jp
Drie agenten zullen niet
worden vervolgd
PANDA EN DE MEESTER-SUPERMAN
POLLE, PELLI EN PINGO
Suriname
arbeiders
wijst
land
190
uit
Schade blijkt
groter dan
verwacht
^^ngestipt
u wilt
ÜPPERWARE
1
kopen
Aw
Ik
Ons vervolgverhaal
DE ZAAK BERMOND
Vragen uit Katner
beantwoord
Officier eist jaar
voor hele serie
oplichtingen
Kort nieuws
Nieuwe verklaring
van GAB over
„moeilijke"
werklozen
Oppositie noemt
regering laf
9
WOENSDAG 7 FEBRUARI 1968
Bert oorsprorikef
ijk*?
roman door
JAN MB HARTOG
Overleg
Shellexplosie
u wilt
nieuwe
artikelen
bekijken
B
R
A
M
M
E
T
J
E
F
O
K
7
H
61)
Die avond probeerde ik de stuur
man ervan terug te houden om de
volgende dag weer te gaan duiken,
vroeg hem niet wat hij gezien had,
ik bracht het doel van zijn duiken
helemaal niet te sprake. Ik praatte
alleen maar over de haai en zei dat
hij, als hij opnieuw zo diep ging als
hij vandaag had gedaan, ongetwij
feld weer een bloedneus zou krijgen
en dit keer was het niet waarschijn
lijk dat de haai zichzelf op de vlucht
zou jagen.
Hij luisterde bedaard, met een
glimlach om zijn dunne lippen en
toen ik klaar was vroeg hij: „Spreek
je soms namens Nicole?"
„Ik spreek namens ieder normaal
mens aan boord van dit schip". Hij
lachte. Het was een onplezierig lach
je. Tot op dat ogenblik had ik ge
dacht dat hij nog eens wilde duiken
om hetgeen hij gezien had. Na dat
lachje begon ik te vermoeden dat hij
weer aan het toneelspelen was, dit
maal in de rol van een cynische des
perado, die op het punt stond zelf
moord te plegen met een daad van
bravoure om een mooie krul aan het
eind van zijn leven te maken. Ik
begreep dat Nicole en ik in zijn kaart
gespeeld hadden door ons zo bezorgd
te maken; nu had ik mij opnieuw
gedragen als een bezorgd lid van zijn
gevolg. „All right' zei ik, „als je
je zinnen er op gezet hebt in stukken
gescheurd te worden door een haai
zal ik je niet tegenhouden. Maar dit
wil ik je wel vertellen, ik ga mor
gen niet mee. Laat meneer Astanasia
zelf de Cousteau maar op zijn rug
nemen en met die haai gaan stoeien,
ik heb er tabak van".
„Het doet me genoegen dat je er
achter gekomen bent dat je met die
Chinese hoer niets kunt bereiken zo
lang ik nog leef", zei hij.
Ik zei niets. Ik vertelde mijzelf dat
het unfair en onchristelijk was om
een man, die net hersteld was van
een bloedneus, een klap in zijn ge
zicht te geven.
„Als ik je vertelde wat ik daar be
neden gezien heb, zou dat een ver
schil voor je maken?", vroeg hij,
met zijn toneelstem.
Ik zei: „Nee".
Hij stak zijn hand in zijn broekzak
en bracht een langwerpige doos si
garetten tevoorschijn. Hij opende die
en koos een sigaret uit. Hij had nog
nooit eerder een sigaret uitgekozen
in het gezonde besef dat zij allemaal
dezelfde waren; alleen in Engelse de
tectiveromans kozen mensen ooit een
sigaret uit. Ik wist nu zeker dat hij
aan het toneelspelen was. Ik wist ook
zeker, dat, wat hij ook mocht heb
ben gevonden, monsieur Astanasia
bijzonder tevreden over hem was ge
weest.
„Wil je er een?" vroeg hij.
