FILATELIE 9 Dammen e een üf in ZATERDAG 23 MAART 1968 Erbij 23 2ó üisïë;»!. f fü HH wm, fit wê H mÊ... 8 m WM z O üf Éii y/// mr wm Ww mfc. Wiïfr. Dit diertje Mr. E. Spanjaard - IMWWI WiMHKW, UNO. Op 18 april zullen twee post zegels worden gewijd aan de UNO- organisatie voor industriële ontwikke ling (UNIDO). De waarden zijn: 6 cents (blauw en rood) en 13 cents (bruin en blauw). De zegels tonen een grafiek, waarvan de curven zijn ge vormd door rook uit vier fabrieks schoorstenen. De zegel van 6 cents beelden wij af. INDONESIë. De gemelde drie sa menhangende Boroboedoerzegels (zie de rubriek van 16 maart 1968) zijn ook in een blok verkrijgbaar gesteld. De verkoopprijs van het blok bedraagt 12Vz rp. HONGARIJE heeft een serie het licht doen zien, waarop katten zijn voorgesteld: 20 f. huiskat (afbeelding), 60 f. geelachtige angorakat, 1.20 ft. huiskat, 1.50 ft. witte angorakat, 2 ft. bruingestreepte angorakat, 2.50 ft. Sia mese kat en 5 ft. blauwe angorakat. OOST-DUITSLAND. De honderdste geboortedag van de Russische schrij ver Maxim Gorki (1868-1936) is her dacht met twee postzegels. Het zijn een 20 pf. met diens portret, op de achter grond een gezicht op diens geboorte stad Nisjnij Novgorod, thans Gorki geheten en een 25 pf. met een symbo lische voorstelling van „Het lied van de stormvogel". DENEMARKEN. Voor het honderd jarig bestaan van de haven van Esbjerg zal op 24 april een postzegel van 30 ore in circulatie worden ge bracht, die een aantal masten van zeil schepen laat zien. GROOT-BRITTANNIË. Vier ver schillende typen bruggen zijn afge beeld op een serie van vier waarden die 29 april verkrijgbaar zal worden gesteld: 4 d. Tarr Steps (prehistorische brug), 9 d. Aberfeldybrug in Perthsire (boogbrug)1 sh. 6 d. Menaibrug in Noord-Wales (hangbrug) en 1 sh. 9 d. het M. 4 Viaduct (afbeelding) GRENADA. Zeegezichten van Churchill zijn gereproduceerd op een serie van zes waarden die op 23 maart in circulatie wordt gebracht: 10, 12, 15, 25, 35 en 50 c. JOEGOSLAVIë. De koerserende se rie frankeerzegels met het portret van president Tito is met vijf waarden uitgebreid: 0.10, 0.15, 2, 5 en 10 din. WEST-DUITSLAND. Ter herden king van de eerste sterfdag van wijlen dr. Konrad Adenauer zal op 19 april een postzegel van 50 pf. (afbeelding) verschijnen. De zegel is te zamen met drie herdenkingszegels, 10, 20 en 30 pf., respectievelijk ter ere van Win ston Churchill, Alcide de Gasperi en Robert Schuman in een velletje ge drukt. ITALIË. Het gemeenschappelijk mo tief voor de Europazegel van het vol gend jaar van de landen van de CEPT (Conférence Européenne des Admini strations des Postes et des Télécommu- nications), is van Italiaanse origine. Hierbij afgebeeld is het Italiaanse ont werp dat in april 1969 zal verschijnen. No II. De naam van Jozeph Blankenaar, de grote eindcomponist voor het damspel op de honderd ruiten, is onder dammers even bekend als die van Rembrandt. Maar al te vaak gaan vele dammers echter achteloos voorbij aan wat Blankenaar heeft samengesteld. Blankenaar leert, hoe men met een eenmaal veroverde dam moet omspringen, bij de ene zet actief, bij de andere passief. Blankenaars eind spelen kunnen niet opgelost worden als problemen, óm de eenvoudige reden dat met „proberen" niets te bereiken valt. Het zijn studies, welke men begrijpen en bestuderen moet, waarna de afwikkeling zich logisch gaat voltrekken. Neem nu de volgende compositie. DOCOOO^ ooooooooooroaxxxxxxxxoocxx^^ Zwart: een stuk op 22, dam op 27. Wit: drie dammen op 7, 8. 