„Ik zou het wel kunnen
maar ik durf nog niet
r s ssEdTrS *ssrr ark
PANDA EN DE POLYDINGUS
NAAISTER
^^ngestipt
POLLE, PELLI EN PINGO
Leerling-naaister
Ons vervolgverhaal
Leidse hoogleraar over harttransplantatie:
„BIJ EEN NIER KUN JE NOG
TERUG, BIJ EEN HART NIET..."
issi^viSen en,S!zins lan8dung
stoutenbeek
ZATERDAG 6 JANUARI 196 8
i'n"
■life
Doodstraf in kliniek
Kees Stip
FRANS HALS MUSEUM
we op een
wodkendêkte-
Toen hij ademde, gaf het apparaat
een zacht fluitend geluid door een
ventiel in zijn nek. Hij werd voor
zichtig over de rand van de boot in
het water gelaten; toen hij wegzonk
onder de oppervlakte bleven met
regelmatige tussenpozen borrelende
luchtbelletjes bovenkomen op de
plaats waar hij uit het gezicht ver
dwenen was.
„Mooi", zei Pjotr, „nu ga jij maar
eens een kijkje nemen. Neem je mas
ker af". Ik gehoorzaamde. „Spuw
erin. Goed zo. Wrijf het speeksel over
het glas. Mooi. Spoel het nu uit met
zeewater". Ik gehoorzaamde. „Juist.
Zet het nu weer op. De rubberband
achter je hoofd, het glas voor je
ogen. Nee, nee, je neus moet er ook
in. Blaas nu door je neus". Ik blies
en de lucht ontsnapte uit het masker
met een onplezierig geluid. „Nu in
ademen. Nee, nee, door je neus", ik
ademde in door mijn neus en het
masker werd platgedrukt tegen mijn
gezicht.
„Mooi, dat past. Nu steek je de
respirateur onder de rubberband van
je masker, aan de linkerkant van je
hoofd. Nee, nee, voor je oor. Juist.
Neem nu het mondstuk in je mond".
Het mondstuk was een rubberflens
met een gat in het midden om de
lucht uit de buis toe te laten en twee
wratten aan de binnenkant die achter
mijn tanden pasten. Ik nam het ding
in mijn mond, legde mijn lippen er
overheen en klemde de wratten tus
sen mijn tanden. Toen ik door mijn
mond ademhaalde, maakte de buis
een hol fagotachtig geluid. Het mond
stuk voelde ongemakkelijk aan.
„Mooi", zei Pjotr, „ga je gang. Be
gin niet dadelijk te duiken. Laat je
om te beginnen rustig drijven met
je gezicht onder water. Word niet
zenuwachtig en trek je mondstuk niet
uit, want dan raak je in een ver
velende positie. Als je merkt dat je
eraan gewend bent en je wilt dui
ken, vouw jezelf dan dubbel met je
handen aan je voeten, en je zult zin
ken als een steen. Ga niet te diep
de eerste keer. Als je pijn in je oren
krijgt kom je terug, en vergeet niet
't water uit je buis te blazen wan
neer je weer aan de oppervlakte
komt. Je zult merken dat er 'n goed
glas vol in de buis staat. Blaas, en
het vliegt er uit. Daarna kun je
weer ademen. Begrepen?".
Ik wilde „Ja" zeggen, maar kon
het woord niet vormen met dat ding
in mijn mqnd.
„Zitten je zwemvoeten gemakke
lijk?" vroeg hij.
Dat zaten ze niet, want ik had ze
veel te vroeg aangetrokken en er
mee in de zon gezeten. Nu waren
mijn voeten gezwollen en zij knel
den. Ik knikte.
„Goed zo", zei hij. „Vooruit dan
maar".
Ik liet mij voorzichtig over de
rand van de boot zakken. Het water
was erg warm. Toen ik voor de eerste
keer mijn hoofd onder water dom
pelde, krampachtig ademend door de
buis, stond mijn hart bijna stil, want
ik zag een reusachtige oranje hand
voor mijn ogen zwaaien. Het was
mijn eigen hand. Ik liet de boot los,
probeerde rustig te ademen met ge
sloten ogen, op mijn buik drijvend in
het water. Toen ik voelde dat ik
bleef drijven opende ik mijn ogen.
