- FRANSE EN ENGELSE TUIN ACHTER „BEECKESTEIN" Monumenten van tuinarchitectuur velsen: Bomen kappen om bos te behouden ZWANENBURG BURGERLIJKE STAND VAN VELSEN WOENSDAG 6 MAART 1968 7 a«: 17 Romantiek Mode GA OVER OP OLIESTOOK IS GOEDKOOP LEEUWERIKLAAN 35 IJMUIDEN-OOST TELEFOON: 1 54 04 Drie jaren Monumentaal Aanplant swtw*uu' rJcrn A i j H i k 14 «««SUfci ^V,\\.SV. Schijn bedriegt. De stam van een ogenschijnlijk gezonde boom blijkt hol te zijn. De boom zou het nooit tot hoge ouderdom hebben gebracht. (Van een onzer verslaggeefsters) VELSEN Achter „Beeckestein", bij Driehuis, is de gemeentelijke plantsoenendienst van Velsen op het ogenblik bezig hele stukken bos om te kappen. Dat heeft het protest op gewekt van vooral de omwonenden, die de beslotenheid van het dichte bos missen. Lopend door dezelfde laantjes, waarin zij voorheen de illusie hadden ver van de bewoonde wereld' te zijn, kijken zij thans tegen de huizen van de Van Lenneplaan aan, waarvan zij nu slechts gescheiden zijn door een kaal veld met boomstronken. Ook elders wordt zo rigoureus ge kapt dat men op vele plaatsen al dwars door het bos heen kan kijken. Dat wordt door de mensen die de beslotenheid van het bos zoeken diep betreurd. Een omgekapt bos biedt zonder meer een trieste aanblik, vooral in deze tijd, nu de lente de bomen juist tot nieuw, uitbundig, leven zou moe ten brengen. Het is of men hier kwaadwillig een stukje lente lam slaat. Er moeten goede redenen zijn om dit drastisch ingrijpen te rechtvaar digen. De directeur van de gemeentelijke plantsoenendienst, de heer J. H. v. d. Burg, is graag bereid ons uit te leggen dat achter Beeckestein het kappen juist nodig is voor het be houd van het bos. Dat lijkt tegen strijdig. Maar wil hier op den duur een echt bos met hoge bomen en een dichte onderlaag tot stand komen, dan moet men nu, na een jarenlange verwaar lozing van de houtopstand, een nieuw begin maken. Die verwaarlozing kan men de gemeen te niet verwijten, want het bos is pas vijf jaren eigendom van de gemeente Vel sen. Deze eerste jaren zijn besteed om de Frahse tuin in Le Nótre-stijl de enige nog in ons land aanwezige achter het landhuis in de oorspronkelijke staat aan te leggen volgens een bewaard gebleven ontwerp. Dit in het kader van de algehele restauratie van Beeckestein. Een afbeel ding van dit ontwerp is elders op deze pagina afgedrukt. Wie nu in het park Bee ckestein wandelt herkent onmiddellijk de strakke lijnen van de Versaillestuin met in het midden eveneens gerestaureerd de grote vijver met het opvallende lij nenspel van waterkom, bordes en trappen. Staande bij de waterkom ziet men door een laan het statige huis Beeckestein op de achtergrond. Wanneer het weer het toelaat om even weg te dromen, kan men hier verscheidene oude romans laten her leven. De hoofdpersonen? Die staan op de prent uit het prachtige boekwerk „Het Zegepralent Kennemer- lant", die de waterkom met de menselij ke „stoffering" in het jaar 1730 in beeld brengt. Ook die prent vindt men elders op deze pagina. Voor de gemeentelijke plantsoenen dienst is het een hoge plicht deze unieke tuin als een monument van tuinarchitec tuur in de oorspronkelijke staat te bren gen. Te meer daar achter deze tuin. zoals uit de bewaard gebleven teke ning blijkt, later een tuin in een volkomen andere stijl is aangelegd. In de tuinarchitectuur kent men ook mo de. Toen de Franse tuin had afgedaan werd het mode een