I Consument wachten kan maar hij begint wel ongeduldig te worden De Beatles aan de muur LAAT KINDEREN ZELF LEREN WONEN Meubelstijlen in veelvoud m WAT IS UW Kunsthond onder deurmat VRIJDAG 29 MAART 1968 9 Kwaliteit Cultuur Waarde für (Door Will Simons) Er zijn hele groepen mensen, of liever gezegd „mensjes", die blij kun nen zijn met een „woon-cadeau" en dat zijn kinderen. Misschien kijkt u daar een beetje vreemd van op en lijkt het u onvoorstelbaar dat een kind zoiets zou kunnen waarderen. Het ligt voor een groot deel aan de vol wassenen, aan de ouders, of zij hun zoon of dochter blij kunnen maken met' iets voor hun kamertje. Dat kan alleen als wij de kinderen van jongs-af-aan hebben geholpen om te leren wonen en het wonen hebben leren waarderen. Eigenlijk is het een vicieuze cirkel, want op zijn beurt kan een kind alleen leren wonen als we aandacht besteden aan zijn leefruimte. Als een kind opgroeit tussen het oude ijzeren bed van grootvader, de afgedankte huiskamergordijnen en als speelgoedopberg plaats een donker kabinet van een oud-tante heeft, kunnen we niet ver wachten dat hij graag op zijn kamer zal zitten. Terwijl kinderen op een bepaalde leeftijd en dat kan al met een jaar of zeven, acht beginnen zo nu en dan de behoefte hebben om eens even lekker alleen te zijn. Melkkrukjes Eigen keus i langzamer, valt dat veel minder op, al zie je niet veel fantasie in de dessins van de kostuums. De jazz die ik heb horen spelen was meer ballroommuziek dan beat. En er gens ver weg van de grote steden schijnen platen van de Beatles te wor den verkocht voor 50 roebel 200 gul den volgens de officiële koers en daarvan gemaakte magnetofoon- banajes voor 5 roebel. In een Lenin- grads cultuurpaleis werden clublessen in „jive" en „shake" aangekondigd: sinds drie jaar „out" bij ons vertellen de deskundigen me. MOSKOU. Op een plein van de Russische hoofdstad staat een rijtje mensen: ze wachten op een taxi. Voor een winkel staat een rijtje mensen: ze wachten op brood of melk of groen te. Bij de deur van een restaurant staat 's avonds een rij van wel twintig Moskovieten. Het vriest 12 graden. In een groot warenhuis, waar volgens een eerste indruk werkelijk alles te koop is, staan lange, dikke rijen huisvrou wen: één voor gekleurde wanten, een verdieping hoger voor dekens, ergens anders voor wat mij huishoudschorten lijken. Die goederen worden door de verkoopsters zó uit de net openge maakte dozen gehaald en verkocht. Dat zijn gewone beelden uit Mos kou en Leningrad en waarschijnlijk dus ook wel in andere grote steden -an de Sovjet-Unie. Op het gebied van de dienstverleningen en op sommige ter reinen van de consumptie is het aanbod te kleip voor de vraag; dat geldt zelfs voor de garderobes van theaters en music halls. Gezegd moet worden dat de discipli ne waarmee de Russische burger in de rij gaat staan en geduldig wacht, voor beeldig is; alleen de Britse „queue" is daarmee te vergelijken. En ook is het zo dat op de overheden veel druk wordt uitgeoefend om hierin verbete ring te brengen. Want de consument kan nog wel wachten, maar hij begint wel ongeduldig te worden. Daarom schrijft de krant in Le ningrad dat de plaatselijke Sovjet no dig eens wat moet doen aan het veel te kleine aantal taxi's in de stad: waarom moeten wij zo lang wachten? En de overheid doet haar best: het feest van de vijftigjarige revolutie heeft over het hele land geleid tot de opening van nieuwe, vaak reusachtige zalen en sporthallen. In Leningrad kunnen in de nieuwe concertzaal vier duizend en in de nieuwe sporthal acht duizend mensen zitten. Het nieuwe theater binnen de muren van het Kremlin herbergt 6000 bezoe kers. En toch stonden op de avond dat ik er een balletuitvoering zag, van niet eens de beste groep van het Bolsjoibal- let, buiten mensen te vragen of er nog