w .HAAR JOURNAAL Boetiek van Liz Taylor werd geen groot succes Ocean Sprinter" haven binnengesleept PANDA EN DE POLYDINGUS POLLE, PELLI EN PINGO eet'n appel! ngestipt Q snoep verstandig: Ons vervotgverhaai Kosygin gaat naar India als we oe zee op&aan MAANDAG 2 2 JANUARI 1968 „Doe-het-zelf"-mode van Esterel 5* 5 Kees Stip r Een oorspronkelijke roman door JAN l>E MAKTOG 47) Ik begon juist te denken dat ik het er niet onaardig afbracht, dat ik er na een paar keer misschien aan ge wend zou raken, en zelf een oranje wezentje zou worden dat neerdaalde in de stille zomertuin als een vallend blad, toen ik opeens iets zag. Een enorme kreeft, met twee horens, vlakbij. Mijn hart bonsde, ik dacht dat ik het bestierf. Toen herkende ik het: het was een oude fiets. Het maakte me aan het lachen; de hoorn gaf een reeks harde, korte stoten. Toen voelde ik iets zachts en slijmerigs aan mijn been, trok het bliksemsnel in en begreep dat het modder moest zijn geweest. Ik steeg een meter te rug in de mist en zag niets meer* En toen schoof een reusachtige, stille schim voorbij. Een vis. Hij leek ont zettend groot en stond op het punt weer in de mist te verdwijnen toen ik hem een slag met zijn staart zag ge ven en rondzwenken om mij van achteren te naderen. Ik raakte in een paniek, stampte mijn voeten omlaag, trapte op de fiets en schoot naar de oppervlakte met ingehouden adem. Mijn oren begonnen weer pijn te doen en het geknetter van vuur groeide tot een geluid van splinterend hout. Ik slikte meermalen, maar ik had geen speeksel meer. Iets stak in mijn ogen en ik kon niet meer zien; ik begreep dat zeewater in mijn mas ker was gedrongen. Ik snakte naar adem, trachtte lucht in te zuigen door mijn neus, kreeg een mond vol water en verslikte mij. Toen kwam mijn hoofd boven. Ik zag de ankerket ting vlakbij, graaide er naar, greep haar op het nippertje, hees mijn schou ders boven water, trok mijn masker af. rukte mijn mondstuk uit en schreeuwde met mijn laatste adem: „Stuurman!" Hij was vlak boven mij. Zijn stem klonk kalmerend. Ik had hem niet meer gehoord sinds de oorlog. „Prima, schipper", zei hij. „Kalm aan maar. Blijf rustig hangen. Maak je niet ze nuwachtig, ze zijn bezig de boot te strijken". Ik sloot mijn ogen en voelde mij misselijk. Ik had een zure, weema kende smaak in mijn mond. De be daarde stem van de stuurman zei, boven mij: „Maak je geen zorgen. Je hebt het er prima afgebracht. Het is altijd zo de eerste keer. Ik had nooit gedacht, dat je zo diep zou gaan. Goeie ouwe schipper, je krijgt een fluitje". Ik hoorde het geplas van riemen en stemmen, toen voelde ik de koele schaduw van een boot. „Maak zijn flessen los", zei de stuurman in het Frans. Het was niet tot mij doorge drongen dat hij Hollands tegen mij gepraat had. „Pak zijn masker", zei hij. „Het is bezig van zijn hoofd te glijden". Warme handen gespten mijn halster los en het gewicht werd van mijn rug genomen. Toen zei de stem van de stuurman: „Ga je gang. schipper, klim in de boot, jongen. Je bent veilig thuis". Ik klom in de boot, rillend. Ik had het opeens erg koud. De wereld bo ven water was verblindend van licht; ik kon mijn ogen nauwelijks open houden. Ik had nog steeds die vieze smaak in mijn mond van muffe lucht en rubber. Toen ik de touwladder opklom en mijn benen over de reling sloeg, kwam de stuurman op mij toe en klopte mij op de schouder. „Neem me niet kwalijk dat ik je in die erw tensoep gesmeten heb", zei hij „maar nu heb je het ergste achter de rug. De volgende keer is het prachtig. Let maar op". Ik probeerde te lachen en zei: „Ik weet het niet hoor. Ik geloof niet, dat ik geschikt ben voor dit werk". „Doe niet zo gek", zei hij. „Je bent een geboren duiker". Toen stak hij een sigaret aan en reikte mij die. De oorlog was dichtbij gekomen. Hij klopte mij nog eens op mijn schou der en zijn hand bleef. „Het spijt me van die andere dingen", zei hij. „Het zal nou niet meer voorkomen. Nu ben je een van ons". Toen keer de hij zich om en ging naar het voor onder. Pjotr bracht mij een Pernod. Die avond op een marmeren tafel tje in een bistro schreef ik een brief