,Mijn geestelijk leven is een lekker broodje ham „Ik heb getracht mijn eigen kindertijd weer te geven" Tajiri's kasteel: luxe als een oceaanschip Puinhoop Gewetenloos Haarlem Verwarring Lysol 16 Betoverend Briefliefde Speelgoed Hereboer Plastic ZATERDAG 6 JANUARI 1968 SAr Erbij J. H. Moolenijzer (Van éen medewerker) BAARLO Met kalme over moed heeft de beeldhouwer Tajiri zich iets op de particuliere hals ge haald, waar menige stichting voor zou terugdeinzen. Als hij in Neder land is, baadt hij in de edelhouten weelde van een Duitse baron, die in de jaren dertig het kasteel Sche- res in Baarlo (bij Venlo) liet be timmeren. In en na de oorlog was dit van oorsprong 18e-eeuwse complex, dat ongeveer veertig ka mers geteld zal hebben, volslagen vervallen. Een arts kocht het, kwam tot bezinning en deed het opgelucht aan Tajiri over. WILLEM DE RIDDER (Van een onzer verslaggeefsters) AMSTERDAM „Alle omroepen zijn te weinig dienstbaar", zegt Willem de Ridder altijd al in het nieuws vanwege Hitweek, nu nog meer in het nieuws om de plannen voor een nieuwe omroep Eldorado. „Er zitten daar allemaal mensen die veel tijd opeisen, dat blijft zo jaren doorsukkelen. En die men sen wonen dan nog allemaal in Hilversum ook. Dat is precies een dichtgegroeid graf. Een stinkend oud graf. Ik weet niet of je wel eens in de AVRO-studio's geweest bent. Dat is he- lemaal de vijftigerjarensfeer. Ongeveer de Rijksacademie. Die sfeer is daar helemaal ge conserveerd, weet je. Hun uitzendingen zijn dan ook vreselijk. Iedereen denkt daar zo over, maar officieel kun je dat niet zeggen kenne lijk en zo. Bij de AVRO heb je die namaakblij- heid. Zo van „dit is een blijde dag" op de kerst dagen zeggen, terwijl iedereen ze toch ver schrikkelijk vindt. Het enige aan vrolijke din gen dat de omroepen nog brengen zijn storin gen, dat maakt de boel een stuk menselijker ook". WILLEM DE RIDDER, hoofdredac teur van Witheek, leider van het ver koopcentrum van dit blad in de Alexander Boerstraat, initiatiefnemer voor een nieuwe omroep. Donkere bril, roodbruine ketting, witte schoenen, bruine bontjas, kraag op, handen in de zakken. Loopt licht voorovergebo gen. verende gang. Stamcafé: Keyser in Amsterdam. „Een tonic voor de gast en een cola voor de dame", zegt de ober. „Dank u meneer", zegt Wil lem. ELDORADO: „We willen vóór alles een eigen programmaleider. Dat wordt een puinhoop natuurlijk, maar wel leuk, reken maar. We behandelen niet alles op dezelfde manier. Ik stel me zo voor dat voetbalwedstrijden heel leuk kunnen worden. Met een zeer partijdi ge verslaggever of zo. Dan is het ook vrolijk voor mensen die er geen ver stand van hebben. Ik kan me ook voor stellen dat er een door een van de om roepen verzorgd stuk komt met Ko van Dijk. De volgende avond zenden wij hetzelfde stuk uit, maar dan gespeeld door een amateurgezelschap. Dan heb je ook nog die schok der herken ning. Dat lijkt me zeer vrolijk". (Aan mij) „Ben je eigenlijk al lid? Eldorado zal geen overdonderend suc ces worden. Het is ook een heel gedoe om geld te storten. Daar moet je voor in de stemming zijn. Iedereen vindt het wel leuk zo'n nieuwe omroep en zo, maar dénk er maar eens aan.Daar om gaan we binnenkort filmvoorstel lingen geven, dan krijgt iedereen een affiche mee, dan zijn ze vrolijk. Een programma binnen een omroep is onmogelijk. Je mag niet zelf je ca meraman uitkiezen, zodat je tot in de eeuwigheid moet blijven uitleggen wat je bedoelt. Je moet op tijd (dat bete kent veel te vroeg) voor faciliteiten zorgen. Brandweerdingen en zo. Maar dan