/Christelijke politiek" is onbestaanbaar, maar
er zijn wel degelijk „christelijke rebellen
Bonaparte
de
verkoop
gewoon
door!
EEN HISTORISCHE GEWETENSREVOLUTIE
A-
Vier kostbare
benen
Papandreou naar
Nederland
Herman Klaassen
weer naar Moskou
DE ONVREDE
VAN HET GEWETEN
RUKT HET
MASKER AF VAN
„PSEUDO-
CHRISTENDOM"
KAMERBREED
VOOR BABY'S HUIDJE
VRIJDAG 15 MAART 1968
17
De ogenschijnlijk destructieve ontwikkelingen in het Nederlandse
politieke partijenstelsel van de laatste maanden moeten zonder twijfel
in hun gevolgen als een historisch proces van sterk evolutionaire waarde
worden beschouwd. Uit het oogpunt van de oude partijbesturen lijkt
het wellicht dat veel is afgebroken en weinig heropgebouwd, maar voor
de objectief oordelende geïnteresseerde, aan welke partij hij ook tot
dusver zijn verplichte stem op het stembiljet wegschonk, valt te consta
teren dat er een stroming is losgemaakt die zich snel een weg baant
naar beter tijden.
Geen paradijs
Vrede en
christendom
UN
DEUX
TROIS
VOILA!
KEIJZER
TAPIJT
EEN
TAPIJT
MOTECHT V'a' 73."
Christelijke rebellie
Verkeerde formele
COMPLEET
MET 6 STALEN
LEGBORDEN
VERSTELBAAR
200x 90x30cm.
N.V. V.E.R.M.I.F.A.
westerhoutpark 14
HAAR1 E M
ZATERDAGS
GEOPEND
TELEFOON:
8"°
J5 z
o J
Eïï
v x
aR2
.2
"°.Kg
Ec®
.8"S
o
<o
-Si
STALEN REKKEN
We verbouwen, maar
houden 3 verdiepingen
meubelkeus voor u vrijl
BARTELJORISSTRAAT13-17
HAARLEM - TEL. 023-13915
\'oor kunsthand
Betere tijden tijden waarin com
plexen, taboes en frustraties gemakke
lijk worden weggespoeld, zodat het
leven vrijer en zinniger wordt. Ieder
een kent wel de impulsen, voort
komend uit een ongenuanceerde afkeer
van een alsmaar gecompliceerder en
alsmaar onbevredigender politiek
maatschappelijk beeld, om „de hele
rataplan" de rug toe te keren en zich
terug te trekken in een pastorale rust
van leven en laten leven. Die impul
sen komen herhaaldelijk tot uiting en
op steeds groter schaal, naarmate de
maatschappelijke ongenoegens zich op
stapelen en de politieke oneerbaar
heden duidelijker aan de dag treden.
Deze impulsen betekenen in feite een
soort van tijdeigen misselijkheid, een
volkomen desillusie ten aanzien van
eigen en anderer levensactiviteiten.
Dat is niet alleen onrustbarend, maar
ook betekenisvol. Het is onrustbarend
omdat het bewijst dat veel dingen vol
slagen verkeerd zijn, het is betekenis
vol omdat het een richtlijn levert voor
wat er zou kunnen worden verbeterd.
Onze tijd gunt de mens niet meer
de mogelijkheid, zich in pastorale rust
terug te trekken en op grazige weiden
te dromen van de snoepjes der schep
ping. Wij leven in een tijd die slechts
geluk belooft aan de actieve, mede
werkende, creërende mens. Het ar
beidsproces zowel als de politieke pa
tronen der samenleving laten de men
sen geen vrijheid meer tot mediteren
en vegeteren. Zelfs in de vakantie
moeten zij zich storten in een maal
stroom en komen zij niet los van in
formatie en keuze.
„Betere tijden" betekent dan ook
niet heropening van het verloren
paradijs. Dat is voorgoed verloren, om
dat het is opgegaan in de technocratie
en de communicatie-ontginningen. Een
nieuw paradijs kan slechts worden
ontworpen door architecten, die het
materiaal en de vormgeving van deze
tijd gebruiken. De stilte van klooster
tuinen behoort niet meer tot onze
gelukselementen. Het rumoer van het
leven in de meest-omvattende beteke
nis van het woord is de grondstof
waaruit de mens van de twintigste
eeuw zijn geluk moet destilleren. Wan
neer men dat destillatie-proces in
betere banen wil leiden dan het tot
dusver is gebeurd, dient men zich aan
als een voorstander van een princi
pieel democratische, humane, maat
schappelijk verantwoorde, rechtvaar
dige en beschaafde politiek maar
daarin behoeft geen enkel confessio
neel element betrokken te zijn. Men
behoeft daartoe geen religieus mens
te zijn of een religie aan te hangen.
