FILATELIE
9
Dammen
e
een
üf in
ZATERDAG 23 MAART 1968
Erbij
23
2ó
üisïë;»!.
f fü HH wm, fit
wê H mÊ... 8
m WM
z
O
üf Éii
y/// mr
wm Ww mfc. Wiïfr.
Dit diertje
Mr. E. Spanjaard
- IMWWI WiMHKW,
UNO. Op 18 april zullen twee post
zegels worden gewijd aan de UNO-
organisatie voor industriële ontwikke
ling (UNIDO). De waarden zijn: 6
cents (blauw en rood) en 13 cents
(bruin en blauw). De zegels tonen een
grafiek, waarvan de curven zijn ge
vormd door rook uit vier fabrieks
schoorstenen. De zegel van 6 cents
beelden wij af.
INDONESIë. De gemelde drie sa
menhangende Boroboedoerzegels (zie
de rubriek van 16 maart 1968) zijn
ook in een blok verkrijgbaar gesteld.
De verkoopprijs van het blok bedraagt
12Vz rp.
HONGARIJE heeft een serie het
licht doen zien, waarop katten zijn
voorgesteld: 20 f. huiskat (afbeelding),
60 f. geelachtige angorakat, 1.20 ft.
huiskat, 1.50 ft. witte angorakat, 2 ft.
bruingestreepte angorakat, 2.50 ft. Sia
mese kat en 5 ft. blauwe angorakat.
OOST-DUITSLAND. De honderdste
geboortedag van de Russische schrij
ver Maxim Gorki (1868-1936) is her
dacht met twee postzegels. Het zijn een
20 pf. met diens portret, op de achter
grond een gezicht op diens geboorte
stad Nisjnij Novgorod, thans Gorki
geheten en een 25 pf. met een symbo
lische voorstelling van „Het lied van
de stormvogel".
DENEMARKEN. Voor het honderd
jarig bestaan van de haven van
Esbjerg zal op 24 april een postzegel
van 30 ore in circulatie worden ge
bracht, die een aantal masten van zeil
schepen laat zien.
GROOT-BRITTANNIË. Vier ver
schillende typen bruggen zijn afge
beeld op een serie van vier waarden
die 29 april verkrijgbaar zal worden
gesteld: 4 d. Tarr Steps (prehistorische
brug), 9 d. Aberfeldybrug in Perthsire
(boogbrug)1 sh. 6 d. Menaibrug in
Noord-Wales (hangbrug) en 1 sh. 9 d.
het M. 4 Viaduct (afbeelding)
GRENADA. Zeegezichten van
Churchill zijn gereproduceerd op een
serie van zes waarden die op 23 maart
in circulatie wordt gebracht: 10, 12,
15, 25, 35 en 50 c.
JOEGOSLAVIë. De koerserende se
rie frankeerzegels met het portret van
president Tito is met vijf waarden
uitgebreid: 0.10, 0.15, 2, 5 en 10 din.
WEST-DUITSLAND. Ter herden
king van de eerste sterfdag van wijlen
dr. Konrad Adenauer zal op 19 april
een postzegel van 50 pf. (afbeelding)
verschijnen. De zegel is te zamen met
drie herdenkingszegels, 10, 20 en
30 pf., respectievelijk ter ere van Win
ston Churchill, Alcide de Gasperi en
Robert Schuman in een velletje ge
drukt.
ITALIË. Het gemeenschappelijk mo
tief voor de Europazegel van het vol
gend jaar van de landen van de CEPT
(Conférence Européenne des Admini
strations des Postes et des Télécommu-
nications), is van Italiaanse origine.
Hierbij afgebeeld is het Italiaanse ont
werp dat in april 1969 zal verschijnen.
No II.
