,Mijn geestelijk leven is
een lekker broodje ham
„Ik heb getracht mijn eigen
kindertijd
weer te geven"
Tajiri's kasteel: luxe als
een oceaanschip
Puinhoop
Gewetenloos
Haarlem
Verwarring
Lysol
16
Betoverend
Briefliefde
Speelgoed
Hereboer
Plastic
ZATERDAG 6 JANUARI 1968
SAr Erbij
J. H. Moolenijzer
(Van éen medewerker)
BAARLO Met kalme over
moed heeft de beeldhouwer Tajiri
zich iets op de particuliere hals ge
haald, waar menige stichting voor
zou terugdeinzen. Als hij in Neder
land is, baadt hij in de edelhouten
weelde van een Duitse baron, die
in de jaren dertig het kasteel Sche-
res in Baarlo (bij Venlo) liet be
timmeren. In en na de oorlog was
dit van oorsprong 18e-eeuwse
complex, dat ongeveer veertig ka
mers geteld zal hebben, volslagen
vervallen. Een arts kocht het,
kwam tot bezinning en deed het
opgelucht aan Tajiri over.
WILLEM DE RIDDER
(Van een onzer verslaggeefsters)
AMSTERDAM „Alle omroepen zijn te
weinig dienstbaar", zegt Willem de Ridder
altijd al in het nieuws vanwege Hitweek, nu
nog meer in het nieuws om de plannen voor
een nieuwe omroep Eldorado. „Er zitten
daar allemaal mensen die veel tijd opeisen,
dat blijft zo jaren doorsukkelen. En die men
sen wonen dan nog allemaal in Hilversum ook.
Dat is precies een dichtgegroeid graf. Een
stinkend oud graf. Ik weet niet of je wel eens
in de AVRO-studio's geweest bent. Dat is he-
lemaal de vijftigerjarensfeer. Ongeveer de
Rijksacademie. Die sfeer is daar helemaal ge
conserveerd, weet je. Hun uitzendingen zijn
dan ook vreselijk. Iedereen denkt daar zo over,
maar officieel kun je dat niet zeggen kenne
lijk en zo. Bij de AVRO heb je die namaakblij-
heid. Zo van „dit is een blijde dag" op de kerst
dagen zeggen, terwijl iedereen ze toch ver
schrikkelijk vindt. Het enige aan vrolijke din
gen dat de omroepen nog brengen zijn storin
gen, dat maakt de boel een stuk menselijker
ook".
WILLEM DE RIDDER, hoofdredac
teur van Witheek, leider van het ver
koopcentrum van dit blad in de
Alexander Boerstraat, initiatiefnemer
voor een nieuwe omroep. Donkere bril,
roodbruine ketting, witte schoenen,
bruine bontjas, kraag op, handen in
de zakken. Loopt licht voorovergebo
gen. verende gang. Stamcafé: Keyser
in Amsterdam. „Een tonic voor de
gast en een cola voor de dame", zegt
de ober. „Dank u meneer", zegt Wil
lem.
ELDORADO: „We willen vóór alles
een eigen programmaleider. Dat wordt
een puinhoop natuurlijk, maar wel
leuk, reken maar. We behandelen niet
alles op dezelfde manier. Ik stel me zo
voor dat voetbalwedstrijden heel leuk
kunnen worden. Met een zeer partijdi
ge verslaggever of zo. Dan is het ook
vrolijk voor mensen die er geen ver
stand van hebben. Ik kan me ook voor
stellen dat er een door een van de om
roepen verzorgd stuk komt met Ko van
Dijk. De volgende avond zenden wij
hetzelfde stuk uit, maar dan gespeeld
door een amateurgezelschap. Dan
heb je ook nog die schok der herken
ning. Dat lijkt me zeer vrolijk".
(Aan mij) „Ben je eigenlijk al lid?
Eldorado zal geen overdonderend suc
ces worden. Het is ook een heel gedoe
om geld te storten. Daar moet je voor
in de stemming zijn. Iedereen vindt
het wel leuk zo'n nieuwe omroep en
zo, maar dénk er maar eens aan.Daar
om gaan we binnenkort filmvoorstel
lingen geven, dan krijgt iedereen een
affiche mee, dan zijn ze vrolijk.