Zo'n politiek is dan ook allerminst het
monopolie van „vooruitstrevende
christenen", al is dat misverstand de
laatste tijd veelvuldig verspreid. Men
hoort nog voortdurend spreken van
een „christelijke politiek" waar alleen
maar een tolerante en menslievende
politiek bedoeld wordt.
Wanneer men in het „vredespro-
gramma" van de Groep van Achttien
(het samenwerkingsorgaan van K.V.P.
A.R.P. en C.H.U.) leest dat een actief
vredesbeleid zal moeten zijn gericht
op terughoudendheid ten opzichte \an
rechtse dictaturen, betere contacten
met communistische regimes, toelating
van China tot de V.N., oplossing van
de Vietnamese kwestie, hervorming
van de NAVO tot „ontspanningscen
trum", principiële verwerping van het
apartheidsbeleid, democratisering van
het bestuur des lands door betere er
kenning van recht en waardigheid der
burgers, grotere openbaarheid van het
overheidsbeleid, betrekking der bur
gerij in de besluitvorming en verant
woordingsplicht der overheidsorganen
wanneer men dat alles leest als een
partijprogramma, moet men zich hoe
den voor de illusie dat het letterlijk en
ADVERTENTIE
P. STR. MTR.
POSTBUS 39 - HILVERSUM
volledig ook straks regeringsprogram
ma zal worden, ook al zou de Groep
van Achttien volledige regeringsbe
voegdheid krijgen.
Toch moet men zo'n „wensprogram-
ma" beschouwen als een zorgvuldig
uitgekiend procédé tot bevordering van
het menselijk geluk in onze gegeven
samenleving. Het woord „christelijk"
komt in deze opsomming niet voor.
Wel stelt de Groep van Achttien, dat
„christelijke politiek moet zijn door
trokken van onvrede met de huidige
wereldsituatie, en de hoop wakker
zal moeten houden op de mogelijkheid
van een rechtvaardiger samenleving,
waarin vrede heerst". Maar de punten
waar het om gaat, de opsomming van
de vernieuwingen in het beleid, zijn
niet uit het christelijk evangelie ge
put. Zij zijn stuk voor stuk aanvaard
baar voor niet-christelijke partijen en
individuen, vooropgesteld dat deze hun
democratische beginselen in een maat
schappelijk verantwoorde, humanitaire
en tolerante politiek tot gelding wil
len brengen. Wat de Groep van Acht
tien meent te moeten presenteren als
een christelijke progressiviteit, is in
feite een progressiviteit die voort
spruit uit een actueel tijdsbeeld dat op
beschaafde wijze wordt verstaan, na
dat de onvrede van echte rebellen de
ogen had geopend.
Er is geen „christelijke politiek", dat
is een al eerder uitgesproken overtui
ging van Christel ijken huize, die op
nieuw lijkt bevestigd te worden. Er is
wel een christelijk religieuze dogma
tiek, maar die blijkt in de loop der
eeuwen telkens te zijn verloochend
waar zij trachtte, zich met de politiek
te belasten. Christendom en politiek
zijn onverenigbaar gebleken, waar het
ging om handhaving en toepassing van
de zuiver christelijke beginselen I)e
christelijke overtuiging sluit politieke
wetmatigheid uit, als zij niet de knie
wenst te buigen voor de Mammon. liet
pseudo-christendom heeft zich over
vloedig gemanifesteerd in het inaat-
schappelijk-politieke beeld, maar .inist
dat „pseudo" heeft dan ook reacties
gewekt die niet gering waren: het
communisme, het atheïsme en het in
velerlei vormen optredende materia
lisme kunnen worden beschouwd als
de consequenties van de ontstellende
ontdekking dat het masker van
christendom een onchristelijk gezicht
verborg.
Het echte christendom bleef zwij
gend en bedroefd verborgen in de har
ten van miljoenen aan beide kanten
van de maatschappelijke grenslijnen,
onmachtig om het aanschijn van de
wereld te veranderen maar levend en
gezond genoeg om op vulkanische
wijze uit te barsten waar het zwakke
plekken in de materialistische laag
ontdekte. Zowel in als buiten de ker
ken, in en buiten de politieke partijen
en ook in en buiten de Westerse ge
zagsorganen is het individuele chris
tendom toch altijd opnieuw weer het
voornaamste element van onvrede ge
weest in een ogenschijnlijk betonnen
orde.
