Prins Norodom Sihanoek van Cambodja in lastig parket Indochinees land oase van vrede in Zuidoost-Azië -BOEKENKEUR— Vooroorlogse Simenons spelen zich af in noord-Nederland Mijn schildpad heeft zoveel last van kete HAAR JOURNAAL Tas met alarmpistool San balm Bijzonder onderwijs in Soerendonk verdwijnt Merkwaardige vragen aan Artis Een modebeeld'' in Amsterdam Grootste expositie van „Avicultura Zaandijk wil geld lenen bij burgerij n VRIJDAG 12 JANUARI 1968 9 s o JA Izihd Steeds oorlog, Guerrilla Zonneschijn-garantie op Waddeneilanden Waanzin Noodlot T ragiek T egenstelling Bert Japin miËË Pipo in jury van „Kind en Dier' RUWE HANDENl HANDCREME uw handen vragen erom i (Van een speciale medewerker) PNOM PENH. Het Cambodjaan- »e staatshoofd, prins Norodom Siha noek, heeft een paar dagen geleden nog eens verklaard dat hij onmiddel lijk zjjn leger zal alarmeren en naar beide kanten protestnota's zal ver zenden als het tot een treffen tussen Amerikaanse troepen en Vietcong- guerrilla's op het grondgebied van Cambodja mocht komen. Met alle middelen die het ter beschikking staan zal het land zich bovendien ver zetten tegen een achtervolging van Vietcongstrijders door Amerikanen op het grondgebied van Cambodja. CHINA w BIRMA NOORO- V1ETNAM 01 oearr - "abong (^Yinh spong KOi O IsjiongMoi CAMB PN0M- PEN ■ETNAM; SAIGÖNi^H Sihonoukutt Kota Boroe rGeorgeto* Koeola irenoaano MALEI5E EED LUtMPUEK O Amerrftoonsr bant 0 km 400 Cambodja verkeert in een lastig par ket. Het land dat zich economisch heeft kunnen ontwikkelen zonder grote buiten landse hulp, is nu in het door oorlogen en onlusten verscheurde Zuidoost-Azië een oase van vrede. De Cambodjaanse hoofd stad, Pnom Penh, behoort tot de schoon ste en ook de best georganiseerde steden van Zuidoost-Azië. In het land bestaat een grote mate van veiligheid. Men kan zonder gevaar zelfs 's nachts over de wegen buiten de steden rijden. Omdat er voldoende rijst wordt geprodu ceerd zijn er ook geen voedingsproble men. In tegenstelling tot de meeste an dere Zuidoostazische landen heeft Cambodja ook bedankt voor massale Amerikaanse economische hulp, om te verhinderen dat sociale spanningen de in terne vrede in het land zouden kunnen verstoren. Prins Norodom Sihanoek handhaaft een strikte neutraliteit. Dit betekent dat hij vriendschappelijke betrekkingen onder houdt met alle landen die een vriende lijke houding tegenover Cambodja aanne men. In 1965 verbrak hij de diplomatie ke betrekkingen met de Verenigde Staten omdat zij zich in de binnenlandse aan gelegenheden van Cambodja zouden wil len mengen en zelfs de regering ten val zouden willen brengen. De Russische leiders vielen echter ook in ongenade namelijk toen zij eind 1965 een staatsbezoek van het Cambodiaanse staatshoofd aan Moskou, kort voordat het zou plaatshebben, afzegden. In september van het afgelopen jaar dreigde prins No rodom Sihanoek zijn vertegenwoordigers in Peking terug te roepen, nadat het tot demonstraties voor de Cambodjaanse am bassade in de Chinese hoofdstad was ge komen. De Chinese premier, Tsjoe En- Lai, zag zich genoodzaakt een persoon lijk telegram te zenden aan de Cambod jaanse vorst, waarin hij verklaarde dat zijn regering alles zou doen om de be langen van Cambodja te beschermen. Cambodja, dat in zijn geschiedenis steeds weer oorlog heeft moeten voeren met de nu van Amerika afhan kelijke buurlanden Thailand en Zuid- Vietnam, meent dat het handhaven van vriendschappelijke betrekkingen met China het voortbestaan van het land als zelfstandige staat kan verzekeren. Dit verhindert prins Norodom Sihanoek niet de communisten in eigen land te be strijden. De communisten hebben in dit land nauwelijks invloed. Sinds de Geneef- se overeenkomst van 1954 heeft prins No rodom Sihanoek steeds getracht van de grote mogendheden garanties te verkrij gen voor de onschendbaarheid van Cam- bodja's grenzen en voor zijn politiek van neutraliteit. Van de twintig landen, die in Pnom Penh diplomatiek zijn vertegen woordigd, hebben tot dusver echter slechts Groot-Brittannië, Australië