Het schouwspel dat ik zag deed mij
vergeten of ik ademde of niet. Ik
zag, in een vreemd blauw licht, een
fantastisch landschap van heuvels en
rotsen, begroeid met vreemd, droom
achtig struikgewas en lang, golvend
gras. Ik zag honderden kleine vissen
die als vogels boven het landschap
zweefden en onder hen, op de gras
vlakte die zich uitstrekte van hori
zon tot horizon als een prairie, grote
donkere dieren als koeien van boven
gezien, die kalm leken te grazen.
Ik kon honderden meters ver zien.
Het was een wereld van absolute
stilte, ik hoorde niets behalve een
zwak geknetter in mijn oren als van
een ver vuur. Toen, plotseling, hoor
de ik een scherpe metalen slag die
van vlakbij scheen te komen, aan
mijn linkerkant. Ik bewoog mijn
voeten en zwaaide veel sneller rond
dan ik verwacht had. Toen zag ik
het.
Onder mij, half verzonken in de
blauwe grondmist waarin de prairie
verdween, lag een schip. Het leek
ontzaglijk groot, het lag half op zijn
kant en zag er werkelijk en nieuw
uit, alsof het pas enkele dagen ge
leden gezonken was. Ik zag de
schoorsteen, de masten de brug, al
les zag er heel normaal uit, zij het
volkomen verlaten. Wat het de grie
zelige begoocheling van een nacht
merrie gaf was dat zijn sloepen on
dersteboven, boven de davits dreven.
Ik lag naar het schip te staren en
voelde nog niets anders dan een lege
verbazing toen ik plotseling iets zag
bewegen. Langs de voormast daalde,
langzaam, een klein oranje wezen af.
Het daalde niet als een vogel noch
als een zinkend voorwerp, het was een
beweging die ik nog nooit gezien had.
Een sliert zilveren bellen steeg op uit
zijn nek met regelmatige tussenpo
zen, dreef naar de oppervlakte als
een kleine zwerm zeepbellen, glinste
rend in de zon, tot zij verdwenen in
de gouden mist van de hemel. Het
wezentje bewoog langzaam zijn voe
ten; de rubber zwemvliezen waren
tot een vreemd, golvend leven geko
men, alsof zij deel'uitmaakten van
een levend lichaam.
Ik zag hem langzaam neerdalen op
de brug en de deur naar de stuur
hut openen, toen volgde er een ge
luidloze ontploffing. In een onderdeel
van een seconde barstten duizenden
zilveren visjes uit de ramen en de
deuren naar buiten, in een verblin
dende uitwaaierende flits. Toen zag
ik het oranje wezentje blauw wor
den, terwijl het door de schaduw in
het binnenste van de stuurhut ver
dween.De zwermen belletjes bleven
speels naar boven drijven door de
open deur, ofschoon ik hemzelf niet
meer zien kon. Ik hoorde opnieuw
het vreemde metaalachtige geluid,
dat vlakbij scheen te klinken en plot
seling hielden de belletjes op. Niets
steeg meer op uit dé deuropening en
ik lag er naar te staren met 'n bon
zend hart. Toen, een donkere streep
die veranderde in wit, schoot iets uit
de deuropening, een reusachtige
vleermuis, klapwiekend, die zwenkte
en tuimelde in de lucht. De belletjes
barstten weer uit de deuropening, het
wezentje schoot naar buiten, van
blauw tot oranje, en achtervolgde de
vleermuis met een verrassende snel
heid. (Wordt vervolgd)
LEIDEN. Doctor Theodor Billroth, mechanismen minder heftig werken dan
specialist op het gebied van de maag- en die van honden. Het is ook mogelijk dat
keelchirurgie, heeft omstreeks 1890 be- een getransplanteerd hart minder reac
weerd, dat elkeen, die het zou wagen het ties oproept dan bijvoorbeeld een ge
hartzak,je van de mens te openen, als een transplanteerde nier of lever,
misdadiger moest worden beschouwd. De De Duitse Nobelprijswinnaar prof. dr.
