Puzzel van de week
r
n
i
PANDA EN DE POLYDINGUS
v-n
POLLE, PELLI EN PINGO
Htv?
§3
qkfjfKt/.
^migestipt
Ons vervolgverhaal
Verzending zeepost
Minister besprak
omroep voor
Amsterdam
Utrecht mag deel
van singels dempen
13
Êr
VRIJDAG 12 JANUARI 1968
r.-W
-
DE UILENBOOM
Kees Stip
ik6a em.
pi, a T KNK un< MRC°! o/e
ïf\ vMïM.
39)
Ik begon de merous
te kennen, ware monsters om te zien,
maar die niemand ooit enig kwaad
deden, en de kleine inktvissen, die de
intelligentste wezens daar beneden
bleken te zijn en die, zodra zij mij
zagen, van kleur veranderden als ka
meleons en verdwenen in hun achter
grond. Hoe beter ik deze wereld be
gon te kennen hoe meer de droom
zich leek te verplaatsen naar het
schip. Het was alsof het leven onder
water steeds werkelijker werd en het
leven aan boord onwerkelijk. Soms,
des nachts, wanneer zij de tafel in
het vooronder lieten dansen en plech
tig de obscene nonsens neerschreven
die hun uit de geestenwereld werd
gedicteerd, sloeg ik hen gade met een
gevoel alsof dit de droom was, en niet
de miljoenen jaren oude wereld waar
wij boven dreven. Ik wist dat het
duiken een sdort verdovingsmiddel
was, waaraan ik verslaafd zou raken.
Ik kon niet zeggen dat ik niet van
tevoren gewaarschuwd was, maar het
leek een onschuldig verdovingsmid
del.
Wat mij het meest opviel in de we
reld onder water was haar schijnbare
zachtmoedigheid. De enige angstwek
kende dingen onder de zee waren of
door de mens gemaakt, of de mens
zelf. In de buurt van het eiland Port
Cros, toen ik boven een toverachtige
zomertuin zweefde, vol gouden visjes
en blauwe en roze bloemen, zag ik
iets wits, dook ernaar en zag dat het
een rant was met een vetgedrukte
kop over de burgeroorlog in Grieken
land. Een paar dagen later ontwaar
de ik een verwrongen, griezelig ding
van stalen buizen en gescheurde alu
minium platen, een vreemd beest met
een gebroken rug en afgerukte vleu
gels: het wrak van een vliegtuig. In
de cockpit, onder een koepel van
plexiglas, zag ik iets wits. dat af
grijselijk was nog voor ik het her
kend had. Het was een skelet met
een leren muts op de schedel. Maar
dit waren uitzonderingen, vreemde
fenomenen die in dat landschap lagen
als meteoren uit een andere wereld.
Soms, wanneer ik het rustige leven
daar beneden en zijn bevallige on
schuld lag te observeren, schoot een
oranje monster omlaag naar een gra
zende vis of een octopus die met
kleuren speelde, en dan hoorde ik de
scherpe klik van een geweer en de
harpoen doorboorde het vlees en een
gruwelijk gevecht begon, als het do
delijk verschrikte dier worstelend
omhoog werd getrokken naar zijn
dood met de dunne rook van zijn
bloed in een golvende lijn achter
zich.
Op die ogenblikken haatte ik de
jagers en ik begon te begrijpen waar
om ik die avond met de stuurman ge
vochten had. Het was niet om het
Chinese meisje geweest, noch om iets
wat met de mensenwereld te maken
had. Het was geweest om de eerste
rog en de eerste rog en de eerste
inktvis en de bossen gapende vissen,
die glinsterend in de duisternis ach
ter de piano hadden liggen stuiptrek
ken. De stuurman bood mij dagelijks
aan het duikapparaat te gaan probe
en een wandeling te maken op de
bodem van de zee, maar ik had er
nog geen zin in. Tot dusverre had
ik daar beneden nog niets gezien
wat mij de wens had gegeven mijn
vogelbestaan te verwisselen voor dat
van een voetganger.
Wij bleven een paar weken lang
tussen de kleine eilanden rondschar
relen, zonder iets te vinden dat de
expeditie economisch rechtvaardigde.
