Russische burgers zijn uiterst nauw
bij stadsbestuur betrokken
Leningrad na restauratie
weer een prachtige stad
Beter met Boter
Él
EP»-®
DONDERDAG 21 MAART 1968
13
Tsaren
Woonblokken
Budget: 664 miljoen
y mmm
Woningen
Poesjkin
Uw bruine, botermalse biefstuk:
niets is heerlijker
dan gewoon zoals het hoort,
échte boter voor zo'n sappig stuk vlees.
(7? .O;
:\v
(Van een speciale verslaggever)
LENINGRAD „Burgers, bij beschieting is het aan deze kant van de
straat bijzonder gevaarlijk"' Dat staat, witte letters op een blauwe achter
grond, nog op een muur van een huis aan de Nevski Prospekt, Leningrads
belangrijkste winkelstraat. Het is een van de vele herinneringen aan het
verschrikkelijke beleg, dat deze tweede stad van de Sovjet-Unie tijdens
de laatste oorlog heeft doorgemaakt. Zeshonderdduizend mensen zijn bij
dat beleg van honger omgekomen en tienduizenden woningen en gebou
wen vernield. Toch is Leningrad nu weer een van de mooiste steden ter
wereld: dank zij alles wat uit de tijd van de tsaren is overgebleven.
Leningrad is niet zo gezellig als Mos
kou, wat statiger door aanleg zowel als
door de aard van zijn bewoners, maar
van 'n allure die vooral doet denken aan
Parijs en Washington. Ofschoon de vroe
gere tsarenhoofdstad veel ouder is dan de
Amerikaanse hebben de twee steden ge
meen dat ze door één ontwerper in één
keer zijn ontworpen. In Leningrads geval
ligt het begin onder Peter de Grote in
1703. Prachtige paleizen zijn er in de ja
ren daarna gebouwd, zowel voor de tsaren
zelf als van hun hofhouding en voor de
hoge staatsinstellingen. De overheersende
bouwstijl van het stadscentrum is 'n fees
telijk barok, waarbij de versierende ele
menten wit zijn gehouden en de muur
vlakken zacht groen, roze, blauw of geel.
In Moskou moeten vele straten in het
centrum tot op de dubbele breedte wor
den gebracht om het huidige en het te ver
wachten verkeer te verwerken. Leningrad
is twee eeuwen geleden echter al zo
royaal opgezet, dat alle straten ook voor
de twintigste eeuw nog breed genoeg zijn.
Het stadsbestuur van deze wereldstad
(3,7 miljoen inwoners) zetelt in het ge
bouw van de vroegere staatsraad. In de
grote vergaderzaal staan de wapens van
de tsaren nog op de kristallen luchters,
al zijn op enkele muurvlakken ter wille
van het evenwicht sikkels en hamers aan
gebracht. De stedelijke democratie is bin
nen het één partij-systeem in zo'n stad
veel verder ontwikkeld dan wij ons in
het algemeen voorstellen als we aan de
Sovjet-Unie denken.
De stad is verdeeld in kiesdistricten van
zesduizend inwoners, die ieder één gede
puteerde kiezen voor de stedelijke Sovjet.
De kandidaten kunnen worden gesteld door
industriële bedrijven, verenigingen of door
de communistische partij. Op 'n openbare
vergadering wordt per district één kan
didaat gekozen, die op het stembiljet komt
te staan. Haalt die kandidaat bij de ver
kiezingen de meerderheid dan is hij ge
kozen, haalt hij die niet, dan moeten nieu
we verkiezingen worden gehouden. Dat
laatste komt niet vaak voor. Eenmaal per
maand moet de gekozene zich beschikbaar
stellen om met zijn kiezers te spreken,
een gelegenheid waarvan druk gebruik ge
maakt wordt. Is het kiesdistrict ontevre
den over zijn gedelegeerde dan kan een
initiatief worden genomen om hem terug
te roepen.
Kandidaatstelling door een losse verza
meling burgers is onmogelijk: een nieuwe
groepering kan dus niet worden gevormd.