Een programma binnen een omroep
is onmogelijk. Je mag niet zelf je ca
meraman uitkiezen, zodat je tot in de
eeuwigheid moet blijven uitleggen wat
je bedoelt. Je moet op tijd (dat bete
kent veel te vroeg) voor faciliteiten
zorgen. Brandweerdingen en zo. Maar
dan het ergste, de fatsoenregels. Zelf
censuur is al een ridicule grens. Het
is nog heel rustig hoor, wat ik vertel.
Mensen die nauwelijks een politieke in
stelling en een gezonde visie hebben
vind je daar niet. Wim de Bie bijvoor
beeld was al tijden bezig voor een pro
gramma. Nu krijgt-ie het eindelijk,
maar dan moet-ie werken met Frans
Boelen. En met Ingbar, die volkomen
incompetent is. Dat Fanclub alleen al,
dat is niet te harden werkelijk. Die
clichémannetjes daar kan ik nauwe
lijks om lachen. Dat is onzin ook. Ik
vind Toon Hermans ook niet leuk. Toch
is De Bie wel goed. Van Kooten ook,
alhoewel
WILLEM DE RIDDER heeft het
druk. In februari wordt er in Rome
een groot popfestijn gehouden in het
Palazzo van Hervi. Willem zorgt voor
beatgroepen uit Nederland en Skandi-
navië. Hij is ook betrokken bij de or
ganisatie van reizen naar Rome. De
kosten komen voor reis, een week ho
tel en eten ongeveer neer op tweehon
derd gulden. „Vind je dat veel, dat is
niet veel hè?", vraagt hij. En dan Wit
heek, waarmee Willem zich intensief
moet bezighouden.
„Ik ben daar min of meer ingetrapt.
Ik ontmoette Peter Muller, die een
krantje had. Dat vond ik wel aardig.
Hij deed het mooi gewetenloos en zo.
We hebben toen een nieuwe krant op
gezet, zonder een cent. Het kon eigen
lijk alleen maar, omdat de drukkerij
waar wij kwamen een nieuwe techniek
wilde proberen. Kosten en winst lopen
nu fifty-fifty. De vaste medewerkers
worden nog maar heel dunnetjes be
taald. Free-lancers krijgen geen cent.
Ik geef ze nog liever een plaat, als ik
iets te geven heb. Het gaat erom dat
ze wezenlijk in de pop geïnteresseerd
zijn. Anders krijg je van die beroeps-
schnabbelaars, daar wil ik niets mee
te maken hebben".
Geld? „Nou, daar heb ik net al een
en ander over gezegd, hè. Ik vind het
een ridicuul betalingsmiddel. Ik heb al
tijd geprobeerd dingen te doen te heb
ben om even gauw geld te maken.
Geld is maar ten dele belangrijk. Als
je het niet hebt verdwijnen een hele
boel ervaringsgebieden. Ik heb een tijd
gehad dat ik niets had, niets at trou
wens ook. Toen heb ik een hele week
achter elkaar geslapen. Op het laatst
stond ik heel gammel, weet je wel, op.
Ik was een soort wandelende idioot ge
worden. Ik liep toen in mei was dat
door Amsterdam. Bomen, verkeer,
vogeltjes die zingen tumtumtum. Op
eens staat iedereen stil, en het is ook
heel stil. Het was bij die bank op het
Leidseplein. Alles begon te draaien. Ik
dacht dat ik in mekaar zou zakken. La
ter bleek dat het de vierde mei was,
dodenherdenking".
Willem de Ridder is 27 jaar. Hij zat
in 's Hertogenbosch in verschillende
progressieve groepen. Brabant? „Heeft
nog steeds een soort minderwaardig
heidscomplex ten opzichte van het
noorden. De grond wordt de meesten
ook te heet onder de voeten. Wij reis
den altijd al rond. Ik heb helemaal
geen moeite gedaan om in Amsterdam
te wonen. Het maakt voor mij ook niet
veel uit. Als ik maar steeds het gevoel
heb dat ik weg kan gaan. Als ik naar
Tokio ging, dan was dat niet om Tokio
te zien maar om er iets te doen. Ik
zou best naar Tokio willen".
HIJ HEEFT ook in Haarlem ge
woond. in een vrijgezellenflat. Haar
lem? „Oh. vrolijk stadje, hoor. Een
beetje verknipt".
