I
Consument
wachten
kan
maar hij begint wel
ongeduldig te worden
De Beatles aan de muur
LAAT KINDEREN ZELF LEREN WONEN
Meubelstijlen in veelvoud
m
WAT IS UW
Kunsthond
onder
deurmat
VRIJDAG 29 MAART 1968
9
Kwaliteit
Cultuur
Waarde
für
(Door Will Simons)
Er zijn hele groepen mensen, of liever gezegd „mensjes", die blij kun
nen zijn met een „woon-cadeau" en dat zijn kinderen. Misschien kijkt u
daar een beetje vreemd van op en lijkt het u onvoorstelbaar dat een kind
zoiets zou kunnen waarderen. Het ligt voor een groot deel aan de vol
wassenen, aan de ouders, of zij hun zoon of dochter blij kunnen maken
met' iets voor hun kamertje. Dat kan alleen als wij de kinderen van
jongs-af-aan hebben geholpen om te leren wonen en het wonen hebben
leren waarderen. Eigenlijk is het een vicieuze cirkel, want op zijn
beurt kan een kind alleen leren wonen als we aandacht besteden aan
zijn leefruimte. Als een kind opgroeit tussen het oude ijzeren bed van
grootvader, de afgedankte huiskamergordijnen en als speelgoedopberg
plaats een donker kabinet van een oud-tante heeft, kunnen we niet ver
wachten dat hij graag op zijn kamer zal zitten. Terwijl kinderen op een
bepaalde leeftijd en dat kan al met een jaar of zeven, acht beginnen
zo nu en dan de behoefte hebben om eens even lekker alleen te zijn.
Melkkrukjes
Eigen keus
i
langzamer, valt dat veel minder op, al
zie je niet veel fantasie in de dessins
van de kostuums.
De jazz die ik heb horen spelen was
meer ballroommuziek dan beat. En er
gens ver weg van de grote steden
schijnen platen van de Beatles te wor
den verkocht voor 50 roebel 200 gul
den volgens de officiële koers en
daarvan gemaakte magnetofoon-
banajes voor 5 roebel. In een Lenin-
grads cultuurpaleis werden clublessen
in „jive" en „shake" aangekondigd:
sinds drie jaar „out" bij ons vertellen
de deskundigen me.
MOSKOU. Op een plein van de
Russische hoofdstad staat een rijtje
mensen: ze wachten op een taxi. Voor
een winkel staat een rijtje mensen:
ze wachten op brood of melk of groen
te. Bij de deur van een restaurant
staat 's avonds een rij van wel twintig
Moskovieten. Het vriest 12 graden. In
een groot warenhuis, waar volgens een
eerste indruk werkelijk alles te koop
is, staan lange, dikke rijen huisvrou
wen: één voor gekleurde wanten, een
verdieping hoger voor dekens, ergens
anders voor wat mij huishoudschorten
lijken. Die goederen worden door de
verkoopsters zó uit de net openge
maakte dozen gehaald en verkocht.
Dat zijn gewone beelden uit Mos
kou en Leningrad en waarschijnlijk
dus ook wel in andere grote steden -an
de Sovjet-Unie. Op het gebied van de
dienstverleningen en op sommige ter
reinen van de consumptie is het aanbod
te kleip voor de vraag; dat geldt zelfs
voor de garderobes van theaters en
music halls.
Gezegd moet worden dat de discipli
ne waarmee de Russische burger in de
rij gaat staan en geduldig wacht, voor
beeldig is; alleen de Britse „queue" is
daarmee te vergelijken. En ook is het
zo dat op de overheden veel druk
wordt uitgeoefend om hierin verbete
ring te brengen. Want de consument
kan nog wel wachten, maar hij begint
wel ongeduldig te worden.
Daarom schrijft de krant in Le
ningrad dat de plaatselijke Sovjet no
dig eens wat moet doen aan het veel
te kleine aantal taxi's in de stad:
waarom moeten wij zo lang wachten?
En de overheid doet haar best: het
feest van de vijftigjarige revolutie
heeft over het hele land geleid tot de
opening van nieuwe, vaak reusachtige
zalen en sporthallen. In Leningrad
kunnen in de nieuwe concertzaal vier
duizend en in de nieuwe sporthal acht
duizend mensen zitten.
Het nieuwe theater binnen de muren
van het Kremlin herbergt 6000 bezoe
kers. En toch stonden op de avond dat
ik er een balletuitvoering zag, van niet
eens de beste groep van het Bolsjoibal-
let, buiten mensen te vragen of er nog
iemand kaarten wou overdoen.