en Ja pan de Cambodjaanse grenzen officieel erkend. Prins Norodom Sihanoek is blijkbaar bij zijn nieuwe pogingen om contact op te nemen met de Verenigde Staten flink teleurgesteld. Amerikaanse journalisten, die ter gelegenheid van het bezoek dat mevrouw Kennedy onlangs aan Pnom Prins Norodom Sihanoek van Cambodja. Penh bracht naar Cambodja waren ge komen, beweerden in het grensgebied met Zuid-Vietnam een kamp van de Vietcong ontdekt te hebben. De Cambodjaanse regering heeft dit bericht een verzinsel genoemd. Er be staat intussen nauwelijks twijfel aan dat de oorlog heen en terug spoelt over de grens van Cambodja en de Vietcong uit Cambodja ook proviand ontvangt, het geen de Cambodjaanse regering zelfs als zij er van op de hoogte is niet zal kunnen verhinderen. Prins Norodom Sihanoek is erin ge slaagd zijn land buiten de oorlog te hou den. De grens van Cambodja met Zuid- Vietnam is echter meer dan achthonderd kilometer lang. Aan Cambodjaanse zijde wordt die grens bewaakt door politie en militie. Als de Amerikanen de strijd tot in Cambodja menen te moeten uitbreiden om de Vietcong een toevluchtsoord te ontnemen, dan zullen zij waarschijnlijk ook tegen de Cambodjanen een guerrilla oorlog moeten voeren. (Van onze correspondent) SOERENDONK. Het roomskatholiek bijzonder onderwijs in het kerkdorpje Soerendonk, gemeente Maarheeze, gaat wellicht verdwijnen. De rooms-katholieke kinderen gaan na de zomervakantie naar de nieuwe openbare lagere school in het kerkdorpje. Het hoofd van de r.k. lagere school heeft bij de nieuwe school naar dezelfde functie gesolliciteerd. De r.k. school heeft niet langer de gunst van de parochianen kunnen krijgen. In 1952 al waren er plannen voor een nieuw gebouw. Toen deze door het schoolbe stuur, met aan het hoofd een pastoor, in 1964 nog niet waren gerealiseerd besloot de gemeenteraad van Maarheeze een neu trale school te bouwen. Soerendonk heeft zijn r.k. kleuterschool verruild voor een openbare. In het nieuwe schooljaar krijgt de r.k. lagere school, welke uit 1874 dateert, wel licht te weinig leerlingen, waardoor zij moet worden opgeheven. SCHIERMONNIKOOG. De Wadden federatie, bestaande uit de VW's van Texel, Terschelling, Ameland en Schier monnikoog, gaat in samenwerking met een aantal hotel- en pensionhouders op deze eilanden een „zonneschijngarantie" geven voor de periode van 1 mei tot en met 15 juni. Gasten, die in deze periode voor vijf dagen of langer bespreken in deelnemen de hotels of pensions, krijgen een zonne- schijngarantiekaart, waarop het aantal zonuren staat vermeld waarop de gast aanspraak zal kunnen maken. Wordt dit aantal niet bereikt, dan zullen de bedrij ven een korting op de rekening geven van vijf tot tien percent. Het aantal zonuren zal worden afgele zen op een zonneschijnmeter. GEORGES SIMENON dankt een Mai- gret-monumentje in Delfzijl aan het feit dat een van zijn eerste boeken, geschre ven terwijl hij met zijn boot de noorde lijke wateren doorkruiste, speelt in deze Groningse havenplaats. Het Is voor Simenon bij dit ene Gro ningse motief niet gebleven: het begin van „L'homme qui regardait passer les trains" speelt zich af in de stad Groningen en de hele handeling is geconcentreerd rond de figuur van de Groninger procuratie houder Kees Popinga (in de uitgevers- tekst op de achterkaft van de Nederland se Zwarte-Beertjeseditie, De man die de treinen voorbij zag gaan, abusievelijk voorgesteld als een „Friese" Poppinga, met twee p's). De Simenon-fans, die onder andere al tijd weer worden bekoord door de at mosfeerschildering in met name de Mai- gret-verhalen, zullen de hand van de meester onmiddellijk herkennen in de enkele rake streken waarmee Simenon zo'n kleinsteeds Nederlands milieu weet neer te zetten: de mensen, de sfeer ze worden getypeerd met een bijna ach teloze vanzelfsprekendheid en toch zo in dringend dat je ze als Nederlander met een herkent en getroffen wordt door zo- AMSTERDAM. Het wonderlijkste „geschenk" dat Artis in het afgelopen jaar kreeg aangeboden was een luci fersdoosje