FILATELIE
eet?
Me
VJSSê'
DE qRQP VAN
ROOD EN RIK
i Oft
n
FEBRUARI
1968
ZATERDAG
z
Mr. Ed. Spanjaard
Dit diertje
Formule-
puzzelwestvijd
OOST-DUITSLAND. Met afbeeldin
gen van gebrandschilderde ramen van
het museum in de herdenkingsplaats
Sachsenhausen zal op 21 februari een
serie van drie waarden verschijnen:
10 pf. Illegale strijd", 20 pf. „Be
vrijding" en 25 pf. „Partizanenstrijd
(afbeelding).
GRIEKENLAND. Ter gelegenheid
van verschillende sportgebeurtenissen
zal op 28 februari een serie van zeven
in omloop worden gebracht: 50 1, 1,
1.50, 2.50, 4, 4.50 en 6 dr. De zegels zijn
gewijd aan de zevenentwintigste Bal-
kanspelen 1968 te Athene, aan de ne
gende Europese atletielckampioen-
schappen 1969 in Athene, aan de ont
steking van het Olympisch vuur in
Olympia, aan de Olympische dag, 6
april 1968, en aan het achtste congres
van de internationale Olympische aca
demie in Olympia.
TSJECHOSLOWAKIJE heeft een se
rie van vier het licht doen zien naar
aanleiding van de tiende Olympische
winterspelen 1968 te Grenoble: 60 h.
kunstrijden op de schaatsI kr. ski
springschans, 1.60 kr. bossleebaan en
2 kr. ijshockey.
QATAR. De tiende verjaardag van
de postdienst in dit sjeikdom is her
dacht door de uitgifte van een serie
van zes zegels: 1 dh. Arabische brief
schrijver, 2 dh. postduif, 3 dh. postrui-
ter, 60 dh. postvervoer per kleine boot,
I
1.25 ris. (afbeelding) oude en moderne
wijze van postvervoer: per kameel en
per vliegtuig en 2 ris. hand met pen
houder, papier en vloeirol, alsmede
een reproduktie van de Britse konin
ginnezegel, overdrukt met 1 np. (uit
gifte 195 7).
AJMAN. Schilderijen van Velasques
zijn gereproduceerd op een uitgegeven
serie van vier waarden: 1 rl. „De
infanta Margarita", 1 rl. „De overga
ve van Breda", '2 ris. „Portret van
een hof dwerg" en 2 ris. „De water
drager". Ook een souvenirvelletje met
de vier zegels.
MONACO. Ter gelegenheid van de
internationale bloemententoonstelling
1968 in Monte Carlo zal op 29 avril
een postzegel van 1 fr. worden uit
gegeven, waarop het schilderij „Een
boeket anemonen" van Raoul Dufy
(1877-1953) is voorgesteld.
EGYPTE Twee postzegels, 20 en 80
mills (afbeelding) zijn uitgekomen
naar aanleiding van het tweede inter
nationale museumfestival. De eerste
.kitr-wajw uw—
"V <èl
zegel toont een albasten vaas uit het
graf van Toetanchamon en de twee
de zegel een kapiteel van een kalk
steenzuil uit de Koptische periode.
GROOT-BRITTANNIË. De nieuwe
serie frankeerzegels met het portret
van koningin Elizabeth is met vier
waarden uitgebreid: 'Vi, 1, 2 en 6 d.
WEST-SAMOA. Een serie van vier
waarden is gewijd aan de ontwikke
ling van de landbouw: 3 s. cacao, 10 s.
kopra, 20 s. bananen. 5 s. broodvrucht
De zegels zijn gedrukt bij Enschedé,
Haarlem.
PAPOEA EN NIEUW-GUINEA. Een
serie van vier, 5, 10, 20 en 60 c. zal 21
februari worden uitgegeven die elk
een Papoea met een hoofdtooi in
beeld brengen.
DAHOMEY. Twee luchtpostzegels
beide in de waarde 70 fr. zijn uitgege
ven ter herinnering aan de lancering
van de Venus V op 18 oktober 1967
en de Mariner V op 19 oktober 1967.
Op beide zegels ziet men de ruimte
toestellen en het standbeeld van de
Venus van Milo (afbeelding). Ook een
souvenirvelletje met de twee zegels.
Hier een situatie uit een oefenpartijtje
tussen enkele sterke Belgische en Neder
landse spelers Noord is gever, OW kwets
baar. Noord opent met één SA (15-17 pun- dus na tien of drie zetten de remise op
ten) oost doubleert en als zuid hebt u: treedt.