De naam van Jozeph Blankenaar, de
grote eindcomponist voor het damspel
op de honderd ruiten, is onder dammers
even bekend als die van Rembrandt. Maar
al te vaak gaan vele dammers echter
achteloos voorbij aan wat Blankenaar
heeft samengesteld. Blankenaar leert,
hoe men met een eenmaal veroverde dam
moet omspringen, bij de ene zet actief,
bij de andere passief. Blankenaars eind
spelen kunnen niet opgelost worden als
problemen, óm de eenvoudige reden dat
met „proberen" niets te bereiken valt.
Het zijn studies, welke men begrijpen en
bestuderen moet, waarna de afwikkeling
zich logisch gaat voltrekken. Neem nu
de volgende compositie.
DOCOOO^
ooooooooooroaxxxxxxxxoocxx^^
Zwart: een stuk op 22, dam op 27.
Wit: drie dammen op 7, 8. 48.
Wit speelt en forceert de winst. Nu is
de schoonheid van dit juweel: hoe de
drie witdammen te combineren zijn op
het zwartstuk 22.
1) 7-16 dwingt tot 27-49. Op 27-36 volgt
48-31. 2) 8-21. Laat zwart twee velden.
Op 49-40 wint 21-17. Op 49-44 21-26
dreigt offer 48-39 en 16-27 moet 44-35
26-12 moet 35-44 16-2 dreigt met offers
12-40 en 48-30. Moet dus 44-35 en winst
na 12-29. Graag laten wij de overige
fraaie winstvarianten voor onderzoek aan
onze oplossers over.
Met een geestige finesse wist de heer
J. J. Warmerdam het spel remise te ma
ken in een verloren stelling. Het was in
de eerste ronde van het toernooi 1968 om
het kampioenschap van Kennemerland.
B. DL KEI.
OOOO^
ooooocxxxjooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooc
J. J. WARMERDAM
Zwart: 11, 13, 17, 23, 25, 30.
Wit: 27, 32, 33, 40, 42, 44.
Spelverloop: 1) 40-35 23-29. 2) 33x24
30x19. 3) 32-28 13-18. 4) 42-38 19-24. Ook
18-23 geeft kansrijk en winnend spel?
Als wit nu ineens 44-39 speelt, is het re
mise, omdat 18-23 niets oplevert, toen
wit echter 5) 38-33? 11-16. 6) 27-22 18x27.
7) 28-23 17-22. 8) 33-29 24x33. 9) 23-19
33-38. 10) 19-13 38-42. 11) 13-8 42-47.
12) 8-3. Als wit nu 47-15 speelt en na
25-30 een 4 tegen 1 stand opbouwt is het
spel gewonnen. Toen zwart echter ineens
47-33? vervolgde, kwam geestig de remise
door 25-30 en 3-21. Leuk gevonden, neer
Warmerdam!
In de rubriek van 10 februari plaatsten
wij een drietal problemen van de heer
Numan, waarvan het eerste probleem on
gedragen was aan de heer G. F. Bok in
IJmuiden. De heer Bok deed de verplichte
oplossing ons al snel toekomen, evenals
de overige twee vraagstukken. Ook kwa
men goede oplossingen binnen van
F. Berkemeyer, V. J. v. Petegem, R. de
Jong, L. Blok en J. v. Eyk uit Beverwijk.
Tot slot ter oplossing twee problemen
van Harry de Waard.
Nol.
OOOOOOOOOOOOOCXXX)OCXDOOOOOOOCCOOCOOOOOOOOOCOOOOOOOOpOOOOO
xxxxxxxxrN.x^oooooo<"xyvv ►-• xxioa *-• - xxNy>v"/**)ooooc'<'<i'v^v>;
''JMë «P ipg W
mm
cxxxxjoooooooopoooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooc
Zwart: acht stukken op 8, 11, 12, 14, 21,
22, 25, 36.
Wit: negen stukken op 23, 24, 30, 32,
33, 34, 41, 43, 44.
De heer De Waard uit Utrecht hartelijk
dank voor de fraaie problemen.
B. Dukel
Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredactenr:
B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmui
den.
