Rien
van
Nunen:
Juist dat heel gewone, dat
vinden de mensen zo leuk
TV - SOCIOLOOG CONSTATEERT
ANGST VOOR REACTIES VAN HET
PUBLIEK BEÏNVLOEDT BELEID
VAN MEESTE TELEVISIE-MAKERS
ZATERDAG 9 MAART 1968
Erbij
19
Fiasco
Vlucht in romantiek
De les van Poessie
Nuchterheid
:vv;v
i V-"; V
i f:'\,
:-vv.v;;-v
>>V/.
- V
i. Pr-ll- ;:-.v>y-:-;V.v
(Van onze radio en tv-medewerkster)
„WEET je waar ik werkelijk bang voor ben geweest? ik dacht dat
lk nooit meer boven het succes van Stiefbeen uit zou komen. Maar
dat is gelukkig anders uitgepakt. Misschien -is de serie van de taxi
chauffeur die ik op het ogenblik moet spelen, niet zo spectaculair als
wijlen Stiefbeen en zoon was, (het is trouwens ook niet met eikaas,
te vergelijken), maar ik merk wel dat ik, afkomende van een rage-
'figuur, Vtu toch weer terecht ben gekomen in een serie die in zichzelf
een hele hoop kracht heeft, zodat ik er niet onderdoorgegaan ben".
DAT zijn de opgeluchte woorden
van Rien van Nunen, die op de
een of andere wonderlijke manier
iteeds weer kans ziet, terecht te
komen in series die hem als het
ware op het lijf zijn geschreven. Hij
loopt nu al jaren mee, als de burge
meester in de serie „Swiebertje'
zijn Stiefbeensucces was overrom
pelend en op het ogenblik loopt zijn
reeks als taxichauffeur op de tele
visie, in de figuur van Freek Nij-
dam, zo geweldig goed dat de NCRV
besloten heeft, nog zes nieuwe afle
veringen te gaan maken: waar
schijnlijk zelfs in kleur. Een succes,
tenminste voor wat betreft de avon
turen van Freek Nijdam, dat ten de
le ook op naam van zijn vrouw en
zijn twee dochtertjes staat. Want de
vrouw van de taxichauffeur is
Rien's eigen eega, Hella Faassen, en
de twee dochtertjes zijn zijn eigen
spruiten: Rieneke van 9 jaar en An-
kie van 7 jaar. De avonturen van
Freek Nijdam zijn zelfs opgenomen
in Rien's eigen zij het alweer
vorige huis aan de Parallelweg in
Hillegom. Ook wat dat betreft is
deze serie toch eigenlijk iets unieks,
want het komt in Nederland niet zo
erg vaak voor, dat een complete
familie regelmatig op de tv te zien
is.
Rien van Nunen is overigens
onder al dit succes niet een man
geworden die naast zijn schoenen
loopt. Hij beziet de zaken nuchter
en zegt: „Het is voor 79 pet geluk
en voor 30 pet natuurlijk vakman
schap. Want je moet toch wel iets
van huis meebrengen wil je het zo
lang vol houden".
LAG de kracht van Stiefbeen in
de rake typering, de kracht van de
taxichauffeur is volgens Rien van
Nunen de eenvoud van deze serie
en haar hoofdfiguur. „Ik ben hierin
een eenvoudige werkman met sim
pele besognes. En, dat ervaar ik in
het hele land als ik weer ergens
speel, juist dat „gewone" vinden de
mensen zo leuk. Wat mij overkomt,
kan iedereen overkomen. Op zoiets
hebben de mensen eigenlijk al lang
gewacht.
OP DE TV wordt zoveel gedaan in
het opvallende genre, het buitenis
sige dat er altijd uit moet springen.
Maar juist dat simpele, alledaagse,
dat wordt vaak over het hoofd ge
zien. Die would-be-moeilijkheden,
die een hele hoop figuren op het tv-
toneel hebben, och, die lusten de
mensen blijkbaar toch niet zo graag.
Wat mezelf betreft: ik speel de rol
van Freek Nijdam met groot ple
zier. Er is niets sensationeels aan
het verhaal, maar het is heel men
selijk: een man die moe is van werk,
thuiskomt in zijn gezellige huishou
dentje, lekker uitzakt met de pan
toffeltjes aan en blij is, even onder
„eigen volk" te zijn".
