„De blanken zelf
treft de schuld"
JACKIE BULTERMAN
„Echte internationale hits zitten
er bij ons gewoonweg niet in...'
OORDEEL VAN EEN
ZATERDAG 9 MAART 1968
Erbij
3 v A ^nii'ö - Vi-A
Cook als lid der Royal Academy
f-
(Door Elly van Hoeven)
AMSTERDAM „Zo, u schrijft
dus. Dan ben ik nog een oud
collega van u. Weet u dat ik tien
jongensboeken heb geschreven'' De
eerste toen ik in de vijfde klas
HBS zat, in de kerstvakantie. Ook
heb ik drie jaar gezeten bij de pers
dienst van Philips. Daarna vond
ik dat ik genoeg geschreven had
en ben ik de muziek ingegaan"
Schattebout je
Songfestival
Dr. P. H. Schröder
De moord op
James Cook:
EEN DIKKE 150 JAAR geleden „stond" te Amster
dam een remonstrants predikant die Martinus
Stuart heette en van wie een grote faam uitging
als kanselredenaar en historieschrijver. Zijn Romein-
sche Geschiedenissen in niet minder dan 30 delen is
zelfs in het Duits vertaald. In 1815 benoemde koning
Willem I Stuart tot geschiedschrijver des rijks en in
die functie heeft hij nog een hele reeks historische
werken gepubliceerd. Na zijn dood in 1826 gaf zijn zoon
y>
Cooks dood, naar een oude gravure
zijn Nagelaten Redevoeringen uit en een daarvan han
delt over De dood van James Cook, op Owhyhee om-
gebragt den 14den van Sprokkelmaand 1779. In de
gezwollen taal dier dagen het is de tijd van Borgers
Ode aan den Rijn en van Tollens' Overwintering op
Nova Zembla schrijft de predikant dat Cook „be
zweek, stierf, werd vaneengescheurd niet onder hemel
hoog ijsgebergte, hetwelk van zijnen kruin gansche
eilanden hij de zuidpool in zee schudt, niet op de snij
dende klippen met welke de natuur de kusten van het
vijfde werelddeel omringt, niet in den muil van zee
monsters, verschrikkelijker dan het land ergens ver
scheurende dieren teelt; neen, onder de handen van
menschen van wier edele aard, edeler dan bij eenige
andere wilden, hij zelf de lofredenaar was geworden".
COOK WERD om het leven gebracht
door een der bewoners der Sandwich-
of Hawaii-eilanden waarop Honolulu
en Pearl Harbor liggen.
In zijn rede noemt Stuart hem „de
man in wien de wetenschappen, de
wijsbegeerte en de menschlievendheid
zelve driemalen den aardbol omreis
den ter verzameling van kennis, ter
bevordering der gemeenschap met het
gansche menschdom en ter verwezen
lijking van hetzelve tot één broederlijk
gezin van den Hemelschen Vader."
Men zou dus verwachten dat de spre
ker zich zou gaan verliezen in een
stroom van beschuldigingen, verwijten
en aantuigingen tegen de bedrijvers
van zulk een gruweldaad jegens een
edel en rechtschapen mens. Stuart
zou zich daarbij in goed gezelschap
hebben bevonden. Ettelijke auteurs
hadden de eilandbewoners reeds om
schreven als „een zamenvoegsel van
laagheid, snoodheid en wreedheid"; zij
hadden gewag gemaakt van „hun ge
veinsde vriendschap, hun onbeschaam
de dieverij, hun openbaar geweld, hun
lafhartige moord en beestachtige woe
de tegen den man dien zij kwanswijs
vergood hadden." Maar Stuart schaart
zich niet in hun rij. Hij is, als ik het
wel zie, de eerste in Nederland, die
een onbevangen en rechtvaardig oor
deel durft uitspreken over de houding
der blanken jegens andere volkeren in
de 18e en 19e eeuw (en daarna). Daar
om verdient zijn rede aan de vergetel
heid te worden ontrukt.
JAMES COOK was in 1728 in Enge
land uit behoeftige ouders geboren. Hij
werd geronseld door de marine en
daardoor werd hij zeeman. Al spoedig
onderscheidde hij zich door zijn talent,
peilingen te verrichten en zeekusten in
kaart te brengen. Daarna begon hij de
sterrekunde te beoefenen en ook daar
in bereikte hij door zijn aanleg en
scherpzinnigheid een aanmerkelijke
hoogte. In 1762 trouwde hij met Elisa
beth Batts, „maar deze dame", zegt
de biograaf, „had naauwelijks den tijd
om de uitmuntende hoedanigheden van
haren echtgenoot te leeren kennen",
want weldra werd er door de Royal
Academy te Londen een beroep op zijn
kennis en ervaring gedaan.