64 9 9 8 7 5 3 <>764 B 8 4 Maar ook hierop zijn er standen, waar-
Op deze troosteloze hand besluit u direct in n°g volop spel aanwezig is.
twee harten te bieden west volgt met
drie schoppen noord past en oost zegt
na rijp beraad drie Sansatout.
Op u (zuid) rust dus de taak uit te ko
men en welke kaart kiest u? Hieronder
kunt u het gehele spel zien:
A 8 7 2
9H62
O A V
V 10 3 2
H 5
Aangenomen dat een speler één dam dat Kortsjnoi aanvoelde, dat de verzwak-
en twee schijven heeft, of twee dammen king van de zwarte koningsvleugel hem
en één schijf, dan kan de tegenspeler, in- praktische kansen bood, welke zwaarder
dien hij slechts één dam heeft, die schijven wegen dan het overwicht van Tal op de
tot dam kronen, welke handeling niet zal andere zijde. Hoeveel finesse, techniek en
gelden voor een zet, waarna onmiddellijk doorzettingsvermogen er nodig was om
deze taxatie te realiseren, leert het ver
volg.
23) Ddl-g4+ Kg8-h8. Na Kf7 volgt Th5!
VB10 9 3
B
O H B 10
9 7 6 5
N
W O
9 A V 10 4
❖98532
A H
A 6 4
9? 9 8 7 5 3
7 6 4
B 8 4
Oost speelt dus drie Sansatout en zuid
speelde harten negen voor, gedekt met de
boer, heer en het aas. Het is natuurlijk be
ter als noord harten twee bijspeelt hij
kan niets winnen met het spelen van har
tenheer Maar er zijn wel eens spelers, die
van V 9 8 7 5 met de negen uitkomen en in
dat geval moet noord natuurlijk wél dek
ken. In slag 2 speelde oost schoppenheer na
en zou noord die nemen, dan heeft
OW reeds negen zekere slagen. Noord
nam dus niet. maar ook dit was een uitstel
der executie. Oost trok ruiten twee terug,
sneed op tafel met de tien en noord maakte
ruitenvrouw. Noord speelde nu harten,
maar ook klaver zou niet meer geholpen
hebben. Want bij klavernaspel wint oost
met het aas, speelt ruiten terug voor noords
aas Noord speelt weer klaver, oost wint,
doet dan op de vrije hartenvrouw de derde
'//y/
W///,
XDO(X>OOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC
Wit: twee dammen op 25 en 50, een stuk
op 45.
Zwart: dam op 32.
24) Dg4-d4 Dreigt niet alleen Df6:f
maar ook Tc8:f met damewinst. 24)
Db6-d8. 25) Dd4xc4 Om van de ver
zwakking der zwarte koningsvleugel te
profiteren moet wit de dames op het hord
houden. 25) Tc8xc5. 26) b4xc5 Dd8-
d7. In het Bulletin deelt Kortsjnoi mede,
dat Tal aanvankelijk 26) Dd5 wilde
spelen doch dat hij dit naliet, omdat hij
dan na dameruil met vele zwakke pionnen
zou blijven zitten. Toch was dit beter ge
weest, want nu komt de aanval los.
27) Dc4-f4 Tb8-f8. Ook de toren stond
aangevallen! 28) h2-h4 Dd7-d5. 29) Tal-
bl e6-e5. Anders wordt Dc7 onaangenaam.
30) Df4-f5 a6-a5. De vrije a-pion is zwarts
grote tegenkans. Er behoort moed toe,
niettemin tegen iemand als Tal die pion
te laten komen. 31) Tbl-b6 a5-a4. 321 Tb6-
d6! Zo verovert wit de zevende rij
voor zijn toren; na 32) Dc5:?? 33)
Td7 is het direct uit. 32) Dd5-f7.