iemand kaarten wou overdoen. Want er heerst in dit land ook een geweldige honger naar cultuur; dat is ook te zien aan de drukte in de boek winkels en aan de formidabele opla gen van gedichtenbundels. Zelfs in typische arbeiderswijken staan grote boekwinkels en bij tien graden onder nul kunnen voorbijgangers op Lenin- grads grote drukke winkelstraat de Nevski Prospekt, niet nalaten even te bladeren in de op stalletjes neergeleg de boeken. Er bestaat een vrij sterk verbreide gewoonte om gedichten aan te horen op voordrachtavonden, wat bij ons toch tot de uitzonderingen behoort. Aan al die culturele verlangens wordt in grote mate voldaan in de zo genoemde cultuurpaleizen. De kolchos heeft er een, de fabriek en ook de stad. Wij zouden het een verenigings- of een wijkgebouw noemen. En bij ons zouden dertig verschillende verenigin gen er hun activiteiten bedrijven: hier is het één instantie die alles organi seert. En die daarnaast in het gebouw ook een goedkoop restaurant exploi teert. Maar op bepaalde terreinen is er die achterstand, die noodzaak voor de con sument om te wachen. Dat geldt voor dienstenverlening in het algemeen, voor mode in kleding en muziek en voor de kwaliteit van veel produkten uit het dagelijks leven. De voornaamste oorzaak daarvan zal wel zijn dat de stimulans die bij ons uitgaat van de mogelijkheid geld te verdienen met „iets nieuws", niet aan wezig is. In de Sovjet-Unie moet iets nieuws eerst meer om sociale dan om monetaire redenen worden opgeno men in het produktieplan vóór het wordt gemaakt. En als het dan ge maakt wordt, is er geen concurrentie want alle produktie in handen van de staat zodat aan kwaliteitsverbe tering niet wordt gedacht uit winst motieven. maar meer in verband met mogelijke klachten vgn de klant. En aangezien de menselijke natuur min der gemakkelijk te veranderen is dan het maatschappelijk stelsel waarin hij leeft, is het eerste van die twee drijf veren nog altijd sterker dan het laat ste. Daarom loopt de Russische mode duidelijk achter de Westerse aan. En omdat de communicatie bij de overna me niet volmaakt is, komen er nogal wat elementen in voor uit verschil lende modejaren van de Westerse we reld, wat vooral in Moskou opvalt, meer dan in Leningrad, waar de vrou wen zich smaakvoller kleden. De minirok bijvoorbeeld, is snel overgewaaid, maar er worden naald hakken bij gedragen. Felle kleuren zijn nu „in" maar ze worden dikwijls slecht met andere kleuren gecombi neerd. Bij de herenmtle, altijd veel Dat alles is aardig om vast te stel len, als bevestiging van enige eigen su perioriteit: erg wezenlijk is het niet. Of de stimulans nu uit de eigen eco nomische situatie voortkomt, zoals bij ons, of uit de we,ns niet bij het Westen achter te blijven, na verloop van tijd zijn de nieuwtjes ook in Moskou te koop, zoals het bij ons weer twee jaar duurt voordat we de mode uit Parijs hebben overgenomen. Het beeld dat we nog dikwijls heb ben van de Sovjet-Unie als een wat achterlijk land juist op het gebied van consumentengoederen is hopeloos ver ouderd. De kwaliteit van het bestaan is in zijn geheel een paar graden minder: het pakpapier is lelijk, de prentbrief kaarten zijn slecht van kleur, er han gen in een rek in een warenhuis twee honderd blauwe regenjassen van het zelfde patroon in alle maten en nog tweehonderd groene. Er is bij ons veel meer variatie. Maar de vrouwen die er tijd voor over hebben blijken zich uit stekend te kunnen kleden, „bijna ieder een" heeft tv, een ijskast en een was machine en wie op een avond de eet zaal van hotel Boedapest binnengaat en de bezoekers ziet eten en dansen onder de kroonluchters uit het fin du siècle, kan zich heel gemakkelijk in een westelijk land wanen behalve dat de mensen echte nationale liederen ken nen en niet het hupsakee-gezang waar toe wij dan