De stuurman doorzocht nog drie
wrakken, die ik niet zien kon omdat
ze te diep lagen. De zee was zo licht
als de dag tot op een diepte van
twintig meter. Daar begon het blauw,
dat op vijftig meter diepte gevolgd
werd door het violet; op tachtig me
ter was het aardedonker. De wrak
ken lagen in het violet; alles wat ik
zien kon, van één van hen, waren
twee masttoppen die uit het blauw
staken; van de andere zag ik niets.
Maar ik zag de stuurman telkens
duiken, 't Oranje wezentje daalde
langzaam neer als een vallend herfst
blad in de mist, een dunne lijn met
zich meetrekkend, waaraan op iedere
vijf meter een lap bevestigd was.
Wanneer hij dieper dook dan dertig
meter moest hij langzaam weer naar
boven komen om het grootste gevaar
voor de duikers te vermijden: de
caisson-ziekte. Bernard legde mij uit
wat de caisson-ziekte was.
Voor zover ik het begreep, werd
de stikstof in de lucht onder normale
omstandigheden niet in het bloed op
genomen maar weer uitgeademd; zo
dra de atmosferische druk zwaarder
werd, was dit wel het geval. Wanneer
nu de druk te snel werd weggeo-
men, veranderde de stikstof in gas in
het bloed en het gevolg was, dat de
bloedvaten gevuld raakten met klei
ne gasbelletjes. Wanneer deze belle
tjes het hart of de hersens bereikten,
konden waanzin, verlamming, be
roerte en blindheid het gevolg zijn.
Daarom moest een duiker, wanneer
hij eenmaal het violet had bereikt,
zorgvuldig de periodes van wachten
tijdens zijn opstijging in acht nemen.
Op iedere vijf meter moest hij blij
ven hangen gedurende een waehtpe-
riode die kleiner werd naarmate hij
dichter bij de oppervlakte kwam, om
de stikstof in zijn bloed gelegenheid
te geven zijn lichaam te verlaten zon
der in gas veranderd te zijn.
Het was een luguber gezicht om
de stuurman uit de mist te zien op
stijgen. Hij bleef bij de eerste lap
hangen met zijn hand aan de lijn en
zweefde op die plaats als een havik,
waarbij zijn zwemvliezen langzaam
bewogen. De vergelijking met een
havik drong zich op omdat de wereld
onder water volkomen verlaten werd
zodra hij verscheen. Alleen de klein
ste visjes bleven naar hem kijken.
Nauwelijks had hij de oppervlakte
bereikt, na nog een paar wachtperio-
den, of het leven kwam terug. De
zwaarmoedige rog kwam terug ge
klapwiekt uit de schemering; de me-
rou vervolgde dribbelend haar weg
als een oude vrouw, die doorging
met winkelen, de zachtmoedige kal
veren begonnen weer te grazen op
de weide, de inktvissen hervatten
hun elfachtige dans en speelden
weer met kleuren zodra zij mij za
gen. Het feit dat de dieren weer te
voorschijn kwamen zodra het oranje
wezen weg was, gaf mij een grote
voldoening, want het scheen te be
wijzen dat zij niet bang voor mij
waren.
(Wordt vervolgd)
1
2
3
4
5
11
13
14
15
18
19
20
23
24
|m 25
26
29
30
31
32
36
37
38
42
43
44
51
52
53 j
57
58
62
S3
64
69
70
71
74
75
78
10
12
16
121
128
34
35
PUZZEL nr. 2
Horizontaal: 1. meisjesnaam; 6. knoeierig
werken; 11. bijbelse naam; 12. danskoor;
13. rondhout; 15. drinkgerei; 16. kleur,
verfstof; 17. uitroep; 18. zangstem; 20.
voegwoord; 21. bijwoord; 22. zangstem; 23
bekende motorraces; 25. lidwoord; 27 geo-
gr. aanduiding; 28. titel; 29. gewapende
ruiter; 32. sportartikel; 34. staat der V.S.;
36. speelwerktuig; 37. klein pers.; 39. bij
woord; 40. inhoudsm.; 41. kaartenverz.;
42. nieuw; 45. voortzetsel; 46. tot en met
(afk.); 48. rivier in Nederland; 51. her
kauwer; 53. boom; 55. plaats in Friesland;
57. soort schip; 58. laatstleden; 59. tand
arm zoogdier; 61. Frans onb. voornaamw.;
62. plaats o.d. Veluwe; 64. vogel; 65. eer
waarde heer (Lat. afk.); 67. stapel; 69.
laatstleden: 70. Noordse vuurgod; 72.
strook; 73. heilige; 75. lidwoord; 76. Frans
lidwoord; 78. wandtapijt; 79. keer.