Samen met zijn vriend Wim Schip
pers heeft De Ridder concerten geor
ganiseerd van Andriessen, Schat,
Boersma. Hij vertegenwoordigde in Ne
derland „Fluxus", als beweging een
uitloper van Darmstatt. „Dat was een
modern muziekfestival. Maar de mo
derne muziek werd daar zo serieus ge
nomen, dat wij haar belachelijk gingen
maken. We hadden bijvoorbeeld een
voorstelling met een prachtvleugel, met
een bloedserieuze pianeur, keurig in
zwarte kleding en zo. Hij gaat uitge
breid aan de vleugel zitten, legt voor
zichtig zijn vinger op de toets en maakt
die stil vast met plakband. Daarna legt
hij een blokkendoosje op de snaren.
Men hoort een zachte tok. De pianeur
neemt een foto en verdwijnt".
Na enige stilte: „maar de serieuze
kant overwint toch. Er ontstaat altijd
weer establishment. Peter Schat zei
bijvoorbeeld eens tegen mij ,,ïk wil
meesterwerken maken". Nou, dat moet
ie dan maar doen. Kunst daar heb
ik tijden mee ingezeten dat is nu
verwarring, hè. Kunstenaars krijgen
subsidie en zo en iedereen vindt het
wei een vreemd volkje maar toch wel
aardig. Nu stort iedereen zich op de
recreatie. Er zijn zelfs tentoonstellingen
van PTT-beambten. Het is een volko
men ondergrondse bezigheid gewor
den. Het enige criterium voor mij is,
dat iets in moet slaan. Je uitgangspunt
moet je altijd zo ver mogelijk nemen,
en dan wegstrepen. Dan gebeurt er
wat. Dan valt er ook te praten." Dit
is iets wat Willem kennelijk zeer hoog
zit. Zijn toch al hoge spreeksnelheid
is nauwelijks meer bij te houden. Zijn
vingers tekenen lijnen op een bladzijde
van „Panorama".
„WIM SCHIPPERS en ik", vertelt
hij, „houden ons al jaren bezig met
het zaaien van verwarring. We voor
spellen ook altijd wat ervan uitkomt.
Panorama is een Vrolijk Weekblad.
Nu moet ik die wel gaan lezen. Want
die hoofdredacteur of zo schrijft altijd
op een bepaalde reactie. Nu eens
links, dan weer extreem rechts. Ik ge
loof niet in een nauwkeurige schei
ding. Het is een soort gigantisch gan
zenbord. Er zijn mensen die er mee
koketteren. „Ik ben eigenlijk rechts",
zeggen ze dan, en barsten vervolgens
in een schaterlach uit".
Hoewel Willem de Ridder zegt geen
image te willen hebben, geeft hij op
mijn aandringen toch opdracht tot het
maken van een affiche, die helaas niet
afgedrukt kan worden. „Een zeepgroen
affiesje", bedenkt hij. „Met bestaande
cliché's erop. Een soort kruideniersaf
fiche. Met voordelige aanbiedingen.
Gemaakt bij een hele sjieke drukkerij.
Een mooie rand. Met kerstklokken en
hulst en zo hè. Mooie slappe vormen.
Twee kerstklokken aan de bovenkant.
Daarin een schilderijenlijst. Een fon
tein erop, met palmbomen (daar
„Best wishes for '68". De redac
tie van Hitweek, waarin opgeno
men Geschrapt door redac
tie - Red.) in een kleine (de-)
formatie: Marjolein, Peter
Schroder, Koos Zwart en Wil
lem de Ridder.
houd ik erg van. Doet me denken aan
een glittershow met Cees de Lange of
zo). Een trap met een hek erlangs, die
in het donkter weggaat. Nee ik wacht
nog even met mezelf, want ik moet in
een goede omgeving liggen hè) Dan een
bed.
MENOTTI'S DRIEKONINGEN-OPERA
„HET KIND dat wij zoeken
draagt de zeeën en de wind in de
palm van Zijn hand Het kind
dat w(j zoeken heeft de maan en
de sterren aan Zijn voeten", zo
zingen koning Balthasar, koning
Melchior en koning Casper in de
opera Amahl en de drie koningen
(Amahl and the Night Visitors)
van Gian-Carlo Menotti. De tekst
die door de componist zelf in ver
haalvorm is geschreven, is een der
meest ontroerende kerstverhalen
ooit geschreven.