het ergste, de fatsoenregels. Zelf censuur is al een ridicule grens. Het is nog heel rustig hoor, wat ik vertel. Mensen die nauwelijks een politieke in stelling en een gezonde visie hebben vind je daar niet. Wim de Bie bijvoor beeld was al tijden bezig voor een pro gramma. Nu krijgt-ie het eindelijk, maar dan moet-ie werken met Frans Boelen. En met Ingbar, die volkomen incompetent is. Dat Fanclub alleen al, dat is niet te harden werkelijk. Die clichémannetjes daar kan ik nauwe lijks om lachen. Dat is onzin ook. Ik vind Toon Hermans ook niet leuk. Toch is De Bie wel goed. Van Kooten ook, alhoewel WILLEM DE RIDDER heeft het druk. In februari wordt er in Rome een groot popfestijn gehouden in het Palazzo van Hervi. Willem zorgt voor beatgroepen uit Nederland en Skandi- navië. Hij is ook betrokken bij de or ganisatie van reizen naar Rome. De kosten komen voor reis, een week ho tel en eten ongeveer neer op tweehon derd gulden. „Vind je dat veel, dat is niet veel hè?", vraagt hij. En dan Wit heek, waarmee Willem zich intensief moet bezighouden. „Ik ben daar min of meer ingetrapt. Ik ontmoette Peter Muller, die een krantje had. Dat vond ik wel aardig. Hij deed het mooi gewetenloos en zo. We hebben toen een nieuwe krant op gezet, zonder een cent. Het kon eigen lijk alleen maar, omdat de drukkerij waar wij kwamen een nieuwe techniek wilde proberen. Kosten en winst lopen nu fifty-fifty. De vaste medewerkers worden nog maar heel dunnetjes be taald. Free-lancers krijgen geen cent. Ik geef ze nog liever een plaat, als ik iets te geven heb. Het gaat erom dat ze wezenlijk in de pop geïnteresseerd zijn. Anders krijg je van die beroeps- schnabbelaars, daar wil ik niets mee te maken hebben". Geld? „Nou, daar heb ik net al een en ander over gezegd, hè. Ik vind het een ridicuul betalingsmiddel. Ik heb al tijd geprobeerd dingen te doen te heb ben om even gauw geld te maken. Geld is maar ten dele belangrijk. Als je het niet hebt verdwijnen een hele boel ervaringsgebieden. Ik heb een tijd gehad dat ik niets had, niets at trou wens ook. Toen heb ik een hele week achter elkaar geslapen. Op het laatst stond ik heel gammel, weet je wel, op. Ik was een soort wandelende idioot ge worden. Ik liep toen in mei was dat door Amsterdam. Bomen, verkeer, vogeltjes die zingen tumtumtum. Op eens staat iedereen stil, en het is ook heel stil. Het was bij die bank op het Leidseplein. Alles begon te draaien. Ik dacht dat ik in mekaar zou zakken. La ter bleek dat het de vierde mei was, dodenherdenking". Willem de Ridder is 27 jaar. Hij zat in 's Hertogenbosch in verschillende progressieve groepen. Brabant? „Heeft nog steeds een soort minderwaardig heidscomplex ten opzichte van het noorden. De grond wordt de meesten ook te heet onder de voeten. Wij reis den altijd al rond. Ik heb helemaal geen moeite gedaan om in Amsterdam te wonen. Het maakt voor mij ook niet veel uit. Als ik maar steeds het gevoel heb dat ik weg kan gaan. Als ik naar Tokio ging, dan was dat niet om Tokio te zien maar om er iets te doen. Ik zou best naar Tokio willen". HIJ HEEFT ook in Haarlem ge woond. in een vrijgezellenflat. Haar lem? „Oh. vrolijk stadje, hoor. Een beetje verknipt". Samen met zijn vriend Wim Schip pers heeft De Ridder concerten geor ganiseerd van Andriessen, Schat, Boersma. Hij vertegenwoordigde in Ne derland „Fluxus", als beweging een uitloper van Darmstatt. „Dat was een modern muziekfestival. Maar de mo derne muziek werd daar zo serieus ge nomen, dat wij haar belachelijk gingen maken. We hadden bijvoorbeeld een voorstelling