met vijf rattekeutels en de vraag: „Van welk dier zijn die?" De toeloop naar het Artis-loket was weer groot. Gemiddeld tien dieren werden er per dag door particulieren afgele verd. Het waren niet alleen Amster dammers, maar ook mensen die van ver buiten de hoofdstad kwamen, zelfs uit het buitenland toe. Van de 3675 dieren waren de vogels in de meer derheid met 1583 exemplaren. Daarna volgden zoogdieren met 946, de vissen met 440 en de reptielen met 387 exem plaren. Verreweg het grootste deel kon onder de „gewone" dieren worden ge rangschikt, zoals duiven, guinese big getjes, muizen, parkieten, meeuwen, merels, spreeuwen, eenden en mussen. Maar er waren toch ook veel uitschie ters bij. Vooral het aantal apen (38) en schildpadden (317), welke tegenwoor dig bijzonder in de belangstelling staan, was groter dan ooit tevoren. Ook ont ving Artis een zwarte zwaan, een in Australië levende soort, welke in het centrum van Amsterdam tegen de tramleiding was gevlogen. Uit de bij Artis afgegeven dieren kan men ook enigszins afleiden of het bepaalde soorten inheemse dieren in het wild al dan niet voor de wind gaat. Zo is de stand van de ringslangen rond Amsterdam langzamerhand precair geworden. In 1967 werden nog slechts twee van deze reptielen naar Artis ge bracht. In vergelijking met voorgaande jaren betekent dit aantal een diepte punt. Vooral de bebouwing ronde de hoofdstad is deze dieren, die overigens ook in grote delen van Europa alge meen voorkomen, fataal geworden, meent men in Artis. Ook het aantal egels was met 14 stuks in 1967 minder dan ooit tevoren. De Artis-adviesafdeling kreeg in 1967 weer heel wat vragen te beantwoorden van de meest uiteenlopende aard, over voeding en verzorging van allerlei die ren. „Kan ik bij u een wandluis zien?" vond men bij Artis een van de boeiend ste vragen. Bij de merkwaardige vra gen was er één van een dame die wilde weten of er een remedie bestond „te gen de sexuele uitspattingen van haar Amazonepapegaai". Een acteur, die in een toneelstuk een kip moest uitbeelden kwam in Ar tis zijn licht opsteken over de gedra gingen van deze dieren. Een heer vroeg: „Ik wil slangenbezweerder wor den, maar hoe kan ik aan een afge richte slang komen van ongeveer twee meter lengte zonder giftanden?" Vragen van kinderen waren vaak aandoenlijk. Zo schreef een meisjes: „Ik heb een mannetjeseend. Als ik er geen vrouwtje bij krijg moet hij weg gegeven worden aan iemand anders en je weet nooit of die iemand anders nogal veel van gebraden eend houdt. Krijg ik van u een vrouwtjeseend?" Een ander meisje: „Vroeger hadden we een schildpad, die is doogegaan aan een pukkel, nu heb ik een andere. Wat moet die eten?" Een weer ander meisje: „Vindt mijn marmotje aaien leuk? Hij piept als een scharnier". Een jongen vroeg: „Ik heb een moerasschildpad, die heeft zo'n last van ketelsteen". En tot slot een meisje: „Mijn moeder wil graag een aapje hebben want mijn vader lijkt erop". Georges Simonon: De man die de treinen voorbij zag gaan Georges Simenon: De schipbreukelingen Erskine Caldwell: Het huis van Jenny Uitgaven van A. W. Bruma Zn., in de reeks „De Zwarte Beertjes". veel observatievermogen bij een buiten lander, die er toch maar vrij vluchtig mee geconfronteerd is geweest. HET is overigens niet het voornaamste aspect van dit boek. De geschiedenis van Kees Popinga is het verhaal van een net te burgerman, die, onder de druk van ingrijpende veranderingen in zijn leven, plotseling vervalt tot een misschien al langer latent aanwezige vorm van waanzin. Als Popinga van zijn directeur, een re der, verneemt dat de zaak failliet en al het spaargeld dat hijzelf erin gestoken heeft, naar de maan is, stort zijn wereld ineen: middenin de vooroorlogse crisispe riode zal hij niet makkelijk een andere betrekking vinden, zijn op zware hypo theek gekochte villa zal hij niet kunnen afbetalen, de sociale geborgenheid van „moeder" en de kinderen is in rook ver vlogen. Toch aanvaardt Popinga het vrij gelaten, bijna met een gevoel van bevrij ding. Het voorbeeld van zijn