Onvrede uit christelijke bewogen
heid heeft ook in Nederland de hef
boom gezet onder confessionele en
politieke monumenten. Sinds de on
vrede werd gesticht in de joodse maat
schappij onder het Romeinse bewind
is die onvrede de desem gebleven die
verandering en vernieuwing deed
rijzen waar verandering en ver
nieuwing noodzakelijk waren.
De hefboom onder het gezapige
pseudo-christelijke politieke leventje
in ons land is gehanteerd door chris
tenen, die geen vrede hadden met wat
zij onder de christelijke banier zagen
gebeuren. Niet de vondst van een
christelijke politiek, maar een christe
lijke onvrede heeft de splijting van de
K.V.P. bewerkstelligd. De radicale
christenen hebben weliswaar een
nieuwe politieke partij gesticht, maar
zij zullen ook daarin tot de ontdekking
komen dat hun christen-zijn geen
bruikbare politiek kan voorschrijven.
Hun christen-zijn heeft hun echter wel
De eerste christelijke rebellie tegen
een conservatieve maatschappij werd
meedogenloos afgestraft. (Eikehou
ten specimen van kerkelijke kunst
omstreeks 1500
«irmfv
de moed geschonken, te breken met
hun politieke tehuis en te rebelleren.
De onvrede, die de christelijke re
bellen hebben geuit en ook bij an
deren opgewekt, heeft de oude par
tijen tot meer maatschappelijke ver
antwoordelijkheid gebracht. Dat is een
goed resultaat, al is het nog slechts een
begin. Het (vruchteloze) zoeken naar
een hanteerbare, ongecompromitteer-
de „christelijke politiek" heeft in ieder
geval de consequentie dat de politiek
minder ónchristelijk zal worden. Wel
licht mag men nooit méér verwachten.
Wellicht ook moeten christenen het
minst van allen streven naar een
„christelijke regering", omdat in zo'n
geval het adjectief „christelijk" ten
onrechte zou worden gevoerd.
Het christendom lijkt, na eeuwen
van ervaring en schade, geen andere
opdracht te hebben dan het in stand
houden van de „onvrede" van hét ge
weten in een niet-christelijke wereld.
Een revolutionaire opdracht, maar niet
rebelser van aard dan de taal van het
evangelie in de Romeinse maatschap
pij geklonken heeft.
Het klinkt misschien hard als men
zegt dat iedere „christelijke politiek"
met groot wantrouwen moet worden
ontvangen, omdat politiek niet echt
christelijk kan zijn. Toch komt het
daarop neer. Men kan moeilijk be
weren dat de presentanten van een
„christelijke politiek" bedrog plegen.
Wat zij wel doen is: een verkeerde for
mulering geven aan hun goede wil. Zij
willen een politiek presenteren die
ruimte geeft aan en eerbied opbrengt
voor de „christelijke onvrede". Dat be
tekent, dat zij het christelijke geweten
als richtsnoer willen erkennen bij de
Keizer Tiberius, onder wiens re
gering de christelijke onvrede van
Jeruzalem uit over de wereld werd
uitgezaaid.
creatie van maatschappelijke insti
tuties, bij het schrijven van wetsregels,
bij de regeling van de verhouding
tussen overheid en individu. Dat is een
prachtig streven en het zal zeker
strekken tot meer geluk voor de
samenleving, waarin zulk een politiek
wordt gevoerd. Maar het is dan nog
geen „christelijke" politiek.
Want hoe minder christelijke on
vrede noodzakelijk zal zijn, hoe sterker
het christendom zich uit de politiek en
het openbare leven zal terugtrekken
naar het tabernakel waar het hoort:
de harten der mensen. Dan wordt het
christendom ook geen inzet of drijf
veer in de politiek, het wordt weer
echt wat het ook van het begin af al
leen maar bedoeld heeft te zijn: een
religie. Een religie die nu en dan echte
rebellen produceert, als het geluk van
de wereld verduisterd dreigt te wor
den en de naam van het christendom
daarbij ijdel wordt gebruikt.
JOS. L. LODEWIJKS
ADVERTENTIE
nM
in
O
O.
.2
■o O* o
O z
"Ca
N ui
c"*
n c
o
O
023'115347
Ieder levend schepsel heeft
een levensbeschouwing, maar
alleen de mensen maken er
onderling ruzie over. De an
dere schepsels aanvaarden
hun levenspatroon stilzwij
gend, volgen de regels van
hun aard en soort en proberen
nooit anderen tot hun ziens
wijze te bekeren. Zij hebben
geen mentaliteit.
