaren geleden is afgegraven. Op het zand hebben altijd enorm veel vogels ge broed tot de zeldzame dwergsterntjes toe. In het moeras hebben roerdompen ge broed en kiekendieven naast bijzonder veel eenden en alle mogelijke soorten kleine moerasvogels. In de piasjes zaten altijd vogels. In het najaar werden soms ganzen aangetroffen, in het voorjaar en de hele zomer steltlopers als kluten, grutto's tureluurs en kemphaan!. - t i s zelfs lepelaars. In voor- en najaar kwamen - dan de trekkers bij en er zijn voor Nederland vaak zeldzame vogelsoorten gezien. Kam perhoek is van het begin af aan behalve voor de vogels zelf ook een van de belang rijkste trekpleisters geweest voor vogel- CO". MAKTEN TOONDER (96Ï 34. Zodra Pietro Explori in een hevige niesbui ver. viel, barstte de Polydingus in een schaterlach uit, die door het Landschap daverde. „Sappriamentil" mompel de de ontdekkingsreiziger„Dat manneke kan nog eens lachen! Een groot gevoel voor humor! Ha, ha! Het werkt aantrekkelijk! Ha-ha-ha!" Toen gebeurde echter, waar Panda al bang voor was. Het geluid dat de Po lydingus voortbracht, veroorzaakte een scheur in de grond,' die zich sneller en sneller in de richting van de onversaagde ontdekker bewoog. „Hola!" mompelde deze ontzet. „Sapristi! Ik word bedreigd! H-h-help!" Met die woorden draafde hij heen, gevolgd door de steeds breder wordende kloof die hem vlak op de hielen zat. „Stop dat lawaai!" riep Panda boos tot de Polydingus. „Zie je niet, dat hij in groot gevaar is?" Maar de aangesprokene bleef lachen, en de scheur bleef steeds groter en langer worden. DAT NOEM IK EEN ECHTE TAPIJT-INWIJ- HOE HALEN WE HET TAPIJT NAAR 8E- N6DEN2 WE KUNNEN NET ZO 60ED IK HAAb EEN LADDER JA, EN DE PANNEKOtKEN EEN LUCHTIö 2J4I-C kenners en natuurliefhebbers in Neder land. In de toekomst zal het reservaat aan één kant worden begrensd door een van de drukste verkeerswegen in de noordelij ke helft van Nederland. Dat is een be zwaar omdat er zonder twijfel veel vo gels zullen worden doodgereden. Maar de ligging van het terrein is zo uniek, dat men dit bezwaar op de koop toe heeft genomen. Bovendien zal het reservaat, als men het eenmaal heeft aangelegd en de boompjes van het nog te planten bos wat uit de kluiten zijn gegroeid, een belang rijke toeristische waarde hebben. Tussen het terrein en het Ketelmeer loopt een dijk op de kruin waarvan een asfaltweg ligt. Van deze weg af kan men grotendeels over het reservaat heen kijken. Het reservaat bij Kamperhoek zal het derde worden in Oostelijk Flevoland. Langs het Veluwemeer ligt binnendijks in de buurt van Harderwijk een weidevogel reservaat dat tweehonderd hectaren groot is en tussen Harderwijk gn Elburg, even eens binnen de dijk een zestig hectaren groot oecologisch reservaat, waar ten be hoeve van wetenschappelijk onderzoek zich planten- en dierengezelschappen kunnen ontwikkelen, zonder dat er door mensen wordt ingegrepen. (Van onze correspondent) LONDEN In scherp contrast tot de bereidheid van velen om extra-werk te verrichten (zie pagina 3) stond het mas sale absenteïsme waardoor op nieuwjaars dag vele Engelse industriële centra wer den getroffen en dat slechts gedeeltelijk het gevolg was van de heersende in fluenza. Nieuwjaarsdag is in Engeland, anders dan in Schotland en op het vasteland, een normale werkdag, maar duizenden wiegeren uit traditie op deze dag te wer ken. De haven van Liverpool was als gevolg daarvan praktisch geheel uitge storven, terwijl slechts een fractie van de arbeiders in metaal- en autofabrieken in de omgeving van deze stad, in de Midlands en in vele kolenmijnen, spe ciaal in Wales, hun taak verrichtten. In Liverpool bleven vijfhonderd bus chauffeurs en conducteurs thuis, zodat er maar weinig bussen reden. Ook in enkele andere industriële steden kwam het bus- personeel niet of slechts ten dele opda gen. In de haven van Manchester ver scheen de helft van de dokwerkers, en in die van Preston bleef meer dan een derde weg. Voor het verkeer was het dit week einde nog even wennen aan de soms hevige sneeuwbuien. De foto werd genomen in de omgeving van Dor drecht. -■ Een goed begin is het hele werk voor iemand die de moed heeft radi- kaal te breken met alle verkeerde ge woonten. In de nacht