33) Td6-d7 Df7-g6. 34) Df5-e6 DgG-blf
Het Bulletin vermeldt slechts, dat Tal
hier in hevige tijdnood verkeerde. Jam
mer dat de consequenties van 34) a3
niet worden uitgewerkt. De pion is dood-
Wit aan zet speelt zeer terecht 25-34 gevaarlijk. Zie bijvoorbeeld 35) Tb7: fa8.
om te dreigen met 50-28. Het spel zou nu 35) h5 Dh6 en na 36) Da2 Dh5: dreigt
na drie zetten remise zijn indien zwart zwart reeds met Ddlf eeuwig schaak te
de schijf op 45 tot dam kroont en daarna houden. Misschien ging 35) De7 TaS. 36)
32-10 speelt. Maar zwart kroont niet en h5! Dh6. 37) Td8t en wit verovert pion
speelt na 1) 25-34 bijvoorbeeld 32-49. En b7, waarna hij met schaak pion a3 even-
nu wint wit de eindstand met het volgend eens kan bemachtigen. Dan blijft echter
spel. 2) 50-11 49-16. De enige. Op 49-35 de eeuwig-schaakwending, bijvoorbeeld
11-2 35-44 45-40 en 34-30 wint. 3) 11-44 37) Td8:. 38) Dd8:t Kg7. 39) De7f
16-2. 4) 45-40 en zwart staat verloren Kg8. 40) Db7: Dh5: en als wit met Da8t
door damoffer 34-30 en 44-49 of na 2-16 Da3: de „doodgevaarlijke" onschadelijk
34_43 en 40-35. maakt, houdt zwart met Ddlf weer
eeuwig schaak. Met de tekstzet dekt zwart
Voor de probleemoplossers een tweetal jon tjocj1 geraakt hij ver van huis.
ruiten van tafel weg en oost maakt negen vraagstukken van de grondlegger van de 35) Kgl-h2 Dbl-e4 Er dreigde De7 met
slagen (één schoppen, drie hartens, drie Nederlandse problematiek, de heer J. H. directe winst 36) g2-g3(?) Sterker
ruitens, twee klaveren) TT TJ~1J-
Het spel is interessant, omdat er uit te
zien is dat het contract niet gemaakt kan 1-
worden als zuid met klaver start. Dit is één
van de nadelen van een Sans-opening: men
geeft de partner wel aan hoeveel punten
men heeft, maar deze weet niet wat de
beste kleur is. Toch heeft zuid een reden
om klaver voor te spelen: uit het bieden is
het wel duidelijk dat oost de hartenuit
komst als „welkom" ziet en alleen reeds
dat is een reden met een andere kleur te
beginnen. Bovendien heeft zuid „iets" in
klaver, hetgeen met „iets" in die kleur bij
noord de start kansrijk kan maken Zou
zuid bijv. ruiten voorspelen, dan heeft hij
in die kleur niets aan te bieden en moet
dus alle kracht van noord komen.
Aan tafel II eindigden OW in een con
tract van vier schoppen en noord startte
met klaver, voor het aas van tafel (oost).
Ruiten volgde, voor noords ruiten vrouw,
noord incasseerde ruitenaas en speelde
toen wéér klaver voor oosts klaverheer.
Van tafel werd schoppenheer gespeeld, die
noord liet lopen en hierna was het con
tract kansloos
Vooral in een viertallenwedstrijd tellen
zulke beslissingen over de uitkomst zwaar II.
aan. Speelt zuid tegen drie SA een klaver
tje voor dan schrijft hij plus 100 speelt
hij echter de nogal „normale" harten, dan
dreigt 600 verloren te gaan.
Filarski
H. Scheyen uit Kerkrade.
OOOOOOOOCOC XXXXDOOCx x:OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCXXXXXXXXXX
was 36) Kh3 waarna 36) Dbl
er verleidelijk uitziet wegens 37) De7?
Dhlj. 38) Kg3 Tg8t, een verraderlijke
wending. Wit heeft echter beter. Na 36)
Dbl krijgt hij namelijk met iet ver
rassende 37) Td8ü aanstonds een gewon
nen stelling. Zie 37) Td8:. 38) Df6:t
39) Dd8:t enz. 36) De4-c2. Beter
dan 36) Df3. 37) Kgl. 37) Kli2-g2
Dc2-e4f. 38) Kg2-fl De4-blt. 39) K?l-e2
Dbl-c2t. 40) Ke2-f3 Dc2xc5. 41) Td7xb7
Nu dreigt de vernietigende verdub
beling op de zevende rij met Dd7. Van
daar 41) De5-c8. Hier moest wit zijn
zet afgeven, zodat hij weer ruimschoots
de tijd had. Merkwaardig dat Kortsjnoi,
blijkbaar bevreesd voor eeuwig schaak
via de witte velden, niet de beste vindt.