aan June Simmons. Toen ik eraan begon, wist ik niet waarom ik op eens behoefte gevoeld had aan haar te schrijven; ik ontdekte de reden pas halverwege de brief. Ik vertelde haar over het duiken en de stuur man. Toen ik neerschreef wat hij ge zegd had: „Nu ben je een van ons", stopte ik en bestelde nog een glas wijn. Het was die opmerking ge weest die mij aan het schrijven had gezet. Toen de wijn kwam, nam ik een slok en schreef verder. Je zei, dat je je ergens bezorgd over maak te. Ik zou graag willen weten wat dat is. Ik doe geen domme dingen en raak niet in de put. Ik weet dat ik vrienden heb. Als steeds, je. Terwijl ik zat te kijken naar de arbeiders en hun meisjes die langs de kade slenterden, lachend en fluis terend, wist ik, dat het dwaasheid was om over de stuurman en Pjotr en de anderen te denken alsof die thuishoorden in een andere wereld, waarvan ik nu ook deel uitmaakte. Het was erg verleidelijk om mijn eerste duik met de Cousteau als een soort vuurdoop te beschouwen, maar dat was de romantiek wel een beetje ver gedreven. Ik dacht dat het een goed idee zou zijn zelf een wandeling te gaan ma- en ik slenterde langs de kade en de scheepswerven. Het viel moeilijk te geloven dat dit het zuiden van Frank rijk was. Het zag er meer uit naar Brest of Le Havre. Een dunne mist kwam uit de haven en.de straatlan taarns maakten er lichtkegels in, waardoor katten en vrijende paartjes schimden. Ik rook de zoete geur van lassen en achter een houten schut ting klonk het geborrel van vaten- carbid-oplossing. Ik was in een dood lopende steeg terechtgekomen, keer de om en ging terug naar de haven. Mijn ogen waren nu aan het donker gewend en ik zag slapende bedelaars aan de voet van de schutting liggen bedekt met kranten. (Wordt vervolgd) Wat betreft Jacques Esterel heeft u deze winter genoeg aan een „gordijnjurk". U kunt het kledingstuk steeds met andere figuren dessineren. (Van onze inoderedaktrice) PARIJS. Elizabeth Taylor doet niet aan de lijn. In Maxime's, het meest mondaine restaurant van Pa rijs waar zij gistermiddag met Mia Fonssagrives en Vicky Tiel een reeks van lentejurkjes lanceerde, zag ik haar in twintig minuten tijd een schaal vol kaassoesjes, slagroomtaart jes en patésandwiches naar binnen werken. Liz. gehuld in een zwart or ganza tzarinajurkje, was met echtge noot Richard Burton speciaal naar Pa rijs gekomen om er de opening van de door hem gefinancierde boetiek van Mia en Vicky bij te wonen. De ver bouwing van het met klimop begroei de winkeltje aan de Rue Bonaparte in Saint Germain des Prés kon echter niet op tijd klaarkomen, waardoor het Maxime's het toneel van de eerste boetiekpresentatie werd. HET WAS GEEN succes, want on danks dat de mannequins voor zeven miljoen gulden aan juwelen droegen, een middagje uitgeleend door de ju welier die de kroon voor keizerin Fa- rah maakte, werd de show een armoe dige vertoning. De zalmrose minijurk- jes van satijn waren stuk voor stuk verbazend slechte versies van May- Quantcreaties. Dat nam niet weg dat Elizabeth Tayler en Richard Burton zich kostelijk amuseerden. Ondergoedsex „Liefje, die moet je nemen", riep Burton enthousiast uit toen een zeer welgevormde mannequin in een geheel doorzichtig zwart voile jurkje, hier en daar met poëzieplaatjes beplakt, langs zijn tafeltje paradeerde. Even later was hij met Liz de enige die voor een reeks nachtjaponachtige avondjur ken applaudiseerde. Geheel in stijl bij al deze ondergoedsex was een zwart cocktailbadpak, dat van achte ren niets, maar dan ook niets bedek te. Klapstuk van de show was een witte, met plastic bloemen bezette tulen bruidscape gecombineerd met een witte maillot, door de filmster zelf ontworpen. „WEET U WAT jammer is", zei mollige Liz Taylor tegen mij na af loop van de show, „niet alle model len zijn er in mijn maat, maar geluk kig is er nog genoeg keus. En wat de boetiek betreft, die zijn Richard en ik begonnen omdat wij Mia en Vicky die wij drie jaar geleden toevallig als kleedsters in een filmstudio ontmoet- ten. zo bijzonder svmphatiek vinden. En bovendien heeft de jeugd ook wel eens recht op een