48. Wit speelt en forceert de winst. Nu is de schoonheid van dit juweel: hoe de drie witdammen te combineren zijn op het zwartstuk 22. 1) 7-16 dwingt tot 27-49. Op 27-36 volgt 48-31. 2) 8-21. Laat zwart twee velden. Op 49-40 wint 21-17. Op 49-44 21-26 dreigt offer 48-39 en 16-27 moet 44-35 26-12 moet 35-44 16-2 dreigt met offers 12-40 en 48-30. Moet dus 44-35 en winst na 12-29. Graag laten wij de overige fraaie winstvarianten voor onderzoek aan onze oplossers over. Met een geestige finesse wist de heer J. J. Warmerdam het spel remise te ma ken in een verloren stelling. Het was in de eerste ronde van het toernooi 1968 om het kampioenschap van Kennemerland. B. DL KEI. OOOO^ ooooocxxxjooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooc J. J. WARMERDAM Zwart: 11, 13, 17, 23, 25, 30. Wit: 27, 32, 33, 40, 42, 44. Spelverloop: 1) 40-35 23-29. 2) 33x24 30x19. 3) 32-28 13-18. 4) 42-38 19-24. Ook 18-23 geeft kansrijk en winnend spel? Als wit nu ineens 44-39 speelt, is het re mise, omdat 18-23 niets oplevert, toen wit echter 5) 38-33? 11-16. 6) 27-22 18x27. 7) 28-23 17-22. 8) 33-29 24x33. 9) 23-19 33-38. 10) 19-13 38-42. 11) 13-8 42-47. 12) 8-3. Als wit nu 47-15 speelt en na 25-30 een 4 tegen 1 stand opbouwt is het spel gewonnen. Toen zwart echter ineens 47-33? vervolgde, kwam geestig de remise door 25-30 en 3-21. Leuk gevonden, neer Warmerdam! In de rubriek van 10 februari plaatsten wij een drietal problemen van de heer Numan, waarvan het eerste probleem on gedragen was aan de heer G. F. Bok in IJmuiden. De heer Bok deed de verplichte oplossing ons al snel toekomen, evenals de overige twee vraagstukken. Ook kwa men goede oplossingen binnen van F. Berkemeyer, V. J. v. Petegem, R. de Jong, L. Blok en J. v. Eyk uit Beverwijk. Tot slot ter oplossing twee problemen van Harry de Waard. Nol. OOOOOOOOOOOOOCXXX)OCXDOOOOOOOCCOOCOOOOOOOOOCOOOOOOOOpOOOOO xxxxxxxxrN.x^oooooo<"xyvv ►-• xxioa *-• - xxNy>v"/**)ooooc'<'<i'v^v>; ''JMë «P ipg W mm cxxxxjoooooooopoooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooc Zwart: acht stukken op 8, 11, 12, 14, 21, 22, 25, 36. Wit: negen stukken op 23, 24, 30, 32, 33, 34, 41, 43, 44. De heer De Waard uit Utrecht hartelijk dank voor de fraaie problemen. B. Dukel Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres van de damredactenr: B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmui den. ALLES OP EEN KAART Eén van de allermoeilijkste biedspellen welke men onlangs kon zien in de lande lijke finale der Martini-parenwedstrijden toonde een combinatie die niet met con venties doch uitsluitend met logica op te lossen was. H B 9 7 4 A 8 O 9 8 A B 8 2 5 3 O H 10 7 6 V 4 A 9 8 3 N 5 W O V 10 9 7 4 2 A B H 10 7 «0653 V H V 10 6 O V 4 3 2 B 6 uaqqaq piaj -ag sjai;isod s;aiu ;o; qoo noz pinz Joop uaddoqos aup uba poq uaa ua uauuiM ai ;aiu ufiz uaddoqos jaiA ua jaAEjq jfiA •;tz paog jaaquaddoqos qoo jeep 'uaqeui uaSejs jibbav; sjpz pmz ueq 'jjejs ua; -jeq auiajq uaa jaui qoop 'uaqeui at sua; -jeq aSoq apiaq ;aui ;uigaq ;aiu ;saAV uatp -u; apaaAv; A\noJAJaAep{ ua pjooq ;aq uee H H V PBR sua;jeq jftA ;saM ifiAua; 'Z i 6 01 H V 2AHO ZE0I£> S peq pjoou ;uba\ uaqqaq uauuoMag ;od ap uapnoz sjapaiqsueg-aup agipaoui aa 'ST unp japuozfiq [a.w 3utqqapua;jeq ap ;ep ;jaaq jaapeu ;aq sues ^ÏJP ;pjoa\ qfqagouiuo sues 3?JP fiJA Joop Jeep ;ep ;ia;d poquad'doqos-aup ;aq uagax •;no;esues aup jo uaddoqos aup uftz uag -uipaiq apua'ggq pueq ap jooa aaA\; ap ua uassed ;aiu q(qjnn;eu pmz geut jeAag oqa u; -(1ua;aoui" ,;o „uaA.mp" uassn; aznaq uaa st a;eut;tui;jeH ap ui uib/aojjooa aip a;;en;is