HOE BEVALT het om met eigen
vrouw en kinderen samen te wer
ken? „Met Hella is dat natuurlijk
nooit een probleem. Ze is een ge
weldige actrice en ze heeft een hele
hoop tv-ervaring. Laatst hebben wij
nog samen in De Jordaan van
Querido gespeeld. Tja, wat die kin
deren betreft: in het begin wilde ik
er eigenlijk niet aan. Je hebt als
ouders de angst dat er iets mis gaat,
dat de kinderen het tempo, zeker
als het een studio-opname is, een
beetje vertragen, en dan voel je je
zelf zwaar verantwoordelijk. Maar
toen bleek dat deze serie op film
opgenomen kon worden, toen waren
mijn bezwaren weg. Dat is niet zo'n
dure affaire als er iets mis gaat, en
het geeft geen problemen als er
even iets moet worden overgedaan.
Gelukkig zijn die meiden van mij
erg nuchter. Ze besteden gewoon
geen enkele aandacht aan hun be
kendheid. Als ze erover op straat
aangesproken worden, vinden ze
het nog gewoon „naar". Rieneke zei
bijvoorbeeld pas geleden: „Wat een
nonsens, daar hoef je toch niet over
te praten, ik was toch gewoon met
papa en mama samen". Het is wel
geweldig leuk om te zien hoe die
kleine duvels zelf met critische ogen
en vol met opmerkingen hun eigen
verrichtingen op de tv zitten te be
kijken".
HOE ONDERGAAT hij zelf zijn
toch erg grote populariteit in ons
land?
„Oh, ik moet je eerlijk zeggen, ik
vind het helemaal niet naar om po
pulair te zijn. Vroeger, toen ik onbe
kend was, had ik vaak geen eten.
Nu ik populair ben, heb ik tenmin
ste een gewoon, normaal lopend
huishouden en kunnen we ons ge
rust het een en ander permitteren.
Er is wel een andere kant aan de
zaak: als je zo populair bent en je
gaat weer een volgende serie aan
nemen, dan loop je natuurlijk wel
het risico een flop te halen. Maar ik
heb ongelooflijk veel geluk gehad:
in „Swiebertje", in „Stiefbeen" en
nu met „Freek". Als je nagaat dat
bijvoorbeeld Swiebertje volgend
jaar zijn tiende jaar ingaat en dat
ik er al 7 jaar bij ben! Swiebertje
is in zoverre in het nadeel bij Annie
Schmidts serie „Ja zuster, nee zus
ter", dat het bij ons niet zo fris is,
wat de kijkers en wat de critici be
treft. Als Swiebertje zou verdwij
nen, dan zou dat een klap zijn, en
dat is iets wat ik van andere series
nog zou moeten zien. Maar aan de
andere kant: het kijkend publiek
verwacht onder alle omstandighe
den, iedere keer weer iets goeds
van ons. En dat kan natuurlijk niet
altijd opgebracht worden. Wat ons
betreft, wij van Swiebertje hebben
in ieder geval nog steeds het
enthousiasme om van deze serie iets
goeds te maken. Het is nog geen
.maakwerk", geen onverschillig
routine-gedoe geworden, omdat we
er allemaal plezier in hebben.
Omroepzuilen gaan de wensdromen
van het kijkersvolk doorlichten
(Van onze r.t.v.-medewerkster)
HILVERSUM Veranderend normbesef is een zaak waarmee kijkend
Nederland èn de televisiemakers aanhoudend geconfronteerd worden.
Extreme voorbeelden waren de affaires rondom „Zo is het" en „Hoepla".
Vaak wordt beweerd dat het normbesef vooral verandert aan de kant
van de t.v.-makers en dat het by het publiek constant zou zijn. „Televisie
socioloog" dr. B. P. Hofstede is een andere mening toegedaan. „Het
kijkerspubliek is veel dynamischer en geschakeerder dan wij geneigd zijn
aan te nemen, zodat zij die verantwoordelijk zijn, bang worden bepaalde
dingen toe te laten, hoewel er in feite niet zoveel reden voor die angst
is. De „gekwetsten" reageren altijd het snelst en het hevigst. Ze hebben
een duizend, zeg eigenlijk liever 500.000 maal versterkte spreekbuis in
een landelijk ochtendblad, maar toch is het onjuist om alle lezers van
dat blad over één kam te scheren. Bij „Zo is het" bleek dat één derde
van de lezers van de bedoelde krant het een prachtig programma vond,
één derde bleef neutraal en één derde veroordeelde het".
MAAR EERST: Hoe komt een socio
loog bij de televisie terecht en wat
is zijn functie daar?
„Sociologen zitten overal. Het is ei-
gelijk verwonderlijk dat ze niet eer
der in de omroepwereld terecht zijn
gekomen. Daar waar de dynamiek van
de samenleving veranderingen teweeg
brengt, ziet men sociologen optreden.
Zij zijn daar om na te gaan wat de
verandering inhoudt, ze proberen daar
door tijd te winnen in een ontwikke
ling; een andere vorm van toekomst
voorspelling zou je het kunnen noemen.