„Ik zei. „Nee, merci", en toen:
„Ik moet zeggen: er is veel veran
derd. Toen wij samen op de konvooi-
route voeren zou ik nooit gedacht
hebben dat de dag nog eens komen
zou waarop een nachtclubzwendelaar
je een trots gevoel zou geven door
je een pakje sigaretten cadeau te
doen, nadat je je leven voor hem ge
waagd hebt". Het was een hele toe
spraak. Het klonk alsof ik ook bezig
was op het toneel te klimmen. Hij
antwoordde: „Zo is het, schipper; er
is veel veranderd. Als ik morgen niet
terug kom, zal dat het logische ein
de zijn van een heleboel dingen".
Ik had er genoeg van. Ik zei: „Wel
terusten, Hamlet" en ging naar de
stuurhut.
Nicole lag op haar kooi. Ik dacht
dat zij sliep en ik kleedde mij uit in
het donker om haar niet wakker te
maken. Toen ik in mijn kooi wilde
kilmmen kwam haar stem uit het
donker.
„Heb je met hem gepraat?"
„Ja".
„Iets bereikt?"
„Nee".
Ik stak een sigaret op, ging op de
kaartentafel zitten en keek naar mijn
schaduw, die op de zoldering be
woog in het zwakke schijnsel uit het
kompas.
„Dus jullie gaan morgen weer?"
„Hij wel, maar ik niet. Ik zou hem
toch niet kunnen helpen; ik heb er
het land aan een mens in stukken te
zien scheuren door een haai".
„Zeg dat niet", zei zij, „alsje
blieft?"
Ik zat een tijdje in stilte te roken
en ik voelde me beroerd. Ik wist dat
hij gaan zou en dat ik gaan zou en
ik wilde dat het morgenavond was.
Toen doefde ik mijn sigaret, zei
„Welterusten", en klom in mijn kooi-
Ik lag nog wakker, wachtend tot
haar stem zacht „Schipper" roepen
zou. Dan zou ik de ladder afkomen
en naast haar gaan liggen; zij zou
haar hoofd op mijn schouder leggen
en me alles vertellen; dat zij van
hem hield en hij van haar, dat zij
hem naar de bliksem had zien gaan
en begrepen dat hij zelfmoord zou
plegen als hij doorging met duiken,
dat zij had geprobeerd hem los te
rukken uit de beheksing van de zee
door te weigeren dat hij haar aan
raakte, zo lang hij niet beloofde dat
hij het duiken op zou geven. Zij
moest heen en weer geslingerd zijn
tussen haar liefde en haar wil tot
zelfbehoud tot zij er radeloos van
werd. Ik geloofde dat ik nu alles
begreep en ik was er zeker van dat
ik haar zou kunnen helpen, als zij
haar mond maar open deed.
Maar dat deed zij niet. Ik lag wak
ker, wachtend, tot de bootsman mij
kwam roepen voor de dagwacht.
Toen hij mij de volgende morgen
de stuurhut binnen zag komen, was
ik nog geheel gekleed, en hij glim
lachte. Hij stond klaar om te duiken
met de Cousteau op zijn rug en zijn
masker op z'n voorhoofd. „Nou schip
per" zei hij, „ik bij blij dat ik je
gekend heb".
Ik zei „je bent krankzinnig, weet
je dat? Waarom geef je die ouwe
ellendeling geen trap voor z'n kont 'n
kom met ons mee terug naar Saint-
Tropez. We zullen heus wel een an
der baantje vinden en als hij sporre-
long maakt, zetten we hem over de
muur. Hij en die zeerover op kruk
ken".
Hij lachte zijn nare lachje en zei:
„Ik heb je maar één ding te vra
gen. Het kan me niet schelen of ik
terugkom of niet, maar ik wil niet
terugkomen als een invalide. Begrijp
je me?"
Ik zei: „Nee".
(Wordt vervolgd)
DEN HAAG. De minister van
Justitie, prof. Polak, beschikt niet
over feiten of aanwijzingen dat de
officier van Justitie van de Amster
damse rechtbank in beroep had moe
ten gaan tegen een beschikking van
de rechtbank, geen vervolging in te
stellen tegen drie politieagenten die
op 19 maart 1966 in Amsterdam de
heer Bermond zouden hebben mis
handeld.