IN 1769 zou namelijk een ongewoon
natuurverschijnsel plaatsvinden, dat 't
beste kon worden waargenomen op
Tahiti een der eilanden van de Grote
Oceaan. De secretaris der Admirali
teit, die Cook kende, bereikte dat deze,
in de rang van luitenant Ter zee, aan
het hoofd van de onderneming werd
geplaatst. In het voorjaar van 1768, dus
nu 200 jaar geleden, koos het schip de
Endeavour (een naam die men zou
kunnen vertalen met De Volharding)
zee met een equipage van 80 man en
vijf mannen van wetenschap. Men
voer via Zuid-Amerika en bereikte het
gestelde doel in acht maanden. Cook
beval dat men de „Indianen" op Tahiti
met zachtheid behandelen zou, omdat
hij hun vriendschap wilde winnen.
Aanvankelijk slaagde hij hierin, hoe
wel de partijen elkaar natuurlijk niet
konden verstaan. Maar toen de inboor
lingen begonnen voorwerpen die aan
de blanken toebehoorden, te ontvreem
den, moest daartegen, meende hij, met
kracht worden opgetreden. Weliswaar
was Cook van oordeel dat „niet iedere
diefstal de straf des doods verdiende,
daar hetgeen eene misdaad was in de
oogen der Engelschen, welligt als eene
onschuldige zaak beschouwd werd bij
een volk dat nog op den laagsten trap
van menschelijke beschaving stond".
maar hij nam toch strenge maatrege
len. Hij voerde bijvoorbeeld enige der
aanzienlijksten als gijzelaars aan
boord van de Endeavour en hield ze
daar gevangen tot de gestolen artike
len een kledingstuk, een brillehuis,
een tabaksdoos, een zakje spijkers
waren teruggegeven. Een ander in
cident deed zich voor toen twee matro
zen deserteerden en van zins bleken
zich met een „Indiaanse" vrouw op
het eiland te vestigen. Cook kon dit
niet gedogen; hij nam alle hoofden ge
vangen om ze „ondanks het erbarme
lijke misbaar, de droefheid en ontstel
tenis hunner vrouwen" aan boord te
brengen tot de inboorlingen de twee
Engelsen teruggebracht hadden.
Toen de geleerden hun sterrekundige
waarnemingen hadden verricht, hees
de Endeavour het anker en voer in
zuidelijke richting. Op deze tocht stel
de Cook vast dat Nieuw Zeeland uit
twee gescheiden eilanden bestaat. Hij
noemde de doorgang Cookstreet, ver
kende de oostkust van Australië, noem
de dat deel van het continent Nieuw-
Zuid-Wales en nam het voor Engeland
in bezit. Ook ontdekte hij dat Austra
lië en Nieuw-Guinea geen eenheid
vormen. Via Kaap de Goede Hoop be
reikte hij in het voorjaar van 1771 het
vaderland.
NAUWELIJKS een jaar later koos
Cook opnieuw zee. De toenmalige Lord
der Admiraliteit, Sandwich, wenste ze
kerheid te hebben over de vraag die
was gerezen toen de ontdekkingsreizi
ger zowel Nieuw Zeeland als Australië
aan de zuidzijde omgevaren was. Men
had voordien de theorie aangehangen
dat zich om de Zuidpool een uitgebreid
vasteland bevond. Cook had nu wel
aangetoond dat de twee genoemde ge
bieden daartoe niet behoorden, maar
een open vraag was nog of het „Zuid-
land" al dan niet bestond. Door gedu
rende een half jaar de antarktische
wateren te doorkruisen zonder land te
zien stelde de ontdekkingsreiziger vast
dat een dergelijk continent niet be
staat.
VIA NIEUW-ZEELAND bereikten de
beide schepen waarover Cook het be
vel voerde, opnieuw Tahiti, waar de
Engelsen als oude vrienden werden
verwelkomd. Men verwondert zich er
over dat er desondanks weer bloed
vloeide. Toen weer een inboorling dief
stal pleegde en met zijn kano poogde
te ontsnappen ging men met een ka
non op hem schieten „om de goede or
de weder te herstellen." Verder verliep
het verblijf zonder incidenten en toen
de bemanning hersteld was van de ge
sel der zeevarenden, de scheurbuik,
koerste men naar het door Roggeveen
ontdekte Paaseiland en via Vuurland
en Kaapstad naar Engeland terug.