van oud op nieuw, toen de klok nog niet koud was, ben ik be gonnen met roken. Ik heb het altijd droevig gevonden dat mensen hun ver mogen en hun verstand zomaar de lucht in paffen. Maar nu besef ik hoe weinig ik te verliezen heb vind ik het best leuk. Je krijgt natuurlijk een enorme hoestbui, maar daar moest je doorheen. Anders heb je niets aan je volgende hoestbui. Het enige bezwaar- is dat het je eet lust afremt, zodat je moet overgaan op veel dierlijke vetten en koolhydra ten om nog een buik te krijgen waar mee je voor vol wordt aangezien. Bier helpt ook, maar je moet zorgen dat er ruimte overblijft voor misbruik van sterke drank. Vroeger heb ik altijd medelijden ge had met mensen die rechtuit over een kromme streep liepen, maar nu ik weet wat het is neem ik mijn glaasje voor hen af. Een groot voordeel van het boven omschreven dieet is dat je gauw te oud bent om nog verslaafd te raken aan verdovende middelen. Die beho ren bij de hippies. En het wordt tijd dat wij, de wat ouderen, ophouden ons te schamen voor een eigen levensstijl. Zojuist heb ik sympathiserend gewuifd naar een groepje grijsaards dat voor bij marcheerde onder het zingen van: „Wij zijn oud en dat is fijn". En te gen zo'n halfzachte jongen met een bloemengezichtje die aan een hap hen nep stond te zuigen heb ik gezegd: „Zus je haar staat in brand". Dat hij mij daarna met de blote vuist een bloedneus schilderde pleit voor zijn toekomst. Want de toekomst is: hard zijn, oprecht zijn. Elkaar boven de bloedneus in de poppetjes van de ogen kunnen kijken. Daarom heb ik het in grijpende besluit genomen in het ver volg mijn aangiftebiljetten voor de be lasting te laag in te vullen. Ik heb er genoeg van door de inspecteur te wor den bekeken met een blik van: „Bij die man klopt alles tot op de cent. Hij moet miljoenen hebben verzwegen". En dan de fiscale recherche! Juist op dit moment, nu ik een staartje rode port in de gootsteen giet, duikt daaruit 'n mannetje op dat mij scham per toeroept: ,fiode port in de riole ring! Moet ik dat soms zien als ge- wetensgeld?" Bedaard antwoord ik: „Die port is voor de witte ratten. Daar krijgen ze rode oogjes van". Want liegen ga ik ook, mensen, liegen dat de honden er geen honde brood van lusten. Maar daar kan ik pas mee beginnen als ik dit stukje af heb. INCASSO WEEKABONNEMENTEN D» incasso van het abonnementsgeld iedere week kost veel tijd en moeite, aan u en aan onze bezorgers. Er zijn twee mogelijkheden om het ongemak in dit opzicht te vermijden a. Overgang op een kwartaalabonne ment. b. Betaling aan de bezorger voor een periode van 4—5 weken. U krijgt dan een door de bezorger onder tekend ontvangstbewijs. Misver stand over de betaling is daardoor uitgesloten. Het resultaat voor u Minder geloop naar en gebel aan de deur; In uw wijk daardoor een vlottere bezorging. Voor de bezorger minder last. Probeert u het eens. DE ADMINISTRATIE. Mr. Chandi Shaw overleden. In Parama ribo is overleden de leider van de Ac tiegroep Suriname, tevens fractievoor zitter van deze partij in de Staten van Suriname, mr. P. Chandi Shaw. Hij was 47 jaar. t>AVY,JU0NDEU6D,0M 20 ma ar eeukusje te sreiev! ACH, WAAROM OP EEN RECHTE KOERS MOETJE NOOIT BIJSTUREN 20AIS IN EEN AUTO, ANDERS 6AAT- te BOKKEN, Pm! h/er IS MIJN KANS. DAAR, <SAAT-IE DAN1 IE ER JU AAM EVEN HOE TE STUREN MOET, DAVY, WATER KAN ZE 6EEN BROKKEN MAKEN Ik/tn fAJIfS 4 /O 1025. IN DE ARMEN van Dienaar Dzjinn keken Bram en Karo twijfelend naar de resten van de Kokanje. „Ik zou echt niet weten, hoe iemand daar ooit weer een heel schip van moet maken", zei Bram. „Maar als Dzjinn uit het Niets een houten handje, krenten en grote grutten kan toveren, moet zoiets ook maar een peuleschilletje voor hem zijn. Tutu.beveel hem om de Kokan je te maken". Gebiedend strekte de papegaai de vlerk. Hij had er schik in, dat hij alleen die machtige Dienaar kon kommanderen. „Maak errrr een schip van", zei hij zo kort mogelijk, want dan liep hij de mees te kans door de Dienaar niet verkeerd be grepen te worden. Maar Bram was er niet gerust op. Zo'n bevel kon ook wel eens al te kort zijn.en wat zou er dan weer gebeuren? Een flitsende wolk schoot uit de handen van Dzjinn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 15