De minister zegt dit in antwoord op
schriftelijke vragen van het Tweede-
Kamerlid mr. dr. Imkamp van D '66, die
had gevraagd of de beslissing van de offi
cier niet indruiste tegen de fundamentele
beginselen van een goede rechtspraak.
Het is een fundamenteel beginsel van
ons strafprocesrecht, aldus minister Po
lak, dat iedere verdachte het recht heeft
om de vraag of hij in het openbaar te
recht moet staan aan het oordeel van de
rechter te onderwerpen. Indien de rech
ter beslist dat vervolging niet behoort
plaats te vinden moet het Openbaar Mi
nisterie overtuigende redenen hebben om
tegen de beslissing in beroep te komen.
De minister zegt geen feiten of aan-
wijzigingen te hebben gevonden waardoor
in de zaak beroep moest worden ingesteld
Nu de termijn voor het instellen van
hoger beroep tegen de beschikkingen van
de rechtbank is verstreken, kunnen de
agenten voor dit feit niet meer worden
vervolgd tenzij nieuwe bezwaren bekend
worden. Zolang dit niet het geval is, moet
de zaak als afgedaan worden beschouwd.
In antwoord op een vraag, of de officier
met de minister overleg heeft gepleegd
alvorens te besluiten niet in hoger beroep
te gaan, zegt minister Polak dat de offi
cier van Justitie overleg heeft gepleegd
met de procureur-generaal van het Am
sterdamse gerechtshof, en dat de procu
reur-generaal de minister heeft ingelicht.
Zoals bekend besliste het hof in beroep,
nadat de officier van Justitie van de
rechtbank had besloten geen vervolging
tegen de agenten in te stellen, dat er
reden was om een strafrechterlijke ver
volging te gelasten. Vervolgens besliste
de Amsterdamse rechtbank in raads
kamer waarbij, aldus minister Polak,
de rechtbank over meer materiaal be
schikte dan het hof de agenten buiten
vervolging te stellen.
Op verzoek van de Tweede-Kamer
leden mevrouw mr. Singer-Dekker en drs.
Franssen, beiden P.v.d.A., heeft minister
Polak de beschikkingen van de rechtbank
waarbij de agenten buiten vervolging zijn
gesteld, ter vertrouwelijke inzage aan de
leden van de Tweede Kamer gegeven.
(Van onze correspondent)
MAASTRICHT. De officier van Jus
titie heeft tegen een 39-jarige accountant
uit Vlaardingen twaalf maanden gevange
nisstraf, waarvan twee maanden voor
waardelijk geëist wegens oplichterijen.
De Vlaardinger had een jaar lang onder
valse namen en titels geopereerd. Zo had
hij zich bij de pastoor van Schaesberg
aangediend als „mr. P. Verschuren" en
hem namens de Algemene Nederlandse
Juristenvereniging ondermeer een
autootje in het vooruitzicht gesteld als
blijk van steun in zijn rebellie tegen de
bisschop van Roermond.
De pastoor wees dit geschenk af.
Wel gelukte het de pseudo-raadsman
een reis van de pastoor naar Amsterdam
te regelen, waar de pastoor zou mede
werken aan een VARA-programma. Mr.
Verschuren kreeg van de omroep de taxi-
kosten retour Amsterdam-Schaesberg
plus 50 in handen. Voorts liet hij een
gepeperde hotelrekening onbetaald achter
en verdween.
Van abten in kloosters troggelde hij
voorts geld af en genoot er van een bijna
vorstelijke gastvrijheid.
De rechtbank doet Uitspraak op 20
februari.
Collietententoonstelling. In Barneveld zal
zaterdag 17 februari een grote nationale
tentoonstelling van Schotse herdershon
den worden gehouden. Twee Schotse
keurmeesteressen zullen naar Barne
veld komen om de eventuele kampioens
titel toe te kennen. De expositie zal
ook internationaal in de belangstelling
staan.
4. Professor Kalker betrad na het feestmaal verge
noegd zijn laboratorium. Hij had een mooie onder
scheiding gekregen, en iedereen had hem gelukge
wenst met het mooie wapen dat hij had uitgevonden.