met een prachtvleugel, met een bloedserieuze pianeur, keurig in zwarte kleding en zo. Hij gaat uitge breid aan de vleugel zitten, legt voor zichtig zijn vinger op de toets en maakt die stil vast met plakband. Daarna legt hij een blokkendoosje op de snaren. Men hoort een zachte tok. De pianeur neemt een foto en verdwijnt". Na enige stilte: „maar de serieuze kant overwint toch. Er ontstaat altijd weer establishment. Peter Schat zei bijvoorbeeld eens tegen mij ,,ïk wil meesterwerken maken". Nou, dat moet ie dan maar doen. Kunst daar heb ik tijden mee ingezeten dat is nu verwarring, hè. Kunstenaars krijgen subsidie en zo en iedereen vindt het wei een vreemd volkje maar toch wel aardig. Nu stort iedereen zich op de recreatie. Er zijn zelfs tentoonstellingen van PTT-beambten. Het is een volko men ondergrondse bezigheid gewor den. Het enige criterium voor mij is, dat iets in moet slaan. Je uitgangspunt moet je altijd zo ver mogelijk nemen, en dan wegstrepen. Dan gebeurt er wat. Dan valt er ook te praten." Dit is iets wat Willem kennelijk zeer hoog zit. Zijn toch al hoge spreeksnelheid is nauwelijks meer bij te houden. Zijn vingers tekenen lijnen op een bladzijde van „Panorama". „WIM SCHIPPERS en ik", vertelt hij, „houden ons al jaren bezig met het zaaien van verwarring. We voor spellen ook altijd wat ervan uitkomt. Panorama is een Vrolijk Weekblad. Nu moet ik die wel gaan lezen. Want die hoofdredacteur of zo schrijft altijd op een bepaalde reactie. Nu eens links, dan weer extreem rechts. Ik ge loof niet in een nauwkeurige schei ding. Het is een soort gigantisch gan zenbord. Er zijn mensen die er mee koketteren. „Ik ben eigenlijk rechts", zeggen ze dan, en barsten vervolgens in een schaterlach uit". Hoewel Willem de Ridder zegt geen image te willen hebben, geeft hij op mijn aandringen toch opdracht tot het maken van een affiche, die helaas niet afgedrukt kan worden. „Een zeepgroen affiesje", bedenkt hij. „Met bestaande cliché's erop. Een soort kruideniersaf fiche. Met voordelige aanbiedingen. Gemaakt bij een hele sjieke drukkerij. Een mooie rand. Met kerstklokken en hulst en zo hè. Mooie slappe vormen. Twee kerstklokken aan de bovenkant. Daarin een schilderijenlijst. Een fon tein erop, met palmbomen (daar „Best wishes for '68". De redac tie van Hitweek, waarin opgeno men Geschrapt door redac tie - Red.) in een kleine (de-) formatie: Marjolein, Peter Schroder, Koos Zwart en Wil lem de Ridder. houd ik erg van. Doet me denken aan een glittershow met Cees de Lange of zo). Een trap met een hek erlangs, die in het donkter weggaat. Nee ik wacht nog even met mezelf, want ik moet in een goede omgeving liggen hè) Dan een bed. MENOTTI'S DRIEKONINGEN-OPERA „HET KIND dat wij zoeken draagt de zeeën en de wind in de palm van Zijn hand Het kind dat w(j zoeken heeft de maan en de sterren aan Zijn voeten", zo zingen koning Balthasar, koning Melchior en koning Casper in de opera Amahl en de drie koningen (Amahl and the Night Visitors) van Gian-Carlo Menotti. De tekst die door de componist zelf in ver haalvorm is geschreven, is een der meest ontroerende kerstverhalen ooit geschreven. DE OPERA werd speciaal voor de televisie gecomponeerd en voor het eerst opgevoerd op 24 december 1951 voor het NBC Television Opera Theatre in New York onder leiding van Thomas Schipper. Over het ontstaan van dit bijzondere werk vertelt Menotti: „Dit is een opera voor kinderen, omdat ik getracht heb er mijn eigen kinderja ren in weer te geven. Kijk eens, toen ik een kind was woonde ik in Italië (Menotti is in 