azaa geeJAagpuq do pjooAv;uy West gever, niemand kwetsbaar. Vier schoppen en zelfs vijf klaver zijn in NZ onverwoestbare contracten, doch hoe bereikt men die? Met veel goede wil kan men zich het volgende biedverloop tussen NZ voorstellen: noord één schop pen zuid twee klaver, noord drie klaver zuid drie schoppen noord vier schoppen. Zuid is daarbij dan twee maal op zijn tenen gaan staan, want zo wel zijn twee-klaverbod (sommige ex perts verkiezen één SA te antwoorden) als zijn latere steun naar drie schoppen, gebaseerd op het feit dat noord na dit biedverloop een vijfkleur moet hebben, zijn gemakkelijker „goed" te verklaren met open- dan met dichte kaarten. Het was dan ook niet verwonderlijk dat het manchebod tussen NZ talrijke malen werd gemist, vooral door de puntentellers die niet verder kwamen dan 22 samen. Aan de tafel van Kokkes-De Leeuw (NZ) die tweede werden achter de Ha genaars Bennemeer-Toet, bereikten NZ een vrij pover resultaat tegen OW het paar Volgers (Harderwijk)mr. Bieger (Utrecht). Noord opende met één schop pen OW pasten en zuid koos voor het voorzichtige bod van één Sansatout, zo vaak een „winner" in een parenwed strijd. Kokkes die met het noordspel con form zijn systeem géén twee-klaver meer kon zeggen, besloot te passen. West speelde ruiten zes voor en oosts ruitenvrouw forceerde het aas. Zuid had zich nu moeten realiseren, dat de NZ- concurrenten die in een laag schoppen contract terecht waren gekomen, mis schien tien of elf slagen gingen maken, zodat zuid verplicht was dat aantal sla gen tenminste te evenaren, wilden NZ althans een flinke score boeken. Zuid had daarom direct schoppen moe ten spelen zou oost schoppenaas heb ben. dat hielp er toch geen lieve vader of moeder aan. Indien west echter de eer ste of twee schoppen wint, wat zou hij dan nagespeeld hebben? Het enige juiste was ruitenheer geweest, maar welke hel derziende zou dat hebben gedaan? Merkwaardig was, dat de vaak zo bril jant spelende De Leeuw dit overzag en begon met vijf klaverslagen te maken. Vaak brengt zo'n lange kleur de tegen standers in moeilijkheden, doch ditmaal werd west juist naar de enige goede op lossing gedragen. Want toen na de vijf klaveren eerst schoppen tien en daarna schoppenvrouw werden gespeeld, won west en daar „de rest" in schoppen en harten vrij op tafel (noord) lag, was het niet zo moeilijk meer ruitenheer te spelen waaronder de boer viel. NZ maak ten dus slechts acht slagen. Had zuid alles direct op één kaart gezet, dan waren het er vrijwel zeker elf slagen geworden. Filar ski Bridgevraag dezer week. Oost is gever, NZ staan kwetsbaar, parenwedstrijd. De zuidspeler heeft: AV 9 4 2 9V75 O A 7 H 8 6 Oost past zuid één schoppen west twee harten noord drie klaver oost past wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze pagina. zielestaat en zulks met duizend argumen ten. Maar daar gaat het ons hier niet om. Wat ons in het bijzonder trof was de dooddoener, waarmede onze musicienne het probleem ten gunste van haar gebied meende te kunnenxafdoen, namelijk: ..Van een schaakpartij blijft niets over". Toen wij daartegenover schuchter het woord „schaaklitteratuur" lieten vallen was het antwoord: -„het enige wat er overblijft zijn getallen". Dit antwoord nu is én dwaas én onjuist; dwaas omdat men met evenveel recht zou kunnen poneren dat van het geesteswerk van bijvoorbeeld schrijvers, filosofen en ook (muziek-)componisten slechts be klijft: wat zwarte tekens op een wit vlak papier. Onjuist, omdat feitelijk de zaak precies andersom ligt. Een