„Nu ga ik eh.sprak hij tot zichzelf. „Wat ga ik?
Ach ja, ik ga mijn laboratorium opruimen. Oude ex
perimenten weggooien.Zoals bijvoorbeeld deze seep-
trum. Waar diende hij ook weer voor? Ach, dat doet
er ook niet toe. De uitvinding is gedaan en nu kan ik
rustig de proeven vergeten". Hij wierp het voorwerp
in de vuilnisemmer, samen met andere afval, en droeg
de bak vervolgens naar buiten. Daar zat Joris Goed-
bloed uit te rusten van zijn wandeling met een lege
maag. „Een vuilnisvat.mompelde hij. „Daar kon wel
eens iets eetbaars in zitten.En anders kan ik nog
altijd die wandelstok gebruiken. Het gemis van mijn
rottinkje laat zich voelen bij langere trek-tochten.
Ik zal het redden voor het bij de vuilverbranding
trechtkomtl" Deze beslissing zou grote gevolgen heb
ben. Maar dat wist Joris natuurlijk nog niet.
NU KAN oe ER \l DAN IS ER MAAR
AtlEEN 1AJEER IN ïéfa VERK6ARIW6
POOTJE8ADEM /V VOOR,».
DE FAMItlE
DIKHUID
SPRING TOP \-2-2
EN NEER IN
HET WATER
HET STIJGT EN
ZAKT DE HÊtETIJD
wAT EEN
RAAR
ivater:
?mw((
AMSTERDAM De straffere houding
die het Gewestelijk Arbeidsbureau in Am
sterdam sinds een maand tegen nietwerk-
willigen aanneemt "heeft volgens de direc
tie een sanerende invloed gehad. Het aan
tal onredelijke eisen stellende werklozen
is duidelijk afgenomen.
Dit neemt niet weg, dat het G.A.B.
toch nog 110 werklozen als aparte werk-
weigeraars bij de uitkeringsorganen heeft
moeten aanmelden. Als gevolg hiervan
werd in twaalf gevallen de werkloosheids
uitkering gestaakt. Deze mensen zullen
nog wel een uitkering krachtens de bij
standswet kunnen krijgen.
De NDSM en de ADM zijn er door de
voortdurende spanning in de metaalsector
van de Amsterdamse arbeidsmarkt toe
overgegaan opnieuw arbeiders uit het bui
tenland aan te trekken. Het GAB ver
wacht dat nog deze week dertig Turkse
arbeiders voor de NDSM in Amsterdam
zullen arriveren. Zij maken deel uit van
een groep van 160 geschoolde arbeiders,
die de afgelopen maand in Turkije zijn
geselecteerd. De ADM is bezig met het
werven van een negentigtal Spaanse ar
beiders, voor een groot deel ongeschoolde
den. Blijkens door het GAB verstrekte cij
fers konden de Amsterdamse metaalbe
drijven eind januari bijna 2.600 arbeiders
plaatsen. Het aanbod bedroeg slechts 359
man, een geringe daling vergeleken met
de voorafgaande maand.
PARAMARIBO. Honderdnegentig
Guyanezen, die in Nickerie verbleven,
zijn maandag Suriname uitgezet. Het is
ROTTERDAM. De schade aan wonin
gen, winkels, inboedels en ruiten als ge
volg van de Shell-explosie op 20 januari,
zal zeker anderhalf miljoen guldeij bedra
gen, zo meent het voorlichtingsbureau ®r
voor het schadeverzekeringsbedrijf. Een
onderzoek van dit bureau bij" vijftien
maatschappijen heeft uitgewezen, dat de
ze reeds voor een bedrag van 1 1/4 mil
joen aan schadeclaims hebben ontvangen.
Het staat echter vast, dat een veel groter
aantal maatschappijen bij deze schade is
betrokken.
Het nu opgegeven schadebedrag is aan
merkelijk hoger, dan het geen enkele da
gen na de explosie werd aangenomen. Men
sprak toen nog voorzichtig van enkele
honderdduizenden guldens. Nu echter
staat reeds vast dat er enkele maatschap
pijen zijn welke reeds een schade van één
tot twee ton hebben.
