IJmuider Courant i: iiïdUÖ Lessen in overlevingeen felle aanklacht tegen gevangenisregime Criminoloog dr. Hoefnagels: Geef de gedetineerden meer creatieve kansen „Excellentie, waarom gebeurt er niets?" Brieven uit de gevangenis Optisch bedrog Nieuwe regels -•fidfess - Gevangenissport: 40 minuten per week. (Van een onzer redacteuren) „Moet u naar de gevangenis? Of kent u iemand die er in zit? Geef hem het bundeltje „Lessen in overleving". Zieken brengen we opwekkende geschenken en mensen die stilleven-zonder-bloemen zijn ziek aan hun maatschappij". Dit schrijft de criminoloog dr. G. PHoefnagels in zijn voorwoord op Steve Davidsons brieven uit de gevangenis. Hij deed dit na lezing van het manuscript van de jongeman, die hij op dat ogenblik nog nooit had ontmoet. De brieven boeiden hem in hoge mate. Maar het was uit bewondering voor de wijze waarop Davidson zijn gevangenschap door eigen creativiteit heeft ondergaan, dat hij tenslotte onder de titel „Stilleven zonder bloemen" een uitvoerig voorwoord schreef. Lezen en schrijven: minimale mogelijkheden. BIJ de uitgeverij De Arbeiders pers in Amsterdam is een opmer kelijk boekje verschenen. Het heet „Lessen in overleving" en het bevat 26 brieven die een 23-jarige jonge man vanuit de gevangenis aan zijn vrienden schreef. DIE JONGEMAN is Steve David son. Hij was verslaafd aan verdoven de middelen. In 1965 werd hij ge arresteerd wegens inbraken in apo theken, diefstal van verdovende middelen en vervalsing van recep ten. Na een korte ontwenningskuur zat hij negeneneenhalve maand in voorarrest in het huis van bewaring te Amsterdam en daarna zevenen- eenhalve maand in de gevangenis Nieuw-Vosseveld te Vught. STEVE DAVIDSON is, getuige zijn brieven, een bijzondere gevan gene geweest. Hij is een van de weinigen die tot zelfonderzoek is gekomen. Hij is „als een beter mens" uit de gevangenis gekomen. Dat is voor iedereen die iets met het gevangeniswezen te maken heeft, een verrassing. „LESSEN in overleving" is geen handboek geworden voor hen die hun hechtenis zo aangenaam moge lijk willen doorbrengen. Toch geeft Davidsons correspondentie aanwij zingen die voor iedere gevangene van belang kunnen zijn: hij onder vond het creatief bezig zijn. Voor Steve Davidson, die kunstschilder is, moet dat eenvoudiger zijn ge weest dan voor andere gevangenen, wier grauwe leven hun ook in de vrije maatschappij niet de schoon heid en zuiverheid van dingen heeft leren zien. HET BELANG van het boekje is dat het ondanks het optimisme en de humor waarmee het is ge schreven, een schrijnende aanklacht vormt tegen het huidige gevange nissysteem waarin mensen, buiten de maatschappij geplaatst, een niet- menselijk leven moeten ondergaan dat hen ongeschikt maakt om later zonder kleerscheuren in de maat schappij terug te keren. Dit laatste heeft de criminoloog dr. G. P. Hoef nagels bewogen een voorwoord bij het boekje te schrijven. STEVE DAVIDSON schreef zijn brieven aan zijn vrienden Simon Vinkenoog en Olivier Boelen, maar over hun hoofden heen richtte hij zich in een poëtische en beeldende taal tot de gemeenschap. Hij ver wijt, maar is niet rancuneus. Zelden is in zo'n kort bestek op zo'n kern achtige wijze het niet-menselijke van ons bestraffingssysteem duide lijk gemaakt. Hij heeft er zelden veel woorden voor nodig. Meneer de president, 14 dagen verliepen tussen eis en uitspraak. Ik stel me zo voor dat uw gedachten zich bewogen tussen maximum en minimum tot opeens de psycho-meter be vroor anderhalf jaar. Misschien keek u wel naar de t.v. toen dat gebeurde." „Achter de tralies wordt men asociaal geméékt" DR. HOEFNAGELS zegt ons: „Ik was zo onder de indruk van de brieven, dat ik graag de plaats en betekenis ervan wilde aangeven. Het is niet voor fiët "eerst dat eeïi gevangene zijn ervaringen bei- schrijft. Het bijzondere van David son is, dat hij zich niet beperkt tot onbenullige details die immers zo groot worden wanneer iemand ge doemd is in een cel te leven. Maar wel vertelt hij zijn lezers op in dringende wijze hoe ongeschikt het gevangenissysteem is voor mensen. Voor de insider is dat geen nieuws. Iedereen is ervan overtuigd dat er iets moet veranderen. Davidson heeft zijn hechtenis niet alleen overleefd, hij is er zelfs beter van geworden. Dat is een unicum en daarom is het nuttig, zich te ver diepen in de wijze waarop hij dat heeft klaargespeeld". De gevangenis is ontstaan uit huma nitaire