ALLES OP EEN KAART
Eén van de allermoeilijkste biedspellen
welke men onlangs kon zien in de lande
lijke finale der Martini-parenwedstrijden
toonde een combinatie die niet met con
venties doch uitsluitend met logica op te
lossen was.
H B 9 7 4
A 8
O 9 8
A
B
8 2
5 3
O H 10 7 6
V 4
A 9 8 3
N
5
W O
V 10
9 7 4 2
A B
H 10 7
«0653
V H V 10 6
O V 4 3 2
B 6
uaqqaq piaj
-ag sjai;isod s;aiu ;o; qoo noz pinz Joop
uaddoqos aup uba poq uaa ua uauuiM
ai ;aiu ufiz uaddoqos jaiA ua jaAEjq jfiA
•;tz paog jaaquaddoqos qoo jeep 'uaqeui
uaSejs jibbav; sjpz pmz ueq 'jjejs ua;
-jeq auiajq uaa jaui qoop 'uaqeui at sua;
-jeq aSoq apiaq ;aui ;uigaq ;aiu ;saAV uatp
-u; apaaAv; A\noJAJaAep{ ua pjooq ;aq uee
H H V PBR sua;jeq jftA ;saM ifiAua;
'Z i 6 01 H V 2AHO ZE0I£> S
peq pjoou ;uba\ uaqqaq uauuoMag ;od ap
uapnoz sjapaiqsueg-aup agipaoui aa 'ST
unp japuozfiq [a.w 3utqqapua;jeq ap ;ep
;jaaq jaapeu ;aq sues ^ÏJP ;pjoa\
qfqagouiuo sues 3?JP fiJA Joop Jeep
;ep ;ia;d poquad'doqos-aup ;aq uagax
•;no;esues aup jo uaddoqos aup uftz uag
-uipaiq apua'ggq pueq ap jooa aaA\; ap ua
uassed ;aiu q(qjnn;eu pmz geut jeAag oqa
u; -(1ua;aoui" ,;o „uaA.mp" uassn; aznaq
uaa st a;eut;tui;jeH ap ui uib/aojjooa aip
a;;en;is azaa geeJAagpuq do pjooAv;uy
West gever, niemand kwetsbaar.
Vier schoppen en zelfs vijf klaver zijn
in NZ onverwoestbare contracten, doch
hoe bereikt men die? Met veel goede wil
kan men zich het volgende biedverloop
tussen NZ voorstellen: noord één schop
pen zuid twee klaver, noord drie
klaver zuid drie schoppen noord
vier schoppen. Zuid is daarbij dan twee
maal op zijn tenen gaan staan, want zo
wel zijn twee-klaverbod (sommige ex
perts verkiezen één SA te antwoorden)
als zijn latere steun naar drie schoppen,
gebaseerd op het feit dat noord na dit
biedverloop een vijfkleur moet hebben,
zijn gemakkelijker „goed" te verklaren
met open- dan met dichte kaarten. Het
was dan ook niet verwonderlijk dat het
manchebod tussen NZ talrijke malen werd
gemist, vooral door de puntentellers die
niet verder kwamen dan 22 samen.
Aan de tafel van Kokkes-De Leeuw
(NZ) die tweede werden achter de Ha
genaars Bennemeer-Toet, bereikten NZ
een vrij pover resultaat tegen OW het
paar Volgers (Harderwijk)mr. Bieger
(Utrecht). Noord opende met één schop
pen OW pasten en zuid koos voor
het voorzichtige bod van één Sansatout,
zo vaak een „winner" in een parenwed
strijd. Kokkes die met het noordspel con
form zijn systeem géén twee-klaver meer
kon zeggen, besloot te passen.
West speelde ruiten zes voor en oosts
ruitenvrouw forceerde het aas. Zuid had
zich nu moeten realiseren, dat de NZ-
concurrenten die in een laag schoppen
contract terecht waren gekomen, mis
schien tien of elf slagen gingen maken,
zodat zuid verplicht was dat aantal sla
gen tenminste te evenaren, wilden NZ
althans een flinke score boeken.