tuin in Engelse land schapsstijl aan te leggen, als een reactie op de strakke lijnen van de Versailles tuin. De tekening toont duidelijk het gro te contrast. Daarom is het zo interessant om ook deze Engelse tuin in de oorspron kelijke staat aan te leggen. Dat nu wordt door de gemeentelijke plantsoenendienst voorbereid. Het contrast is namelijk uniek in Nederland. De Engelse tuin vraagt om hoge bomen en die zullen er op de duur ook komen. Dat wordt het hoofdhoutbestand, zoals dat met een technische term heet. Het oorspronkelijke ontwerp van de Franse en de Engelse tuin achter „Beeckestein" is teruggevonden en de Velsense plantsoenendienst stelt zich tot taak het park te vernieuwen volgens deze opzet. De combinatie van de Franse en de Engelse tuin, zo contrasterend van stijl, is uniek in Nederland. ADVERTENTIE OLIE „Het wordt nu zo'n kale boel", zegt men in Velsen en Driehuis. Dat zal dit jaar zeker het geval zijn, maar de directeur van de gemeentelijke plantsoenendienst heeft ons verzekerd, dat het jonge hout binnen drie of vier jaren zodanig omhoog is geschoten, dat het bos dan reeds weer de beslotenheid zal geven, die nu verloren is gegaan. Want het spreekwoord „Boompje groot, plantertje dood" geldt alleen voor de heel hoge bo men. Het onderhout groeit zeer snel. Langs de Van Lenneplaan in Driehuis wordt de bosrand aanzienlijk breder dan deze nu was en ook iets breder dan de tekening aangeeft. De aanwezigheid van de Duitse bunkers dwingt de plantsoenen dienst ook iets af te wijken van het oor spronkelijke ontwerp. Men wil deze bun kers maar liever in dicht bos verhullen en daarom wordt ook de strook bos aan de uiterste rand van Beeckestein dieper. Het grote gazon wordt daardoor kleiner dan de tekening voorschrijft. Binnen enkele seizoenen zal men weer ongestoord en ongezien op de slingerpaden in Beeckestein kunnen wandelen in een bos dat toekomst heeft. Zoals het er nu bij stond was de instandhouding ervan voor de plantsoenendienst een onmogelijke opgave. Men moest er wel het (hak)mes in zetten, n^et om het te amoveren, maar om het te behouden. Men kan ervan verzekerd zijn, dat het een monumentaal geheel wordt, want de ogen van Nederland zijn, waar het gaat om het behoud van een schoolvoorbeeld van de vroegere Franse en Engelse tuin architectuur. gericht op de Velsense plant soenendienst, die de handicap van de zil te zeelucht als vijand van het park zal moeten overwinnen. BEVALLEN: A. PunterHerder, z. Rijn straat 111, IJmuiden; H. KleinhoutLafer- te, z.. Roemer Visscherstraat 187, Haarlem; G. KlijnsmaPerotti, d., Ing. Bispincklaan 3, Bloemendaal; T. M. J. HeeremansSnij ders, d., Mercuriusstraat 4, IJmuiden; H. F. CelieJoosten, z., Duvenvoordestraat 71 zw., Haarlem; J. A HoremanBuiten weg, z., Van Moerkerkenstraat 21, Haar lem; E. Bijlsma—Noot, d„ Orionweg 464, IJmuiden; J. A. M. Serlievan Elmpt, z., Molenstraat 4, Santpoort; G. Nijssen— Kemnitz, d., Korte Houtstraat 7 rd., Haar lem; R. BuscopHalderman, z., Scheepers straat 28 zw., Haarlem; P. A. Veldman- van Vonno, d„ Van Galenstraat 19, IJmui den; M. A. DukelGooS, z., Van Speijk- straat 2, IJmuiden; M. E. HendriksPicke ring, d„ Louise de Colignylaan 18, Sant poort; C. A. TerbeekMeijer, z., Warmen- hovenstraat 9, IJmuiden; M. T. Fernandez PalomoJimenez Ramos, d., Geelvinck- straat 37, Velsen-N.; H. C. Knolvan Jaarsveld, z., Corantijnstraat 13, Santpoort; R. de JagerVonk, z., Ladderbeekstraat 