Geen gok uiteraard, slechts een goed
onderbouwd advies. Als de omroep een
„spiegel" wil zijn van, eri een levende
functie wil hebben van een groep men
sen, die er maar eventjes voorstaan,
om met behulp van dure en ingewik
kelde communicatietechnieken die sa
menleving te bedienen. Dat die om
roep wil weten wat er gaande is in
die samenleving, is duidelijk: het heeft
namelijk consequenties voor het bedrijf
van die omrotepen. Nu word je wel
iets gewaar uit kranten, brieven, con-
tgftpn ,ep via pressiegroepen, maar dat
zijn geselecteerde reactfes. Het grote
pubhek blijft ongrijpbaar een ano
nieme menigte".
„JE KUNT niet met al die mensen
in verbinding staan. Het telefonisch ge
doe van de VARA is op een misluk
king uitgelopen. Het was in ieder ge
val een dappere poging om het „een
richtingverkeer" te doorbreken. Maar
zoiets werkt niet. Als „communicator"
weet je niet hoe je produktie over
komt. Op een gegeven moment ga je je
afvragen hoe het publiek in grote trek
ken reageert; bepaalde tendenzen wil
je kunnen opvangen".
van het geromantiseerde verleden op
het scherm, zoals de Forsyte Saga en
de Radetsky Marsch om zo de aan
dacht van de eigentijdse moeilijkheden
af te leiden. Maar we leven nu een
maal met elkaar in een democratie, we
moeten weten waar het om gaat. Er
wordt van ieder een visie op de toe
komst gevraagd. Daarom moet tv een
optimale voorziening inhouden met
harde feitelijke gegevens.
HEEFT DR. P. HOFSTEDE in zijn
tv-studie al een „lijn" gevonden? Kan
hij iets zeggen over zijn bevindingen,
de kijkdichtheid bijvoorbeeld?
„Er wordt gemiddeld wat minder
gekeken dan vroeger. Sinds Nederland
2 erbij gekomen is en geleidelijk vol
waardig wordt, is de dwingende kracht
van het ene programma verminderd.
Het kijken wordt in discussie gesteld.
Het brengt soms een conflict in de huis
kamer. De mogelijkheid van het twee
de net werkt selectie in de hand, werkt
dus activerend en positiverend. Dan is
er nog een andere reden: door de nor
malisering van het tv-bezit (thans 85
percent van dé bëv&lking) hebben véél
jongeren de beglflbuis in hunjneubi-
laire uitzet betrokken, met andere
woorden: tv is geen luxe meer, maar
een gebruiksvoorwerp. Vooral jonge
mensen zijn selectiever, zij drukken de
gemiddelde kijkdichtheid wat omlaag.
De z.g. oude-stijl-kijkers vormen nog
maar 30 percent van het geheel. En
er is nog een punt. Naar verhouding
blijkt de kijkdichtheid van het jour
naal van 8 uur 's avonds, dat altijd
een zeer hoge gemiddelde kijkdichtheid
heeft gehad, iets meer gedaald te
zijn dan de gemiddelde kijkdichtheid in
het totaal".
„JA, DAT IS een merkwaardige zaak
mijn persoonlijke hypothese is deze:
het afnemen van de kijkdichtheid is
beïnvloed door de dagelijks herhaalde
beelden uit Vietnam. Dat is een punt
van onbehagen in ons leven: om er
iedere dag mee geconfronteerd te wor
den zonder dat er echt nieuws in zit,
wekt onbewust wrevel op. Het is als
met die gestadige druppel die zelfs de
hardste steen op den duur uitholt. De
jarenlange Vietnam-beelden hebben af
breuk gedaan aan het journaal. Ze
werden inmiddels (althans vóór de hui
dige periode van offensieven) al wel
bekort en minder bloederig. Maar toch:
wordt er geen journaal gekeken en
dat journaal is nu eenmaal het „op
stapje" dan wordt er vaak helemaal
niet meer gekeken, zo'n avond".
,,Bovendien raadpleegt het grootste
deel van het publiek zijn gids niet.
Men wacht wel tot er „iets komt".
En in afwachting daarvan zet men bij
dat wat men niét wil zien, het geluid
af. De ondersteunende publiciteit in
1
„Dat is de reden waarom de socio
logen in de omroepen werden binnen
gehaald. Als het kijkonderzoek goed
functioneert, kun je met behulp van de
techniek een „lijn" vinden. Dat zat al
tijd al wel in de vingers van de vak
lieden, maar er ontwikkelen zich ten
denzen die niet vlug te doorschouwen
zijn, bijvoorbeeld de culturele verande
ringen in de samenleving. De socio
loog is er om de verandering in de
cultuur tijdig, liefst voordat zij duide
lijk zijn geworden, in het bewustzijn
van de programmamakers te laten door
dringen. Zijn die makers goed „bij de
tijd", dan bevestigt het vaak hun ei
gen inzicht. Soms ook opent ons ad
vies hun pas de ogen".
