9
NIEUWE VERHOUDINGEN,
IN FILM VASTGELEGD
„Uw tijdgenoot" voor ieder
een onderwerp van gesprek
I
De succesvolle loopbaan
van A. Baloesjkin
Problemen in een Russisch restaurant
Industrie betaalt steeds meer
lonen naar de prestaties
Woningbouw in
Santpoort-Noord
Zelfbouwers in
Velsen-Zuid
MAANDAG 18 MAART 1968
4
(Door een speciale verslaggever)
LENINGRAD Sinds enkele weken draait in de grote steden van de
Sovjet-Unie een film waarover iedereen praat en die een bijzonder goede
indruk geeft van de veranderingen die er de laatste tijd in de Russische
samenleving hebben plaats gevonden. Niet alleen door de inhoud van de
film zelf, maar ook door de bijna vreugdevolle belangstelling die hij over
al geniet: „Dit kan nu bij ons".
Sabotage
A ngst
Niet zwart-wit
K
Lonen
A rbeidsraad
Ik zag: deze voor een buitenstaander zo
onthullende film in een bioscoop van een
arbeiderswijk van Leningrad om twaalf
uur 's middags met een goed gevulde
zaal.
Het verhaal gaat over een, bedrijfslei
der van een groot project in Siberië
wiens onmiddellijke medewerker ontdekt,
dat op den duur het hele kostbare werk
beter op olie kan worden gestookt dan op
steenkool, waarop het bouwplan is geba
seerd. Samen besluiten ze daarover in
Moskou te gaan praten, want dit gewij
zigde inzicht komt niet overeen met het
staatsplan volgens hetwelk het complex
zal worden gebouwd. En overgang op olie
betekent dat het deel dat reeds gebouwd
is, waardeloos wordt. Daarom hebben ze
voor ze naar Moskou gingen, het werk
stilgelegd.
In Moskou kost het ze heel wat moeite
om een hotel te krijgen: ze hebben geen
officiële reispas. Dan volgt een lange
tocht langs ambtelijke instanties. Eerst
die van het ministerie, waaronder het
fabriekscomplex ressorteert, dan volgen
gesprekken met medewerkers van de vi
ce-minister-president en na vele stu
dies tenslotte met de vice-minister-pre
sident zelf.
Bij de lagere functionarissen moeten
de twee vooral het verzet overwinnen te
gen veranderingen in een plan dat uitein
delijk door de ministerraad was goedge
keurd. En de minister zelf verwijt de
bedrijfsleider, dat hij twee jaar gele
den niet heeft ontdekt dat olie goedkoper
en efficiënter werkt. Een van de mede
werkers van de minister probeert nog het
probleem dat de twee ingenieurs opwer
pen op snelle wijze uit de weg te ruimen
door te zeggen dat hun eigenmachtig be
sluit om het werk stil te leggen sabotage
is en dus strafbaar. Maar de twee hebben
hun zaak voortreffelijk voorbereid en zij
argumenteren niet voor zichzelf, maar
voor het algemeen belang. Daarom wordt
deze gemakkelijke uitweg niet door de
minister aanvaard.
Tussen hun zakelijke besognes door
loopt het nevenverhaal van de zoon van
de bedrijfsleider. De hoofdpersoon is ge
scheiden, zijn vrouw en zoon wonen in
Moskou. Bij zijn ontmoetingen met de
jongeman komt de vader erachter dat
die niet meer op school is, maar in een
fabriek werkt, omdat hij wil trouwen met
een iets oudere ongehuwde moeder. Dat
leidt tot een diepgaand gesprek tussen
vader en zoon, waarbij de vader de zoon
voorhoudt dat in het algemeen dergelijke
huwelijken niet goed gaan; dat de meeste
mensen het wel met hem eens zullen
zijn dat het beter is voor de jongen eerst
zijn Studie af te maken. De zoon zegt
dan: „Wat doet 't er toe wat de meeste
mensen denken, wat miljoenen ervan vin
den? Ik kan alleen maar oordelen over
mijzelf. Ik houd van haar, ik wil met
haar trouwen." En alhoewel dat gesprek
ermee eindigt dat de zoon weggaat,
neemt later in een gesprek met zijn
gescheiden vrouw de hoofdpersoon het
toch voor deze individuele beslissing van
de zoon op. De moeder heeft tegen de
zoon al eens gezegd dat zij vroeger dat
soort problemen in de communistische
jeugdorganisatie, de Komsomol, besprak,
waarop de zoon zegt: „Ik heb nog nooit
iemand ontmoet wiens liefdesproblemen
door de Komsomol zijn opgelost."