vaak onze toevlucht moe ten nemen. En de dikke winterjassen die de mensen dragen in deze tijd zijn degelijke warme kledingstukken. Prijzen en inkomens vergelijken is een uiterst boeiende maar weinig be vredigende bezigheid. De prijsvaststel ling is immers, bij een systeem dat niet aan concurrentie en dus maar in beperkte mate aan kostprijzen is ge bonden, een tamelijk willekeurige aan gelegenheid. De eerste levensbehoeften en de woonkosten zijn laag tot zeer laag; van minder noodzakelijke tot lu xe-artikelen lopen de prijzen verhou dingsgewijs soms schrikbarend op. Dat geldt ook voor kleding en schoeisel: een paar behoorlijke schoenen kost gauw de helft van het minimummaandinko men,, een dunne herenoverjas twee maal dat bedrag, dameslaarzen kosten een heel minimuminkomen (60 roebel) of meer. Maar de huur is zelden meer dan vijf percent van het inkomen en wie geld leent voor de aankoop van een huis betaalt daarover geen rente. Boeken en kranten zijn weer enorm goedkoop. Ook binnenlandse reizen zijn niet duur. Al met al is het heel moei lijk om een „koopkrachtprijs" voor de roebel te noemen. Voor de eerste le vensbehoeften is die misschien wel tien gulden, voor luxe-artikelen mogelijk niet meer dan twee gulden. Een van de meest opvallende ken merken van het Rusland van vandaag is, dat er zoveel is dat weinig verschilt van situaties bij ons. In Leningrad en Moskou ontstaan in het spitsuur ook autofiles, al zijn ze niet zo lang als in Den Haag en Amsterdam,er is ook kleurentelevisie te koop, al kost een toestel met een beetje flinke beeldbuis 1200 roebel, dat is twintig maal het minimummaandloon. En als in Genua een jongeman naar u toekomt om hor loges te verkopen, dan komt er in Mos kou op het Rode Plein nota bene! een jongeman naar u toe die vraagt of hij uw balpoint mag kopen en of u in de toeristenwinkel, waar alleen kan worden gekocht met buitenlandse valu ta, zijden shawls voor hem wilt kopten. Scharrelaars vind je overal De grootste materiële verschillen lig gen bij auto's en huizen. De eerste zijn zo duur dat particulieren ze zich maar nauwelijks kunnen permitteren al is ook dat snel bezig te veranderen. De nieuwe woningen zijn goedkoop maar aanzienlijk kleiner dan wij voor wen selijk houden en dat zal nog geruime tijd zo blijven. v-" In Leningrad zijn de vrouwen eleganter dan in Moskou. cadeautje gewaardeerd worden. Een „groot" cadeau voor een jongen: een schrijfbureau met veel vakjes. Of een handig ladenkastje om eindeloos veel knutselspullen in op te bergen. Voor een meisje: een kleurige poef of een echt kameelzadel. „Nu ga ik mijn kamer eens echt gezellig maken" zegt het kind en de volwassenen in huis wachten in angstige spanning af hoe „gezellig" het wel zal worden. Na wat zoeken en snuffelen vertrekt de jeugdige kamerbewoner naar zijn eigen do mein met een stapel gekleurde platen, wat knipsels, foto's, punai ses en plakband. De sfeer zal van de muren stralen door middel van levensgrote Adamo's, grijnzende Beatles of Stones, een gedetailleer de werktekening van een ruimte schip, zwartglanzend Batman-mas ker: dat wordt moeder die om een hoekje gluurt onmiddellijk duide lijk. Het plaksel moet er ook nog aan te pas komen om de versiering op zijn plaats te houden. Een heel goeie soort kunststof heb ben ze daar op de muur zitten denkt u nu. Van dat fijne spul uit de adver tenties, waarop een kind zijn creativi teit kan botvieren en zijn hobby's kan uitstallen. Maar het gekke is dat al die gezelligheid op een doodgewoon be hangetje terecht komt. En tot zijn recht komt, dat is de jeugdige kamer bewoner wel toevertrouwd. Zijn groot ste probleem is om bij elke verandering van het interieur en bij verwisseling van beat- of sportidolen een zelfde of groter formaat foto's te bemachtigen. Anders zie je de gaatjes van de pu