Zuid had daarom direct schoppen moe
ten spelen zou oost schoppenaas heb
ben. dat hielp er toch geen lieve vader
of moeder aan. Indien west echter de eer
ste of twee schoppen wint, wat zou hij
dan nagespeeld hebben? Het enige juiste
was ruitenheer geweest, maar welke hel
derziende zou dat hebben gedaan?
Merkwaardig was, dat de vaak zo bril
jant spelende De Leeuw dit overzag en
begon met vijf klaverslagen te maken.
Vaak brengt zo'n lange kleur de tegen
standers in moeilijkheden, doch ditmaal
werd west juist naar de enige goede op
lossing gedragen. Want toen na de vijf
klaveren eerst schoppen tien en daarna
schoppenvrouw werden gespeeld, won
west en daar „de rest" in schoppen
en harten vrij op tafel (noord) lag, was
het niet zo moeilijk meer ruitenheer te
spelen waaronder de boer viel. NZ maak
ten dus slechts acht slagen. Had zuid alles
direct op één kaart gezet, dan waren het
er vrijwel zeker elf slagen geworden.
Filar ski
Bridgevraag dezer week. Oost is gever,
NZ staan kwetsbaar, parenwedstrijd. De
zuidspeler heeft:
AV 9 4 2 9V75 O A 7 H 8 6
Oost past zuid één schoppen west
twee harten noord drie klaver oost
past wat moet zuid doen? Antwoord
elders op deze pagina.
zielestaat en zulks met duizend argumen
ten. Maar daar gaat het ons hier niet om.
Wat ons in het bijzonder trof was de
dooddoener, waarmede onze musicienne
het probleem ten gunste van haar gebied
meende te kunnenxafdoen, namelijk: ..Van
een schaakpartij blijft niets over". Toen
wij daartegenover schuchter het woord
„schaaklitteratuur" lieten vallen was het
antwoord: -„het enige wat er overblijft
zijn getallen".
Dit antwoord nu is én dwaas én onjuist;
dwaas omdat men met evenveel recht zou
kunnen poneren dat van het geesteswerk
van bijvoorbeeld schrijvers, filosofen en
ook (muziek-)componisten slechts be
klijft: wat zwarte tekens op een wit vlak
papier. Onjuist, omdat feitelijk de zaak
precies andersom ligt. Een concertuitvoe
ring, welke niet op band of plaat wordt
vastgelegd, laat voor niet-aanwezigen
niets blijvends achter, zij „verdampt"
(term van Godfried Bomans over het zeer
tijdelijke karakter van een televisie
uitzending). Een schaakpartij daaren
tegen wordt geregistreerd en is in begin
sel tot in de eeuwigheid reproduceerbaar.
In deze tegenstelling ligt geen waarde
oordeel ten gunste van het schaken, doch
slechts het constateren van een onbe
twistbaar feit dat bewijst, dat onze zan
geres met haar kwalificatie: „getallen" de
essentie van de problematiek in het ge
heel niet aan de orde stelde. De vraag
was of er een vergelijking kan worden
gemaakt tussen de emoties, opgeroepen
door respectievelijk het schaakspel en de
muziek, en of men daar enig waardeoor
deel aan kan vastknopen.
Wij zijn van mening dat deze vraag niet
categorisch kan worden beantwoord en
dat hoeft ook niet. Wel geloven wij te
mogen stellen dat voor het verkrijgen van
een emotionele bevrediging het schaak
spel méér vakmanschap vereist dan de
muziek (hetgeen al evenmin enig waarde
oordeel inhoudt). Hoofdzaak is, dat een
dergelijke bevrediging door het schaak
spel kan worden bereikt, ook zo men dit
slechts passief beoefent (door het na
spelen van partijen, het bestuderen van
composities e.d.) en daarbij bepaaldelijk
ook esthetische gevoelens kan ondergaan
(een aspect dat blijkbaar voor de niet-
schaker volstrekt onbegrijpelijk blijft).