In het gesprek met de vader zegt de
vrouw: „Vroeger zouden wij het soort
dingen die de jongen doet niet hebben ge
durfd. Vroeger kenden wij nog de angst."
En dan is 't antwoord van de vader:
„Die angst is nu precies waarover we ge
lukkig zouden moeten zijn dat hij is ver
dwenen. En jij wilt dat terug?"
Het zijn zulke momenten waarop een
rimpeling van instemming door de zaal
gaat en die deze film zo geweldig doen
aanspreken by de Russen van vandaag:
hier wordt de nieuwe tijd bevestigd. Dat
geldt ook voor de grote slotscène van
het hoofdmotief: de vergadering met de
vice-premier van de hele Sovjet-Unie,
werkelijk opgenomen in het Kremlin. Het
is voor het eerst in de filmgeschiedenis
van de Sovjet-Unie dat in een rol in een
film een zo hoge functionaris wordt uit
gebeeld. En des te opmerkelijker is het,
dat de twee ingenieurs ook deze man kei
hard hun waarheid zeggen.
De tweede, die ik opmerkelijk veel op
Kroesjtsjev vind lijken, voegt de vice-
premier op een bepaald heftig moment
■elfg toe, dat wat die zegt pure onzin is.
De eerste geeft toe, dat inderdaad mis
schien twee jaar geleden beter nage
dacht had moeten worden voor men aan
het project begon. „Maar", zegt hij, „dat
is nu juist ons probleem geweest. Wij ge
ven op 't ogenblik als we praten over de
fouten van het verleden, te gemakkelijk
de persoonsverheerlijking van voor het
twintigste partij-congres de schuld, (die
toen door Kroesjtsjev is beëindigd, red.).
Maar dat was maar de helft van onze
fout. De andere helft is dat we allemaal
veel te braaf de besluiten hebben aan
vaard die er eenmaal waren genomen,
dat we de strenge discipline aanvaard
den en geen eigen initiatief hadden.
De bedrijfsleider beroept zich daarbij
op zijn lidmaatschap van de partij, het
geen niet alleen zijn persoonlijke positie
maar ook zijn verzet tegen voortzetting
van het oude plan ongetwijfeld sterker
maakt. Maar zijn felle medewerker is uit
drukkelijk géén partijlid.
Dan stelt de leider van de communis
tische partij van het gebied waarin het
project wordt uitgevoerd zich tegenover
hen op, nadat hij typerend detail de
discussie vanaf een bankje terzijde heeft
gevolgd. Hij wijst op de beloften van
werk die aan duizenden mensen zijn ge
daan en op de morele waarde die hieraan
door de inwoners van het gebied wordt
gehecht. Want het is duidelijk dgt de
overgang op olie ook beteként dat de fa
briek beter naar elders kan worden ver
plaatst. «1 .us»llav«jg iisüdin
De waarde van de film ligt erin dat
deze argumentatie en tegenargumentatie
geen zwart-wit beeld oproept. Beide par
tijen hebben zeer goede argumenten tot
hun beschikking, al gaat de sympathie
van de toeschouwers als vanzelf naar de
vechtende bedrijfsleider en zijn medestan
ders die helemaal centraal zijn geplaatst.
Het einde van de film is open: de vice-
minister-president die de pleidooien van
iedereen ook van een wat caricaturale
professor die met veel omhaal van woor
den vóór steenkool en tegen olie is met
grote openheid heeft aangehoord, zegt
dat hij de zaak van zoveel gewicht acht
dat hij hem in de ministerraad zal bren
gen. Het gaat om tientallen miljoenen
en om werk van twee jaar. En met die
vraag: wat is de beste beslissing, worden
de Russische bioscoopbezoekers weer de
straat op gestuurd.