Want er heerst in dit land ook een
geweldige honger naar cultuur; dat is
ook te zien aan de drukte in de boek
winkels en aan de formidabele opla
gen van gedichtenbundels. Zelfs in
typische arbeiderswijken staan grote
boekwinkels en bij tien graden onder
nul kunnen voorbijgangers op Lenin-
grads grote drukke winkelstraat de
Nevski Prospekt, niet nalaten even te
bladeren in de op stalletjes neergeleg
de boeken.
Er bestaat een vrij sterk verbreide
gewoonte om gedichten aan te horen
op voordrachtavonden, wat bij ons
toch tot de uitzonderingen behoort.
Aan al die culturele verlangens
wordt in grote mate voldaan in de zo
genoemde cultuurpaleizen. De kolchos
heeft er een, de fabriek en ook de stad.
Wij zouden het een verenigings- of
een wijkgebouw noemen. En bij ons
zouden dertig verschillende verenigin
gen er hun activiteiten bedrijven: hier
is het één instantie die alles organi
seert. En die daarnaast in het gebouw
ook een goedkoop restaurant exploi
teert.
Maar op bepaalde terreinen is er die
achterstand, die noodzaak voor de con
sument om te wachen. Dat geldt voor
dienstenverlening in het algemeen,
voor mode in kleding en muziek en
voor de kwaliteit van veel produkten
uit het dagelijks leven.
De voornaamste oorzaak daarvan zal
wel zijn dat de stimulans die bij ons
uitgaat van de mogelijkheid geld te
verdienen met „iets nieuws", niet aan
wezig is. In de Sovjet-Unie moet iets
nieuws eerst meer om sociale dan om
monetaire redenen worden opgeno
men in het produktieplan vóór het
wordt gemaakt. En als het dan ge
maakt wordt, is er geen concurrentie
want alle produktie in handen van
de staat zodat aan kwaliteitsverbe
tering niet wordt gedacht uit winst
motieven. maar meer in verband met
mogelijke klachten vgn de klant. En
aangezien de menselijke natuur min
der gemakkelijk te veranderen is dan
het maatschappelijk stelsel waarin hij
leeft, is het eerste van die twee drijf
veren nog altijd sterker dan het laat
ste.
Daarom loopt de Russische mode
duidelijk achter de Westerse aan. En
omdat de communicatie bij de overna
me niet volmaakt is, komen er nogal
wat elementen in voor uit verschil
lende modejaren van de Westerse we
reld, wat vooral in Moskou opvalt,
meer dan in Leningrad, waar de vrou
wen zich smaakvoller kleden.
De minirok bijvoorbeeld, is snel
overgewaaid, maar er worden naald
hakken bij gedragen. Felle kleuren zijn
nu „in" maar ze worden dikwijls
slecht met andere kleuren gecombi
neerd. Bij de herenmtle, altijd veel
Dat alles is aardig om vast te stel
len, als bevestiging van enige eigen su
perioriteit: erg wezenlijk is het niet.
Of de stimulans nu uit de eigen eco
nomische situatie voortkomt, zoals bij
ons, of uit de we,ns niet bij het Westen
achter te blijven, na verloop van tijd
zijn de nieuwtjes ook in Moskou te
koop, zoals het bij ons weer twee jaar
duurt voordat we de mode uit Parijs
hebben overgenomen.
Het beeld dat we nog dikwijls heb
ben van de Sovjet-Unie als een wat
achterlijk land juist op het gebied van
consumentengoederen is hopeloos ver
ouderd. De kwaliteit van het bestaan is
in zijn geheel een paar graden minder:
het pakpapier is lelijk, de prentbrief
kaarten zijn slecht van kleur, er han
gen in een rek in een warenhuis twee
honderd blauwe regenjassen van het
zelfde patroon in alle maten en nog
tweehonderd groene. Er is bij ons veel
meer variatie. Maar de vrouwen die er
tijd voor over hebben blijken zich uit
stekend te kunnen kleden, „bijna ieder
een" heeft tv, een ijskast en een was
machine en wie op een avond de eet
zaal van hotel Boedapest binnengaat
en de bezoekers ziet eten en dansen
onder de kroonluchters uit het fin du
siècle, kan zich heel gemakkelijk in een
westelijk land wanen behalve dat de
mensen echte nationale liederen ken
nen en niet het hupsakee-gezang waar
toe wij dan vaak onze toevlucht moe
ten nemen. En de dikke winterjassen
die de mensen dragen in deze tijd zijn
degelijke warme kledingstukken.