De P.S.P. en D'66 hadden in de Sovjet-
Unie niet kunnen ontstaan.
Ook kan, door het districtenstelsel, een
kandidaat met een over de hele stad dun-
gespreide aanhang nooit worden gekozen:
Een vertegenwoordiger van een nieuwe
provo-partij is in de Sovjet van Leningrad
ondenkbaar.
In de districten zijn de woonblokken
(tien tot vijftien woonhuizen) weer kleine
re eenheden die mogelijkheid geven tot
inspraak van de burger in het bestuur
van de stad. Ieder van die woonblokken
heeft een kantoor waar meestal gepensio
neerden werken die zich bezig houden met
gemeenschappelijke belangen van de be
woners: scholen, speelplaatsen, verbeterin
gen aan de huizen, vrije-tijdsbesteding,
bibliotheken en de vorming van hulppoli
tie. Van tijd tot tijd houden de gede
puteerden in hun districten hearings, met
name over het verkeer. Burgers die daar
bij een actieve rol spelen worden uitgeno
digd de vergadering van de stadssovjet
bij te wonen, waar ze van de tribune af
kunnen deelnemen aan de discussie.
Van de 615 gedeputeerden zijn er 353
mannen en 262 vrouwen. Van hen zijn
315 fabrieksarbeiders. Lid van de com
munistische partij zijn er 342. De sovjet
kiest 27 leden tot executieve, waaruit weer
de voorzitter, de burgemeester zouden wij
zeggen, wordt gekozen en zes plaatsver
vangers. Er zijn in totaal acht betaalde
functionarissen in de executieve.
Een vergadering van het grote lichaam
vindt eenmaal per drie maanden plaats.
De executieve komt tweemaal per maand
bijeen. Van de 27 leden van de executieve
zijn er drie géén lid van de partij. Het
percentage partijleden neemt dus toe naar
mate het orgaan hoger is: een algemeen
verschijnsel in Rusland. Van de totale be
volking is maar vijf percent lid van de
partij (12,6 miljoen mensen), wat neer
komt op een percent of acht negen van de
naar leeftijd in aanmerking komenden.
Van de begroting van 664 miljoen roe
bel is negentig percent afkomstig van de
economische activiteiten die in de stad
plaats vinden en waarvan de stad een
deel krijgt, de rest van de belasting die
via de landsoverheid van de burgers ge
heven wordt. Aan de economische activi
teiten en de gemeentelijke diensten wordt
53 percent van de uitgaven besteed, aan
onderwijs en cultuur 46 percent, aan on
derhoud en administratie 0,72 percent en
aan andere zaken 0,56 percent.
De begroting van Leningrad is onder
worpen aan de goedkeuring en eventuele
wijziging van de ministerraad van de Rus
sische republiek, de grootste van de vijf
tien republieken, waaruit de USSR be
staat. Die positie deelt de stad alleen met
Moskou, want alle andere steden staan
onder financieel toezicht van een soort
provincie, die territorium heet.
De stad houdt zich met veel meer acti
viteiten bezig dan onze steden, omdat er
geen particuliere ondernemingsvormen en
veel minder particuliere verenigingsacti
viteiten zijn dan wij kennen. Zo heeft de
stad een fabriek van bureaulampen, kin
derspeelgoed, sloten, meubelen en tafel
gerei en ook reparatiewerkplaatsen en
stomerijen.
Ook de bouwactiviteit valt helemaal on
der het stadsbestuur. Zo komt het dat in
de stedelijke bedrijven meer dan zeshon
derdduizend mensen werkzaam zijn. Bij
het bouwwezen alleen werken 67.000 man,
met nog eens dertigduizend bij de grond-
stoffenproduktie. Maar zij zorgen dan ook
ter. De term „nuttige vloeroppervlakte"
houdt daarbij in, dat alleen de opper
vlakte van woon- en slaapkamers wordt
meegerekend en niet die van de keukens,
kasten, gangen en dergelijke. Vergelij
king met Nederlandse standaarden ver
eist dus enig rekenwerk. Gelukkig be
schikken we over een onderzoek dat in
1967 heeft plaatgevonden in de Utrechtse
nieuwbouwwijk Overvecht Zuid, geheel
bestaande uit woningwetwoningen, waar
negenhonderd woningen zijn opgemeten
en waar de reële bewoning is geteld.