Waarschijnlijk is „Uw tijdgenoot" geen
film om in Nederland te importeren. Er
wordt heel goed in gespeeld, maar uiter
aard oneindig veel in gepraat. Wat de
film belangwekkend maakt, is vooral dat
hij gemaakt kon worden, en ten twee
de dat hij voor de Sovjet-burger een be
vestiging is dat inderdaad nu dingen kun
nen die vroeger niet mogelijk waren. Nie
mand is erg bereid die dingen precies te
formuleren, maar als ik het voor mij
zelf mag doen dan is het dit: het indivi
du kan zich losmaken van de druk van
een officiële richtlijn en hij heeft een
kans die om te buigen mits hij het doet
in het algemeen belang en mits hij ste
vig in zijn schoenen staat. Anderzijds:
de overheid is tegenwoordig bereid naar
dit recalcitrante individu te luisteren.
Daarnaast het nevenmotief: de jonge
mens moet in de gelegenheid zijn zijn ei
gen leven te vormen, ook als dat leven
zo is dat z'n ouders zich daartegen ver
zetten: een doorbraak van 't individua-
Overal in de Sovjet-Unie, op
,winkelruiten, op aanplakborden in
fabrieken en kantoren en op ere
poorten aan de ingang van kol
chozen, staan nog de getallen 1917-
1967, ter herinnering aan het feest
van de vijftigjarige revolutie dat
in november in het hele reusach
tige land uitbundig is gevierd. Bij
die gelegenheid is veel aandacht
besteed aan de historische gebeur
tenissen rondom de Oktober-revo-
lutie. Maar hoe leven de Russen nu
na het feest? Hoe is het met
name gesteld met hun mogelijkheid
zich uit te spreken over de manier
waarop zij worden bestuurd?
Als bij ons al de burger de laat
ste jaren het gevoel krijgt niet vol
doende meer in te brengen te heb
ben, niet genoeg inspraak te heb
ben, hoe staat het daarmee dan
in de bakermat van het commu
nisme?
lisme. Misschien voor ons een wat banaal
en zeker niet opzienbarend thema. Maar
in Moskou trekt de film nu al vijf we
ken volle zalen, in Leningrad eveneens
en iedereen die ik sprak had hem gezien.
En toen ik een röntgenoloog in Jerevan
de hoofdstad van de Armeense Sovjetre
publiek, vroeg wat er veranderd was in
de levenssfeer sinds het twintigste par
tij-congres, zei hij: „Heeft U „Uw tijd
genoot" gezien? Dat is er veranderd."
SM
(Door drs. M. L. Snijders)
LENINGRAD Zevenendertig
jaar geleden begon Alexander A. Ba
loesjkin als leerling te werken in de
fabriek „Electrosyla" aan de buiten
kant van Leningrad. Al werkende
volgde hij de technische vakschool
voor machinebouw waarna hij op
klom tot chef van het technisch bu
reau. 's Avonds studeerde hij verder.
Hij haalde het einddiploma van de
avondmiddelbare school. Zeven jaar
geleden is hij plaatsvervangend direc
teur geworden.
Dat is de succes-story van een Rus
sische ondernemer, een rustige, een
voudige man, die overal op het uit
gestrekte fabrieksterrein met juist
A. Baloesjkin
iets meer sympathie wordt begroet
dan alleen uit de hiërarchische ver
houdingen verklaarbaar is.
„Electrosyla" maakt onder andere gigan
tische turbo- en hydrogeneratoren tot acht
honderdduizend kilowatt, binnenkort zelfs
van een miljoen kilowatt. In de vier filia
len samen werken 21.000 mensen, van wie
twaalfduizend in Leningrad.