overwegingen. Toen men het niet langer juist vond, misdadigers te straffen met executie of lijfstraffen kwam de vrijheidsstraf. Het komt er op neer dat iedere misdadiger vroeg of laat weer in de maatschappij terug komt. In artikel 26 van de Beginse lenwet gevangeniswezen staat dan ook dat de gevangenis „mede dienstbaar wordt gemaakt aan de voorbereidingen van de terugkeer der gedetineerden in het maatschappelijke leven". In de praktijk komt hiervan niets terecht omdat een gevangenisverblijf is geworden tot een kloosterleven dat niets met de maatschappij heeft te maken. Onze gevangenissen zijn de duurste hotels van het land. Een gede tineerde kost 100 tot 300 per dag. Maar ondanks alle kosten en zelfs on danks alle goede wil van gevangenis leiding, psychiaters, reclasseerders en iedereen die erbij betrokken is, zijn wij niet in staat mensen af te leveren die beter in de maatschappij passen dan op het moment dat ze werden gear resteerd". IN HOEVER wordt een vernieuwing van de strafopvatting geremd door de publieke opinie? „Die publieke opinie is erg belang rijk. Wat men weet over misdaad en gevangenis en over de persoon van de verdachte, weet men gewoonlijk uit de krant. En die krant geeft geen zuiver beeld. Ik zou willen spreken van een „optisch bedrog". Er wordt in Neder land ongeveer 30 maal per jaar moord en doodslag gepleegd. Deze daden wor den in de krant vermeld, nadat ze zijn gepleegd, vervolgens als de dader is gearresteerd, voorts als deze voor de rechtbank terecht staan en tenslotte vaak nog als de zaak in hoger beroep wordt behandeld. Meermalen per week wordt men zo met de misdaad gecon fronteerd. Men zou de indruk krijgen dat men niet meer veilig over de auto weg van Amsterdam naar Zwolle kan rijden. Ik mis helaas in de kranten eventueel periodieke cijfers over de werkelijke criminele situatie. Die blijkt dan mee te vallen. Per jaar komen er in Nederland circa twee miljoen strafbare feiten ter kennis van de poli tie, waarvan 166 duizend misdrijven zijn. Hiervan komen er 40.000 voor de rechter. Hiervan veroordeelt de rech ter circa 12.000 keer tot een onvoor waardelijke gevangenisstraf. Van deze 12.000 mensen komen er ongeveer 5.000 voor de tweede of zoveelste keer in de gevangenis. Het aantal gevallen waarin een verdachte naar de gevan genis wordt gestuurd, bedraagt nog maar de helft van dat in het begin van deze eeuw. De rechter grijpt mijns inziens toch nog te gemakkelijk naar de gevangenisstraf". Dr. Hoefnagels ziet de gevangenis als een uiterste middel, zelfs als een noodmaatregel. „Gevangenissen en ook onze kinder beschermingsinstituten zijn buiten- maatschappelijke organisaties. Men is al blij als gedetineerden er niet slech ter uitkomen dan ze erin gingen en met „slechter" is dan bedoeld: minder geschikt voor de samenleving. Inde gevangenis wprdt men onmaatschap pelijk gemaakt. Wij zouden ander^ moeten straffen, waarbij de straf ook meer in verband wordt gebracht met het delict. De autodief wordt in de cel zeker niet tot een beter mens gemaakt, ter wijl zijn slachtoffer niet voldaan zal zijn als deze bijvoorbeeld wel zijn auto terug heeft, maar nog 500 gulden schade heeft geleden. In zo'n geval zou de dader die 500 gulden aan het slacht offer moeten betalen. In die richting wordt nog te weinig gedaan. Wij zou den ten aanzien van de delinquenten toleranter moeten zijn. Als je over veel macht beschikt, kun je met tole rantie veel doen aan de vorming van het gedrag. Dat weet iedere vader en iedere ploegbaas en zij maken er ge bruik van. De overheid maakt veel te weinig gebruik van de tolerantie als middel tot gedragsbeïnvloeding". OOK IN de gevangenissen? „Er is een speciaal opleidingsinsti- tuut om gevangenispersoneel over de gedragswetenschap in te lichten. Er wordt heel veel gedaan om mensen goed aan de maatschappij af te leve ren. Iedereen doet zijn best, maar iedereen is ontevreden. In de oorlog hebben „nette mensen" ondervonden, dat men in de gevangenis een boef wordt als gevolg van het regime. Wij zullen dat regime moeten wijzigen. Als men dan zegt „het publiek wil het niet" of „het personeel is er niet rijp voor" komt men er nooit uit. Ons gevange nisregime staat zo ver van de maat schappij af dat niemand het in deze tijd zou kunnen bedenken als het nog niet bestond". OP WELKE wijze kan er op korte termijn verbetering in worden ge bracht? „Begin met ingang van volgende week