Daaruit blijkt dat „het nuttige vloer
oppervlak" van drie verschillende ty
pes vierkamerwoningen respectievelijk is:
56,5, 57,5 en 62 m2 De gemiddelde
bewoning was achtereenvolgens 4,3, 4 en
4,3 personen, hetgeen neerkomt op een
aantal vierkante meters per persoon van
respectievelijk 13.4 14,4 en nog eens 14,4
m2.
Nu is deze vergelijking niet helemaal
eerlijk: er worden in Leningrad vrijwel
geen vierkamerflats gebouwd: de nieuw
bouw bestaat geheel of vrijwel geheel uit
één-, twee- en driekamerflats. De drieka
merwoningen in de onderzochte Utrechtse
wijk hadden een oppervlakte van 48 m2,
de gemiddelde bewoning was 3,1 persoon,
Mevrouw de burgemeester van Poesjkin.
m
Door de triomfboog van het gebouw van de vroegere keizerlijke generale staf een blik op het voorplein van het winterpaleis.
per jaar voor een 45.000 woningen met
een „nuttig vloeroppervlak" van 1,6 mil
joen vierkante meter, dat is gemiddeld
35,5 m2 per woning.
Bij de huidige nieuwbouw wordt per
persoon 8,4 vierkante meter woning ge
bouwd. In het huidige vijfjarenplan zal
dat worden opgevoerd tot 9 vierkante me-
w-,
Het winterpaleis, waartegen vijftig jaar geleden de eerste stormloop van de revolutie plaats vond, nu gedeeltelijk gebruikt
voor de huisvesting van de beroemde schilderijencollectie van de Hermitage.
zodat er per persoon 15,5 m2 nuttige vloer
oppervlak beschikbaar was. In de 3 types
2% kamerwoningen in Overvecht stond
per reële inwoner ter beschikking: 16,5,
18,5 en 18,8 m2 per persoon. Met andere
woorden: in de „krapste" nieuwbouw wo
ningwetwoningen in Nederland heeft iede
re bewoner anderhalf keer zoveel ruim
te als zijn Russische mede-wereldburger.,
in de ruimste typen ruim twee maal zo
veel.
Eén belangrijk winstpunt voor de Rus
sische flats: ze hebben allemaal een bad,
terwijl wij, achtergebleven als we in dat
opzicht nog zijn, alleen douches inbou
wen. Pluspunt voor Nederland nog: er
wordt in onze nieuwste nieuwbouw veel
meer aandacht besteed aan de entree van
de huizen dan in de Sovjet-Unie, waar de
kale betonnen trappenhuizen ook nu nog
de eerste kennismaking vormen met de
wooncultuur. Pluspunt voor de Russen
nog: hun kamers zijn kleiner maar hoger.
Leningrad is administratief verdeeld
in negentien rayons, waarvan er vijf voor
steden zijn. Een van die voorsteden is
Poesjkin en Pavlovsk, een soort „onder
gemeente" met een eigen Sovjet en een
eigen burgemeester die weer zitting
heeft in de Leningrader stadsraad), de
charmante mevrouw Maria Makarova.
Haar gemeente is in 1937 genoemd naar
de beroemde schrijver, die er heeft ge
woond, nadat het vroeger „Dorp van Tsa
ren" had geheten.
Poesjkin is een recreatiegebied voor
Leningrad met een mooie omgeving en
met fraaie parken en het wordt ook steeds
meer woongebied voor gepensioneerden.