Prijzen en inkomens vergelijken is
een uiterst boeiende maar weinig be
vredigende bezigheid. De prijsvaststel
ling is immers, bij een systeem dat
niet aan concurrentie en dus maar in
beperkte mate aan kostprijzen is ge
bonden, een tamelijk willekeurige aan
gelegenheid. De eerste levensbehoeften
en de woonkosten zijn laag tot zeer
laag; van minder noodzakelijke tot lu
xe-artikelen lopen de prijzen verhou
dingsgewijs soms schrikbarend op. Dat
geldt ook voor kleding en schoeisel: een
paar behoorlijke schoenen kost gauw
de helft van het minimummaandinko
men,, een dunne herenoverjas twee
maal dat bedrag, dameslaarzen kosten
een heel minimuminkomen (60 roebel)
of meer. Maar de huur is zelden meer
dan vijf percent van het inkomen en
wie geld leent voor de aankoop van
een huis betaalt daarover geen rente.
Boeken en kranten zijn weer enorm
goedkoop. Ook binnenlandse reizen zijn
niet duur. Al met al is het heel moei
lijk om een „koopkrachtprijs" voor de
roebel te noemen. Voor de eerste le
vensbehoeften is die misschien wel tien
gulden, voor luxe-artikelen mogelijk
niet meer dan twee gulden.
Een van de meest opvallende ken
merken van het Rusland van vandaag
is, dat er zoveel is dat weinig verschilt
van situaties bij ons. In Leningrad en
Moskou ontstaan in het spitsuur ook
autofiles, al zijn ze niet zo lang als in
Den Haag en Amsterdam,er is ook
kleurentelevisie te koop, al kost een
toestel met een beetje flinke beeldbuis
1200 roebel, dat is twintig maal het
minimummaandloon. En als in Genua
een jongeman naar u toekomt om hor
loges te verkopen, dan komt er in Mos
kou op het Rode Plein nota bene!
een jongeman naar u toe die vraagt of
hij uw balpoint mag kopen en of u in
de toeristenwinkel, waar alleen kan
worden gekocht met buitenlandse valu
ta, zijden shawls voor hem wilt kopten.
Scharrelaars vind je overal
De grootste materiële verschillen lig
gen bij auto's en huizen. De eerste zijn
zo duur dat particulieren ze zich maar
nauwelijks kunnen permitteren al is
ook dat snel bezig te veranderen. De
nieuwe woningen zijn goedkoop maar
aanzienlijk kleiner dan wij voor wen
selijk houden en dat zal nog geruime
tijd zo blijven.
v-"
In Leningrad zijn de vrouwen eleganter dan in Moskou.
cadeautje gewaardeerd worden. Een
„groot" cadeau voor een jongen: een
schrijfbureau met veel vakjes. Of een
handig ladenkastje om eindeloos veel
knutselspullen in op te bergen. Voor
een meisje: een kleurige poef of een
echt kameelzadel.
„Nu ga ik mijn kamer eens echt
gezellig maken" zegt het kind en
de volwassenen in huis wachten in
angstige spanning af hoe „gezellig"
het wel zal worden. Na wat zoeken
en snuffelen vertrekt de jeugdige
kamerbewoner naar zijn eigen do
mein met een stapel gekleurde
platen, wat knipsels, foto's, punai
ses en plakband. De sfeer zal van
de muren stralen door middel van
levensgrote Adamo's, grijnzende
Beatles of Stones, een gedetailleer
de werktekening van een ruimte
schip, zwartglanzend Batman-mas
ker: dat wordt moeder die om een
hoekje gluurt onmiddellijk duide
lijk. Het plaksel moet er ook nog
aan te pas komen om de versiering
op zijn plaats te houden.
Een heel goeie soort kunststof heb
ben ze daar op de muur zitten denkt
u nu. Van dat fijne spul uit de adver
tenties, waarop een kind zijn creativi
teit kan botvieren en zijn hobby's kan
uitstallen. Maar het gekke is dat al
die gezelligheid op een doodgewoon be
hangetje terecht komt. En tot zijn
recht komt, dat is de jeugdige kamer
bewoner wel toevertrouwd. Zijn groot
ste probleem is om bij elke verandering
van het interieur en bij verwisseling
van beat- of sportidolen een zelfde of
groter formaat foto's te bemachtigen.
Anders zie je de gaatjes van de pu
naises of de donkere plekjes van het
plakband of gluton, snapt u.