concertuitvoe ring, welke niet op band of plaat wordt vastgelegd, laat voor niet-aanwezigen niets blijvends achter, zij „verdampt" (term van Godfried Bomans over het zeer tijdelijke karakter van een televisie uitzending). Een schaakpartij daaren tegen wordt geregistreerd en is in begin sel tot in de eeuwigheid reproduceerbaar. In deze tegenstelling ligt geen waarde oordeel ten gunste van het schaken, doch slechts het constateren van een onbe twistbaar feit dat bewijst, dat onze zan geres met haar kwalificatie: „getallen" de essentie van de problematiek in het ge heel niet aan de orde stelde. De vraag was of er een vergelijking kan worden gemaakt tussen de emoties, opgeroepen door respectievelijk het schaakspel en de muziek, en of men daar enig waardeoor deel aan kan vastknopen. Wij zijn van mening dat deze vraag niet categorisch kan worden beantwoord en dat hoeft ook niet. Wel geloven wij te mogen stellen dat voor het verkrijgen van een emotionele bevrediging het schaak spel méér vakmanschap vereist dan de muziek (hetgeen al evenmin enig waarde oordeel inhoudt). Hoofdzaak is, dat een dergelijke bevrediging door het schaak spel kan worden bereikt, ook zo men dit slechts passief beoefent (door het na spelen van partijen, het bestuderen van composities e.d.) en daarbij bepaaldelijk ook esthetische gevoelens kan ondergaan (een aspect dat blijkbaar voor de niet- schaker volstrekt onbegrijpelijk blijft). Wilt ge dit aan den lijve ondervinden? Koopt dan voor de prijs van pakweg twee borrels, f 1.90, Bouwmeesters achtste prismaschaakboek. Het is gewijd aan de „geweldige" zet. Toegegeven, deze raakt bepaald niet bij uitsluiting de fijnste es senties van het schaakspel, evenmin als de fijnste essenties der muziek speciaal te vinden zijn in de hoge c van de so praan, het supersnelle loopje van de pia nist, het extra-moeilijke pianissimo van de hoornblazer, de fortissimoclimax, ont ketend door de dirigent. Maar toch, dte „geweldige" zet is zeer geschikt „pour épater le bourgeois", alsmede om ons tel kens weer te confronteren met het on uitputtelijke wonder van het schaakspel tot het teweegbrengen van een schok effect. Wat denkt u bijvoorbeeld van de „ge weldige" zet die werd uitgevoerd in onderstaande stelling, door Bouwmeester besproken in zijn inleiding? MARSHALL (aan zet) XXXXXXXX* x y OOOOO 'JfJOOOC XXOOOOOOOOOOC XXXDOOOOOOOOOOOO LEWITZKY Zwart maakte er een einde aan met het briljante drievoudige dameoffer 1) Dc3- g3!Zie: a) 2) hg3: Pe2 mat. b) 2) fg3: Pe2t en 3) Tfl: mat. c) 2) Dg3: Pe2t. 3) Khl Pg3:f. 4) Kgl Pfl: met definitieve stukwinst. Onze muziekvriendin mag van ons aan nemen, dat wij van dit schaakvuurwerk intens genoten hebben, evenals Bouw meester (zelf een verdienstelijk amateur pianist!) en diens medewerker B. Kie- boom, een zeer kunstgevoelige jongeman. En nog even over „getallen" gesproken: het vuurwerk vond plaats te Breslau tus sen Lewitzky en Marshall in 1912(1), dus meer dan een halve eeuw geleden. Sindsdien hebben honderdduizenden er hun vreugde aan beleefd Het boekje van Bouwmeester nu bevat 100 saillante stellingen uit de meester- praktijk, in welke de lezer de „gewel dige", beslissende zet moge vinden. Ach terin wordt van iedere stand het ontstaan en de oplossing besproken, gekruid met tal van leerzame commentaren, zoals wij die van de ras-pedagoog Bouwmeester kennen. V. ALABORTJEV OOOOPOOOCX XXXXJOGO <*X* 1 KXXTCK O OOOOt m i'Wf// 00<xxxxxxxxxxxxxx)000cxxxxxx)0000000(x)000009000c)000000000c Zwart: elf stukken op 9, 10, 12, 13, 14, 18, 19, 20, 