Verticaal: 1. uitheems rund; 2. duur van
eb en vloed; 3. dunne; 4. herkauwer; 5.
muurholte; 6. voor; 7. kwajongen; 8.
melkklier; 9. selenium (afk.); 10. deel
v. e. atoom; 14. water in Brabant; 17.
reeds; 19. schrede; 22. rijstbrandewijn;
24. kindergroet; 26. verlaagde toon; 27.
onzes inziens (afk.); 28. de dato (afk.) 30.
Chinese maat; 31. op dit moment; 33.
soort rijtuig; 34. titel; 35. uitroep; 38. toi
letartikel; 39. Europeaan; 42. lichtgeraakt,
korzelig: 43. stofmaat; 44. vruchtbare
plaats; 45. voormalige Ned. verzetsorgani
satie; 47. gewicht; 48. ontstekingskoord;
49. dubbel-klank; 50. vrijgevig; 52. ver
voermaatschappij; 53. stofmaat; 54. fami
lielid; 56. ambthalve (Lat. afk.); 58. hof
bediende; 60. meisjesnaam; 63. inhouds
maat; 64. fris, koud; 66. Europeaan; 68.
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet
zijn bezorgd, staan achter de naam van
het schip.
Argentinië: ms „Amstelland" (18-1);
Australië: ms „Kloosterkerk" (16-1); Bra
zilië ms „Amstelland" (18-1); Canada:
ms „Beaveroak" (18-1); Chili: ms „Archi
medes" (17-1); Indonesië: ms „Polydorus"
(17-1); Ned. Antillen: ms „Neptunus" (17-
1); Suriname: ms „Oranje Nassau" (18-1);
Verenigde Staten ms „Atlantic Star" (19-
1) en Z-Afrika (Rep.) m.i.v. Z.-W.-Afrika:
ms „Alcor" (18-1).
Inlichtingen betreffende de verzendings
data van postpakketten geven de post
kantoren.
COP. MAM ÉN TOONDER
5-96
43. Sloer Sluipstra wierp zijn handgranaat, en die
kwam midden tussen de Polydingus, Panda en de
Meester-Ontdekkingsreiziger terecht. „Heel interes
sant!" sprak de laatste. „Dus ajs je lacht, scheurt alles
open. Een buitengewoon effect!" „Pas op!" riep Panda
schrikkend. „Een granaat! Dat geeft een nog véél
naarder effect! H-hij kan ploffen!" De reiziger wierp
een misprijzende blik op Panda, pakte het voorwerp
op en gooide het kalm over zijn schouder terug. „Ik
verzoek je vriendelijk om voortaan niet zo onrustig
meer te doen, als ik bezig ben met een wetenschappe
lijk onderzoek!" sprak hij vermanend. „Het stoort me
in mijn concentratie!" M-maar dat was een gevaarlijk
ding!" wierp Panda tegen. „Het had ons wel pijn kun
nen doen!" Daar kon Sloer van meepraten. Want op het
moment dat de teruggeworpen granaat hem bereikte,
ontplofte het voorwerp
MET DIE BROEK KANJ IE JE NIET MEER IN 6000
6EietSCHAP
EN EEN K4KTUSNAALD V ALS JE JE BROEK
ALS STOPNAALD rA VLU6 BLANK SCHUURT!
ZIE JE HET STUK AL
NIET MEER
ARME ZEEROB, WAAROM BEN JE NIET OM DE
KAKTUS HEEN 6ESPRON6EN
WE KUNNEN HET
TAPIJT NU ALS
VERSTELLAPJÉ
668RUIKEM
M VERTONEN
S
©PU
[„mien.
zfro-L
40
146 47
54
Ï59
72
155 56
165
48 49 50
167 68
76
173
79
spil; 71. zijrivier v. d. Donau; 72. onbe
houwen; 74. rivier in Siberië; 77. vogel-
produkt.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen uiterlijk woensdag a.s. in ons bezit
te zijn.