Het is bij de schaderegeling opgevallen
dat een vrij groot aantal mensen de ver
zekerde som voor inboedel niet op peil
heeft gehouden. Dit houdt in dat de scha
de niet volledig zal worden vergoed. De
maatschapijen hebben vaak duidelijk aan
de verzekerden opgegeven welk bedrag
niet is verrekend, opdat zij hiervoor bij
de Shell-raffinaderijen kunnen aanklop
pen.
De Shell heeft namelijk toegezegd, dat
zij de niet of niet geheel verzekerden
zelf schadeloos zal stellen
Hierbij komt ook nog de schade aan 'n va-
tenfabriek een superfosfaatfabriek, wel
ke enige miljoenen bedraagt.
een groep van 91 rietkappers van de plan
tage Waterloo met hun gezinnen, wie door
de Surinaamse regering, als gevolg van
het grensgeschil met Guyana, aangezegd
was het land te verlaten. De arbeiders
behoorden tot de korte verbanders, die
slechts voor één seizoen op de plantage
werkzaam waren. De vaste arbeiders van
de plantage ontvingen geen aanzegging
om te vertrekken.
De uitzetting gebeurde op de laatste
dag van de termijn van twee weken, wel
ke de Surinaamse regering had gesteld.
Premier Pengel had destijds bekendge
maakt, dat alle Guyanese arbeiders Suri
name dienden te verlaten.
De oppositie heeft op een in Paramari
bo gehouden persconferentie de maatre
gel van de regering scherp veroordeeld
De Surinaamke houding werd „laf" ge
noemd. De oppositie vindt het erg ver
wonderlijk dat arbeiders het land worden
uitgezet door een regering, waarvan een
arbeider aan het hoofd staat.
ir. Essed (P.N.P.) verweet de Suri-
rjaajijge regering ongerichtheid en gebrek
aan goede zakelijke jrborlichting in de
grenskwestie. Voorts merkte hij op dat de
Surinaamse regering bij de grenskwestie
steeds weer in paniek schijnt te raken,
waardoor binnen enkele uren totaal an
dere maatregelen worden genomen, dan
aanvankelijk waren bekendgemaakt.
Het Surinaamse blad „De Ware Tijd'
daarentegen schreef dat „de regering het
handig heeft aangepakt. Alleen seizoen
arbeiders, die geen binding met Suriname
hadden, moesten vertrekken."
Dat had niet veel gescheeld, of
Dudley Moore en Eleanor Bron hadden
bij de Utrechtse Cinemanifestatie voor
gek gezeten. Dudley en Eleanor zijn de
hoofdrolspelers in de film „Bedazzled"
en ze waren uitgenodigd om te komen
kijken hoe de Utrechters vonden dat
ze het er hadden afgebracht.
Tussen Londen en Utrecht ligt echter
Den Haag, en daar zetelt de Centrale
Commissie voor de Filmkeuring, die
waakt over de openbare orde en de
goede zeden. U hoeft het aantal orde
verstoringen en zedenmisdrijven dat
zich in ons land met een wakende
commissie voordoet maar op te tellen
om te beseffen wat er allemaal nog
meer zou gebeuren als de commissie
sliep.
Ook ditmaal was de commissie weer
wakker genoeg om zóveel onordelijks
en onzedelijks in de film te bespeuren
dat deze voor openbare vertoning werd
verboden.
Maar het oog van de grootmeesters
der Haute Coupure is niet alleen streng
maar ook goedertieren. En toen hun
oor vernam dat dit in Utrecht heel
vervelend werd gevonden werd er in
allerijl een andere commissie bij el
kaar getrommeld die de film goed
keurde. Dudley en Eleanor kregen hun
applaus en vonden het erg grappig.
Er zijn evenwel mensen die deze
gang van zaken helemaal niet grappig
vinden en die menen dat hetzelfde
resultaat ook zonder filmkeuring be
reikt had kunnen worden. Die mensen
willen de filmkeuring weghebben. zo
als anderen de griep of de regering.