86, Velsen-N.; G. J. P. Mullervan Pel, d., Gijzenveltplantsoen 165, IJmuiden; L. John van Beekum, z., Polijsterweg 7, Amster dam; R. H. van der SteenFiolet, d., Alexander Bellstraat 3, IJmuiden; J. Jas persZwaan, d., Koningin Wilhelminaka- de 76, IJmuiden; J. BumaAkkerman, d., A. Fokkerlaan 44 II, Haarlem; C. G. C. Commissarisvan Poecke. z„ Riouwstraat 37, Haarlem. Door het dichte, nooit uitgedunde, onderhout kregen deze bomen niet voldoende licht, lucht en vrijheid om zich te kunnen ontwikkelen. Stakerig steken de takken af tegen moeten de lucht, reikend naar het leven maar gedoemd om ten onder te gaan. Een modern beeldhouwwerk van de natuur. Op de voorgrond de verlaten volkstuinen die plaats ruimen. OVERLEDEN: G. van Zuylen, 76 jecht genoot van E .Baumer, IJsselstraat 87, IJmuiden; M. Martens, 78 j., weduwe van D. Bakker, Willem Barendszstraat 20, IJ muiden; M. de Heer, 54 j., echtgenote van D. Ros, Roerstraat 14, IJmuiden; G. de Boer, 65 j., echtgenoot van D. Koper, Sire nestraat 17, IJmuiden. Een goed bos kent eigenlijk drie lagen: de boomlaag, de verzorgende struikenlaag en de kruidachtige onderlaag. Nu is het helaas achter Beeckestein zo, dat daar geen materiaal meer staat waar tenslotte de grote bomen uit zouden kun nen groeien. Doordat het bos lange tijd is verwaarloosd, werd het onderhout niet op tijd uitgedund, zodat de grotere bo men zich niet goed hebben kunnen ontwik kelen. Het werd een ondoordringbare mas sa van veelal kromgegroeide en vaak ook zieke stammen die de Plantsoenendienst weinig perspectief boden. Men geeft er daarom de voorkeur aan opnieuw te be ginnen. Voor deze „restauratie" van het bos moesten grote gedeelten eerst worden ge kapt. De stronken blijven in de grond zit ten, anders krijgt men grasgroei en dat zou een grote concurrentie voor de jonge bomen betekenen. Tussen de stronken komt de nieuwe aanplant, die in de komende jaren snel omhoog zal schieten. Die aanplant ge schiedt zodanig, dat een aantal boompjes op bepaalde afstanden voorbestemd is om tot hoge bomen uit te groeien. Deze be hoeven licht, lucht en vrijheid. Met het uitdunnen wordt daar in de komende ja ren steeds rekening mee gehouden. Niet alle bestaande bospercelen achter Beeckestein behoeven te worden gekapt. In enkele percelen staat nog goed mate riaal en in die gedeelten behoeft men dus niet letterlijk van de grond af te be ginnen. Wel is men gebonden aan het ont werp van de Engelse tuin en waar de houtopstand daarmee niet overeenstemt moet ook tot kappen worden overgegaan. Uit het bovenstaande moge blijken dat de gemeente niet „maar raak kapt", zo als het verwijt luidde. Dit gebeurt integen deel volgens een zeer wel overwogen plan, enerzijds gebaseerd op het gezond maken en het vernieuwen van het bestaande bos, dat zoals het er nu bij staat tot de on dergang is gedoemd. Anderzijds zijn de aangrenzende Franse en Engelse tuin ach ter Beeckestein in Nederland monumen taal, hetgeen een wijziging van de inde ling rechtvaardigt. Langs de Van Lenneplaan in Drie huis is de gehele bosrand gekapt. Vanuit het park kijkt men nu direct tegen de huizen aan. Van besloten heid is geen sprake meer. De waterkom achter Beeckestein in het jaar 1730, naar een prent uit het boek „Zegepralent Kennemerlant". Ook deze vijver is thans gerestau reerd en deze vormt nu een merk waardig middelpunt in het Beecke- steinpark.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 7