22, 23, 24. Wit: elf stukken op 26, 27, 30, 32, 33, 34, 35, 36, 38, 40, 41. Wit speelt en wint voor beide vraag stukken. SCHAKEN, MUZIEK IN BOUWMEESTERS PRISMA 8 Onlangs hadden wij een kort gesprekje over de betekenis voor de mens van het schaakspel in vergelijking met die der muziek. Onze gesprekspartner was een charmante zangeres, uitgerust met alle goede eigenschappen welke men zich maar wensen kan, behalve één: het aller- primairste inzicht in het verband tussen de functie van ons spel en het bewustzijn van de mens (waarvoor men nog geens zins een schaakkenner moet zijn). Ter voorkoming van misverstand allereerst dit: wij zouden persoonlijk met veel over tuiging het standpunt kunnen verdedigen dat de muziek oneindig veel meer waarde heeft voor het menselijk geluk en onze Deze grote gier, met een vleugelspanwijd te van bijna 4 m, is de kondor uit het Andesgebergte. Hij duikt als een vlieg tuig en vangt dan zelfs kalveren, her ten en lammeren, soms van 5.000 m naar beneden. De kondor kan 60 jaar worden. ooooooooooooonooonooocvxwyhonoooocvyyvjoooooooo N. KOPAJEV (aan zet) Hoe kreeg wit in enkele zetten een ge wonnen eindspel? Wij zijn er de auteur van „Prisma 8" dankbaar voor dat hij met behulp van slechts „getallen" er voor zorgdroeg dat de door hem zo bekwaam geselecteer de schaakschoonheid in lengte van jaren niet zal „verdampen"! ER WAS EENS een kabouter, die Bijenkoning heette. Het was een heel lieve kabouter. Hij kon goed met de andere kabouters op schieten en vooral was hij heel lief voor de dieren in het grote bos. Op een mooie morgen liep één van de kabouters uit paddestoelen dorp te wandelen. Het was heerlijk weer en de bloempjes hadden hun kopjes naar de zon toegedraaid. Hij stapte over denneappels. langs hoge bomen en door greppels. Ook kwam hij langs een dikke boom, waarin een groot gat zat. Hij keek er eens in, maar zag niets anders dan een lege ruimte. „Vreemd", dacht hij, „dat hier niemand in woont, het is zo'n mooi huisje. Mis schien zijn de dieren die er woon den wel verhuisd". Hij liep weer verder en op een open plek in het bos voelde hij het warme zonnetje op zijn gezichtje schijnen. Dit vond hij zo fijn, dat hij begon te zingen van plezier. Plotseling hoorde hij iets. „Wat is dat", dacht hij, „het lijkt wel of ik bijtjes hoor zoemen, dat kan toch niet, die wonen toch aan de andere kant van het bos?" Maar toen hij goed keek zag hij in de verte een heleboel bijtjes vliegen. Ze kwamen naar de kabou ter toe en vlakbij hem stopten ze. Ineens begonnen ze allemaal tege lijk te praten. „Stil toch, stil toch", zei de kabouter, ,als één van jullie nu eens vertelt wat er aan de hand is, dan begrijp ik het misschien, want zo versta ik er niets van". Toen kwam de bijenkoningin naar voren en zei: „Ach, lieve kabouter, toen wij vanmorgen opstonden en aan tafel gingen om te eten, begon in eens ons huisje te schudden. Eerst dachten wij, dat het de wind was, die met ons huisje speel de, maar toen het schudden niet op hield gingen onze soldaten eens kij ken wat er aan de hand was. Toen zij eindelijk terugkwamen bibber den zij over hun hele lichamen. Ik vroeg hun wat er nu toch gebeur de en stotterend vertelden zij mij, dat de grote beer, die midden in het bos woont, bezig was om honing uit onze keuken te halen. Dus daar om werden wij zo heen en weer geschud. En nu is ons hele huisje kapot, want de grote beer heeft niets meer heel gelaten. Nadat de bijenkoningin alles ver teld had, bleef het een hele tijd rus tig. De bijtjes waren stil van ver driet en ook