directeur, een man van de wereld, lokt hem: er vandoor gaan, zich aan alle verantwoor delijkheden onttrekken, eindelijk leven, ongeremd door „moeder" en de rest van zijn gezin. DE EERSTE stap op de weg die het noodlot voor hem heeft uitgestippeld, doet Popinga als hij, met vijfhonderd gul den op zak, naar Amsterdam reist om zich te ontfermen over de nu „verweesde" maitresse van zijn baas. De vrouw lacht hem uit en Popinga knijpt haar de keel dicht een handeling die hem, in de geestestoestand waarin hij verkeert, nau welijks opwindt, maar wel in moeilijk heden brengt als hij later hoort dat hij de vrouw heeft gedood. Hij wijkt uit naar Parijs, waar de politie aldra op zijn spoor wordt gezet, en hier begint zowel zijn waanzin als zijn noodlotsontwikkeling zich ten volle te manifesteren: verzeild in kringen van onderwereld en prostitu tie, spelend met gedachten die niet ver van lustmoordneigingen zijn verwijderd, probeert hij, de burgerman-amateur, voor eenmaal volgens een grootse conceptie te leven. In overspannen brieven daagt hij politie en dagbladen uit, zijn telkens verloren gaande spoor weer op te nemen; hij ziet er een sportieve strijd in, geniet van de publiciteit die hij krijgt, en ergert zich alleen over het feit dat men hem als gek en amateur behandelt, in plaats van voor hem te sidderen als voor een Landru. Langzamerhand zakt hij verder af en na een mislukte zelfmoordpoging belandt hij tenslotte in een Amsterdamse psy chiatrische inrichting, waar hij volkomen tevreden de rest van zijn dagen slijt, be vrijd van alle gevoelens van verantwoor delijkheid die hem vroeger, als braaf huisvader, hebben gedrukt. HET gebeurt maar zelden, dat een schrijver erin slaagt het relaas over een krankzinnige zo te vertellen, dat de lezer voor de hoofdfiguur meer voelt dan een vaag medelijden, of een lichte huivering: ware tragiek schuilt er immers in een dergelijk ziektegeval vrijwel nooit. Klaas Popinga heeft Simenon echter, ondanks zijn duidelijke ziekteverschijnselen, de conceptie weten te geven van de tragi sche held, die in feite schuldeloos ten onder gaat aan lang gefrustreerde verlan gens naar vrijheid en grootheid. Dat is het boeiende aspect van deze roman, waarmee Simenon onder meer ook be wijst dat de psychologische thriller en de „gewone" psychologische roman (en als zodanig moeten we de historie van Klaas Popinga wel in de eerste plaats zien) niet ver uit elkaar liggen en zelfs genres zijn die onder de pen van een vaardig schrij ver in elkaar kunnen overvloeien. Hetzelfde geldt voor Simenons roman „Les rescapés du Télémaque" (in Bruna's Zwarte Beertjes vertaald als De schip breukelingen), evenals het vorige boek uit 1938, dat wil zeggen: uit het begin van een periode waarin Simenon zich overwegend bezighield met het noodlots thema. Ook hier bouwt hij een magistrale geschiedenis rond de belevenissen van een man die, uit zijn oorspronkelijk milieu gerukt, geconfronteerd wordt met een wereld waarin hij zich niet weet te hand haven. Geen waanzinsgeschiedenis in dit geval: een vendetta tussen twee families in een Frans vissersplaatsje loopt uit in een moord, en de verdachte een ge sloten visser ondergaat zijn noodlot in het hem verwarrende en verbijsterende milieu van de jusititiële bureaucratie. DE Amerikaanse auteur Erskine Cald well is in de Zwarte-Beertjesreeks ver tegenwoordigd met zijn roman Het huis van Jenny (Jenny by Nature). De titel figuur, Jenny, is een oud-prostituee, die in een klein plaatsje in het zuiden van de Verenigde Staten een pension houdt, waar in ze ruimhartig de verschoppelingen dezer aarde opneemt. „Shorty" Good- willie, de dwergachtige circus-artiest, het door een ongelukkige liefde wat op het lichte pad geraakte oud-leraresje Betty, de door de gemeenschap niet geaccep teerde half-Indiaanse Lawana Neleigh, Jenny's boezemvriend, de integere maar wat weifelachtige rechter: het zijn alle door Caldwell met een zekere bewogen heid, hoewel onsentimenteel getekende portretten, die nogal scherp afsteken tegen de ironie waarmee