Of zouden er ook conser-
vatief-liberale katten en com
munistische honden zijn? Als
ze er zijn, bezitten zij een
grote mate van zelfbeheersing
en verdraagzaamheid, die
gunstig afsteekt bij de ge
dragingen der mensen.
Soms maken de mensen el
kander voor rooie honden uit,
maar zij doen daarmee groot
onrecht aan de echte honden.
Want of zij blaffen dan wel
bijten, zij doen dat in vol
strekte objectiviteit wat de
politieke instelling van hun
tegenstanders betreft.
In vroeger dagen, die rijker
waren aan tradities en cere
monieën dan onze tijd, wer
den huisdieren in rooms-
katholieke kerken gezegend.
Dat wilde echter aller
minst zeggen, dat zij daar
door rooms-katholiek werden.
Want als een pinchertje
des zondags eens in een bui
van menselijke vroomheid in
de kerk verdwaalde, werd het
arme diertje er door de koster
ongenadig uitgeschopt.
Van wijlen bisschop Bek
kers wordt verteld dat bij
eens een wandelaar een lift
in zijn auto aanbood. Toen de
man aarzelend verklaarde dat
hij niet rooms-katholiek was,
zei de bisschop opgewekt:
„Dat hindert toch niet, man,
want mijn auto is het ook
niet".
Dit voorval illustreert dui
delijk, dat dingen en dieren
geen ideologie kunnen aan
hangen. Toch lees ik in kran
ten nu en dan dat hier en
daar ter wereld communisti
sche tanks gesignaleerd wor
den. Merkwaardig genoeg
zoek ik al jaren tevergeefs
naar de mededeling dat er ook
christelijk-historische tanks
in het veld zijn. Waarschijn
lijk moet ik daarvoor Russi
sche kranten gaan lezen,
maar dat is een tijdrovend
werk, sinds ik bij de Russi
sche t.v.-les over de onregel
matige werkwoorden in slaap
ben gevallen.
De mensen vereenzelvigen
hun bezittingen aan levende
en dode have zozeer met hun
eigen denkwijze, dat zij die
ren en dingen een mentaliteit
toeschrijven. Het is bijna on
denkbaar dat een koe, die in
ons vrije landje is opgefokt en
groot geworden, met dezelfde
vrijgevigheid haar melk zou
leveren als zij zou worden
overgeplaatst naar Leningrad.
Toch doet zij dat, als ze daar
maar behoorlijk te eten krijgt.
Is dat een gebrek aan vader
landsliefde of democratische
gezindheid? Neen, het is de
afwezigheid van mentaliteit.
Een bejaarde dame wier
tekkeltje moeder was gewor
den van een gezonde zesling,
wees onlangs verontwaardigd
de verkoop van een der klein
tjes aan iemand uit Leipzig
van de hand. „Ik mag er niet
aan denken", zei ze geschokt,
„dat zo'n diertje moet op
groeien achter het ijzeren
gordijn". Ofschoon tekkeltjes
zeer verstandige beestjes ple
gen te zijn, kunnen zij toch
onmogelijk last hebben van
een zekere onvrijheid van
meningsuiting. Zij zijn vol
komen bereid een communist
de hand te likken, als hij
maar een goeie baas is. Zij
proeven geen politieke bij
smaak, omdat zij geen men
taliteit hebben.
En tóch kan men begrip
hebben voor het standpunt
van zo'n mensje, al weet men
dat het een onzinnig stand
punt is.
Een even onzinnig stand
punt is het te menen dat po-
litiepaarden een hekel hebben
aan langharige jongelieden.
Als men bij tijd en wijle de
ijver ziet, waarmee deze
vaardig bereden dieren erop
los stormen, heeft men enige
moeite met het denkbeeld dat
hetzelfde paard even storm
achtig op politiemannen zou
afgaan, indien het door een
provo zou worden bereden.
Toch is dat zonder enige twij
fel het geval. Paarden hebben
geen genegenheid voor het
gezag, noch hebben zij een
hekel aan -rebellen. Zij doen
slechts datgene, waartoe zij
gedwongen worden. En nie
mand zal mij kunnen wijs
maken dat zij het met ge
noegen doen.
Ik wil mij hoeden voor
misprijzen over het feit, dat
politiemannen paardrijden.
