K anders dan andere M, Klankbord Nederlandse jeugdfilatelie PANDA EN DE POLYDINGUS POLLE, PELLI EN PINGO S Ons vervolgverhaal „Geen steun voor zieken van Auschwitz" s Boete voor camera's bij autoverzekering Gewondenvervoer per helikopter 15 mmif i:f 1 ü"tn constante kwaliteit MÉ, W? i MAANDAG 29 JANUARI 1968 Jan de haktog Ed Hoornik: Bij verkeersongelukken zie niets Anders dan het GEWONE HAVEN- AFVAL, KIJKt>AVY - t>A4Ra>INC>$! Een* roman d<u>r- 53) Hj had een sponsenfabriek met een paar duikers op dat eilandje. Zijn duikers vonden bij een van hun expe dities een wrak: een oude driemaster die daar ongeveer tachtig jaar ge leden vergaan is. Zij wilden het wrak doorzoeken maar het lag te diep voor ze. Zij konden het duide lijk zien liggen. Het scheen te rusten op een vreemde steiger van witte pilaren. Het nieuws raakte bekend in de zeemanskroegen aan de wal en zo kwam het een ambtenaar ter ore, die het doorgaf aan het geschiedkun dig instituut in Athene. Daar kwam iemand tot de conclusie dat de witte steiger van pilaren de ruïne moest zijn van een tempel van Pallas Athe ne, die, dat wisten zij, drieduizend jaar geleden verzonken was. Alleen niemand wist precies waar. Dit alles gebeurde tijdens de oorlog; zij hiel den het nieuws geheim, want zij waren bang dat de Duitsers anders een expeditie zouden organiseren en de tempel plunderen. Zij stonden op het punt zelf te gaan duiken toen hnu burgeroorlog begon en die maak te voorlopig aan al dat soort plan nen een eind". „Hebben zij u dit verteld?", vroeg de stuurman, kinderlijk. Monsieur Astanasia glimlachte in het lantaarnlicht. „Nee", zei hij, en toen, na een stilte waarin de stuur man er nogal dom uitzag, voegde hij er aan toe: „En ik zou het op prijs stellen als u zo discreet mogelijk zou kunnen zijn met die duiktoestellen. Mij dunkt dat het de beste oplossing is wanneer wij het schip evenwijdig aan de wal leggen en dat u afdaalt aan de zeekant. Hoewel zij daar op het ogenblik andere dingen te doen hebben is het toch mogelijk dat wij worden gadegeslagen met verre kijkers. Laten wij onze expeditie zo privé mogelijk houden". Daarna vroeg hij hoelang ik dacht dat het nog duren zou voor wij het eiland bereikten. Wij bespraken de route en dronken een glas wijn. Hij bood ons een van zijn lange geurige sigaretten aan en was bijzonder charmant en aristocratisch. Toen ik Nicole over de tempel ver telde, dacht zij even na en vroeg toen: „Heeft hij gezegd wat hij ver wacht in die ruïnes te zullen vinden?" Ik antwoordde dat hij daar niet over gesproken had, maar er stond in het Louvre een beeld, dat ook onder zee gevonden was. Zij zei, dat het „de victorie van Samontrace" heette en toen herinnerde ik mij de krant in de kast van het dode zeilschip in Antwerpen, de tekening van de sol daat die de hand van het dikke meis je kuste en het onderschrift: Aan haar verminkte handen dankt hij de vic torie. Toen besefte ik voor het eerst dat ik onder zee gevonden had: de vrede. Toen wij in een sterrennacht ons schateiland bereikten werd het hele geval schier onwaarschijnlijk van ro mantiek, want onze Griekse zeerover kapitein kwam ik actie. Hij smeet zijn krukken aan dek, klom op zijn knieën de trap op, hees zich over de waterkering, kroop naar ons toe en spreidde een stuk papier uit op het dek, dat hij met zijn dolk aan de planken nagelde. Wij kniel den om hem heen: monsieur Astana sia zette de lantaarn op de andere hoek en toen zagen wij dat op het papier een ruwe kaart was geschetst; de kaart van een eiland. Zij was vol gekrabbeld met Griekse woorden, het geen haar nog schilderachtiger maak te. Aan de zuidoostkust lag een rots en zuidelijk van die rots stond een kruis. Hij zette een vinger ter groot te van een banaan op het kruis en zei: „Daar". Geen acteur in Holly wood zou het hem hebben kunnen verbeteren. Wij waren allebei erg onder de in druk: dit was dan eindelijk het avon tuur waar wij met gloeiende oren over hadden gelezen, heel lang ge leden, toen iemand kwaad geroepen had: „Als je dat boek niet onmiddel lijk weg legt en naar bed gaat, pak ik het af en je ziet het nooit meer terug!" Nadat wij onze jongensjaren de baas waren geworden begonnen wij de diepten te vergelijken met die op de officiële zeekaart. Binnen de halve mijl uit de kust vielen de diepten van vijftig meter