Leidse hoogleraar in de chirurgie van de Werner Forszmann stak zichzelf in 1929
borstkas prof. dr. A. G. Brom haalt in door de armslagader een katheter van
deze dagen de woorden van zijn anno eigen vinding in het hart tegen uitdruk-
1894 gestorven collega gaarne aan, want kelijke verboden in. En toch heeft hij nu
zomin als aan het eind van de vorige in de Frankfurter Allgemeine Zeitung de
eeuw kon worden voorzien hoever de Zuid-Afrikaanse chirurg dr Christian Bar-
hartchirurgie ooit zou reiken, zo min is nard voor de voeten geworpen, dat hij
het thans mogelijk in de toekomst te het hoogste gebod van de chirurgie
kijken. Daarom behoort prof. Brom niet „niets schaden" heeft overtreden door te
tot degenen die bijvoorbaat zeggen dat opereren zonder voldoende kennis om
harttransplantatie nóóit met succes zal trent de weefselreacties. In zijn artikel
worden bekroond. Hij behoort wèl tot in het Duitse blad komt het woord
degenen die verklaren dit nu nog niet „moord" voor. Hij zegt. na te hebben uit
te weten. eengezet hoe chirurgen gereed staan om
Pro,. Brom herinnert a.n de proeven S.tTmdÓ," 3Sè,"SJ 3S SJ-
tie heeft ontwikkeld via bood.rdei, eipe-
rimenten op honden. Eerst werd uit "«r,l!el"k« moeelijkheden. welkr daar
u v d I uit kunnen voortvloeien, mogen dan fan-
proefdier het eigen hart verwilderd om +QO+™v* f i u
schade niets te bemerken. hoe m de een of andere khmek artsen
Maar bij de honderden operaties waar-
verlangend op verkeersslachtoffers staan
bij de ene hond het hart van een andere LT v help6n T tC
hond kreeg, waren de resultaten anders. T* ?T
Slechts één hond bleef langer dan twee ku" lnd'vidualiteit tot grondstof te
laar lotion on Vroort -zolfc innrton Toimn I
jaar leven en kreeg zelfs jongen. Zeven
andere honden stierven na één tot zeven
Hoe denkt prof. Brom over zijn colle
ga Barnard? „Ik bewonder de moed van
ADVERTENTIE
maanden. Dat waren de enige, die het !L u;;t n
wij die operatie ook kunnen doen, maar
évBnsl I ik Z0U het n0g niet durven- Ik wil niet
gvuuu zeggen dat het absoluut onmogelijk is
dt>r rhirnrolt, Tot ,nu toe hebben wii operaties gedaan
i/»w om het leven dragelijk te maken voor
mensen die zwaar leden, of om hen te
Maar een mens kan veel meer door- genezen. Dat is altijd het doel geweest:
staan dan een proefdier. Hij bezwijkt niet Helemaal beter maken, maar niet voor
zo snel en het kan zijn dat zijn afweer- één of twee jaar. Een tijdelijke levens
verlenging vind ik discutabel. Dat is een
kwestie van ethiek waarover het laatste
woord nog niet is gesproken
Tot nu toe waren er twee opvattingen
I over het medische begrip dood. De eerste
is dat wanneer bij het hersenonderzoek
geen reacties meer werden vastgesteld,
gezegd mag worden dat de dood is inge
treden, hoewel hart en longen nog zouden
kunnen werken. De tweede is die van de
voorzitter van het Amerikaanse genoot
schap van gerechtelijke geneeskundigen:
de medicus maakt uit wanneer iemand
dood is. Als het punt is bereikt dat d§
patiënt niet meer kan leven mag hij dood
worden verklaard. Maar die Amerikaan
zegt óók: Degene die de dood vaststélï
mag met de transplantatie niets te ma
ken hebben. Het klinkt wat grof, maar
men kan niet harten stelend door de we
reld gaan".