Zo'n anderhalf jaar verder kan hij
weer met een schone lei beginnen,
want dan heeft zijn vader alle oude
papier van de muren getrokken en er
een fris behangetje tegenaan gegooid,
zoals hij dat achteloos tegenover ken
nissen uitdrukt.
DE ECHTGENOTE van zo'n vader
met twee rechterhanden op doe-het-
zelf-gebied zucht wel eens over die
hele behangerij en de schilderwoede:
je bent nooit klaar met opknappen en
vernieuwen. Als al dat geplak en ge-
verf en geknutsel niet haar Jan zijn
lust en zijn leven was na de zware
dagtaak op dat muffe kantoor, dan wist
ze het wel. In elk geval op de kinder
kamers iets van kunststof, dat tegen
een stootje kan en dat je kan afnemen
en vooral.dat niet al na een paar
maanden smoezelig is, omdat ze een
paar kaarten verhingen of omdat er
met eén opgerolde krant een mug
werd doodgeslagen.
Al die droomwensen worden door een
praktische huisvader met bruikbare
hobby's weggelachen. Stel je voor,
zo'n hap geld betalen en dat in een
huurhuis. En hij heeft immers nog
steeds een paar sollicitaties lopen, om
dat ze eigenlijk liever tussen de bossen
zouden wonen. Die paar centen voor
wat rollen papier vormen nooit een
probleem, maar dat andere spul moet
door de duurzaamheid zijn geld opbren
gen. Wanneer hun eigen slaapkamer
aan de beurt toe is, over een half jaar
tje, dan zal ie een fijn houten wandje
achter het lits jumeaux maken, dat
haal je er desnoods weer af, als je
gaat verhuizen.
Zo blijft alles bij het oude en wordt
elk voorjaar een lijst opgesteld van
wat vernieuwd moet worden. Dit tot
grote vreugde van de jongen met de
Adamo- en de Stonesplaten, want die
vindt de hele ^.ang van zaken wel tof
zo. Je kunt lekker je gang gaan in je
eigen kamer. Alleen in het begin let
ten ze een beetje op, als het behang
pas nieuw is. Verder rotzooi je maar
aan. Op het laatst wordt het een troep,
maar dan springt je vader er wel in.
Bij de vorige beurt was ie meege-
weest naar de behangzaak en toen had
den ze tussen de opruimingsrollen één
rol met gekke bloemetjes ontdekt. Net
toen die gebloemde overhemden en
dassen in de mode waren en het des
sin leek er waarachtig op.
Nu heeft ie weer wat anders in zijn
hoofd en hij krijgt zijn vader wel mee.
Die houdt wel van een geintje. Hij wil
zijn hele kamer met een of ander ruit
je behangen hebben. Daar gaat ie al
lerlei grafieken op tekenen, van zijn
punten op school bijvoorbeeld en de
populariteit van Boudewijn de Groot.
Boven zijn bed moet het dan helemaal
effen worden, daar wil ie zelf met vilt
stiften een dessin tekenen of misschien
wel van ieder, die ooit op zijn kamer
komt een handtekening vragen.
HET JONGERE ZUSJE denkt er
totaal anders over. Zij is ook altijd
Als we beginnen met een modern
bankbed, dat heel goed dienst kan doen
als zitbank mits we op de houten
bodem een schuimrubber of polyether
matras leggen, want deze vervormen
niet, als we erop zitten de juiste
vloerbedekking hierbij denken we
bij kinderkamers aan linoleum of vi
nyl op vilt en een stel vrolijke
overgordijnen, dan hebben we een
kamer waarin elk kind prettig kan
slapen.
Slapen is echter niet het enige wat
een kind doet en daarom moeten we
ervoor zorgen dat er méér komt in die
kamer. Als we de belangstelling en de
nieuwsgierigheid van het kind opwek
ken en hem vooral zelf betrekken bij
de plannen, kunnen we nu aan cadeaus
gaan denken.
DE ALLERKLEINSTEN zullen
„melkkrukjes" met leuke gekleurde
hoesjes of een kinderlamp' kunnen
waarderen. Degenen die al kunnen
schrijven of knutselen zullen blij zijn
met de eerste onderdelen van een
wandrek, waarvan een werkblad en
een boekenschap je het begin zijn. Een
bureautje of beukehouten keukentafel
met een paar laden kunnen ook heel
goed voldoen.
Hier hoort een hoge stoel bij, waar
voor u desnoods een blank gelakte zaal-
stoel kunt gebruiken.