DE OPERA werd speciaal voor de
televisie gecomponeerd en voor het
eerst opgevoerd op 24 december 1951
voor het NBC Television Opera Theatre
in New York onder leiding van Thomas
Schipper. Over het ontstaan van dit
bijzondere werk vertelt Menotti: „Dit
is een opera voor kinderen, omdat ik
getracht heb er mijn eigen kinderja
ren in weer te geven. Kijk eens, toen
ik een kind was woonde ik in Italië
(Menotti is in 1911 in Cadegliano gebo
ren een plaatsje aan het meer van
Lugano in de omgeving van Milaan)
en in Italië hebben wij geen Kerstman
Ik denk, dat de Kerstman het veel
te druk heeft met dê Amerikaanse
kinderen om er ook nog de Italiaanse
kinderen bij te nemen. De cadeautjes
werd ons echter door de drie Konin
gen gebracht.
moest zijn en ik had absoluut geen
idee in mijn hoofd. Op een november
avond liep ik door de zalen van het
Metropolitan Museum te drentelen en
bij toeval bevond ik mij plotseling te
genover het schilderij.
„De aanbidding van de drie Konin
gen" van Hieronymus Bosch en terwijl
ik er naar keek, hoorde ik plotseling
weer uit de verte, het betoverende
lied van de Drie Koningen. Toen werd
het mij duidelijk, dat zij terug waren
gekomen om mij een geschenk te
brengen.
Er wordt mij dikwijls gevraagd hoe
ik te werk ben gegaan bij het compo
neren van een opera voor de televisie
en wat de speciale moeilijkheden wa
ren bij het ontwerpen van een derge
lijk spel. Ik moet bekennen dat ik
bij het schrijven van „Amahl en de
Drie Koningen" nauwelijks over tele
visie heb nagedacht. Het is een feit
dat al mijn opera's oorspronkelijk zijn
ontworpen voor een ideaal toneel, dat
in werkelijkheid helemaal niet bestaat
en ik geloof dat dit het geval is
bij de meeste muziek-dramatische com
ponisten. Voor de componist begint de
nachtmerrie waneer hij zijn opera voor
het eerst in werkelijkheid op het toneel
ziet, hij voelt zich als een vreemdeling
in het theater.
IK BEN ervan overtuigd dat het
toneel voor jonge kinderen uiterst pri
mitief lijkt in vergelijking met de bios
coop en de televisie. Maar voor mij
komt het toneel het dichtst bij mijn
voorstelling van 4iet ideale theater. De
bioscoop, de radio en de televisie zijn
voor mij vrij kleurloze surrogaten voor
de toverkracht van het toneel. Dit is
ook de reden waarom ik bij Amahl
en de Drie Koningen opzettelijk ben
voorbijgegaan aan de bewegelijkheid
van het televisiebeeld en mijzelf be
perkt heb tot de symbolische eenvoud
van het toneel.
De toeschouwer die er niet de deur
voor uit hoeft, die niet op tijd in het
theater hoeft te zijn en die er geen
plaats besproken heeft is in zijn daag
se kleren neervallen op de eerste de
beste stoel in zijn huiskamr en zet,
terwijl hij misschien met de kat speelt
zijn televisietoestel aan om te kijken
naar 'n toneelvoorstelling. Hij zal nooit
de emotie ondergaan die men voelt bij
het opgaan van het doek in de schouw
burg. Het toneelstuk moet men uitge
zocht hebben, het moet een soort zorg
vuldig gemaakte afspraak zijn. Ma-
chiavelli placht zelfs toen hij zich op
het land had teruggetrokken, zijn beste
kleren aan te trekken voor hij aan 'n
boek begon te werken. In symbolische
zin doet eigenlijk iedere artist hetzelf
de. Hij richt zich tot u met grote waar
digheid onverschillig of zijn boodschap
komisch of tragisch is. Om kennis te ne
men van zijn prestaties moet u de
zelfde houding aannemen en u móet
zijn boodschap in ontvangst nemen in
uw zondagse pak.