Ik ben blij dat ik tegenover deze
negatieve houding het standpunt kan
stellen van een bij uitstek deskundige
die ik tijdens de Cinemanifestatie ont
moette. Dr. Kiau is een ebbenhouten
man met ivoren tanden, waarmee hij
gemakkelijk een hap uit Europa zou
kunnen nemen, maar die hij alles ge
bruikt om er ons vriendelijk mee toe
te lachen. Hij is door de regering van
zijn jonge Afrikaanse staat uitgezon
den om te kijken wat hij aan ontwik
kelingshulp voor ons kan doen. Zijn
land staat nog fris tegenover proble
men waar bij ons het frisse vanaf is.
Eén daarvan is de film.
„Wij zijn begonnen met het televi
sietijdperk over te slaan', zei dr. Kiau
„Daardoor hebben we elke avond vrij
om onze gedachten te wijden aan de
opbouw van ons land. Maar de boog,
welke overigens door het jachtgeweer
is vervangen, kan niet altijd gespan
nen blijven. Daarom gaat iedereen,
jong en oud, elke week een avond naar
de bioscoop. Wij hebben geen filmpro-
duktie omdat we voorlopig de voedsel-
produktie als belangrijker beshcouwen
Wij zijn dus aangewezen op dezelfde
films als u. Maar omdat alle voorstel
lingen bij ons toegankelijk zijn voor
alle leeftijden, is de keuring veel stren
ger. De commissies zijn ook uitgebrei
der en bestaan uit vertegenwoordigers
van alle leeftijdsgroepen, van zuigelin
gen tot grijsaards. Om echter wille
keur bij de beoordeling uit te sluiten
vertonen wij een film welke door de
eerste commissie is afgekeurd niet al
leen aan een tweede commissie, maar
zonodig ook aan een derde, een vierde,
een vijfde
„En hoe lang gaat dat door?", vroeg
ik. Dr. Kiau toonde mij de volle ivoor
kust van zijn elpenbenen lach. „Tot we
hem allemaal gezien hebben", zei hij.
Kees Stip
ADVERTENTIE
Fa. H. Amsterdam,
schrijf of bel Dr. Ariënsstraat 10,
Noordwijkerhout; tel. 02533 - 2150
dan krijgt u alle gewenste inlichtingen
wel, Golf is fj/KS
\J00P. MN, IK KAN DE
BAL NIET ZIEN. BREN6
M06 MAAR Z£S j
ts
DAT KAN, IN ONZE JACHT
HAVEN, KOMT U MAAR MEE,
WAAROM KOOS
U NU JU/ST
LONdhUIKEN
AIS HOBBY
W£t, ALS-IE
KLAAR IS, WEL
IK WEL WAT
ETEN.
,„IV MARCO LACHT Nier OM
HA HA! U, MENEER ERE SS ER,.
HO HO I HIJ HEEET...EH... BIN
NENPRET!
ME
VAN DIE PORTIES:
Tm. *»q U 5. Fê». ©R.—fcll ».f hu
IU$ by u»:ud fit'fi, s»nd
L—'C. PI
if
1056. Een bonk, een stoot, een gil.
het schip, dat zoveel op de Kokanje leek,
stootte op een klip en maakte snel wa
ter. „We vergaan", riep Katrijn. „Allen
van boord", schreeuwde Bram. Vrouwen
en Jan Klaassen eerst", riep Jan Klaas-
sen. Op het eiland doofde het verrader
lijke licht dat Bram voor een vuurtoren
had gezien. De Dood van Pierlala was
tevreden. Grinnekend werd hij kleiner
en kleiner, terwijl hij zich opvouwde in
een oude kist in het bos. „Daar ben ik
van af, daar heb ik geen last meer van",
giechelde hij. „Nu kan ik tenminste rus
tig mijn plannen uitvoeren.hïhihi".
Aangezien net op dit moment de kist
dichtgaat kurvnen we nog niet vertellen,
welke plannen de Dood van Pierlala heeft.
Maar we zijn er wel bijna zekr van, dat
we het zullen weten, voordat dit avon
tuur ten einde is. Alles hangt er van af,
of Bram zich heeft weten te redden.