Zijn uw kinderen al wat ouder en
nemen zij vrienden of vriendinnen mee
naar huis, met wie ze weieens alléén
willen babbelen, dan zullen een paar
rotanstoeltjes, tenen kuipjes of vlinder-
stoelen erg in de smaak vallen. Een
passende verlichting mag dan niet ont
breken.
Ligt er linoleum of vinyl op de vloer,
dan zullen vooral meisjes een klein
langharig kleedje waarderen. Vergeet
vooral niet een toilethoekje, al zal daar
in het begin dan ook alleen maar met
kam, borstel en blanke nagellak wor
den geëxperimenteerd
Als we de kinderen bijbrengen dat
die kamer een plekje is van henzelf,
zullen zij die ruimte ook leren waar
deren. Dan zal het helemaal niet zo
vreemd zijn, als ze op een gegeven
moment van hun opgespaarde zakgeld
of eerstverdiende vakantiegeld ook zelf
iets kopen voor hun kamer. En heel
zeker zal dan een wooncadeau of
In de jaren vlak na 1945 was het
op meubelgebied al gothiek en old
finish wat de klok sloeg. Behoudens
tamelijk zeldzame uitzonderingen.
Toen kwam het „eigentijdse" meubel
op, met vooral invloeden uit Scandi
navië. De Deense stijl werd beroemd.
Geen decoraties meer, vrij strakke,
maar toch wel vloeiende lijnen, lichte
houtsoorten. „Blank" werd „in".
Daarna kwam de „teak-golf", ook al
sterk gestimuleerd door Scandinavië,
met wat warmere kleuren. Donkerder
hout drong op. Palissander bijvoor
beeld. De vloeiende lijn, niet langer
specifiek voor Scandinavië, bleef een
plaats behouden maar moest wel ter
rein afstaan. En tegenwoordig is er
een veelheid van aanbod, van ver
scheidenheid. Donker, gloedvol palis
sander; warm gekleurd teak, lichte,
blanke houtsoorten, meubelen uitge
voerd in witte slijplak (voorloper mis
schien van meubelen in kunststof?) en
meubelen afgewerkt in kleurlak vor
men een bonte parade.
De vormen zijn gevarieerder dan
ooit. Het industriële meubel in strakke
vormen met grote precisie gemaakt,
het industriële meubel met vloeiende,
gebogen, bijna revolutionaire lijnen,
mogelijk gemaakt door nieuwe metho
den en materialen, het meubel met een
ambachtelijke inslag, dat doet denken
aan handwerk. Handwerk dan gehol
pen door vernuftige machines. In dat
„ambachtelijke" meubel ook verschei
denheid te over: de eenvoudige „Scan
dinavische" lijnen én de stijlmeubelen
van weleer of op oude meubelstijlen
geïnspireerde meubelen, met typeren
de decoratieve elementen.
De keus is door die veelheid van
aanbod niet gemakkelijker geworden.
Vroeger was er niet veel keus. Men
deed zoals het „hoorde". Nu behoort
men een eigen keuze te doen. Niet
makkelijk soms. Maar wel boeiend,
uitdagend, het vinden van wat men
zelf het liefst heeft.
Een eenmaal gedane keuze is trou
wens, in tegenstelling tot voorheen,
ook geen keuze voor „altijd". Hoeft dat
ook niet meer te zijn. In de loop van
een aantal jaren veranderen mensen,
wijzigen hun smaken zich. De ontwik
keling van onze materiële welvaart
hoe betrekkelijk die vaak ook zijn
mag maakt veranderen op zijn tijd
mogelijk. De brommer, de auto, zij
vragen investeringen van ettelijke hon
derden respectievelijk ettelijke duizen
den guldens maar zijn na een be
perkt aantal jaren versleten, óp, niet
meer bruikbaar. Meubelen gaan in
„technisch" opzicht langer mee. We
zakken niet zo gauw door een stoel,
maar toch kan die stoel versleten zijn
in onze smaak, niet meer beantwoor
den aan de wensen die wij hebben.
En die wensen hebben dan niet al
leen betrekking op de mogelijkheid om
er op te zitten, maar ook op het ple
zier dat wij er in scheppen door deze
meubelen te zien in onze woonomge
ving. Door het meebepalen van de
woonsfeer die we verlangen. Beant
woordt een meubel niet meer aan die
psychische eisen, dan is het net zo
goed versleten als de auto die telkens
niet meer rijden wil. Op zo'n tijdstip
is het belangrijk om ons te realiseren
dat het niet „zonde" is om die tech
nisch nog bruikbare stoel weg te doen
en te vervangen door een ander als we
ons dat financieel kunnen veroorloven.