DAAR werd Cook met eerbewijzen
overladen: hij werd lid van het Sterre-
kundig Observatorium te Greenwich
en van de Royal Academy die hem de
gouden eremedaille toekende; de ko
ning benoemde hem tot kapitein der
marine en overal eerde men hem als
nationale held.
Intussen was Lord Sandwich nog niet
voldaan. Nog steeds wist men niet of
het mogelijk zou zijn „om de Noord"
een doortocht naar de pas ontdekte ge
bieden, en dus ook naar Nederlands-
Indië, te vinden. Iedere Nederlander
herinnert zich natuurlijk de poging die
Heemskerck en Barentsz daartoe in
1596 deden en die eindigde op Nova
Zembla. Cook heeft de weg „om de
Zuid" gekozen. Met twee schepen, de
Resolution en de Discovery voer hij
om Kaap de Goede Hoop en via de In
dische Oceaan naar de Grote Oceaan,
waar hij een geheel onbekende archi
pel ontdekte die hij, naar de Lord der
Admiraliteit, de Sandwicheilanden
noemde. Noordwaarts zeilende zocht
hij vergeefs naar een doorgang. Wel
zette hij als eerste voet aan wal in
Alaska, maar in de Behringstraat werd
hij door het ijs teruggedreven. Zo
kwam hij weer terug op Hawaii' of
Owhyhee.
DE VERHOUDING tussen de Engel
sen en de bewoners der Sandwicheilan
den liet aanvankelijk niets te wensen
over. Maar naarmate de dag van ver
trek naderde, verkoelde de vriend
schap. De eenvoudige inboorlingen za
gen de Engelsen honderden varkens
slachten en inzouten en ze begrepen
daarvan niets. Van reizen om de we
reld hadden ze natuurlijk geen begrip,
maar hun hoofden begonnen te vrezen
voor gebrek in eigen land. Die vrees
deed hun verlangen naar een spoedig
vertrek der vreemdelingen dagelijks
groeien en toen zij hoorden dat de dag
was vastgesteld waarop de zeilen zou
den worden gehesen, kende hun vreug
de geen grenzen. Van alle kanten wer
den afscheidsgeschenken aangedragen,
in zulken getale dat men er de opluch
ting der eilanders uit had kunnen afle
zen. Cook zeilde uit, maar zijn sche
pen werden door een storm overvallen
en in de baai teruggedreven die hij
zes dagen voordien verlaten had. En
nu voltrok zich de tragedie en is het
tijd terug te keren naar dominee Stu
art. Natuurlijk volgt deze laatste de
loop der gebeurtenissen zoals hij die
had leren kennen uit de geschriften'
van Cook en de zijnen. Maar hij geeft
verklaringen, hij toont begrip voor de
situatie en voor de mentaliteit der in
boorlingen. In de eerste plaats vond
Cook bij zijn terugkomst de baai, die
anders wemelde van kano's, geheel
verlaten. Aan wal gaande vernam hij
dat de koning de baai taboe had ver
klaard, dat hij die dag afwezig was en
het taboe dus niet kon opheffen. Cook
eerbiedigde dit taboe niet. Hij maakte
toebereidselen om zijn grote mast te
herstellen en meende dat de eilanders
de situatie wel zouden aanvaarden.
Toen de koning enige dagen later te
rugkeerde en het taboe ophief, werd
opnieuw ruilhandel gedreven, maar de
sfeer bleef gespannen. Zij werd zelfs
vijandig, toen de Engelse matrozen
een inboorling, betrapt op het stelen
van een nijptang, grepen, streng gesel
den en van boord joegen. Toen men
zag dat de bevolking stenen begon te
verzamelen gaf Cook bevel de geweren
met kogels inplaats van met hagelte
laden. Beide partijen voorzagen kenne
lijk moeilijkheden, maar desondanks
kwamen de volgende morgen weer tal
rijke kano's naar de Engelse schepen,
heiaden met vruchten. En natuurlijk
werd er opnieuw gestolen: een beitel
én weer een nijptang. Musketvuur
volgde, dat pas ophield toen een der
opperhoofden, van wie zelfs de naam:
Pareca is bewaard gebleven, poogde de
vrede te herstellen. Men liet hem na
deren en gaf hem toen onverwachts
een klap op het hoofd met een roei
spaan. Daarop volgde natuurlijk een
DAT IS de manier waarop Jack Bul-
terman ons verwelkomt. Hij is een
oude routinier in het muziekvak. Ja
renlang heeft hij trompet gespeeld.