Wilt ge dit aan den lijve ondervinden?
Koopt dan voor de prijs van pakweg twee
borrels, f 1.90, Bouwmeesters achtste
prismaschaakboek. Het is gewijd aan de
„geweldige" zet. Toegegeven, deze raakt
bepaald niet bij uitsluiting de fijnste es
senties van het schaakspel, evenmin als
de fijnste essenties der muziek speciaal
te vinden zijn in de hoge c van de so
praan, het supersnelle loopje van de pia
nist, het extra-moeilijke pianissimo van
de hoornblazer, de fortissimoclimax, ont
ketend door de dirigent. Maar toch, dte
„geweldige" zet is zeer geschikt „pour
épater le bourgeois", alsmede om ons tel
kens weer te confronteren met het on
uitputtelijke wonder van het schaakspel
tot het teweegbrengen van een schok
effect.
Wat denkt u bijvoorbeeld van de „ge
weldige" zet die werd uitgevoerd in
onderstaande stelling, door Bouwmeester
besproken in zijn inleiding?
MARSHALL (aan zet)
XXXXXXXX* x y OOOOO 'JfJOOOC XXOOOOOOOOOOC
XXXDOOOOOOOOOOOO
LEWITZKY
Zwart maakte er een einde aan met het
briljante drievoudige dameoffer 1) Dc3-
g3!Zie:
a) 2) hg3: Pe2 mat.
b) 2) fg3: Pe2t en 3) Tfl: mat.
c) 2) Dg3: Pe2t. 3) Khl Pg3:f. 4) Kgl
Pfl: met definitieve stukwinst.
Onze muziekvriendin mag van ons aan
nemen, dat wij van dit schaakvuurwerk
intens genoten hebben, evenals Bouw
meester (zelf een verdienstelijk amateur
pianist!) en diens medewerker B. Kie-
boom, een zeer kunstgevoelige jongeman.
En nog even over „getallen" gesproken:
het vuurwerk vond plaats te Breslau tus
sen Lewitzky en Marshall in 1912(1),
dus meer dan een halve eeuw geleden.
Sindsdien hebben honderdduizenden er
hun vreugde aan beleefd
Het boekje van Bouwmeester nu bevat
100 saillante stellingen uit de meester-
praktijk, in welke de lezer de „gewel
dige", beslissende zet moge vinden. Ach
terin wordt van iedere stand het ontstaan
en de oplossing besproken, gekruid met
tal van leerzame commentaren, zoals wij
die van de ras-pedagoog Bouwmeester
kennen.
V. ALABORTJEV
OOOOPOOOCX XXXXJOGO <*X* 1 KXXTCK O OOOOt
m i'Wf//
00<xxxxxxxxxxxxxx)000cxxxxxx)0000000(x)000009000c)000000000c
Zwart: elf stukken op 9, 10, 12, 13, 14,
18, 19, 20, 22, 23, 24.
Wit: elf stukken op 26, 27, 30, 32, 33,
34, 35, 36, 38, 40, 41.
Wit speelt en wint voor beide vraag
stukken.
SCHAKEN, MUZIEK IN
BOUWMEESTERS PRISMA 8
Onlangs hadden wij een kort gesprekje
over de betekenis voor de mens van het
schaakspel in vergelijking met die der
muziek. Onze gesprekspartner was een
charmante zangeres, uitgerust met alle
goede eigenschappen welke men zich
maar wensen kan, behalve één: het aller-
primairste inzicht in het verband tussen
de functie van ons spel en het bewustzijn
van de mens (waarvoor men nog geens
zins een schaakkenner moet zijn). Ter
voorkoming van misverstand allereerst
dit: wij zouden persoonlijk met veel over
tuiging het standpunt kunnen verdedigen
dat de muziek oneindig veel meer waarde
heeft voor het menselijk geluk en onze
Deze grote gier, met
een vleugelspanwijd
te van bijna 4 m, is
de kondor uit het
Andesgebergte. Hij
duikt als een vlieg
tuig en vangt dan
zelfs kalveren, her
ten en lammeren,
soms van 5.000 m
naar beneden. De
kondor kan 60 jaar
worden.
ooooooooooooonooonooocvxwyhonoooocvyyvjoooooooo
N. KOPAJEV (aan zet)
Hoe kreeg wit in enkele zetten een ge
wonnen eindspel?