tot zevenhonderd meter; dus tenzij de tempel op een uitsprin gend plateau lag met een afgrond vlak voor de drempel, was er of geen tempel of wij zouden een bathyscope nodig hebben. Wij probeerden uit ka pitein Perpendiculous een nauwkeu rige beschrijving los te krijgen van wat hij gezien had; maar na zes woor den Frans verviel hij in een onver staanbaar Grieks gebrabbel. Monsieur Astanasia vertaalde het voor ons; het scheen er op neer te komen dat hij het wrak heel duidelijk gezien had en dat de witte zuilen nog net door het blauw geschemerd hadden. Als dat waar was kon de tempel niet dieper dan dertig hoogstens veertig meter liggen, en dat was kinderspel. Enfin we zouden het spoedig weten. De vol gende morgen bij zonsopgang zouden de stuurman en ik samen duiken. De volgende morgen gespten wij onze apparaten aan in de stuurhut om niet van de wal af gezien te worden. Monsieur Astanasia kwam ons bon ne chance wensen en zei dat voor het geval wij gepraaid mochten worden door een oorlogsschip of een patrouil levaartuig wij moesten zeggen dat wij diepzeejagers waren. De stuur man stelde hem gerust, alles was geregeld. Pjotr, Bernard en Jacques zouden vooruitgaan met hun maskers en hun harpoengeweren om het hele geval een onschuldig aanzien te ge ven, en tevens om de plaats van het wrak vast te stellen. Het zou een on nodige verspilling van lucht zijn wan neer wij er zelf naar zouden gaan zoeken. Kapitein Perpendiculous zwaaide de deur binnen en fluisterde opgewonden iets in het Grieks. Mon- signeur Astanasia bleef kalm en aris tocratisch, maar hij vergat zijn sigaret aan te steken. „Hij zegt dat wij er zijn", zei hij, „dus ik zou zeggen: gaan jullie maar eens kijken". Ik riep naar de bootsman dat hij de motor stop moest zetten, want wij waren op de machine naar de rots gevaren omdat er geen wind stond. De Griekse kust doemde blauw en wazig in de verte; het eilandje scheen onbewoond. Er stond zelfs geen vuur toren op. Er was geen vaartuig in zicht. (Wordt vervolgd) ADVERTENTIE caballero 1 SésR Toneelspeelster en TV-actrice Jenny Arean 25 STUKS 1.50.- EEN LAURENS PRODUKT (Van onze correspondent) UTRECHT. De zevende nationale jeugdpostzegeltentoonstelling, die onder auspiciën staat van de Stichting voor het Philatelistisch jeugdwerk in Nederland zal 8 en 9 maart in Rotterdam gehouden worden. De tentoonstelling zal onder het motto „Klankbord Nederlandse jeugdfila telie" het karakter van een nationale ma nifestatie krijgen. Plaats van handeling in Rotterdam is het Groothandelsgebouw. Daar kunnen de jeugdige filatelisten niet alleen hun ver zamelingen tonen maar ook in de Cineac doorlopende filmvoorstellingen en lezin gen bijwonen. Er zal gelegenheid zijn tot het keuren van de zegels in een daarvoor speciaal ingerichte ruimte, het leggen van contacten en het ruilen. De inleiding heeft plaats in Utrecht waar het jeugdcentrum „Jong Utrecht" zijn twintigjarig bestaan viert. In het kader daarvan zal van het jeugdcentrum op 7 maart de enige postkoets die PTT nog rijk is en in het Spoorwegmuseum in Utrecht staat met een speciale bestelling naar Rotterdam vertrekken. Het is de be doeling dat de postkoets van het station Utrecht per trein naar Rotterdam wordt vervoerd. Vandaar gaat de zwart-gele koets over de weg naar het postkantoor in Rotterdam, waar de lading, speciaal voor deze gelegenheid gedrukte enveloppe, voorzien wordt van een dagtekenstempel. Daarna zullen de paarden de koets naar het Groothandelsgebouw rijden, waar de brieven een speciaal stempel krijgen. Om alle verzamelaars in staat te stel len Rotterdam te bezoeken wordt een sterrit gehouden. Uit alle delen van het land zullen er bussen beschikbaar zijn die de belangstellenden naar de Maasstad zullen vervoeren. De belangstelling is groot. De organisatoren verwachten 3000 tot 4000 bezoekers. Dit museumstuk van de Al- gemeene Postwagen-Onderneming Van Gend Loos" uit Utrecht zal een speciale postrit maken in Rot terdam ter gelegenheid van de na tionale jeugdpostzegeltentoonstel- ling die op 8 en 9 maart in de Maas stad wordt gehouden. AMSTERDAM. De dichter Ed Hoor nik heeft zondag in het RAI-Congrescen- trum felle kritiek geleverd op de Neder landse regering. Hij beschuldigde haar ervan geen enkele steun te geven aan de landgenoten, die nog elke dag de nadeli