het huishoudelijke reglement af te schaffen. Dit reglement komt hierop neer: niets mag, tenzij het is toege staan. In de praktijk komt dit neer op een fundamentele training in onver antwoordelijkheid. Dus afschaffing van dat reglement, maar inplaats hier van nieuwe leefregels, die samen met. gedetineerden zijn opgesteld. Het gek ke is namelijk dat gevangenen ook kunnen denken en zelfs wel eens gelijk hebben ook. En dan mogen we niet vergeten hoe Steve Davidson zijn hech tenis is doorgekomen. Hij was crea tief bezig. Geef de gevangenen de mogelijkheid tot creatief bezig zijn, met schrijven of voor mijn part met verf. Maar doe tenminste iets om hen tot zelfonderzoek te laten komen". AAN GOEDE WIL ontbreekt het in derdaad niet. De heer G. J. Kamphuis, directeur van het Haarlemse huis van bewaring, heeft onlangs in dit blad nog een beroep gedaan op goedwillenden in Haarlem en omgeving om lezingen, dia- en filmvoorstellingen, kaartavond- jes en handenarbeidcursussen te orga niseren voor zijn gedetineerden, die hij graag wat meer afleiding zou bezorgen dan zij nu hebben. Het is meer een kwestie van gebrek aan middelen dan van onwil bij de meeste gevangenisau toriteiten en dat mag in dit verband ook wel eens duidelijk gesteld worden, terwille van de objectiviteit. UIT „LESSEN IN OVERLEVING": „Excellentie, ik schrijf u vanuit cel-a4/ll en ik schrijf voor iedereen. Ik ben één van de dui zenden moderne grotbewoners die Nederland heden telt. Ik slaap, eet, schrijf, leef etc. op de daarvoor aangewezen tijden. Ik heb bijna negen maanden hier (in dezelfde cel, in dezelfde ge vangenis, in hetzelfde isolement) doorgebracht en ik ben er nog steeds niet in geslaagd, de be doeling van dit immense systeem te doorgronden. Ongetwijfeld zijn er evenveel ambtenaren ver bonden aan het gevangeniswezen als er gedeti neerden zijn, en toch gebeurt er niets. Wat kan daar toch de reden van zijn?" „DE MAATSCHAPPIJ dient beschermd te worden tegen individuen die sociale taboes door breken, zeker. Maar sinds de doodstraf hier is afgeschaft doet u alleen nog maar in mensen levens. En aan het leven bent u verplicht, dit zoveel mogelijk te bevorderen en zo min mogelijk te belemmeren. Denkt u inderdaad dat isolement, het justitionele dogma, de juiste medicijn is tegen haatgevoelens? Kijk, als je er van uitgaat dat iemand die eenmaal een misdaad begaan heeft slecht is en zal blijven, dan begrijp ik het alle maal beter, dan ziet u het nut er niet van in, iets te veranderen. Maar is het dan ook niet inconse quent en onverantwoordelijk, ze na enige tijd weer los te laten op de maatschappij? Het zou veel economischer zijn om ze dan in te vriezen en niet meer te ontdooien". „IK VRAAG me af: waarom worden onze wei nige contacten met de maatschappij afgesneden of tot het minimum teruggebracht? Waarom wordt ons ieder initiatief of verantwoording ont nomen? Waarom verdient men voor normale ar beid maximaal 20 gulden per maand? Waarom moet men vier of vijf maanden wachten tot men voorkomt, als men al geen schuldgevoelens meer op kan brengen? Waarom worden we niet aan gemoedigd om creatief bezig te zijn, iets te schep pen, te leren liefhebben? Waarom wordt ons slechts het minimum van het mogelijke toege staan: maar een kwartier bezoek, drie brieven, een half uur recreatie, 40 minuten sport en vijf boeken per week etc. Alleen tijd, verveling, ver bazing, frustraties, agressie zijn hier in overvloed, voor iedereen. Keurig, automatisch, hygiënisch, worden hier geestelijke littekens aangebracht door ongeïnteresseerde ambtenaren". „KLACHTEN over mijn cel, de één of andere bewaker, het eten, etc., zult u van mij niet horen. Maar dat onbehaaglijke gevoel laat mij niet los en vaak voel ik mij alsof ik in een grote plastic zak midden op straat sta; ik hoor, zie, voel alles, maar kan nergens aan deelnemen. Waar werken die ambtenaren dag in, dag uit voor, behalve voor hun salaris? Wat gebeurt er met ons? Ik heb buiten nog nooit dit soort mechanisch leven mee gemaakt. Ja waarlijk, de gevangenis is een land, asocialer dan alle asocialen die er inzitten, want die zijn dat nooit totaal, zoals dit systeem conse quent asociaal ts. De tijden zullen veranderen en het zal niet zo blijven. Maar excellentie, het is al 1968 en er is geen tijd te verliezen". Hoogachtend, doch niets verwachtend, A4/11-C2352 (S. DAVIDSON)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 13