kans". IN HOTEL CRILLON AAN de Place de la Concorde opende Jaques Este rel, de man die voor deze winter de maxirok lanceerde, vanmorgen het Parijse modespektakel met tien centi meter boven de knie reikende rokken. „Ik ben tot de conclusie gekomen dat een lange mode het in deze tijd niet meer doet". Esterel zal de finan ciële strop van zijn maxi-modedebacle wel te boven komen, want heel Pa rijs verraste hij vanmorgen met een bijzonder originele vondst: de doe het zelf mode. Hij lanceerde witte gevoer de jurkjes van netvitrage, waarbij de klant een doos vol met verschillende, met viltfiguren bezette, manchekno- pen krijgt. Omdat de mazen tussen de vitrage als knoopsgaten kunnen dienen kan men met één jurkje en wat fantasie er een hele zomer tel kens anders uitzien. Esterel heeft op zijn vondst inmiddels al patent ge kregen, maar dat neemt niet weg dat de confectionairs over de gehele we reld hem wel zullen imiteren. ST. JOHNS/NEW YORK (Reuter, AP). Twee Canadese treilers van de Fishe ries Products hebben zondagavond de door de bemanning verlaten Nederlandse vrachtvaarder „Ocean Sprinter" de ha ven van St. Johns op Newfoundland bin nengesleept. De kapiteins doen aanspra ken op het schip gelden. Volgens een woordvoerder van hun rederij zullen ver tegenwoordigers van de eigenaren van de „Ocean Sprinter" binnenkort in St. Johns arriveren om te onderhandelen. De vrachtvaarder liep woensdag tijdens een vliegende storm op de Atlan tische Oceaan een gat in de romp op en maakte daarna slagzij. De zee was de af gelopen week zo ruw dat het tot vrijdag duurde eer de bemanning van boord kon worden gehaald. Er waren twee gewon den bij. 51. Sloer Sluipstra liep knarsetandend van woe de heen nadat hij de Polydingus alwéér niet had kun nen vangen. Zodoende had hij niet in de gaten, dat het kleine ventje hem onschuldig volgde. Maar Panda en de Meester-Ontdekkingsreiziger zagen het wel. „Vervelend is dat nu toch.sprak de reiziger kla gend. „Nu kan ik het inboorlingetje weer niet onder vragen en onderzoeken.„Het is nog veel verve lender dat die meneer hem kwaad wil doen!" riep Panda ongerust. „Hij loopt hem gewoon achterna. Hij denkt zeker dat hij weer chocolade krijgt!" Sloer Sluip stra wilde inderdaad heel veel kwaad gaan doen. Hij had een zware kogel gegrepen en duwde die nu vast beraden in een zwaar kaliber kanon. „Ik ga hem weg vagen!" gromde hij dreigend. „Is dat voor mij?" vroeg de Polydingus op dat moment, nieuwsgierig over zijn schouder meekijkend. „Tjonge, mag ik dat allemaal hebben /ZANbWUm is EEN MOOI 6 NAAM.' VERANDEREN WE HET IN WATERWURM.' SOED, DAN DOPEN ia/ehetzandwurm -MET KOKOSMELK! MAAR HOE ZULLEN WE HET NOEMEN WORDT EEN REUSACHTI6 WOESTIJNSCHIP' MET WIELTJES EN ALLES' Ook de zestien opvarenden zijn, thans in St. Johns. Zij werden aan land gezet door de Amerikaanse kustwachtkotter „Absecon". Nadat de opvarenden van de „Ocean Sprinter" van boord waren gehaald door de kustwacht maakte een Canadese trei- ler vast aan het ronddobberende schip. De lijn knapte, maar een groter schip van dezelfde rederij kon de volgende ochtend vastmaken. De kapitein van de „Ocean Sprinter" had het aanbod van de Absecon om zijn schip op sleeptouw te nemen geweigerd, omdat er een Nederlandse sleepboot naar het schip onderweg was. Deze had het bergingscontract. Een verzoek van de kapitein om hem weer aan boord van de „Ocean Sprinter" te zetten werd door de kustwacht niet ingewilligd. De eventuele regeling met betrekking tot de „Ocean Sprinter" zal een kwestie van onderhandelen zijn. Dit soort ber gingskwesties kan vaak lange en inge wikkelde rechtszaken ten gevolge hebben wegens ingewikkelde juridische proble men welke eraan vastzitten. ADVERTENTIE De klok van de Big Ben gaf nog het volle pond toen hij tien sloeg, ten zij dit bedoeld was als twaalf. Óp een bankje langs de Theems zat een man zonder overjas in de kille morgenmist. Ik heb mij lang verbaasd over deze Spartaanse gewoonte van de Engel sen en kan haar alleen verklaren door dat ze eerst hun overjas aantrekken en daarna hun pak. Die zitten dan ook altijd slecht. „Wat een prachtige