1911 in Cadegliano gebo ren een plaatsje aan het meer van Lugano in de omgeving van Milaan) en in Italië hebben wij geen Kerstman Ik denk, dat de Kerstman het veel te druk heeft met dê Amerikaanse kinderen om er ook nog de Italiaanse kinderen bij te nemen. De cadeautjes werd ons echter door de drie Konin gen gebracht. moest zijn en ik had absoluut geen idee in mijn hoofd. Op een november avond liep ik door de zalen van het Metropolitan Museum te drentelen en bij toeval bevond ik mij plotseling te genover het schilderij. „De aanbidding van de drie Konin gen" van Hieronymus Bosch en terwijl ik er naar keek, hoorde ik plotseling weer uit de verte, het betoverende lied van de Drie Koningen. Toen werd het mij duidelijk, dat zij terug waren gekomen om mij een geschenk te brengen. Er wordt mij dikwijls gevraagd hoe ik te werk ben gegaan bij het compo neren van een opera voor de televisie en wat de speciale moeilijkheden wa ren bij het ontwerpen van een derge lijk spel. Ik moet bekennen dat ik bij het schrijven van „Amahl en de Drie Koningen" nauwelijks over tele visie heb nagedacht. Het is een feit dat al mijn opera's oorspronkelijk zijn ontworpen voor een ideaal toneel, dat in werkelijkheid helemaal niet bestaat en ik geloof dat dit het geval is bij de meeste muziek-dramatische com ponisten. Voor de componist begint de nachtmerrie waneer hij zijn opera voor het eerst in werkelijkheid op het toneel ziet, hij voelt zich als een vreemdeling in het theater. IK BEN ervan overtuigd dat het toneel voor jonge kinderen uiterst pri mitief lijkt in vergelijking met de bios coop en de televisie. Maar voor mij komt het toneel het dichtst bij mijn voorstelling van 4iet ideale theater. De bioscoop, de radio en de televisie zijn voor mij vrij kleurloze surrogaten voor de toverkracht van het toneel. Dit is ook de reden waarom ik bij Amahl en de Drie Koningen opzettelijk ben voorbijgegaan aan de bewegelijkheid van het televisiebeeld en mijzelf be perkt heb tot de symbolische eenvoud van het toneel. De toeschouwer die er niet de deur voor uit hoeft, die niet op tijd in het theater hoeft te zijn en die er geen plaats besproken heeft is in zijn daag se kleren neervallen op de eerste de beste stoel in zijn huiskamr en zet, terwijl hij misschien met de kat speelt zijn televisietoestel aan om te kijken naar 'n toneelvoorstelling. Hij zal nooit de emotie ondergaan die men voelt bij het opgaan van het doek in de schouw burg. Het toneelstuk moet men uitge zocht hebben, het moet een soort zorg vuldig gemaakte afspraak zijn. Ma- chiavelli placht zelfs toen hij zich op het land had teruggetrokken, zijn beste kleren aan te trekken voor hij aan 'n boek begon te werken. In symbolische zin doet eigenlijk iedere artist hetzelf de. Hij richt zich tot u met grote waar digheid onverschillig of zijn boodschap komisch of tragisch is. Om kennis te ne men van zijn prestaties moet u de zelfde houding aannemen en u móet zijn boodschap in ontvangst nemen in uw zondagse pak. ER STEEKT geen kwaad in als u verzot bent op uw radio- of televisie toestel en ik wil u er niet vanaf hou den te luisteren naar een grammofoon plaat van mijn werk. Feitelijk is het luisteren naar een opera op platen te vergelijken met „het hof maken" aan een meisje per brief. Het heeft zijn voor en tegen. De voordelen zijn voor de hand liggend. Omdat u niet in staat bent het meisje te aanschouwen ter wijl u haar het hof maakt, kunt u uw verbeelding de vrije loop laten en haar idealiseren in lichamelijk opzicht. De nadelen zijn echter ook lichamelijk