Wij zijn er de auteur van „Prisma 8"
dankbaar voor dat hij met behulp van
slechts „getallen" er voor zorgdroeg
dat de door hem zo bekwaam geselecteer
de schaakschoonheid in lengte van jaren
niet zal „verdampen"!
ER WAS EENS een kabouter,
die Bijenkoning heette. Het was
een heel lieve kabouter. Hij kon
goed met de andere kabouters op
schieten en vooral was hij heel lief
voor de dieren in het grote bos.
Op een mooie morgen liep één
van de kabouters uit paddestoelen
dorp te wandelen. Het was heerlijk
weer en de bloempjes hadden hun
kopjes naar de zon toegedraaid.
Hij stapte over denneappels. langs
hoge bomen en door greppels. Ook
kwam hij langs een dikke boom,
waarin een groot gat zat. Hij keek
er eens in, maar zag niets anders
dan een lege ruimte. „Vreemd",
dacht hij, „dat hier niemand in
woont, het is zo'n mooi huisje. Mis
schien zijn de dieren die er woon
den wel verhuisd". Hij liep weer
verder en op een open plek in het
bos voelde hij het warme zonnetje
op zijn gezichtje schijnen. Dit vond
hij zo fijn, dat hij begon te zingen
van plezier. Plotseling hoorde hij
iets. „Wat is dat", dacht hij, „het
lijkt wel of ik bijtjes hoor zoemen,
dat kan toch niet, die wonen toch
aan de andere kant van het bos?"
Maar toen hij goed keek zag hij
in de verte een heleboel bijtjes
vliegen. Ze kwamen naar de kabou
ter toe en vlakbij hem stopten ze.
Ineens begonnen ze allemaal tege
lijk te praten. „Stil toch, stil toch",
zei de kabouter, ,als één van jullie
nu eens vertelt wat er aan de hand
is, dan begrijp ik het misschien,
want zo versta ik er niets van".
Toen kwam de bijenkoningin
naar voren en zei:
„Ach, lieve kabouter, toen
wij vanmorgen opstonden en aan
tafel gingen om te eten, begon in
eens ons huisje te schudden.
Eerst dachten wij, dat het de
wind was, die met ons huisje speel
de, maar toen het schudden niet op
hield gingen onze soldaten eens kij
ken wat er aan de hand was. Toen
zij eindelijk terugkwamen bibber
den zij over hun hele lichamen. Ik
vroeg hun wat er nu toch gebeur
de en stotterend vertelden zij mij,
dat de grote beer, die midden in
het bos woont, bezig was om honing
uit onze keuken te halen. Dus daar
om werden wij zo heen en weer
geschud. En nu is ons hele huisje
kapot, want de grote beer heeft
niets meer heel gelaten.
Nadat de bijenkoningin alles ver
teld had, bleef het een hele tijd rus
tig. De bijtjes waren stil van ver
driet en ook waren ze nog bang voor
de beer, die misschien wel terug
zou komen. Ook de kabouter was
stil, hij dacht na. Zou er nergens
meer een huisje zijn voor die arme
bijtjes? Opeens dacht hij aan dat
gat, in die boom. Als dat nu nog
leeg was, konden de bijtjes daar
mooi wonen. Hij kuchte eens, en
zei dan: „Luister eens naar mij
lieve koningin en bijtjes, toen ik
vanmorgen wandelde, zag ik een
boom met een gat erin. Misschien
is het nog leeg en woont er nie
mand. Als dat kan ga ik ook nog
even naar de grote beer en vraag
hem heel vriendelijk of hij jullie
voortaan met rust wil laten.