morgen", zei ik terwijl "ik naast hem ging zitten. Want dat is de Britse manier om een conversatie .te openen. „Puf, puf', sprak de man door zijn pijp. Ik dacht dat het daar bij zou blijven, toen hij plotseling met de pijp naar boven wees en vroeg: „Hoort u die vliegtuigen?". Ik trachtte de vliegtuiggeluiden los te maken van het algemene stadsru moer, slaagde daar niet in en meldde hem dat. „Puf, puf", antwoordde hij goedkeu rend. „Er zijn geen vliegtuigen. We hebben vijftig Amerikaanse jachtbom menwerpers afbesteld. Dat spaart ons 400 miljoen pond." Ik herkende nu premier Wilson, maar daar hij mij niet herkende zag ik geen reden dat te laten merken. De pijp bewoog zich via zijn mond in de richting van de Theems, waar een vliegdekschip erin geslaagd was, onder of door de bruggen heen te va ren. „Die doen we ook weg", zei hij. „Dat scheelt 250 miljoen". „Heel verstandig", zei ik. „In Ne derland. waar ik woon houden we nog zo n ding om er duikboten mee op te sporen. Maar dat lijkt me net zo'n soort sport als een naald zoeken in een hooiberg". De premier ging rechtop zitten. „Op sport bezuinigen we niet", sprak him. „Daarom houden we onze hooibergen". Op de kade voor ons zakte plotseling een vrachtauto door het wegdek De lading, welke uit flessen melk be stond, spatte met groot gekletter als een witte fontein op de stenen uiteen. „Puf", zei de premier. „Dat kan bin nenkort niet meer gebeuren." „Worden de wegen dan verbeterd?" vroeg ik. „Nee", zei hij. „Er wordt geen schoolmelk meer verstrekt". Een groep jeugdige tieners stortte zich dansend en joelend in de melk plas. „Die zijn ook goed af. sprak de heer Wilson, „want de leerplicht wordt niet verlengd. Vroeger werd een groot deel van het onderwijs besteed om de leerlingen in te lichten over de rol die Engeland in de wereld speelde. Dat is nu overbodig geworden. Hat sjie!" „Wilt u een hoestbonbon?" vroek ik. „Graag", sprak Engelands eerste mi nister. Medicijnen worden ook niet meer van staatswege verstrekt. Onze geneeswijze is: harding tegen ons ei gen klimaat en onthouding van weel derig voedsel. Eieren bij het ontbijt schaffen we af, cake bij de thee ook en desnoods de thee zelf. En de drank. De sluitingstijden van de kroegen zul len worden uitgebreid tot het hele et maal. Uitgaan is er niet meer bij". „Behalve voor uw pijp", zei ik. „Puf, puf. puf", sprak de premier in een poging deze weer brandend te krijgen. Slechts door de uiterste ver sobering zullen de Britten er in slagen als volk te blijven voortbestaan. Het zal alleen miljarden kosten aan weten schappelijk onderzoek om er achter te komen waarom ze dat willen". NEW DELHI (AFP). Premier Kosy gin van de Sovjet-Unie gaat volgende week naar New Delhi, waar hij donder dag wordt verwacht. President Tito van Zuidslavië zal er dan ook zijn. Waar schijnlijk zullen Kosygin, Tito en premier Gandhi van India dan van gedachten wisselen over het Vietnamese conflict en de positie van Cambodja waar Tito op het ogenblik verblijft. HET HEEFT 6EEN 21V PAM EN MAT MÉ MET RUST. KLIK.' DE HEMEL VJ DANK! DAAR IS MARCO. HtJ HOUDT MN MN! H/J HEEFTOP EEHAN6EN.,.. (snik) boehoe OH, MARCO AIS JE ALLEEN MAAR BU Ml) WIL DE komen dan ?oo ik je bewijzen hoe VEEL IK VAN JE HOUDl ■///WILLIAMS PIB 1042. Een ogenblik stond Bram sprake loos. Toen barstte hij los: „Wil je werke lijk beweren, dat je mij wilt laten beta len voor een schip, dat door Dienaar Dzjinn werd gebouwd?" „Natuurlijk", zei de werfbaas, terwijl zijn tekenaar zich stond te verkneuteren. „Het gebeurde toch op mijn werf, niet waar? En geen schip verlaat mijn werf, als het niet is betaald". Toevallig passeerde op dat moment de politieman Juutjes, wiens aandacht door het geruzie getrokken werd. Hij luisterde aandachtig naar de één, en daarna even opmerkzaam naar de ander. En tenslotte zei hij: Van die verhalen over geesten, die schepen bouwen, geloof ik niet veel. Ik geloof alleen, wat ik zie. En u ontkent niet, dat het schip hier gebouwd werd? Welaan dan moet u het natuurlijk be talen". De werfbaas grijnsde van oor tot oor.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 6