naises of de donkere plekjes van het plakband of gluton, snapt u. Zo'n anderhalf jaar verder kan hij weer met een schone lei beginnen, want dan heeft zijn vader alle oude papier van de muren getrokken en er een fris behangetje tegenaan gegooid, zoals hij dat achteloos tegenover ken nissen uitdrukt. DE ECHTGENOTE van zo'n vader met twee rechterhanden op doe-het- zelf-gebied zucht wel eens over die hele behangerij en de schilderwoede: je bent nooit klaar met opknappen en vernieuwen. Als al dat geplak en ge- verf en geknutsel niet haar Jan zijn lust en zijn leven was na de zware dagtaak op dat muffe kantoor, dan wist ze het wel. In elk geval op de kinder kamers iets van kunststof, dat tegen een stootje kan en dat je kan afnemen en vooral.dat niet al na een paar maanden smoezelig is, omdat ze een paar kaarten verhingen of omdat er met eén opgerolde krant een mug werd doodgeslagen. Al die droomwensen worden door een praktische huisvader met bruikbare hobby's weggelachen. Stel je voor, zo'n hap geld betalen en dat in een huurhuis. En hij heeft immers nog steeds een paar sollicitaties lopen, om dat ze eigenlijk liever tussen de bossen zouden wonen. Die paar centen voor wat rollen papier vormen nooit een probleem, maar dat andere spul moet door de duurzaamheid zijn geld opbren gen. Wanneer hun eigen slaapkamer aan de beurt toe is, over een half jaar tje, dan zal ie een fijn houten wandje achter het lits jumeaux maken, dat haal je er desnoods weer af, als je gaat verhuizen. Zo blijft alles bij het oude en wordt elk voorjaar een lijst opgesteld van wat vernieuwd moet worden. Dit tot grote vreugde van de jongen met de Adamo- en de Stonesplaten, want die vindt de hele ^.ang van zaken wel tof zo. Je kunt lekker je gang gaan in je eigen kamer. Alleen in het begin let ten ze een beetje op, als het behang pas nieuw is. Verder rotzooi je maar aan. Op het laatst wordt het een troep, maar dan springt je vader er wel in. Bij de vorige beurt was ie meege- weest naar de behangzaak en toen had den ze tussen de opruimingsrollen één rol met gekke bloemetjes ontdekt. Net toen die gebloemde overhemden en dassen in de mode waren en het des sin leek er waarachtig op. Nu heeft ie weer wat anders in zijn hoofd en hij krijgt zijn vader wel mee. Die houdt wel van een geintje. Hij wil zijn hele kamer met een of ander ruit je behangen hebben. Daar gaat ie al lerlei grafieken op tekenen, van zijn punten op school bijvoorbeeld en de populariteit van Boudewijn de Groot. Boven zijn bed moet het dan helemaal effen worden, daar wil ie zelf met vilt stiften een dessin tekenen of misschien wel van ieder, die ooit op zijn kamer komt een handtekening vragen. HET JONGERE ZUSJE denkt er totaal anders over. Zij is ook altijd Als we beginnen met een modern bankbed, dat heel goed dienst kan doen als zitbank mits we op de houten bodem een schuimrubber of polyether matras leggen, want deze vervormen niet, als we erop zitten de juiste vloerbedekking hierbij denken we bij kinderkamers aan linoleum of vi nyl op vilt en een stel vrolijke overgordijnen, dan hebben we een kamer waarin elk kind prettig kan slapen. Slapen is echter niet het enige wat een kind doet en daarom moeten we ervoor zorgen dat er méér komt in die kamer. Als we de belangstelling en de nieuwsgierigheid van het kind opwek ken en hem vooral zelf betrekken bij de plannen, kunnen we nu aan cadeaus gaan denken. DE ALLERKLEINSTEN zullen „melkkrukjes" met leuke gekleurde hoesjes of een kinderlamp' kunnen waarderen. Degenen die al kunnen schrijven of knutselen zullen blij zijn met de eerste onderdelen van een wandrek, waarvan een werkblad en een boekenschap je het begin zijn. Een bureautje of beukehouten keukentafel met een paar laden kunnen ook heel goed voldoen. Hier hoort een hoge stoel bij, waar voor u desnoods een