De successtory van Alexander A. Ba
loesjkin is ook de successtory van de fa
briek, die zeventig jaar geleden als een
onderneming van Siemens-Halske is be
gonnen. In 1918 werd het bedrijf genatio
naliseerd. Vorig jaar exporteerde „Electro
syla" naar 52 landen. De generatoren voor
de eerste Russische atoomijsbreker komen
er vandaan, die voor de Assoeandam en
voor stuwdammen in de Sovjet-Unie zelf,
in de Wolga. de Dnjepr en andere rivieren.
Het gemiddelde loon van de arbeiders is
110 tot 115 roebel per maand. Omgerekend
in guldens is dat 440 tot 460 gulden en dan
lijkt het niet veel. Maar een andere ver
gelijkingsmogelijkheid is die met het mi
nimum-inkomen: in de Sovjet-Unie is dat
zestig roebel per maand (bij ons 590,
Dan is het gemiddelde loon dus bijna twee
keer het minimum en dat ziet er veel beter
uit: het komt overeen met ongeveer 250
in de week bij ons.
De helft van de arbeiders heeft een pres-
tatieloon. waarbij premies worden gegeven
nühr höe\lèélheicT en kwaliteit. Dfe fjrèfhies
kunnen oplopen van 25 percent van het
basisloon bij machinebankwerkers tot
veertig1 përcènï 'W dé réparatiè-afdeling.
Over de totale loonsom wordt elf percent
aan premies betaald.
Individuele lonen lopen uiteen van ze
ventig roebel plus premie voor technici tot
180 en 240 voor afdelingschefs, verhoogd
met de premies.
Gunstig voor de hogere lonen is dat
iedereen die gehuwd is en meer dan twee
kinderen heeft, dertien percent belasting
betaalt ongeacht de hoogte van zijn inko
men. Ongehuwden betalen vijf percent
meer en gehuwden zonder kinderen of met
een of twee kinderen iets meer dan dertien
percent.
Bij dit alles moet wel worden" bedacht
dat in de Sovjet-Unie in de regel de vrouw
ook werkt, zodat er meestal per gezin twee
inkomens zijn.
Kinderbijslag en vakantiegeld bestaan
niet, evenmin als kinderaftrek bij een gro
ter aantal kinderen. De werknemer be
taalt ook geen sociale premies, noch voor
zjjn pensioen, noch voor zjjn ziektekosten.
Dat alles wordt betaald door de fabriek
(zeven percent van de loonsom) en door de
staat.
Bij „Electrosyla" mag een deel van de
bedrijfswinst onder de arbeiders worden
verdeeld Over de hoogte van het winst
percentage dat aan de werkers wordt uit
gekeerd heeft de vakvereniging geen en
kele medezeggenschap. Het wordt vastge
steld door het ministerie, waaronder de
fabriek valt.
Wel beslist de vakvereniging mee over de
verdeling van de premies tussen de werk
nemers, samen met de bedrijfschefs en de
directie.
De arbeidsraad, die zich onder andere
hiermee bezig houdt, bestaat uit 25 per-
De grote sqène in het bureau van
de minister-president. Staande de
bedrijfsleider, naast hem, met de
hand onder het hoofd, zijn sceptisch
kijkende medewerker.
sonen. met een vrouw als voorzitter. Onge
veer de helft is lid van de communistische
partij, twaalf van de leden van de raad
zijn vrouwen. In totaal bestaat een derde
deel van de werknemers uit vrouwen.
Omdat de arbeidersraad zich niet alleen
bezig houdt met recreatie en scholing maar
ook met de premietoekenning en met be-
drijfsconflicten zijn de voorzitster en haar
drie plaatsvervangsters vrijgesteld-
Het pensioen is afhankelijk van het aan
tal arbeidsjaren, maar niet minder dan de
helft van het laatste loon en niet meer dan
120 roebel per maand. In het gunstigste
geval komt dat, vergelijkenderwijs, dus
nogal wat hoger uit dan onze A.O.W. (im
mers: tweemaal het minimumloon), in het
ongunstigste aanmerkelijk lager. Voor
loon verschillen is men in de Sovjet-Unie
niet bang.