Gelukkig zijn die materiële mogelijk
heden, door de ontwikkeling van tech
niek. produktiviteit en daardoor de
welvaart, veel groter dan voorheen.
druk bezig haar kamertje „leuk" te
maken, ze prikt de muren vol prent
briefkaarten, knipt schattige baby's uit
de damesbladen en plakt die tot een
collage boven haar bed. Maar zij ver
andert niet zo vaak. Zij is het type
dat eerst een poosje moet wennen aan
een nieuwe wintermantel en dat er na
een paar jaar als ie vaal en versleten
is, node afstand van kan doen. Het is
een stukje van haarzelf geworden.
Zo ook met die kamer. Zij vindt het
een grote ergernis, wanneer de muren
leeg moeten voor een behangbeurt. En
zij voelt zich allerminst thuis wanneer
dat privéhokje haar de volgende dag
zo leeg en licht en vooral fonkelnieuw
tegemoetstraalt. Zelfs wanneer alles
weer op dezelfde plaats staat en bijna
de hele oude voorraad wandversiering
een plekje heeft gekregen duurt het nog
een paar weken eer ze weer gewend
is aan het stippeltje dat in plaats is
gekomen van het streepje van de vorig
keer of omgekeerd.
„Als ik eenmaal zelf geld verdien
met oppassen 's avonds of met recla
mefolders rondbrengen, ga ik sparen
voor fijn spul op de muur, dat altijd
netjes blijft en dat er niet steeds af
moet voor iets nieuws". Zij heeft gelijk
dat moet ze maar doen. De steun van
haar moeder zal ze zeker krijgen. Wan
neer je de voordelen niet weet uit te
buiten van om de haverklap een nieuw
behangetje door pa zelf aangebracht,
is een gewone papieren wand voor een
kinder- en tienerkamer heus niet zo ge
weldig. Is je vader verre van handig
en voelt hij er evenmin voor elk jaar
op het budget een post voor de be
hanger uit te trekken, dan ben je met
en kwetsbare wandbekleding evenmin
gelukkig. Tenzij de schade zich tot een
enkel punaisegaatje beperkt, maar dat
is voor een tiener en hoger een onmo
gelijke eis.
Wanneer je echt wilt „leven" in zo'n
kamer, dan kom je terecht bij de mo
derne wandbekledingen. Die zijn vol
ledig afwasbaar, zelfs afboenbaar. Het
geheim zit in de kunststofafwerklaag,
die is aangebracht op een ondergrond
van papier.
Daarop kun je kliederen, plakken en
wat al niet. Een meisje zal het zeker
wat „warmer" en behaaglijker vinden
om een ander materiaal achter haar
bed te hebben. Bijvoorbeeld aan elkaar
geweven hout of grasweefselbehang.
U woont wat afgelegen en zou graag
een hond hebben, waakzaam genoeg
om u te waarschuwen als ongewenst
bezoek tracht binnen te dringen. Maar
de zorg van een hond eist te veel van
uw tijd en inspanning: u hebt het al
zo druk.
Welnu, u kunt zich tegenwoordig
een „kunsthond" aanschaffen. Het
beestje bestaat uit een contact dat u
bijvoorbeeld onder de mat bij de voor
deur kunt leggen. Wie de voormat
betreedt stelt een apparaatje in wer
king, dat onmiddellijk éen luid geblaf
doet horen.
Het geheim van de smid is natuur
lijk de algemeen bekende bandrecor
der, die in werking wordt gesteld door
het contact onder de vloermat. Het ge
blaf houdt enige seconden aan en het
bandje is er een zonder einde zodat
u het niet behoeft te verwisselen. Na
tuurlijk blaft de kunsthond ook als
vrienden en verwanten u komen be
zoeken. Maar u kunt het apparaat uit
schakelen als het hele gezin thuis is.
En is er niemand thuis dan zal er een
goede kans zijn dat het hondegeblaf
een insluiper of inbreker afschrikt. De
fabrikant levert ook blanco banden die
in het apparaatje passen; geeft u een
grote partij dan kunt u op de band
allerlei aanwijzingen voor uw gasten
vastleggen, bijvoorbeeld over parkeer
gelegenheid, garderobe enzovoorts. U
hebt dan een „kunstportier".
(Boer en Tuinder)
S 1