blank gelakte zaal- stoel kunt gebruiken. Zijn uw kinderen al wat ouder en nemen zij vrienden of vriendinnen mee naar huis, met wie ze weieens alléén willen babbelen, dan zullen een paar rotanstoeltjes, tenen kuipjes of vlinder- stoelen erg in de smaak vallen. Een passende verlichting mag dan niet ont breken. Ligt er linoleum of vinyl op de vloer, dan zullen vooral meisjes een klein langharig kleedje waarderen. Vergeet vooral niet een toilethoekje, al zal daar in het begin dan ook alleen maar met kam, borstel en blanke nagellak wor den geëxperimenteerd Als we de kinderen bijbrengen dat die kamer een plekje is van henzelf, zullen zij die ruimte ook leren waar deren. Dan zal het helemaal niet zo vreemd zijn, als ze op een gegeven moment van hun opgespaarde zakgeld of eerstverdiende vakantiegeld ook zelf iets kopen voor hun kamer. En heel zeker zal dan een wooncadeau of In de jaren vlak na 1945 was het op meubelgebied al gothiek en old finish wat de klok sloeg. Behoudens tamelijk zeldzame uitzonderingen. Toen kwam het „eigentijdse" meubel op, met vooral invloeden uit Scandi navië. De Deense stijl werd beroemd. Geen decoraties meer, vrij strakke, maar toch wel vloeiende lijnen, lichte houtsoorten. „Blank" werd „in". Daarna kwam de „teak-golf", ook al sterk gestimuleerd door Scandinavië, met wat warmere kleuren. Donkerder hout drong op. Palissander bijvoor beeld. De vloeiende lijn, niet langer specifiek voor Scandinavië, bleef een plaats behouden maar moest wel ter rein afstaan. En tegenwoordig is er een veelheid van aanbod, van ver scheidenheid. Donker, gloedvol palis sander; warm gekleurd teak, lichte, blanke houtsoorten, meubelen uitge voerd in witte slijplak (voorloper mis schien van meubelen in kunststof?) en meubelen afgewerkt in kleurlak vor men een bonte parade. De vormen zijn gevarieerder dan ooit. Het industriële meubel in strakke vormen met grote precisie gemaakt, het industriële meubel met vloeiende, gebogen, bijna revolutionaire lijnen, mogelijk gemaakt door nieuwe metho den en materialen, het meubel met een ambachtelijke inslag, dat doet denken aan handwerk. Handwerk dan gehol pen door vernuftige machines. In dat „ambachtelijke" meubel ook verschei denheid te over: de eenvoudige „Scan dinavische" lijnen én de stijlmeubelen van weleer of op oude meubelstijlen geïnspireerde meubelen, met typeren de decoratieve elementen. De keus is door die veelheid van aanbod niet gemakkelijker geworden. Vroeger was er niet veel keus. Men deed zoals het „hoorde". Nu behoort men een eigen keuze te doen. Niet makkelijk soms. Maar wel boeiend, uitdagend, het vinden van wat men zelf het liefst heeft. Een eenmaal gedane keuze is trou wens, in tegenstelling tot voorheen, ook geen keuze voor „altijd". Hoeft dat ook niet meer te zijn. In de loop van een aantal jaren veranderen mensen, wijzigen hun smaken zich. De ontwik keling van onze materiële welvaart hoe betrekkelijk die vaak ook zijn mag maakt veranderen op zijn tijd mogelijk. De brommer, de auto, zij vragen investeringen van ettelijke hon derden respectievelijk ettelijke duizen den guldens maar zijn na een be perkt aantal jaren versleten, óp, niet meer bruikbaar. Meubelen gaan in „technisch" opzicht langer mee. We zakken niet zo gauw door een stoel, maar toch kan die stoel versleten zijn in onze smaak, niet meer beantwoor den aan de wensen die wij hebben. En die wensen hebben dan niet al leen betrekking op de mogelijkheid om er op te zitten, maar ook op het ple zier dat wij er in scheppen door deze meubelen te zien in onze woonomge ving. Door het meebepalen van de woonsfeer die we verlangen. Beant woordt een meubel niet meer aan die psychische eisen, dan is het net zo goed versleten als de auto die telkens niet meer rijden wil. Op zo'n tijdstip is het belangrijk om ons te realiseren