Verder draagt de fabriek toch wel aan
de vakanties bij, al is er dan geen vakan
tiegeld, door bonnen te verstrekken die
recht geven op een verblijf in een vakan
tiehuis van het bedrijf. Ook die bonnen
zijn in het premiestelsel opgenomen. Per
jaar is er voor een derde van de arbeiders
in deze tehuizen een plaats.
Conclusie uit dit bezoek aan een groot
industrieel bedrijf: de verschillen in loon
tussen mensen die hetzelfde soort werk
doen zijn door het premiestelsel waar
schijnlijk groter dan bij ons, de verschil
len in lagere en hogere functies zijn in de
Sovjet-Unie zeker niet kleiner.
De medezeggenschap van de arbeiders
over de bedrijfsgang is miniem alleen
over de salarissen en premies is er een
zeer ruime inspraak.
En tenslotte: de aanmoediging van de
persoonlijke ijver en het persoonlijke ini
tiatief die in de vorm van het premiestelsel
de laatste tijd is ingevoerd, geeft een „ka
pitalist" het gevoel dat het communistische
stelsel niet alleen ten aanzien van de toe
nemende vrijheden vóór de burger bezig
is meer naar onze normen toe te groeien,
maar ook in de arbeidsverhoudingen.
(Van een verslaggever)
SANTPOORT Tussen de Hoofdstraat
en de Rijksweg in Santpoort-Noord wil
de heer P. F. Scholz uit Santpoort wo
ningen en garages bouwen, waarvoor hij
de gemeente Velsen heeft verzocht een
perceel grond ter oppervlakte van onge
veer 1140 vierkante meter te mogen
kopen.
B. en W. staan hier welwillend tegen
over en menen, dat per vierkante meter
dan 45 zou moeten worden betaald. De
raad zal nog moeten beslissen.
(Van een verslaggever)
VELSEN Vier Velsenaren en een
Haarlemmer willen in hun vrije tijd aan
de Velserburch in Velsen-Zuid hun eigen
woning bouwen.
Het zijn de heren M. Muys en J. Plug
uit IJmuiden, de heer A. C. Koedoot uit
Velsen-Noord en de heer F. H. Nouris
uit Haarlem. De bedoeling is, dat bij elk
van de vijf woningen een garage wordt
gebouwd.
B. en W. zijn van mening, dat hun ver
zoek kan worden ingewilligd. De grond
prijs voor de woningen dient te worden
gesteld op 40 per vierkante meter. Per
garage is 18 vierkante meter nodig, waar
voor 1250 zou moeten worden betaald.
De raad moet nog beslissen.
MOSKOU De serveerster las het
briefje, dat een van mijn gastheren de
avond tevoren voor mij had geschreven
Daarop zei ze iets in het Russisch.
„Laat dit maar aan de manager
zien", zei ik, eerst in 't Engels, toen
in 't Duits, „die weet ervan". Maar die
manager die avond was een ander dan
die van 's ochtends en dus wist hij het
niet.
Het was nu een man in een zwart
pak, met een zwarte das. Zijn ogen
stonden te dicht bij elkaar en hij had
kort steil haar. Toch sprak hij me
vriendelijk toe, in een mengeling van
Russisch en Duits. Ik probeerde hem
duidelijk te maken, dat mijn Moskouse
gastheren mij hadden gezegd, dat ik
in 't restaurant van 't hotel niet moest
betalen. „Cheque, cheque", zei ik en
maakte een paar maal het gebaar van
een handtekening zetten. De manager,
die „administrator" bleek te heten,
keek nog wat nadekend. Opeens klaar
de zijn gezicht op. Ik moest aan een
ander tafeltje zitten. Toen ik daar zat,
zette hij er een Duits vlaggetje op en
beduidde me, dat hij tot zijn spijt geen
Nederlandse had. „Hij weet in ieder
geval waar 't ligt", dacht ik tevreden.
Nadat ik gegeten had maakte de ad
ministrator mij duidelijk dat ik nu
voortaan altijd aan dat tafeltje moest
zitten. Ik beloofde het plechtig.