Dr. Forszmann herinnert in de „Frank
I furter Allgemeine Zeitung" aan het dood
vonnis dat werd voltrokken aan de SS-
arts Karl Gebhardt, die zonder toestem
ming van de slachtoffers transplantatie-
experimenten had gedaan op gevangenen.
Hij wil daarmee zijn vraag ondersteu-
I nen of wel voldoende is zorggedragen
voor een degelijke, ook juridisch onaan
tastbare toestemming van de nabestaan
den om het hart van hun dierbaren voor
transplantatie te gebruiken.
Prof. Brom noemt dat een ten onrechte
blameren van prof. Barnard. Twintig jaar
na de oorlog is nog eens nagegaan of de
verwerpelijke experimenten van de SS
enige wetenschappelijke betekenis had
den. Dat was niet het geval. Prof. Brom
bewondert de moed en het optimisme
van Barnard. Het zou niet het eerste ge
val zijn, waarin juist die moed en dat
optimisme voor een grote wetenschappe
lijke vooruitgang zorgden. De open hart-
chirurgie, die vrijwel dagelijks wordt ver-
richt is mogelijk geworden doordat in
1953 het lichaam van een kind werd aan-
Voor ons kleine gezellige atelier
vragen wij een naaister voor het
maken van gordijnen.
Ook is er plaats voor een
Wij bieden
prettige werkkring
gunstig spaarsysteem
premievrije spaarregeling
en
een goed salaris.
WONINGINRICHTING BEVERWIJK
250 MODjELKAMERS
Prof. dr. A. G. Brom
gesloten op het hart-longsysteem van zijn
moeder. Dat is veertig keer gedaan en
er is nooit iets gebeurd. Maar niettemin
werden de gezonde mensen, die als mo
tor fungeerden, aan een wezenlijk gevaar
blootgesteld. Uit dat begin is toen de
hart-longmachine ontwikkeld.
Een ander voorbeeld: We kunnen plas
tic hartkleppen aanbrengen. Dat is aan
vankelijk op dieren geprobeerd, maar er
kwam nogal wat stolsel voor, juist op die
kleppen. Het zag er wel naar uit dat dit
verschijnsel zich bij mensen in mindere
mate zou voordoen, maar er is moed voor
nodig om het dan inderdaad op mensen
toe te passen. Dr. Forszmann en dr. De
Vaal zullen daar dan ook bezwaar tegen
moeten hebben: er bestond immers ge
vaar voor de gezondheid en de dier
experimenten waren mislukt. Toch ging
het bij de mens goed.
Prof. Barnard verklaarde in een BBC-
interview: Over twintig jaar zullen spe
ciale varkens worden gefokt om harten
nieren en levers te produceren voor
transplantatie op mensen.
Dr. Forszmann: „In politiek wisselval
lige tijden worden de vooruitzichten nog
kwalijker. Men zal de wederinvoering
van de doodstraf bepleiten en het begrip
van boetedoening misbruiken, doordat
men het in verband zal brengen met de
levering van organen. Terechtstellingen
worden dan niet meer voltrokken door
de beul, maar in klinieken".
Prof. Brom: „Ik w.eiger Barnard pri
mair te veroordelen. Wij doen hier in
Nederland zo'n harttransplantatie nog
niet omdat wij zo iets langzaam willen
opbouwen. Eerst andere organen, waar
bij het vraagstuk wat gemakkelijker valt
te bestuderen. Overigens kan de Neder
landse hartchirurgie zich meten met die
in elk ander medisch centrum ter wereld"
Prof. Barnard zei voor de BBC, in ant
woord op de vraag wat hij zou hebben
gedaan als hij voor de eerste hart
transplantatie ter wereld had moeten kie
zen tussen een kapper van middelbare
leeftijd en de president van de Verenigde
Staten: „Over het geheel genomen pro
beren we eerlijk te zijn en de ziekste
man het eerst te operen. Maar ik denk
dat u, net als ik weet, dat het opereren
van de president van de VS je toch iets
meer aanspoort".