DE BIJTJES klapten in hun
handjes van vreugde en lachten al
lemaal. De koningin zei, dat ze
graag naar die boom wilden om te
kijken. En daar gingen ze dan alle
maal, de kabouter liep voorop, de
bijtjes vlogen achter hem aan. En,
ja hoor, toen ze bij de boom waren,
was het gat nog leeg en woonde
er nog niemand.
Vlug gingen de bijtjes naar bin
nen en bekeken het aan alle kan
ten. Even later kwam de bijenko
ningin naar buiten en zei: „Oh ka
bouter, het is zo mooi en groot
daarbinnen. We willen hier graag
wonen. Maar zou U nou wel naar
de grote beer gaan, is dat niet ge
vaarlijk? De kabouter lachte eens,
en zei dat ze dat maar aan hem
moesten overlaten. Hij zei de bij
tjes gedag en liep regelrecht naar
het hol van de grote beer. Hij klop
te aan wachte even, en klopte weer
aan. Eindelijk hoorde hij een ge
brom, dat wel eens „Kom maar
binnen" kon betekenen. Hij deed
de deur open en bleef op de mat
staan. Daar, in een grote stoel, zat
de beer te suffen. „Dag kabouter,
wat kom je doen, je ziet toch, dat
ik mijn middagdutje aan het doen
ben?"
„Dag meneer beer, ik kom U
wat vragen, mag ik er even bij
gaan zitten?" Dat mocht, en nu de
kabouter zat, begon hij te vertel
len. Hij vertelde van de bijtjes, hoe
ze geschrokken waren en hoe ze
uiteindelijk bij hem gekomen
waren om raad. Hij vertelde ook
van hun nieuwe huis en vroeg nu
heel vriendelijk of de beer hen met
rust wilde laten. De beer keek eerst
wat boos, toen begon hij langzaam
te glimlachen en zei dan: „Kabou
ter, wilt U vragen of de bijtjes het
me niet kwalijk willen nemen,
maar ik had vanmorgen zo'n hon
ger. Wilt U misschien ook vragen
of ze vanavond bij mij komen eten,
ik heb genoeg eten in huis en komt
U dan ook? Vanmorgen heb ik hun
eten opgegeten en nu mogen ze het
bij mij op komen maken". De kabou
ter beloofde dat alles en 's avonds
waren alle bijtjes, de beer en de
kabouter bij elkaar om lekker te
eten.
TOEN ZE halverwege de maal
tijd waren, stond de koningin op
en vroeg, of ze allemaal even stil
wilden zijn. Het werd stil en de
koningin begon toen met een toe
spraak; zij zei: „Ik wilde namens
alle bijtjes onze kabouter bedan
ken voor alles wat hij voor ons ge
daan heeft. Daarom wilden wij
hem graag Bijenkoning maken".
Meneer beer en alle bijtjes klapten
en de kabouter heette van nu af:
Kabouter Bijenkoning.
ESTHER
Minet de poes is weer eens stout
geweest. Hoewel zij weet dat het
niet mag, heeft ze toch met de knot
ten wol gespeeld en alles in de war
gemaakt. Minets vrouwtje en haar
vriendin, die allebei zo van breien
houden, zijn wanhopig, want nu
komt hun breiwerk niet op tijd af.
Maar misschien kunnen jullie de
warboel uit de knoop haden. Weten
jullie welke knot van wie is?
Oplossing Formule-prijsvraag uit
de Kinderkrant van de vorige week:
KINDERKRANT.
De prijswinnaars waren: Rien de
Wit, Dr. W. Nijestraat 31, Spaarn-
dam-Oost en Anita van Gelderen,
Zandvoortselaan 121, Heemstede.