dat het niet „zonde" is om die tech nisch nog bruikbare stoel weg te doen en te vervangen door een ander als we ons dat financieel kunnen veroorloven. Gelukkig zijn die materiële mogelijk heden, door de ontwikkeling van tech niek. produktiviteit en daardoor de welvaart, veel groter dan voorheen. druk bezig haar kamertje „leuk" te maken, ze prikt de muren vol prent briefkaarten, knipt schattige baby's uit de damesbladen en plakt die tot een collage boven haar bed. Maar zij ver andert niet zo vaak. Zij is het type dat eerst een poosje moet wennen aan een nieuwe wintermantel en dat er na een paar jaar als ie vaal en versleten is, node afstand van kan doen. Het is een stukje van haarzelf geworden. Zo ook met die kamer. Zij vindt het een grote ergernis, wanneer de muren leeg moeten voor een behangbeurt. En zij voelt zich allerminst thuis wanneer dat privéhokje haar de volgende dag zo leeg en licht en vooral fonkelnieuw tegemoetstraalt. Zelfs wanneer alles weer op dezelfde plaats staat en bijna de hele oude voorraad wandversiering een plekje heeft gekregen duurt het nog een paar weken eer ze weer gewend is aan het stippeltje dat in plaats is gekomen van het streepje van de vorig keer of omgekeerd. „Als ik eenmaal zelf geld verdien met oppassen 's avonds of met recla mefolders rondbrengen, ga ik sparen voor fijn spul op de muur, dat altijd netjes blijft en dat er niet steeds af moet voor iets nieuws". Zij heeft gelijk dat moet ze maar doen. De steun van haar moeder zal ze zeker krijgen. Wan neer je de voordelen niet weet uit te buiten van om de haverklap een nieuw behangetje door pa zelf aangebracht, is een gewone papieren wand voor een kinder- en tienerkamer heus niet zo ge weldig. Is je vader verre van handig en voelt hij er evenmin voor elk jaar op het budget een post voor de be hanger uit te trekken, dan ben je met en kwetsbare wandbekleding evenmin gelukkig. Tenzij de schade zich tot een enkel punaisegaatje beperkt, maar dat is voor een tiener en hoger een onmo gelijke eis. Wanneer je echt wilt „leven" in zo'n kamer, dan kom je terecht bij de mo derne wandbekledingen. Die zijn vol ledig afwasbaar, zelfs afboenbaar. Het geheim zit in de kunststofafwerklaag, die is aangebracht op een ondergrond van papier. Daarop kun je kliederen, plakken en wat al niet. Een meisje zal het zeker wat „warmer" en behaaglijker vinden om een ander materiaal achter haar bed te hebben. Bijvoorbeeld aan elkaar geweven hout of grasweefselbehang. U woont wat afgelegen en zou graag een hond hebben, waakzaam genoeg om u te waarschuwen als ongewenst bezoek tracht binnen te dringen. Maar de zorg van een hond eist te veel van uw tijd en inspanning: u hebt het al zo druk. Welnu, u kunt zich tegenwoordig een „kunsthond" aanschaffen. Het beestje bestaat uit een contact dat u bijvoorbeeld onder de mat bij de voor deur kunt leggen. Wie de voormat betreedt stelt een apparaatje in wer king, dat onmiddellijk éen luid geblaf doet horen. Het geheim van de smid is natuur lijk de algemeen bekende bandrecor der, die in werking wordt gesteld door het contact onder de vloermat. Het ge blaf houdt enige seconden aan en het bandje is er een zonder einde zodat u het niet behoeft te verwisselen. Na tuurlijk blaft de kunsthond ook als vrienden en verwanten u komen be zoeken. Maar u kunt het apparaat uit schakelen als het hele gezin thuis is. En is er niemand thuis dan zal er een goede kans zijn dat het hondegeblaf een insluiper of inbreker afschrikt. De fabrikant levert ook blanco banden die in het apparaatje passen; geeft u een grote partij dan kunt u op de band allerlei aanwijzingen voor uw gasten vastleggen, bijvoorbeeld over parkeer gelegenheid, garderobe enzovoorts. U hebt dan een „kunstportier". (Boer en Tuinder) S 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 9