Prof. Brom: „Als deze transplantaties
gelukken zijn er zoveel kandidaten, dat
er nooit genoeg harten zullen zijn. Wie
moet het dan krijgen? Die selectie-pro
blemen kennen we nu al van de nier
transplantaties. Sommige instituten heb
ben gezegd dat ze eveneens een hart
transplantatie voorbereiden. Ik vind dat
je zo iets niet van een paar maanden
meer of minder moet laten afhangen. We
wachten op de Zuidafrikaanse rapporten.
We moeten eerst weten wat er precies
Een van de grootste wonderen van
deze eeuw is waarschijnlijk nog aan
uw aandacht ontsnapt, hoewel de kans
bestaat dat u er gisteren over bent
gestruikeld. Afhankelijk van uw ge
aardheid zult u dan hebben gemom
peld: „O, pardon", of: „Kijk uitstom
varken." Nu, zelfs aan dat laatste zou
niets zijn miszegd, want het Boxmeer-
se supervleesvarken is inderdaad een
stom varken. Dat is nu juist het knap
pe, niet van dat varken, maar van zijn
constructeurs. Zij zien kans het dier
langs de natuurlijke weg van de teelt
keuze te voorzien van alle ideale
eigenschappen welke een goed vlees
varken dient te bezitten. Deze komen
neer op zeer veel tegenwoordigheid
van vlees en weinig van geest. Het
beest heeft een lelijk klein kopje met
prikoogjes en muizeoortjes, maar daar
achter moet je komen! In het lichaam
is zoveel vlees geïnvesteerd alsof hier
sprake was van een kop met twee var
kens. En toch is alles eigenlijk heel
acceptabel gerangschikt van de goed
gevulde vetvrije karbonadesegmenten
langs de rug tot de zelfs naar mense
lijke maatstaven zeer aantrekkelijke
achterhand.
De reden dat ik dit aardige dier voor
u laat opdraven is, dat ik uw aandacht
zo snel mogelijk wil afleiden naar de
gevolgen die de Boxmeerse ontdekking
voor u en uw familie kan hebben. Im
mers, wanneer het mogelijk is door
de juiste keuze van partner een var
kenshuwelijk tot stand te brengen
waaruit het nageslacht opeens voldoet
aan alle voorwaarden die men zich ooit
aan het ideale varken heeft durven
stellen, waarom zou dat dan bij men
sen niet zo zijn? Nu moeten we het er
natuurlijk wel even over eens worden
hoe wij de ideale mens zien, maar met
het varken als voorbeeld is dat niet zo
moeilijk. Een varken moet zoveel mo
gelijk vlees produceren, een mens zo
veel mogelijk geest. Reeds nu bezitten
we genoeg geest om voor het dommere
denkwerk de computer in te schakelen.
Deze kan gemakkelijk de gegevens van
alle eventuele huwelijkspartners met
elkaar combineren en uitrekenen wel
ke combinatie de beste resultaten
geeft.
De tijd is nabij dat u, teneinde uzelf
een nageslacht van zo hoog mogelijk
hersengehalte te verzekeren, alleen
maar een geldstukje in de automatiek
van het stadhuis hoeft te werpen om te
vernemen dat het hoogste hersenge-
wicht in uw familie kan worden be
reikt door een verbintenis van uw
dochter Miesje met XPMagel35Haes,
codenaam voor de zoon van een Vuur-
landse verwarmingsinstallateur. Dat is
een eind weg, maar gelukkig wordt
Vogelenflipje uit Miesjes eigen klas
vermeld als goede tweede. Zijn kopje
staat scheef van hersengewicht en
wantrouwen. Zo iemand brengt het
ver. Koppel ze, en des te groter is de
kans, dat uw Miesje nog tijdig wordt
weggeroofd door een jongmens met
een minimum aan hersengewicht en
zo weinig nuances in het denkvermo
gen dat hij, aan Miesje denkend, al
leen denkt: „Lekker varkentje". Wat
uit zo'n verbintenis aan menselijke
varkens te voorschijnkomt, heeft geen
hersengewicht. En daarmee zal de
menselijke vooruitgang dan eindelijk
eens zijn losgekoppeld van de zwaar
tekracht.
met Wasjkansky aan de hand is geweest.