Zijn tegenwoordige bezigheden be
staan uit het schrijven van muziek,
arrangeren, maken van grammofoon
platen en dirigeren. In 1931 ging Jack
Buiterman de muziek in. Hij zwierf
een paar jaren met een orkest door
Duitsland. „Ik heb in die tijd de hele
Hitlerboel zien ontstaan. Gelukkig ben
ik er bijtijds weggegaan".
IN 1935 kwam hij bij de Ramblers
terecht, waar hij na veertien dagen
bijna op staande voet ontslagen werd.
Maar na drie maanden had hij, zoals
hijzelf zegt, het hele orkest. In die
tussentijd volgde hij harmonieles, con
trapunt en esthetica bij Hugo Godron.
„Niet dat je aan esthetica veel hebt op
het terrein van de lichte muziek, maar
het is plezierig als je weet hoe je de
stemmen tegenover elkaar moet zetten.
Ik geloof nog steeds in gedegen vak
kennis. Op dat punt ben ik ouderwets.
Dat is er tegenwoordig haast niet meer
bij: bas-gitaar leer je in een uur, een
beat-gitaar daar doe je maximaal een
dag over, en slagwerk: als je een beet
je ritme-gevoel hebt dan hoef je dat
niet eens te leren, dan kun je, geloof
ik, zo maar gaan zitten".
IN DE TIJD dat Buiterman nog bij
de Ramblers werkte, wat 't geen ge
woonte om Nederlandse dansmuziek te
brengen. Het was alles Engels, Frans
en Amerikaans wat de gong sloeg.
Toch heeft hij steeds weer geprobeerd
muziek van eigen bodem te propage
ren. Zijn eerste stap was het door hem
gecomponeerde Dag Schatteboutje; na
derhand maakte hij swingmuziek voor
eigen orkest, o.a. de Zuiderzee-blues.
De grote kentering ten gunste van de
Nederlandse muziek kwam pas na het
door hem geschreven liedje „Oh ma
maatje in ons straatje", een hit, die
ouderen nog wel kennen. Vanaf dat
moment is het Nederlandse lied wat
meer van de grond gekomen. Willy Rix
en Tom Erich kwamen er bij. En vlak
voor de oorlog werd ons team van Ne
derlandse componisten versterkt met
Han Dunk. Daarna kwam de grote
stoot pas.
IN 1947 verliet Jackie Buiterman de
Ramblers. Hij ging grammofoonplaten
maken met Bob Scholte. „Later ben ik
naar Nederland teruggegaan, om mij te
verhüren aan Phonogram, als freelance
componist van alle mogelijke muziek
jes, van carnavalsmuziek tot christelij
ke liederen toe.
„De laatste tijd ben ik uitgekeken
op alleen-maar de grammofoonplaten.
Het is zo zonder risico. Gaat er iets mis,
dan zet je de band stil, en gaat op
nieuw beginnen. Het resultaat is altijd
goed, want de schaar is geduldig. Dat
is ook de reden dat ik de laatste tijd
veel meer voor de televisie doe. Ik heb
bij de KRO wat showprogramma's ge
maakt en dat bevalt me uitstekend.
Een eigen orkest heb ik niet, ik leen
mensen uit diverse orkesten".
„MUZIKAAL gezien is Nederland 'n
land van uitersten, want tegenover de
beat heb je het genre van de Heikre
kels. Maar het gekke is: een fatsoen
lijk soort hier tussenin bestaat haast
niet. Uitgezonderd dan cabaret. Op dat
terrein zijn we geloof ik bijzonder bij
de pinken".
Wat betekent muziek voor Jackie
Buiterman? „Muziek betekent o.a. de
weergave van wat een mens denkt.
Daarom houden een hele hoop mensen
van romantische muziek. Naar een fu
ga luisteren is veel moeilijker, maar
toch ook in dit soort muziek zitten
spanningen en ontspanningen, waaruit
toch eigenlijk het hele leven bestaat".
Aan het Nederlandse Songfestival
heeft hij niet meegedaan. „Ik had er
geen zin meer in. Voor mij hoeft het
allemaal niet. Wat gezegd wordt, na
melijk dat de beoordeling van de Ne
derlandse jury niet eerlijk is, is niet
waar. Ik heb het van nabij enkele
keren meegemaakt en ik moet zeggen:
alles gaat er keurig toe. De internatio
nale beoordeling is pertinent oneerlijk,
het is elkaar een beetje bevoorde
len, terwijl er op de muziek zelf nau
welijks gelet wordt. Echte internatio
nale hits zitten er helaas bij ons ge
woonweg niet in. Indertijd was Een
Beetje een werkelijk aardig liedje. Het
won dan ook, maar veel grammofoon
platen zijn er niet van verkocht. De
echte hits zijn meestal niet de winnen
de liedjes, maar de nummers 2, 3 of 4.