Oplossing
puzzel nr.
1:
M
A
K
K E
R
B
0 R
D
E
R
B
K
A
M E
R
B
R 0
E
R
L
E
B
A
K E
R
R
0 E
R
A
L
B
E
0
R E
K
0
R E
G
A
L
B
0
Z
E
E
K
R
0
A
L
G
E
Z
E
B
0
E
K
R
G
E
T
A
L
B
E
Z
0
E/K
A
B
E
L/E
G
A
A
T
B
0
N
V
I
N
G
E/R
E
N
T
E/I
L
A
N
D
G
R
E
I
N
L
E
D
A
L
E
N
E
N
I
G
L
E
M
E
L
A
D
E
N
E
G
D E
L
M
0 E
D
A
L
E
N
L
E E
D
L
0 M
E
L
A
N
D
E
L E
N
M
0 L
E
N
A
Z
E
L
D E
N
M
E L
D
E
N
De
namen der prijswinnaars
vindt
u
ADVERTENTIE
Hotel
Restaurant
Taveerne
vanouds
Een van onze specialiteiten
FONDUE BOURGUIGNONNE
een gezellig pruttelende maaltijd in
Oud-Hollandse omgeving.
FORELLENBASSIN in het Restaurant
Hoofdstraat 204, Santpoort - Tel. 02560 - 8623
(Van een onzer verslaggevers)
AMSTERDAM. De minister van Cul
tuur, Recreatie en Maatschappelijk werk,
mej. dr. Klompé heeft met de Amster
damse wethouder van Kunst, de heer
Polak en de wethouder van onderwijs, de
heer Koets in Den Haag een gesprek ge
had over een radio- en televisie-omroep
voor Amsterdam en omgeving. Bij dit in
formatieve gesprek waren ook het hoofd
van de voorlichtingsdienst van de ge
meente, de heer J. Mastenbroek en de
directeur van de Amsterdamse toneel
school, de heer J. Kassis aanwezig. De
heer Mastenbroek typeerde de gedachten-
wisseling als „positief".
Hij zei dat een Amsterdamse omroep
technisch, financieel en programmatisch
mogelijk is en dat de wenselijkheid ervan
bestaat. De heer Mastenbroek herinnerde
eraan dat ook in andere delen van ons
land regionale omroepen bestaan. Voor
een omroep in de hoofdstad zag hij wet
telijk ruimte. Hij gaf als mogelijkheid dat
de. omroep eventueel op commerciële
basis zou kunnen worden opgezet, maar
zëi rekening te willen houden met het feit
dat hiertegen bezwaar zou kunnen be
staan.
Onlangs is door Amsterdam een com
missie ingesteld om de mogelijkheden van
een regionale omroep te bestuderen. De
delegatie heeft beloofd de minister over
de resultaten van het onderzoek van de
commissie op de hoogte te houden.
ADVERTENTIE
Welke plaats ter wereld, lieve
vrienden, is heerlijker om u als geze
ten burger neer te zetten dan Zeist?
Nee, nu moet u niet antwoorden
Wassenaar, Haren of Nieuwe Pekela,
want dit is een retorische vraag waar
op u verondersteld wordt ademloos te
beamen dat er geen heerlijker plaats
is dan deze parel van de Stichtse Lust.
waranda. Wanneer u daar woont is
het trouwens prettiger alles ademloos
te beamen, onder andere ook dat het
nu maar eens uit moet zijn met het
gepraat over dat woonwagenkamp,
het verborgen gezwel dat jarenlang
zo meesterlijk door de autoriteiten
verborgen is gehouden totdat die bru
tale televisie er zijn gluurdersoog op
richtte. In zo'n kamp woont van aller
hande volk waarin het zwerversbloed
rondspookt, volk dat door een onge
neeslijke onrust wordt voortgedreven
van horizon tot horizon, zonder te be
seffen dat er achter die horizon niets
anders ligt dan Driebergen, Amers
foort of Utrecht, alle drie aardige
plaatsen, maar geen Zeist.