waren ze nog bang voor de beer, die misschien wel terug zou komen. Ook de kabouter was stil, hij dacht na. Zou er nergens meer een huisje zijn voor die arme bijtjes? Opeens dacht hij aan dat gat, in die boom. Als dat nu nog leeg was, konden de bijtjes daar mooi wonen. Hij kuchte eens, en zei dan: „Luister eens naar mij lieve koningin en bijtjes, toen ik vanmorgen wandelde, zag ik een boom met een gat erin. Misschien is het nog leeg en woont er nie mand. Als dat kan ga ik ook nog even naar de grote beer en vraag hem heel vriendelijk of hij jullie voortaan met rust wil laten. DE BIJTJES klapten in hun handjes van vreugde en lachten al lemaal. De koningin zei, dat ze graag naar die boom wilden om te kijken. En daar gingen ze dan alle maal, de kabouter liep voorop, de bijtjes vlogen achter hem aan. En, ja hoor, toen ze bij de boom waren, was het gat nog leeg en woonde er nog niemand. Vlug gingen de bijtjes naar bin nen en bekeken het aan alle kan ten. Even later kwam de bijenko ningin naar buiten en zei: „Oh ka bouter, het is zo mooi en groot daarbinnen. We willen hier graag wonen. Maar zou U nou wel naar de grote beer gaan, is dat niet ge vaarlijk? De kabouter lachte eens, en zei dat ze dat maar aan hem moesten overlaten. Hij zei de bij tjes gedag en liep regelrecht naar het hol van de grote beer. Hij klop te aan wachte even, en klopte weer aan. Eindelijk hoorde hij een ge brom, dat wel eens „Kom maar binnen" kon betekenen. Hij deed de deur open en bleef op de mat staan. Daar, in een grote stoel, zat de beer te suffen. „Dag kabouter, wat kom je doen, je ziet toch, dat ik mijn middagdutje aan het doen ben?" „Dag meneer beer, ik kom U wat vragen, mag ik er even bij gaan zitten?" Dat mocht, en nu de kabouter zat, begon hij te vertel len. Hij vertelde van de bijtjes, hoe ze geschrokken waren en hoe ze uiteindelijk bij hem gekomen waren om raad. Hij vertelde ook van hun nieuwe huis en vroeg nu heel vriendelijk of de beer hen met rust wilde laten. De beer keek eerst wat boos, toen begon hij langzaam te glimlachen en zei dan: „Kabou ter, wilt U vragen of de bijtjes het me niet kwalijk willen nemen, maar ik had vanmorgen zo'n hon ger. Wilt U misschien ook vragen of ze vanavond bij mij komen eten, ik heb genoeg eten in huis en komt U dan ook? Vanmorgen heb ik hun eten opgegeten en nu mogen ze het bij mij op komen maken". De kabou ter beloofde dat alles en 's avonds waren alle bijtjes, de beer en de kabouter bij elkaar om lekker te eten. TOEN ZE halverwege de maal tijd waren, stond de koningin op en vroeg, of ze allemaal even stil wilden zijn. Het werd stil en de koningin begon toen met een toe spraak; zij zei: „Ik wilde namens alle bijtjes onze kabouter bedan ken voor alles wat hij voor ons ge daan heeft. Daarom wilden wij hem graag Bijenkoning maken". Meneer beer en alle bijtjes klapten en de kabouter heette van nu af: Kabouter Bijenkoning. ESTHER Minet de poes is weer eens stout geweest. Hoewel zij weet dat het niet mag, heeft ze toch met de knot ten wol gespeeld en alles in de war gemaakt. Minets vrouwtje en haar vriendin, die allebei zo van breien houden, zijn wanhopig, want nu komt hun breiwerk niet op tijd af. Maar misschien kunnen jullie de warboel uit de knoop haden. Weten jullie welke knot van wie is? Oplossing Formule-prijsvraag uit de Kinderkrant van de vorige week: KINDERKRANT. De prijswinnaars waren: Rien de Wit, Dr. W. Nijestraat 31, Spaarn- dam-Oost en Anita van Gelderen, Zandvoortselaan 121, Heemstede.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 23