Maar als tien anderen het nu ineens ook
gaan doen, dan weten we over een half
jaar zeker of het kan of niet. Maar dat
is er dan ook de enige positieve kant van.
Bij een nier-transplantatie kun je nog
terug als het niet lukt. Maar zo'n hart,
dat is eens en voor altijd
ADVERTENTIE
11 en 12 januari, 8.15 uur
SAS BUNGE
piano-recital bij kaarslicht.
Kaarten a 3,90 bij:
Fa. Alphenaar, tel. 10125 en 's avonds
aan de zaal.
38. Verslaggever Kwiekjes had besloten een nieuw
bezoek te brengen aan Lydingus, om te zien of daar
nog nieuws te vinden was. „Het onherbergzame land
schap ligt nu onder me!" meldde hij in zijn mikrofoon,
„Kale stenen en vele kloven, afgewisseld door struik
gewas en een enkele boom.Geen teken van leven.
Wat is er geworden van.Wacht eens! Daar!" Hij
keek geschokt naar een berg gruis, waarin Panda en
Pietro Explori tot hun middel stonden. „Wat is daar
gebeurd?" vroeg hij zich bezorgd af. „Een bodemver
schuiving? Steenslag? Een onbekende ramp? We zul
len een nader onderzoek instellen!"
Zo sprekende liet hij zijn helikopter tot vlak boven
de gruishoop zakken. Dat was echter niet zo prettig
voor de ontdekkingsreiziger en zijn assistent
want de grote schroef van het vliegtuigje veroorzaak
te een sterke luchtverplaatsing, die het gruis deed
opwervelen. „Haaaaadeed Panda, die kriebel in
zijn neus kreeg. „Haaariep de heer Explori, ook
last van het stof krijgend. En daarop barstten ze bei
den in een zware niesbui uit.
OH, DAfiiR KOMT EEN
windhoos'
IK HOOP DAT ONS VWE6END TAPIJT
ZICH NIÉT OMDRAAIT/
OH, 6EWKKI6 ZIJN
RECHT 6EK0A/IEN.'
we STORTEN NEER!
HOPEUJK IAW0EN W6
MieTOP DE GRAPPIGE
PUNTEN DAAR'
C'PIB
CtU'HUIUj
J> 2S49-6
flKSAFOBROYApnësVAN
MUM NEGEN V0L6ENDE
BOEKEN ALS DAVY DATTEGEN
GEEN 2ORG, RAM.
IK BEN BN IE.
WE GAAN HET OUDE IA/RAK IN
DIT ONDIEPE WATER BEKIJKEN,
MEISJES. MAAR DENK EROM :BUJP
DICHT BIJ JE PARTNER.
WJILLIM
IEDERE DUIK BREN6T GEVAREN MET ZICH.
DEZE BERGT ALS EXTRA RISICO DE WRAAK6E
DACHTEN VAN EEN VERSMADE VROUW
1029. KARO EN TUTU begrepen niet,
hoe Bram ooit aan Dienaar Dzjinn duide
lijk iwlde maken, hoe de Kokanje er vroe
ger had uitgezien. Toch was het plan van
Bram zeer eenvoudig
„We varen met dit Vikingschip naar
I de werf waar indertijd de Kokanje ge
bouwd werd", legde hij uit. „Daar heb
ben ze vast en zeker de oorspronkelijke
tekeningen nog én de foto's van de Ko
kanje bij d eproefvaart. Als Dzjinn die
heeft gezien kan hij gemakkelijk de Ko
kanje in de oude staat terugbrengen"
„Geweldig", riepen Karo en Tutu tege
lijkertijd.
In het kantoor van de scheepswerf haal
de een paar dagen later toevallig een te
kenaar de tekeningen van de Kokanje te
voorschijn om ze aan de baas te laten
zien
Wat denkt u? Zullen we deze voor de
ontwerpen-tentoanstelling insturen? Het
was een van de beste schepen, die we ooit
hebben gebouwd".
Antwoord kon de baas niet meer ge-