en behoeven eigelijk niet vermeld te wor den. Als het meisje toevallig koel is en niet innemend, maar wel intelli gent, en als zij goed schrijft, dan is liefde op een afstand zeer aan te be velen. Maar als het meisje een warm bloedig, hartstochtelijk en aanlokkelijk schepseltje is, dan is de liefde van vlees en bloed niet te versmaden. Mijn opera's zijn nu eenmaal geen EN DAARIN lig ik. Met het kruin tje boven de dekens uit. Want wat ik zoëven zei, dat droom ik allemaal. Uit mijn hoofd komt een wolkje en daar zit een broodje ham in. (Dat is nou mijn geestelijk leven, een lekker brood je ham). Om de hoek kijkt een dui veltje, met een drietand, dat is Ralph Ingbar. Die noemen we altijd heer Kamp. Hoe groot de plaat moet wor den? Niet al te groot. We moeten reëel blijven. Een vette druk. Gepar fumeerd. Zo'n lysollucht, weet je wel. Wat je niet lang in je kamer kunt heb ben. Oorlogsachtig papier. Die sfeer wordt nog te weinig gebruikt. Dat tij delijke, dat is mooi. Je kunt min of meer alles gebruiken. Ik houd niet van een gefixeerd uitgangspunt. Ik ben ge decentraliseerd". llut*<wmiMmAAimAAi>Aiviui«mAnnAAmumA«uummwii koude, intellectuele schepsels, zij zijn aardig om naar te kijken, impulsief en warmbloedig, nu en dan te warm bloedig schijnt het. Ofschoon u er mis schien plezier in hebt om ernaar te luisteren door middel van een luidspre ker, om ze goed te leren kennen, moet ik u toch aanrdden dat u een avond met ze doorbrengt in de schouwburg". WIJ ZULLEN in Holland waarschijn lijk niet zo spoedig in de gelegenheid zijn AMAHL in de schouwburg te zien, wij zullen het met de televisie of de grammofoonplaat (RCA LM-1701) moe ten doen. Maar ik kan u verzekeren dat er op de plaat nog genoeg over blijft om een onvergetelijke indruk te maken. De muziek is zeer welluidend, Menotti is een grote bewonderaar van Puccini en dat steekt hij niet onder stoelen en banken. De tekst is, zelfs voor degenen die het Egels maar ge deeltelijk machtig zijn, goed te volgen. Een Nederlandse vertaling van Gerard Messelaar is verschenen in de Zwarte Beertjes serie (553). DEGENEN DIE meer werken van Menotti gezien hebben, zullen zeker be amen, dat hij zijn publiek weet te boeien. Bij alles wat hij schrijft vraagt hij zich af, wat het effect zal zijn op het publiek. Zoals hijzelf zegt: „Dienst- baar zijn aan het publiek draagt bij tot de waardigheid van de artist" IK HEB DE drie Koningen eigenlijk nooit ontmoet hoe mijn kleine broer tje en ik ook probeerden om wakker te blijven 's avonds om een glimp van de drie koninlijke bezoekers op te van gen, wij vielen altijd in slaap vlak voor zij kwamen. Maar ik herinner mij, ze gehoord te hebben. Ik her inner mij de betoverende klank van hun gezang in het donker in de verte. Ik herinner mij de broze klank van de hoeven van de kamelen in de kra kende sneeuw; en ik herinner mij het geheimzinnige geklingel van hun zil veren leidsels. Mijn uitverkoren koning was Koning Melchior, omdat hij de oudste was en een lange witte baard had. Mijn broertjes uitverkorene was Koning Casper. Hij hield vol dat deze koning een beetje mal was en volsla gen doof. Ik weet niet waarom hij dit zo zeker wist van die doofheid, maar ik veronderstel dat het kwam omdat de dierbare Koning Casper hem nooit alle cadeautjes bracht die hij gevraagd had. Hij was ook helemaal in de war over het feit dat Koning Casper de myrre droeg, het scheen hem een eigenaardig cadeau, want hij begreep nooit helemaal wat het woord betekende. Aan deze drie koningen heb in hoofd zakelijk de gelukkige