hij het tegenkamp ob serveert: de schijnheilige jonge dominee, de niets-ontziende speculant die de ge meenschap in zijn macht heeft de hele kleinsteedse samenleving, die laboreert aan een gevaarlijke mentaliteit van kwa si-fatsoen en rassenwaan. Ondanks die scherpe tegenstelling be zondigt Caldwell zich niet aan een zwart- wittekening, zelfs niet als in de tweede helft van zijn verhaal de rassenhaat een belangrijk thema wordt en het zich ont laadt in een apotheose, waarin het huis van Jenny door „de tegenpartij" in brand wordt gestoken en Lawana Neleigh de dood vindt. Het gaat Caldwell namelijk niet om een tendens, maar om mensen en hun leven tegen een, ondanks alle ironisering, beklemmende achtergrond. Het zijn dan ook die portretten van mensen die, niettegenstaande hun kari katurale trekjes hier en daar, meer dan de feitelijke intrige blijven boeien in hun ontwikkeling naar en door die apotheose heen: een klein epos van een handjevol verschoppelingen in een kleinburgerlijk milieu, dat zich, met een beetje entou rageverandering, overal zou kunnen af spelen. UTRECHT. Op de koffer- en lederwarenbeurs in Utrecht is een damestas op de markt gebracht waarop een speciaal vakje voor een alarmpistool is gemaakt. De met krokodilleleer afgezette tas is spe ciaal bestemd voor dames die bang zijn lastiggevallen te worden. De beurs laat allerlei nieuwtjes zien, zoals onder meer deze leren san. daal in goud of zilver geverfd en genaamd „Cleopatra". DEN HAAG. Drie dagen zullen in de Houtrusthallen in Den Haag ongeveer 5.000 dieren tentoongesteld zijn op de na tionale expositie van de vereniging „Avi- cultura" op 12, 13 en 14 januari. De collectie dieren wordt aangevuld met exotische vogels uit een dierentuin en met slangen en hagedissen, waarvan de laatste langer dan een meter zijn. De tentoonstelling wordt de grootste, welke „Avicultura" tot nog toe heeft gehouden en waaraan ook deel nemen de Neder landse Bond van Sierduivenliefhebbers, de Bond van Dwerghoenderfokkers, de Bond van Konijnenfokkers, de vogelver eniging „Lucinia" en de Nederlandse ver eniging „Lucerta". Vrijdag 12 januari wordt 's middags een concours „Kind en Dier" gehouden. De kinderen en hun lievelingsdieren worden door een jury beoordeeld, waarvan Pipo de Clown voorzitter is. (Van onze correspondent) ZAANDIJK. In zeer veel gemeenten in het westen van het land kunnen tallo ze bestekklare en goedgekeurde bouw plannen niet worden uitgevoerd omdat het geld ervoor ontbreekt. De rijksbijdra gen zijn te gering, de uitkeringen uit het gemeentefonds zijn te schaars. Burge meester G. Oosterbaan van Zaandijk wil daarom geld lenen bij de burgerij. De Zaandijkse bevolking heeft al toe zegging gedaan voor de 100.000 welke op korte termijn nodig is. Het wachten is nog op de goedkeuring van het ministerie van Financiën, dat de vraag moet be antwoorden of een gemeente geld mag lenen bij haar ingezetenen. Zodra de toe stemming is verkregen, zal een „burger zinlening" worden uitgeschreven. Tegen een rente van 5 percent zullen schuld brieven worden uitgegeven van 5000 en 1000 welke over twintig jaar aflosbaar zijn. Zaandijk heeft het geld nodig voor de bouw van een brug, welke het centrum van net dorp zal kunnen ontlasten van zwaar verkeer. AMSTERDAM. Van 13 tot en met I 18 februari wordt in het Stedelijk I Museum in Amsterdam een tentoon- I stelling gehouden onder de titel „Een I Modebeeld". Deelnemers zijn de mode- ontwerpster Alice Edeling, de mode- ontwerpers Berry Brun en Maarten van Dreven en schoenontwerper Jan Jansen. Elk van hen heeft een zaal om nieuwe ideeën te tonen. In een grote zaal zijn uitgevoerde ontwerpen I te zien. Tijdens de expositie worden dage- lijks kleurendia's van modellen gepro- i iecteerd. De vier exposanten vormen I geen groep maar hebben wel verwan- te ideeën over de toekomst van de mode. Vooral nieuwe materialen heb- ben hun voorkeur. Van 13 januari af is de expositie voor het publiek te bezichtigen. ■■■■■■■■-nnrnnnnnmuwniuiw

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 9