Integendeel, de combinatie
tussen een fier uit de kluiten
gewassen agent in onberispe
lijk uniform en een glanzend
gepoetste vos is een weldaad
voor het oog. Als agent bén je
iemand, maar als agent te
paard ben je nog iemander.
Het aanzien van het gezag
vaart er wel bij, dat het hoog
gezeten is ,op een welgescha
pen stuk natuur en zich op
bevallige wijze door de stra
ten beweegt.
Bij het uitvoeren van char
ges echter wordt de ethiek
van het geval heel wat min
der. Zoals ieder rechtgeaard
ruiter weet, ligt het niet in
de natuur van het paard zijn
menselijke medeschepselen
omver te lopen, te bedreigen
of plat te drukken. Omdat het
paard geen mentaliteit heeft,
kan het geen onderscheid ma
ken tussen goede en slechte
burgers. Om een paard op
mensen te doen losstormen,
moet men het in staat van
doodsangst brengen.
Bij de bereden wapens in
vroegere tijdperken gold het
als een ernstig geval van
dierenmishandeling, een ge-
hoefijzerd paard te doen ga
lopperen op straatkeien. Er is
nauwelijks een dier te be
denken in onze gevarieerde
schepping dat een fijnzinni
ger gevoel heeft voor wat ge
vaarlijk is, dan het paard. Een
paard weet met onfeilbaar in
stinct in welke situatie het
gevaar loopt zijn benen te
breken.
Bij politie-charges verkeert
ieder paard in die situatie.
Wat het getrouwelijk doet on
der dwang van zijn ruiter,
doet het in doodsangst. Het
zou een grotesk misverstand
zijn te menen dat het politie-
paard zich ten doel gesteld
heeft, de orde te handhaven
en met professioneel plezier
op demonstranten aanstormt.
Het paard is geen vijand van
mensen, zelfs niet van las
tige of ordeloze mensen. Het
is zelfs geen vijand van links
georiënteerde jongeren, al
lijkt dat soms zo. Het is alleen
maar bang en zeer kwetsbaar.
Dit wil geen pleidooi zijn
om ons straatbeeld te be
roven van politieruiters, o
nee. Er is niets aardigers
denkbaar dan een tweetal be
reden agenten in een drukke
winkelstraat, onder een lente
zonnetje dat wisselende glans
tovert op de gladde, sierlijke
lijven van mens en dier.
Ik wil niets anders betogen
dan dat paarden geen men
taliteit hebben. En dat het
niet van begrip voor de func
tie van deze vredelievende
dieren getuigt, wanneer men
hen in een staat van doods
angst en lijfsgevaar brengt.
En dat men ordeverstoorders
ook met motorrijwielen en
auto's kan wegjagen. Motor
rijwielen en auto's hebben
evenmin een mentaliteit,
maar zij hebben ook geen
angst. Zij glijden ook niet ge
makkelijk uit en zij hebben
geen kostbare benen.
Het is. allemaal een kwes
tie van even wat dieper na
denken over nut, noodzaak,
liefde en leven. Dat zijn na
melijk vier dingen die men
sen en dieren verbinden. Als
alles goed is, tenminste.
DEN HAAG. De uitgeweken Griekse
politicus Andreas Papandreou zal van
24 tot en met 27 april een bezoek bren
gen aan ons land. Hij is daartoe uitge
nodigd door het comité Nederland-Vrij
Griekenland. Hij was indertijd minister
in het kabinet van zijn vader, George
Papandreou, en werd de centrale figuur
in de ,,Aspida"-affaire", waarin een groep
links georiënteerde officieren ervan werd
beschuldigd een staatsgreep te hebben
voorbereid. Hij zal in Neerland lezingen
houden.
ADVERTENTIE
INTERIEURVERZORGING N.V.
(Van onze correspondent)
HUISSEN Herman Klaassen uit Huis-
sen is naar Moskou vertrokken om zich
daar een bio-elektrische prothese te laten
aanmeten, een kunsthand waarvan de
vingers bewogen worden via een op de
armspieren werkend elektronisch appa
raatje. De reis is mogelijk gemaakt door
giften van tal van mensen uit het gehele
land. De eerste reis, die Herman begin dit
jaar naar Moskou maakte voor een trans
plantatie was tevergeefs. Transplantatie
bleek niet mogelijk. Russische medici bo
den hem een elektronische prothese aan.
De kosten bedroegen vierduizend gulden.
Dat bedrag moest direct worden betaald,
maar dat kon de Huissenaar niet. Hij keer
de in februari naar Nederland terug.
ADVERTENTIE