ER STEEKT geen kwaad in als u
verzot bent op uw radio- of televisie
toestel en ik wil u er niet vanaf hou
den te luisteren naar een grammofoon
plaat van mijn werk. Feitelijk is het
luisteren naar een opera op platen te
vergelijken met „het hof maken" aan
een meisje per brief. Het heeft zijn
voor en tegen. De voordelen zijn voor
de hand liggend. Omdat u niet in staat
bent het meisje te aanschouwen ter
wijl u haar het hof maakt, kunt u uw
verbeelding de vrije loop laten en haar
idealiseren in lichamelijk opzicht. De
nadelen zijn echter ook lichamelijk en
behoeven eigelijk niet vermeld te wor
den. Als het meisje toevallig koel is
en niet innemend, maar wel intelli
gent, en als zij goed schrijft, dan is
liefde op een afstand zeer aan te be
velen. Maar als het meisje een warm
bloedig, hartstochtelijk en aanlokkelijk
schepseltje is, dan is de liefde van
vlees en bloed niet te versmaden.
Mijn opera's zijn nu eenmaal geen
EN DAARIN lig ik. Met het kruin
tje boven de dekens uit. Want wat ik
zoëven zei, dat droom ik allemaal. Uit
mijn hoofd komt een wolkje en daar
zit een broodje ham in. (Dat is nou
mijn geestelijk leven, een lekker brood
je ham). Om de hoek kijkt een dui
veltje, met een drietand, dat is Ralph
Ingbar. Die noemen we altijd heer
Kamp. Hoe groot de plaat moet wor
den? Niet al te groot. We moeten
reëel blijven. Een vette druk. Gepar
fumeerd. Zo'n lysollucht, weet je wel.
Wat je niet lang in je kamer kunt heb
ben. Oorlogsachtig papier. Die sfeer
wordt nog te weinig gebruikt. Dat tij
delijke, dat is mooi. Je kunt min of
meer alles gebruiken. Ik houd niet van
een gefixeerd uitgangspunt. Ik ben ge
decentraliseerd".
llut*<wmiMmAAimAAi>Aiviui«mAnnAAmumA«uummwii
koude, intellectuele schepsels, zij zijn
aardig om naar te kijken, impulsief
en warmbloedig, nu en dan te warm
bloedig schijnt het. Ofschoon u er mis
schien plezier in hebt om ernaar te
luisteren door middel van een luidspre
ker, om ze goed te leren kennen, moet
ik u toch aanrdden dat u een avond
met ze doorbrengt in de schouwburg".
WIJ ZULLEN in Holland waarschijn
lijk niet zo spoedig in de gelegenheid
zijn AMAHL in de schouwburg te zien,
wij zullen het met de televisie of de
grammofoonplaat (RCA LM-1701) moe
ten doen. Maar ik kan u verzekeren
dat er op de plaat nog genoeg over
blijft om een onvergetelijke indruk te
maken. De muziek is zeer welluidend,
Menotti is een grote bewonderaar van
Puccini en dat steekt hij niet onder
stoelen en banken. De tekst is, zelfs
voor degenen die het Egels maar ge
deeltelijk machtig zijn, goed te volgen.
Een Nederlandse vertaling van Gerard
Messelaar is verschenen in de Zwarte
Beertjes serie (553).
DEGENEN DIE meer werken van
Menotti gezien hebben, zullen zeker be
amen, dat hij zijn publiek weet te
boeien. Bij alles wat hij schrijft vraagt
hij zich af, wat het effect zal zijn op
het publiek. Zoals hijzelf zegt: „Dienst-
baar zijn aan het publiek draagt bij
tot de waardigheid van de artist"
IK HEB DE drie Koningen eigenlijk
nooit ontmoet hoe mijn kleine broer
tje en ik ook probeerden om wakker
te blijven 's avonds om een glimp van
de drie koninlijke bezoekers op te van
gen, wij vielen altijd in slaap vlak
voor zij kwamen. Maar ik herinner
mij, ze gehoord te hebben. Ik her
inner mij de betoverende klank van
hun gezang in het donker in de verte.
Ik herinner mij de broze klank van
de hoeven van de kamelen in de kra
kende sneeuw; en ik herinner mij het
geheimzinnige geklingel van hun zil
veren leidsels. Mijn uitverkoren koning
was Koning Melchior, omdat hij de
oudste was en een lange witte baard
had. Mijn broertjes uitverkorene was
Koning Casper. Hij hield vol dat deze
koning een beetje mal was en volsla
gen doof. Ik weet niet waarom hij
dit zo zeker wist van die doofheid,
maar ik veronderstel dat het kwam
omdat de dierbare Koning Casper hem
nooit alle cadeautjes bracht die hij
gevraagd had. Hij was ook helemaal
in de war over het feit dat Koning
Casper de myrre droeg, het scheen
hem een eigenaardig cadeau, want hij
begreep nooit helemaal wat het woord
betekende.