En nog merkwaardiger dat Tal aanstonds
daarna de beslissende fout maakt, ten
minste volgens Kortsjnoi.
TAL
XXXXXJOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOnoooOOOOOOOOOOOOOOOOOi
Zwart: 4, 6, 8, 9, 10, 28, 30, 35, 36, 40.
Wit: 16, 19, 26, 27, 32, 33, 34, 42, 50.
J. H. H. SCHEYEN (Kerkrade)
OOOOOOOOCX KX lOOOOOO'-- X v xy OOOOCX X.X )QOOOOOO< x
- xrxirh - onooOC
Bridgevraag dezer week: West gever, NZ
kwetsbaar. De zuidspeler heeft:
B 10 4 3 9 V 8 5 4 O 7 3 A 7 6
In een viertallenwedstrijd verloopt het
bieden: west pas noord pas oost één
Sansatout (16-18 punten) - zuid past
west drie SA einde.
Waarmee komt u als zuid uit??
Als in een partij driemaal dezelfde
stand is voorgekomen, met dezelfde spe
ler aan zet, is de partij remise. Zodra in
OOOOCOOorv^oooorrYYYX>-K XXXXXIOOOOOOOOOOOOOOOCOOC
XXXXX500003000000000000000000000000000000000000
KORTSJNOI (aan zet)
42) Tb7-d7 Winnend was 42) De7
Df5f. 43) Kg2 Tg8. Na 43) De4f?
44) Kh2 is het direct uit. 44) Tb6 Tg6.
45) Tb8t Tg8. 46) Tf8! en zwart is mach
teloos. De tekstzet had Tal niet geanaly
seerd. 42) Dc8-e8. Tegen de dreiging
De7 gericht, die thans nog sterker is, nu
partij een stand ontstaat van drie xxx»ooao«*xx**y*x!ooooona»o«x*x>rooooooc^^ Df5t werd geëlimineerd. Volgens. Kortsj-
dammen tegen één dam, en er verder Zwart: twee dammen op 16 46; schijven
geen stukken meer op het bord aanwezig op j 6 8 13 14_ 34 3g
geschieden^ mdmn^ m^mlerheMdelangë Wit: 15, 23, 24, 25, 30. 32, 35, 37, 42, 49
lijn (van 5 tot 46) heeft bezet, slechts wit speelt en wint (voor beide vraag-
drie zetten waarbij de bezitter van de ene stukken).
dam begint te tellen. De heer Scheyen, onze hartelijke dank en
Dit naar aanleiding van de vraag duor oplossers veel genoegen,
enkele lezers gesteld: Wanneer wordt het
sDel nu eindelijk remise? De heer J- H. H. Scheyen, Van Bockstraat 45) Tb4 is 46) h6 onaangenaam.
Drie dammen tegen één dam is dus 13 ir Kerkrade, is een verwoede verzame- 46) Ta7xa4 Tb8-b7. Zo kan de zwarte
remise Maar dan moet de minderheids- laar van alles wat op papier over 'lam- koning eindelijk over de zevende lijn
sneler wel een geoefend en kundig speler men verschijnt. Gaarne wil deze rasdam- komen. 47) Kf3-g4 Kg8-g7. 48) Ta4-a2
ziin om de veil valstrikken, welke mo- mer dan ook ruilen of corresponderen Rg7-h6. 49) Kg4-f5 Tb7-b6. Niet 49)
-over dit onderwerp. Kh5:? 50) f4! met de dreiging Th2 mat.
B. Dukel 50) e3-e4 Tb6-c6. 51) f2-f4 e5xf4. 52)
g3xf4 Tc6-c5t. Ook 52) Tb6 baat
noi is de tekstzet de beslissende fout.
Zwart had eerst 42) Da8f moeten
spelen. Het tempoverschil, aldus Kortsj
noi, beslist het eindspel. Vraag: wat is na
42) Da8t. 43) e4 het essentiële ver
schil? 43) De6xe8 Tf8xe8. 44) Td7-a7
Dit toreneindspel is duidelijk gewonnen.
Pion a4 valt, de witte koning is actiever.
44) Te8-b8. 45) h4-h5! Kh8-g8. Na
gelijk zijn, te ontlopen.
Neem nu de volgende stand.
jOOOlXAX-
W////
niet. Na bijvoorbeeld 53) Ta7 is de zwarte
koning afgesneden en loopt de e-pion
dóór. 53) Kf5xf6 Kh6xh5. 54) e4-e5 Kh5-
g4. 55) f4-f5 h7-h5. 56) Ta2-a4f Kg4-g3.