kerstdagen van mijn kinderjaren te danken en ik zou ze eigenlijk bijzonder dankbaar geble ven moeten zijn. In plaats daarvan vergat ik ze helemaal toen ik in Ame rika kwam wonen, want in de kerst tijd zie je hier zoveel kerstmannen in de stad. Dan zijn er ook nog de grote kerstboom op Rockefeller Plaza, de schitterende uitstalkasten op 5th. Ave nue, de ontelbare kerstliederen op de radio en de televisie en al deze din gen deden mij de drie dierbare Konin gen uit mijn kindertijd vergeten. In 1951 verkeerde ik in grote moeilijk heden, ik had van de National Broad casting Company de opdracht gekre gen om een opera te schrijven voor de televisie, die met Kerstmis klaar Vijf jaar geleden trok Tajiri met zijn gezin in het bewoonbare deel, dat allerlei verrassingen biedt. In de grote woonkamer onder het schuine dak dringt door kleine vensters maar wei nig daglicht binnen, maar op mooie zomerdagen kan het dak geopend wor den. Twee stukken ervan, met pannen en al, zijn grote luiken. De schuifdeu ren van de woonkamer naar een iets hoger gelegen vertrek zijn tevens boe kenkasten. De slaapkamers en de bad kamer hebben de luxe en beslotenheid van eerste klasseaccomodatie op ou derwetse oceaanschepen. VAN het hoofdgebouw stonden tot voor kort alleen de muren overeind. Nu is het weer onder de kap en er zijn al enkele vloeren gelegd. Er komt een werkplaats naar maat, dus een heel grote, want voor de dingen die Tajiri met zijn assistenten maakt is wel een fabriek nodig. Een ander groot vertrek is bestemd voor zijn speelgoedverza meling. Het wordt een particulier mu seum waar zijn kinderen, de tienjarige Giotta Fruyo en de achtjarige Ryu Vinci over enkele jaren kinderen uit de streek fcullen kunnen ontvangen. In het poortgebouw wonen Tajiri's schoon ouders. Zijn schoonvader, een timmer man uit Amsterdam, heeft er zijn werkplaats. Ferdi, Tajiri's vrouw, maakte vroe ger metalen sieraden die alleen door rijzige vrouwen gedragen konden wor den. Nu zij de ruimte heeft in het kas teel en de tuin en de boomgaard van twee hectare, groeien onder haar han den grote textiel- en plastic sculptu ren: gigantische libellen en wonder bloemen die er vervaarlijk vleesetend uitzien. In de garage staan rond een ge koesterde, blinkende sportwagen de ge vaarlijke „vuurmonden" die Tajiri de vorige zomer in het Amsterdamse Ste delijk Museum exposeerde. Nu groei en in zijn „fabriek" gladde gevaarten in kunststof. IN Amerika geboren uit Japanse ou ders, wonend in Nederland maar veel op reis (sedert hij zich in Baarlo ves tigde is hij anderhalf jaar in de V.S. geweest) is Schinkichi Tajiri ook we reldburger. Maar in het kasteel, waar op de vensterbanken de appels uit ei gen boomgaard rijpen, leeft hij met zijn schoonouders en de inwonende as sistenten net als hereboeren, die al ge neraties een hofstede bestieren. Tajiri lijkt dergelijke tegenstellingen moeite loos te verenigen. In de Baarlose ge meenschap is hij thuis. Twee jaar ge leden was hij met bevriende kunste naars uit Amsterdam de ziel van het plaatselijke carnaval. IN het verhoogde deel van de woon kamer staat als een zelfstandig beeld een fragment van een van zijn grote nieuwe werken in plastic. Het idee komt van de buizen van een race-auto motor, waarvan de vorm door techni sche eisen wordt bepaald (van de cy linders af moeten de buizen van gelij ke lengte zijn). Maar het plasticbeeld doet ook denken aan een plant. Die verwantschap tussen techniek en na tuur lijkt ons karakteristiek voor Taji ri.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 16