Als bouwkundig ingenieur is mevrouw
Makarova trots op de vele nieuwbouw in
haar gemeente die in totaal, samen met
Pavlovsk, 110.000 inwoners telt: 1500 wo
ningen per jaar. Het zijn simpele blok
ken, vele vijf hoog de hoogte waarbij
nog geen lift behoeft te worden ingebouwd
enkele ook hoger. Ze bevatten alleen één-,
twee- en driekamerwoningen, grotere
woningen worden niet gebouwd. Ook een
gezinswoningen bouwt Poesjkin niet ten
einde de beschikbare recreatieruimte
niet verder te verminderen. In tegenstel
ling tot de public relations-man van Le
ningrad, die geen cijfer van het aantal
woningzoekenden „wist", noemt mevrouw
de burgemeester haar tekort onmiddellijk:
vijfduizend woningen.
De deelneming van de burger aan het
stadsbestuur is in zo'n kleine gemeente
nog iets duidelijker te zien dan in het
grote Leningrad. De rayonsovjet heeft 222
gedeputeerden (waarvan 131 lid zijn van
de partij) en een executieve van elf (van
wie negen leden van de partij). Niet min
der dan 7256 andere burgers zijn en
het wordt me op een schema getoond
via allerlei commissies bij het werk van
die organen betrokken. Daar zijn bij
commissies voor jeugdwerk, stadsver-
fraaiïng, gedenktekens, volksgezondheid,
handel, woningen, discipline (wij zouden
zeggen burgerplicht) en hulppolitie.
Maar wat deze gemeente vooral indruk
wekkend maakt is het restauratiewerk dat
wordt verricht aan het gigantische zomer
paleis van de tsaren, het Catharinapaleis
dat in de oorlog onherkenbaar is bescha
digd en door de Duitsers bovendien nog
zwaar is geplunderd. Poesjkin lag toen
net achter de Duitse linies en de barokke
zalen die eens de pronkzuchtige tsaren en
tsarina's tot zomerverblijf hadden ge
diend, werden als opslagplaatsen, garages
en stal gebruikt, voorzover niet de daken
bij beschietingen waren ingestort.
Het is overigens opvallend hoe bij de
rondleidingen door dergelijke gebouwen
ook bij de tentoonstelling van het be
leg om de stad Leningrad de gidsen
nooit spreken over „de Duitsers", maar
altijd over „de fascisten".
Historisch gesproken is die benaming
niet geheel juist, maar zij geeft wel dui
delijk aan dat de Russen veel minder het
Duitse volk de schuld geven van wat er
in de tweede wereldoorlog in hun land is
gebeurd, dan de leiders van dat volk.
De foto's van de toestand van het Ca
tharinapaleis aan het eind van de oorlog
tonen een hopeloos-lijkende verwoesting.
Maar de sovjet-staat heeft een sterk-ont-
wikkeld gevoel voor de waarde van het
historische en met oneindig geduld wordt
vertrek na vertrek weer in de oorspron
kelijke vorm gerestaureerd. Een Chinees
wandtapijt is nageschilderd aan de hand
van een stukje van enkele vierkante cen
timeters dat na de oorlog achter een van
de spiegels werd gevonden, honderden
vierkante meters wand en plafond worden
weer bedekt met het krullerige en ver
gulde houtsnijwerk en met schilderingen
waarvoor vakmensen speciaal zijn opge
leid.
Zij hebben een levenstaak in het vooruit
zicht, evenals de vloerenleggers, die met
behulp van oude foto's de kunstig-inge-
legde vloeren weer reconstrueren. Want
meer dan twintig jaar na de oorlog is
nog niet de helft van het interieur weer in
toonbare staat gebracht, terwijl van het
kostbare meubilair een groot deel nooit
meer na te maken zal zijn.
Met vilten sloffen onder de schoenen
gebonden schuifelden we door de zalen
die uitzicht geven op de nu dik onderge
sneeuwde weidse tuinen die eens Versail
les naar de kroon konden steken en ik
verbaas me een beetje over de volkomen
echte trots waarmee deze vertegenwoor
digers van de communistische staat mij
het herstel laten zien van de monarchis
tische resten uit hun nationale verleden.
Drs M. L. SNIJDERS
ADVERTENTIE
v