DAT was overigens al de tweede er
varing van dezelfde soort in het restau
rant van het reusachtige, nieuwe hotel
Rossia (6000 bedden) met een regelin-
getje dat afweek van het normale. Ge
woonlijk betaalt men na de maaltijd, of
men in 't hotel woont of niet. Buiten
landers betalen meestal met bonnen
van Intourist. Maar het Russische pers
bureau A.P.N. wiens gast ik was in de
Sovjet-Unie, wilde het anders: niet be
talen, geen bonnen, zij zouden later de
rekening wel voldoen. Niemand had.
echter daarbij bedacht dat voor het
toepassen van een afwijkende regel in
in Moskou alleen een briefje niet ge
noeg is, maar dat een mondelinge
toelichting beslist zeer gewenst blijft.
En die kon ik niet geven.
BIJ het ontbijt de volgende ochtend
zaten aan „mijn" tafeltje vier heren.
Dus zette ik mij neer in de buurt er
van. De administrator was er nu he
lemaal niet kennelijk was het nog
te vroeg. Maar 't briefje hielp deze
keer meteen. Alleen moest ik nauw
keurig opgeven hoe laat ik mij voor
stelde die avond te komen, waarschijn
lijk om dan de manager mede te be
trekken in de behandeling van mijn ge
val.
Na dat ontbijt moest ik een handte
kening plaatsen. Overigens, er is al
die keren dat er problemen waren,
nooit de suggestie geweest dat ik mijn
maaltijd niet zou krijgen; dat dient ge
zegd. De moeilijkheid was alleen; hoe
zouden ze mij verantwoorden?
DIE avond dreigden er andere pro
blemen. De portier hield al in de gang
een kleine kluit mensen tegen; het res
taurant was vol. Ik drong er door
heen, mijn buitenlanderschap bekend
makend door duidelijk „excuse me, ex
cuse me" te roepen. Tegen de portier
zei ik iets van „Golanski delegatia"
omdat ik dat veel vond lijken op iets
dat mijn gastheer de eerste avond had
gezegd.
Dat hielp geweldighij maakte een
doorlatende beweging. Maar een kleine
Aziatisch uitziende heer was het daar
mee geheel niet eens en legde zijn
arm als een afsluitboom voor de deur
opening.
Ik had honger en voegde hem vrien
delijk enkele zinsneden in het Neder
lands toe, een taal waarin men zich
in dergelijke omstandigheden toch al
tijd het vaardigst kan uitdrukken. Hij
keek niet overtuigd en liet mij slechts
mokkend door.
Maar de reservering waarover ik in
de gang zo hoog had opgegeven, bleek
binnen van twijfelachtige waarde;
mijn tafeltje was er helemaal niet. Het
was met een paar andere samenge
voegd tot de dis van een andere vreem
de „delegatia". De nu fungerende
vrouwelijke administrator wees mij er
bovendien terecht op, dat ik twee uur
later was verschenen dan ik had aan
gekondigd. Daaruit bleek dan dat zij
van mijn merkwaardige restaurant-be
staan op de hoogte was. Inderdaad ver
zorgde ze me een plaatsje achter een
Italiaanse vlag bij een echtpaar uit
Azerbeidsjan met een schattig dochter
tje van vier.
IN totaal heb ik toch nog zeven keer
heel smakelijk en plezierig gegeten in
het restaurant van hotel Rossia, dat
uitkijkt op de muren en de torens van
het Kremlin. Iedere keer was 't weer
een belevenis welke nieuw misverstand
mijn briefje zou creëren. Er bleken zes
mogelijkheden te zijn; de laatste keer
waren er dus geen problemen meer.
Iedereen wist 't nu, al kon ik zien, dat
ze 't gek bleven vinden, 't Werd bijna
jammer om weg te gaan.
NATUURLIJK weet ik wel dat hotel
Rossio nog erg nieuw is en dat de staf
nog weinig ervaring heeft met buiten
landers. Maar toch als u binnen
kort naar Moskou mocht gaan. leer nog
gauw wat Russisch. Of fcom 't brief
je even bij me halen, ik heb 't nog.