57) e5-e6 h5-h4. 58) e6-e7 Tc5-c8. 59)
Kf6-f7 en zwart gaf het op.
Spraken wij niet terecht van een
„fraaie vechtpartij"?
u vwM V//////Z y/'Wr
oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooonooooooooooooooo
Wit: drie dammen op 32, 37, 41.
Zwart: een dam op 15.
Wit aan zet wint door 41-47. Zwart
moet 15-4 32-28 moet 4-36 anders volgt
37 damoffer. 38-15 36-13 37-31 13x36 en
na 15-4 staat de zdartdam opgesloten en
verloren.
Nog een moeilijker voorbeeld.
Wit: drie dammen op 37, 41, 42.
Zwart: een dam op 25.
Wit wint door 1) 37-19 dwingt tot 25-3.
Op 25-39 damoffer 42-33. 2) 42-26 3-20.
Op 3-9 wint 41-36 3-20 damoffer 36-9 en
19-8. 3) 41-47 20-9. 4) 47-36 wint.
KORTSJNOI NEEMT TAL
EINDSPEL AF
Vorige week onderbraken wij onze be
spreking van de partij KortsjnoiTal uit
het Hoogoventoernooi in de volgende stel
ling, ontstaan na zwarts 22ste zet.
TAL
Xxx500000pp00p°0°°q0^
-a^aiN -ijaraqaai uba uep aRBJidsui uba
at}S9A\j) uaa .laatu :fiz uaAaSaSaoj jekjai
ijaiu ipo} uaddoqas ;diaq na AV uaddoqas/
jsoó Jfl jaaS uBp jbbui 'pao£> ^uaddoqas
uba apj CiA-jaaq ;aiu paoou peq uiojbbav
'uaSSaz n Rnz 'suaguaAO 'ql'nag [BAag qp
ut peq Ma snP 'aaoquaddoqos uep aaqja;s
„siat" si MnojAuaiJBH 'si atsaq ;aq (e:)saaui
'jnapi ajsaq at uba „uaAoq uba apaaiA ap"
VS aup uagat ;sp 'uaAajqosag jjbba uapaiag
jbbC gRjap tjaaq uos}uaqino X(H (.uaputA
35 58TM 'UMop uaa jooa 'seeaa AB(q 'suaiaeq
aaiA 'uaqeui isui05Rinua}aBq Ciq uauunq
ZN us UsAep] ut) Sbjs uba (BBUtuaa }aoui
MO sua;jeq aaM:) siqaajs jqa Ci;jBduaga5
ap 'apjftA jaaqua;jBq ijaaq paoou UA\op
Even herhalen: Kortsjnoi lag 2l/s punt laejjuoö )aq si uep 'aaiA uapieq laui uaui
vóór Waarom dan geen remise genomen lae^s uagetsaaAo aup nu tqjed-MO SP
in bovenstaande positie met uitsluitend ai^eBtu uiuianaiu - jiCtiadCtagaq (a/w sbm
zware stukken, die vaak remisetendensen iep us uaddoqas laui afreis pinz •guijaj
hebben' -agpiag— joquaqng pft.nspaA\ ap qn anenqs
Het antwoord zal wel moeten luiden uaa sbm laH :3«iuAaSpuq do paooMjuy
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO"
KORTSJNOI (aan zet)
Dit rare beestje is
een zeekomkommer
van 7'/s cm groot.
Het wordt diepzee
varkentje genoemd.
In hele diepe ocea
nen leeft het in de
modderlagen. Hier
haalt het ook zijn
voedsel, bacteriën,
uit. Met de aanhang
sels op de rug voert
het zuurstofrijk wa
ter aan.
l
Er was eens een man,
Die niet haring vissen kan.
Hij moest het nodig eens leren,
Hij moest toch geld verdienen
om zijn boterham te smeren.
Hoe hij ook leerde,
hoe hij probeerde,
Hij kon het niet,
Weet je, dacht hij,
ik smeer mijn boterham niet.
Het hing hem de keel uit
dat droge brood,
Hij besloot;
Vissen, mij niet gezien,
Ik ga naar kantoor,
werken op een typemachien.