Aan deze drie koningen heb in hoofd
zakelijk de gelukkige kerstdagen van
mijn kinderjaren te danken en ik zou
ze eigenlijk bijzonder dankbaar geble
ven moeten zijn. In plaats daarvan
vergat ik ze helemaal toen ik in Ame
rika kwam wonen, want in de kerst
tijd zie je hier zoveel kerstmannen in
de stad. Dan zijn er ook nog de grote
kerstboom op Rockefeller Plaza, de
schitterende uitstalkasten op 5th. Ave
nue, de ontelbare kerstliederen op de
radio en de televisie en al deze din
gen deden mij de drie dierbare Konin
gen uit mijn kindertijd vergeten.
In 1951 verkeerde ik in grote moeilijk
heden, ik had van de National Broad
casting Company de opdracht gekre
gen om een opera te schrijven voor
de televisie, die met Kerstmis klaar
Vijf jaar geleden trok Tajiri met
zijn gezin in het bewoonbare deel, dat
allerlei verrassingen biedt. In de grote
woonkamer onder het schuine dak
dringt door kleine vensters maar wei
nig daglicht binnen, maar op mooie
zomerdagen kan het dak geopend wor
den. Twee stukken ervan, met pannen
en al, zijn grote luiken. De schuifdeu
ren van de woonkamer naar een iets
hoger gelegen vertrek zijn tevens boe
kenkasten. De slaapkamers en de bad
kamer hebben de luxe en beslotenheid
van eerste klasseaccomodatie op ou
derwetse oceaanschepen.
VAN het hoofdgebouw stonden tot
voor kort alleen de muren overeind.
Nu is het weer onder de kap en er zijn
al enkele vloeren gelegd. Er komt een
werkplaats naar maat, dus een heel
grote, want voor de dingen die Tajiri
met zijn assistenten maakt is wel een
fabriek nodig. Een ander groot vertrek
is bestemd voor zijn speelgoedverza
meling. Het wordt een particulier mu
seum waar zijn kinderen, de tienjarige
Giotta Fruyo en de achtjarige Ryu
Vinci over enkele jaren kinderen uit
de streek fcullen kunnen ontvangen. In
het poortgebouw wonen Tajiri's schoon
ouders. Zijn schoonvader, een timmer
man uit Amsterdam, heeft er zijn
werkplaats.
Ferdi, Tajiri's vrouw, maakte vroe
ger metalen sieraden die alleen door
rijzige vrouwen gedragen konden wor
den. Nu zij de ruimte heeft in het kas
teel en de tuin en de boomgaard van
twee hectare, groeien onder haar han
den grote textiel- en plastic sculptu
ren: gigantische libellen en wonder
bloemen die er vervaarlijk vleesetend
uitzien.
In de garage staan rond een ge
koesterde, blinkende sportwagen de ge
vaarlijke „vuurmonden" die Tajiri de
vorige zomer in het Amsterdamse Ste
delijk Museum exposeerde. Nu groei
en in zijn „fabriek" gladde gevaarten
in kunststof.
IN Amerika geboren uit Japanse ou
ders, wonend in Nederland maar veel
op reis (sedert hij zich in Baarlo ves
tigde is hij anderhalf jaar in de V.S.
geweest) is Schinkichi Tajiri ook we
reldburger. Maar in het kasteel, waar
op de vensterbanken de appels uit ei
gen boomgaard rijpen, leeft hij met
zijn schoonouders en de inwonende as
sistenten net als hereboeren, die al ge
neraties een hofstede bestieren. Tajiri
lijkt dergelijke tegenstellingen moeite
loos te verenigen. In de Baarlose ge
meenschap is hij thuis. Twee jaar ge
leden was hij met bevriende kunste
naars uit Amsterdam de ziel van het
plaatselijke carnaval.
IN het verhoogde deel van de woon
kamer staat als een zelfstandig beeld
een fragment van een van zijn grote
nieuwe werken in plastic. Het idee
komt van de buizen van een race-auto
motor, waarvan de vorm door techni
sche eisen wordt bepaald (van de cy
linders af moeten de buizen van gelij
ke lengte zijn). Maar het plasticbeeld
doet ook denken aan een plant. Die
verwantschap tussen techniek en na
tuur lijkt ons karakteristiek voor Taji
ri.