Het geruststellende is nu dat de
hoogmogende heren die Zeist bestieren
dit lustoord in een volmaakte staat
van achttiende eeuwse rust hebben
weten te houden, van het fraaie slot
en de Broedergemeente tot de zo goed
verborgen schandvlek op de samenle
ving toe die dit woonwagenkamp zou
worden wanneer het kans kreeg zich
uit te breiden. Die kans is gelukkig ge
ring. Dat blijkt wel uit de rapporten
van drie huisartsen, die de kampbe
woners onder hun patiënten hebben
en die bij deze achttiende eeuwse hy
giënische toestanden de ratten meer
kans op uitbreiding geven dan de men
sen. Die moeten zich dan maar behel
pen totdat de gemeente klaar is voor
het bouwen van een nieuw regionaal
modelkamp, compleet met kerk en
school. De vraag is of ze het waard
zijn. want er wordt nu al geroepen:
„Wij willen geen kerk en geen school,
wij willen een w.c. en een bad".
Ach, lieve Zeistenaren, laten we op
de toekomst blijven vertrouwen, zoals
de Zeister burgemeester dat al zeven
jaar lang heeft gedaan. In april hoopt
hij er zijn pensioen bij te halen. Voor
zijn opvolger is te hopen dat zijn
voorbereidende arbeid de geloenste
vruchten zal afwerpen. Want wij mo
gen er niet aan denken dat de rat
ten op een dag door de wirwar van
elektrische draden die het kamp nu
zo veilig isoleren zullen heenbreken en
de epidemieën, waarmee die dok
ters altijd zo gauw dreigen, over de
Utrechtse heuvelrug zullen uitstorten.
In dat geval konden de woonwagen
bewoners wel eens het meest resistent
blijken te zijn. Ze hoeven dan niet
in hun woonwagens te blijven: een
heel villadorp staat tot hun beschik
king. Maar de eeuwige zwerflust zal
hen niet loslaten. Ze zullen het Zeister
slot zelf op wielen zetten en het stad-
.ttuis».eraphter,.en Figi, en.de Hermita
ge, want die er gelukkig ook nog. In
een lange stoet zullen ze door de
dorpsstraat trekken, de horizon tege
moet en aan de staart zal Hoog Beek
en Royen aansluiten, het zindelijkste
stuk sanitair dat zich ooit op wielen
over een weg heeft voortbewogen.
UTRECHT. De minister van Cultuur
Recreatie en Maatschappelijk Werk is
bereid medewerking te verlenen aan de
plannen van de gemeente Utrecht tot het
dempen van de Stadsbuitengracht van de
Bemuurde Weerd in het noorden van de
stad tot aan een punt dat niet verder mag
liggen dan de Catharijnesingel tot even
voorbij de hoofdgebouwen van de spoor
wegen.
Utrecht had indertijd vergunning ge
vraagd voor het dempen van een langer
singelgedeelte.
De voorganger van minister Klompé,
mr. Vrolijk, weigerde in juni 1965 de
gemeente Utrecht vergunning te geven
tot het dempen van de noordelijke en
westelijke stadsbuitengracht.
DAVY
é/iu/T? A SPANT.HU VALT'.!
de romp'
RoePAis
HULPNOOIÖ
Alll$/li.UAIIl5
1034. Onrustig had Tutu zich al in zijn
slaap bewogen, toen hij de stem van
Dzjinn hoorde. Het klateren van de regen
bui maakte hem helemaal wakker.
Nieuwsgierig als hij was ging hij eens
polshoogte nemen en daar zag hij
zijn evenbeeld op de hand van een vol
strekt onbekende man.
„Bedrrnegers"zei Tutu meteen, maar
Dienaar Dzjinn was daar niet zo zeker
van.
„Bedrrrieger"zei de man met de hand
pop gauw en nu wist Dzjinn het hele
maal niet meer. Plotseling had hij twee
meesters en het viel hem moeilijk om
uit te maken wie de echte was.
„Pak ze", zei Tutu.
„Niet doen", zei de pop.
„Grrrijp ze", zei Tutu.
„Grrrrijp 'm". zei de pop.
Dienaar Dzjinn duizelde ervan en deed
niets.