DORIEN RUITER
Van een aardappel sni) ,|t een
plak af. De platte kant zet je op
een kartonnetje. Dat is dus de on
derkant. Het afgesneden stukje ge
bruik je als hoed. Bevestig het op de
aardappel met behulp van een lu
cifer. De ogen zijn kralen en spel
den. De oren stukjes karton, die je
in gleufjes drukt, gesneden met een
mes. Voor de neus gebruik je een
reepje papier, dat je om een pot
lood rondgerold hebt. Met spelden
bevestig je het op z'n plaats. Zijn
mond is een ingesneden gleuf, waar
in je een paar stukjes lucifer kunt
drukken. Wil je hem nog haren ge
ven, bindt dan wat garen onder de
hoed vast.
Het was heel stil in de klas van
meester Gom. De pennen krasten
op het papier en de hoofden waren
gebogen over het rekenwerk. Bijna
alle hoofden, want achter in de klas
waren twee jongens niet met hun
werk bezig. Twee paar ondeugen
de ogen keken onder twee vuurrode
warrige haardossen uit, of de mees
ter niet zag, dat ze fluisterden. Het
waren de precies gelijke hoofden
van Ruud en Rik de Groot, de
tweeling. Ze hielden wel van een
lolletje en er ging dan ook geen
dag voorbij, of ze haalden een grap
uit.
„Ruud", zei Rik, „ik weet wat
leuks. Als we vanmiddag weer naar
school gaan, zeg ik, dat jij naar
de tandarts moet en niet komt. We
hebben vanmiddag een wedstrijd in
de gym-zaal en dan.
„St", riep meester Gom, „als jul
lie iets te bepraten hebben, doe je
dat maar na schooltijd". Ruud en
Rik knikten braaf: Dat kwam best
goed. Na schooltijd renden ze naar
huis en bespraken, wat ze zouden
doen.
Om twee uur begon de school
weer. De klas van meester Gom
ging naar binnen, zonder Ruud de
Groot. Met een ernstig gezicht liep
Rik naar de meester en vertelde
dat Ruud naar de tandarts moest.
„Dat is jammer, het is juist van
middag leuk!" zei meester Gom.
Even later ging meester Gom met
de klas naar de gymzaal. Rik gaf
Ruud een teken: Ruud had zich ver
stopt in het uiterste hoekje van de
gang en moest nu meekomen.
In de gym-zaal ging ieder op zijn
plaats staan en meester Gom legde
de regels uit: „Jullie moeten één
voor één hard de zaal rondlopen. Wie
dat het langste volhoudt is de win
naar"
De eerste, die aan de beurt kwam
was een lange jongen. Hij hield het
vijf rondjes uit. De meeste meis
jes kwamen niet zo ver, twee of
drie rondjes, dan waren ze moe.
Niemand had gemerkt dat de deur
even was opengegaan en dat er
een jongen met vuurrood haar was
binnengekomen. Hij verstopte zich
vliegensvlug achter de kast. Rik
had het wel gezien. „Gelukkig",
dacht hij, „dat is voor elkaar. Nog
één meisje en dan ik".
Rik wachtte op het fluitje, ja,
daar ging hij.
Na twee rondjes liep hij bij de kast
wat langzamer, iedereen dacht dat hij
moe werd, maar nee hoor daar kwam
hij alweer achter de kast vandaan,
sneller als daarvoor. Weer liep hij
twee rondjes, bij de kast langza
mer en hup, achter de kast van
daan weer sneller.
Na tien rondjes stopte hij en
zei: „Zo, ik heb gewonnen!" Ze
stonden allemaal verbaasd te kijken
wat kon die Rik lopen! Meester
Gom wilde hem net gaan feliciteren
toen er een lachend rood hoofd van
achter de kast tevoorschijn kwam.
„Ha, ha", zei het rode hoofd van
Ruud de Groot, „snappen jullie nu
waarom Rik zo lang kon lopen? We
deden het om en om".
Eerst keek meester Gom beduusd
maar barstte toen in lachen uit:
„Jullie hebben nu natuurlijk niet ge
wonnen, maar ik vond het wel een
leuke grap!"
Knip de legpuzzel uit en probeer
hem zo te leggen, dat de tekening
zichtbaar wordt. Wat lees je dan
in de stukjes?
Schrijf je oplossing op een brief
kaart en stuur die uiterlijk dinsdag
naar Haarlems Dagblad IJmui-
der Courant of Beverwij kse Courant
Schrijf er ook bij, hoe oud je bent
en of je een jongen of meisje bent.
Er zijn weer een paar mooie prij
zen te winnen!.