„Het gehele normbesef is in bewe
ging. Het is geschakeerd en heeft vele
dimensies. Zo zijn de gevestigde be
langen en posities aan veranderde
waardering onderhevig. Dr vraag die
de massamedia bezighoudt is, of zij,
en vooral de televisie, zélf bepaalde
veranderingen in de normen teweeg
brengen"
VEEL BERUST op angst, op ver
dachtmaking, op overschatting. Je kunt
het medium tv natuurlijk nooit uit zijn
tijd lichten en bijvoorbeeld terugbren
gen tot de toverlantaarn. Televisie
hoort bij deze tijd, zoals de auto, de
ruimtevaart, de internationale schaal
vergroting. De tv heeft een geweldige
functie gekregen om de mensen te doen
beseffen, in welke tijd ze leven. Velen
willen dat niet, ze willen de realiteit
ontvluchten dat is bv het succes
Blote Phil met haar krantje (niét haar lijfblad) was een der meest
geruchtmakende stunts op de vaderlandse beeldbuis. Zedenbederf?
Of gewoon een stukje (naakte) werkelijkheid dat als testcase voor
het veranderend normbesef gezien moest worden? U zoekt het maar
uit, naar eigen smaak en overtuiging.
de dagbladen is niet te onderschatten,
voorpubliciteit is onontbeerlijk. Er it
werkelijk een tendens tot selectiever
kijken. Nu wordt er nog te vaak geke
ken door mensen die wel eens even wil
len zien wat volgens hun opvattingen
niet gezien mag worden. Maar dat
met argus-ogen kijken gaat er wel af.
De tv moet groeien naar wat wij noe
men een functionele identiteit. Je zult
meer dingen moeten testen op het pu
bliek, je moet de kwaliteit verbeteren.
„Want we zullen het echt niet alleen
moeten hebben van de techniek".
„HET PUBLIEK heeft recht op het
beste dat leeft in de kunst, in de we
tenschap, in de geestelijke stromingen
de vormgeving, de gehele denkwereld.
Daarom is het voor een socioloog be
paald nuttig om te weten wat program
mamaken inhoudt. Dat is de reden dat
ik een regiecursus volg. Die heeft voor
mij een nieuwe wereld geopend. Het i«
ook een stuk zelfontdekking. Creativiteit
is overal in de samenleving te vinden,
maar wordt vaak doodgeslagen door
de manier waarop wij de zaken be
vriezen.
Tv is de gevoelige plaat voor alle
creativiteit, waarin de hele samenle
ving kan uitmonden. Daarom is bij
voorbeeld Poessie mauw zo „doorge
schoten", zoiets kan alleen tv laten
zien. Dat kleine meisje is zoiets heel
anders dan een Shirley Temple in haar
tijd dat was een commercieel afge
dwongen en gerisseerd gebruik van een
kind. Tv vangt actualiteit, creativiteit,
spontaneït, onthult die en geeft die
door".
WORDT ER altijd een integer ge
bruik van de televisie gemaakt?
„Kijk, de intentie van de maker is
natuurlijk erg belangrijk. Er is uiter
aard wel eens een verschil tussen de
bedoelingen van de maker enerzijds
en het resulaat van het programma
plus het effect daarvan anderzijds. Zo
iets kun je niet aan banden leggen.
Het is nooit mogelijk, van ieder idee
van tevoren te weten wat de conse
quenties zijn. Zo iets zou bovendien
leiden tot angst: men zou geen enkel
risico meer durven nemen. Het komt
aan op wetenschappelijke begeleiding
en een dosis gezond verstand. De in
tentie moet altijd duidelijk gesteld
worden."
Dit onderwerp zal in de toekomst
meer aandacht krijgen; men neemt
dat hier in Nederland zeer serieus.
Maar dan nóg moet men altijd dit blij
ven bedenken: het publiek is niet on
mondig. Het is in zijn geschakeerd
heid beter tegen een stootje bestand
dan wij geneigd zijn te geloven.
Het Nederlandse publiek is voor een
belangrijk deel, zeker in de midden
moot, nuchter. Het heeft een groot
incasseringsvermogen, weet het juiste
antwoord zelf te vinden, trekt conclu
sies en kan de schouders ophalen. De
kernvraag is volgens mij: in hoeverre
staan wij open voor de veranderingen
die zich aan onze samenleving voltrek
ken? Ondanks ons, of mét ons? Als
het „met ons" is, dan zie ik daarin
mede een taak voor de televisiema
kers."