ge gevolgen van het verblijf in het con centratiekamp Auschwitz ondervinden. Hij deed de aanval tijdens de nationale herdenking van de bevrijding van dit ver nietigingskamp. drie en twintig jaar ge leden door de Russen. De heer Hoornik, die zelf in het con centratiekamp Dachau heeft gezeten, merkte op dat we vele voormalige gevan genen van Auschwitz, die chronisch ziek, invalide of psychisch gestoord zijn in de kou laten staan. „Een kind kan zien dat ze moeten worden geholpen." „Zij hebben geen pensioen, geen com pensatie, geen enkel gebaar ooit van enige Nederlfendse regering gekregen", aldus Ed Hoornik. Hij noemde dit een schandaal, waarte gen iedere volksvertegenwoordiger zou moeten protesteren. Ed Hoornik zei niet te willen weten welk bedrag met steun verlening zou zijn gemoeid. „Het gaat om een ereschuld. En wie die niet inlost heeft geen geweten". Zijn opmerkingen kregen een luid applaus. DEN HAAG. Het gerechtshof in Den Haag heeft een assurantiebemiddelaar uit Rotterdam veroordeeld tot twee boe ten van 10,-- in het proefproces over de vraag of camera's in bruikleen mogen worden gegeven aan verzekerde automo bilisten om bij eventuele aanrijdingen fo to's te maken. De assurantiebemiddelaar was door de economische politierechter in Rotterdam vrijgesproken van de hem ten laste ge legde overtredingen van de Wet Beper king Cadeaustelsel en de Wet Assurantie bemiddeling. De officier van Justitie bij de Rotterdamse rechtbank was van dit vrijsprekend vonnis in beroep gegaan. De assuradeur is van het arrest van het ge rechtshof in cassatie gegaan, zodat de Hoge Raad het laatste woord krijgt in deze kwestie. DEN HAAG. Over enkele maanden zullen proeven worden genomen met het vervoeren van verkeersslachtoffers met helikopters. Een onderzoek is gaande naar de wijze van alarmering van de helikop ters, de landingsmogelijkheden op plaatsen waar een ongeluk is gebeurd, de aanpas sing van ziekenhuizen aan dit nieuwe ver voer en de medische uitrusting van de helikopters voor het verlenen van eerste hulp. 57. Sloer Sluipstra stuurde zijn tank-achtige gevaarte dichter en dichter naar het bedreigde groepje toe. De knijpers op het voertuig vermorzelden grote rotsblok ken die in de weg lagen en wierpen de restanten ver weg. Nee het apparaat zag er helemaal niet zo leuk uit. Maar de Meester-Ondekkingsreiziger liet zich niet hinderen. „Ik wil niet gestoord worden als ik onderzoe kingen pleeg!" sprak hij vermanend tot Panda. „Dat kan mij in de war brengen!" Maar Panda was tezeer onder de indruk van het nare wapen om zich aan de woorden van zijn leermeester te storen. „Vlug!" riep hij tegen de Polydingus. „Neem een snuif uit die doos! Dan moet je zelf niezen! En daarvan moet je dan zo vreselijk lachen dat er een vreselijk grote scheur r.omt. Vooruit! Schiet op!" „Nu ga je toch werkelijk te ver, Panda!" zei de Meester-Ontdekkingsreiziger ernstig verstoord. „Niet alleen luister je niet naar me maar bovendien breng je de ondervraagde in de war. Ik overweeg, om je te ontslaan!" WIL J6 ALSJEBLIEFT TERU6- 6AAW OM DE ZAAK IN ORDE TB BREN6EN, POLLE i i Hé, HE, WIET)( KIJK UITJ ZO VLU6! DACHT IK Her NIET J NU TIJM DE LIJNEN IN ELKAAR VERWARD' NEEMT U ME NIET KWALIJK. DOCTOR DlLl ^564-B ©PIB GOED, MARCO.,,MAAR K DENK DAT HET GEWOON GEZICHTSBEDROG WAS. KOM, DAVY, DAN LAAT IKJE ZIEN WAAR IK DIS MIEZEL ZA&. WE DUIKEN NU AL VIJF MINUTEN, MARCO,..IK IKZEG JE DAT IK ECHT EEN SOORT ZEEMON STER ZAG'. 1048. Tussen de opgetogen kinderen keek Brammetje vrolijk naar de poppen kast. Hij hoorde graag kinderen lachen .en daarom verschrikte het hem, toen eensklaps zonder merkbare aanleiding geschater overging in een boos ge mompel. En toch had Jan Klaassen alleen maar gezegd: ..Laat het schip komen, dan gaan we de Dood van Pierlala achtervolgen". „Alweer dat schip", riepen de toeschou wers. „Weet je niets anders? Zo komt er nooit een einde aan dat verhaal. Zo we ten we nou wéér niet, hoe het afloopt. Is me dat een poppenkast.betalen we daar onze goeie centen voor?" Jan Klaassen trok zich voorzichtig ach ter het gordijntje terug, terwijl de voor steven van een schip, langzaam dobbe rend op kartonnen golfjes, tevoorschijn kwam. Brams mond viel open. ..Dat is de Kokanje", zei hij uit die open mond.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 15