Aan echte Nederlandse muziek heb je
internationaal gezien betrekkelijk wei
nig. Op een enkele uitzondering na
dan. Het is voor ons moeilijk om de gro
te markt te raken. Dat komt omdat wij
zo verschrikkelijk anti-chauvinistisch
zijn, en alles overnemen uit het buiten
land, voornamelijk zelfs Amerika.
Trouwens: al eindigt een song mis
schien eens aan de top op een of ander
songfestival, financieel word je er niet
veel wijzer van. Een goed liedje haalt
het ook wel zonder Knokke of _andere
festivals".
hagelbui van stenen, maar Pareca be
lette zijn landgenoten met hun vijan
delijkheden voort te gaan. Hij kwam
zelfs aan boord en toonde zijn vrede
lievendheid door de neusgroet.
TOEN DE avond viel verdubbelde
Cook de wacht. Deze schoot herhaal
delijk op eilanders die 's nachts zwem
mend het schip naderden, maar intus
sen slaagden anderen er in de grote
sloep los te snijden en daarmee in het
donker te verdwijnen. Cook was woe
dend. „Ik vrees dat de Indianen mij
tot geweld zullen dwingen", zei hij
toen men hem 's morgens vertelde wat
er gebeurd was. Hij liet de baai met
gewapende boten afsluiten en begaf
zich met negen zeesoldaten aan wal
om de koning in gijzeling te nemen.
Helaas gaf hij ook het bevel dat elke
kano die de baai wilde verlaten, in de
grond moest worden geboord. Terwijl
hij onderhandelde met de koning, die
eigenlijk geen bezwaar had de Engels
man aan boord te volgen, maar die te
gengehouden werd door een van zijn
vrouwen en twee opperhoofden, klon
ken kanonschoten en weldra verspreid
de zich het bericht dat een kano met
een van de opperhoofden tot zinken
was gebracht. Nu greep de bevolking
naar wapenen en joeg vrouwen en kin
deren van het strand. Een eilander
daagde Cook tot een tweegevecht uit,
maar Cook stelde hem met een lading
hagel buiten gevecht. Nog slaagde hij
erin, de koning mee te tronen, maar
de menigte drong steeds meer op. Uit
de baai en door de zeesoldaten werd
geschoten; Cook loste een schot op
een man die hem met zijn speer be
dreigde, maar doodde een ander die
naast hem opdrong. Zijn sergeant leg
de de eerste belager neer. Toen ont
stond een algemeen gevecht, waarbij
de inboorlingen de persoon van Cook
ontzagen zolang hij zijn gelaat naar
hen toewendde, maar toen hij zich
omkeerde naar zijn landgenoten me
nen om de schepelingen te bevelen,
het vuren te staken werd hem een
slag toegebracht die hem deed struike
len. Men zag van boord hoe hij zich
weer oprichtte en zijn hoofd met de
rechterhand beschermend naar de wa
terkant voortstrompelde. Een Indiaan
bracht hem toen met zijn piek de ge-
nadestoot toe. Tientallen mannen wier
pen zich op het lijk en koelden er hun
woede op. Natuurlijk namen de Engel
sen wraak: zij staken een heel dorp in
brand voor zij zee kozen.
HET IS de moeite waard bij Stuart
te lezen hoe hij het gebeurde samen
vat. „Het openbaar geweld," zegt hij,
„ving aan Cooks zijde aan en werd
niet terstond beantwoord met geweld,
maar met edelmoedigheid van Pareca,
met volkomen vertrouwen van de ko
ning, met vredelievendheid der eilan
ders in het eerst. Hij die de baai eigen
dunkelijk en vijandig had bezet, werd
met de gewone eerbewijzen bij de ko
ning gebracht; hij die hem wilde ver
voeren naar vijandelijk geworden sche
pen, kon veilig weerkeren naar het
strand; van zijn zijde werd geschoten
in de baai; van hun kant nam men
slechts de krijgshouding aan; hij werd
bedreigd en uitgedaagd, doch schoot
met ongelijk geweer en velde een man
terneer en nu eindelijk bracht men de
man die van voren ongenaakbaar was
door kruit en lood, van achteren dode
lijke wonden toe."
Nu ik allerlei over Cook, zijn per
soon en zijn bijzondere kwaliteiten, ook
als mens, heb gelezen, moet ik zeggen
getroffen te zijn door dit onbevangen
oordeel van een man die nog geheel
leefde in een tijdperk dat nog in alle
opzichten volledig aan de suprematie
der blanken geloofde. Deze Stuart was
zijn tijd vooruit.