Amsterdamse HBS-er loopt
studieachterstand vlot in
Zwemmen
kan ik
maar
eens
De school
loopt
niet
weg
Bob Schoutsen ligt
niet wakker voor
grote wedstrijden
li
Internationals slapen in de kleedkamers van
Beverwijks zwembad
Je moet altijd tussen
het publiekdoor rossen
ZWEMACENDA
WATERPOLOACENDA
TEKST OP DEZE PAGINA
VAN THEO REITSMA
EN NICO COEBERT
Zomersport-uitgave 1968
iiminiiinniiiiiiRitiiiiiiiiiniuiiiiiniiiniiiiiiiiiiiiiiHiimiiiiimnniiiiiiii
iiiiiimnintiiiiiiimiiiininiiiiiiniiiiminitninniiniiiiimniiiiunnnmii
ti§
ff!»
A
Bob Schoutsen is de jongste on
der de Nederlandse zwemheren.
Zestien jaar. Zwijgzaam. Uiterst
snel op de rugslag. Een waarvoor
Mexico duidelijk binnen bereik is.
Bob Schoutsen verzuimt voor dat
doel. Als vierdeklasser van de hbs-
B maakt hij aanmerkelijk minder
uren dan zijn medeleerlingen.
„Ik had maar één onvoldoende
op mijn paasrapport (5 voor alge
bra)" en „Zwemmen kan ik maar
eens, naar school kan ik ook nog
op mijn dertigste" zijn tekenend
voor de wijze, waarop Bob Schout
sen dat verzuim ondergaat. Zijn
moeder: „Wij zijn met de rector
gaan praten. Mijnheer Kerkhoven
is met de rector gaan praten. En
toen was het snel voor elkaar". De
jonge zwemmer: „Maar ik probeer
natuurlijk wel over te gaan".
Amsterdamse Bob Schoutsen is zes
weken van school geweest om de grote
trip mee te maken, die Rob Kerkhoven
voor zijn zwemselectie nodig achtte als
voorbereiding op Mexico. De vermoei
ende trip door Oost-Europa, Italië en
Frankrijk. „Prima, het duurde me
niets te lang. Soms was het eten niet
altijd even lekker. Nou dan liet je het
staan. Dan at je een andere keer wat
meer." Dat waren de voornaamste zor
gen voor Bob Schoutsen, die flegma
tiek zijn zwemsuccessen ondergaat.
Rustig is voor de start. „Natuurlijk ik
ben gespannen voor de start, maar ik
vind het niet iets om een nacht niet
voor te slapen. Ik vind het niet iets
om je over op te winden."
Opwindend zijn overigens wel zijn
tijden op de rugslag. Eind 1964 diende
hij zich aan, nadat hij daarvoor twee
jaar bij Dolfijn zijn ontluikende talen
ten had laten sluimeren. Wat maakt
zijn wedstr ij dz wemmen gemakkelij
ker? „Dat hangt van het plafond af. In
een overdekt bad richt je je op het
plafond. In Minsk liepen de strepen
ongelijk, werden de lijnen te veel on
derbroken om wat aan te hebben. Als
de strepen gelijk lopen met je baan,
dat is het prettigste. Maar meestal heb
je een egaal plafond. Daar heb je niet
13-14 juli: W.-DuitslandNederland B.
20-21 juli: NederlandGr.-Brittannië.
22 juli: Ned. selectieTsjechoslowakije.
30 juli-4 aug.: NK.
17-18 aug.: FrankrijkNederland.
S
Voor de waterpoloërs is Milaan voorlopig belangrijker dan Mexico.
Na Milaan kan Mexico vanzelf volgen. Eerste worden in Milaan is de
opgave. Eerste in een internationaal toernooi in die stad. Geen pech,
geen vergissing is daar mogelijk. Eerste worden of niet naar Mexico.
Dat is de wetenschap, die het NOC de ploeg van Van Feggelen en Jansen
heeft gegeven. In het sportfondsenbad in Beverwijk is er veel over ge
sproken. Over de billijkheid van zo'n ultimatum, over het in ieder geval
zeer duidelijke van zo'n standpunt. In dat Beverwijkse bad trainde de
selectie wekelijks. Van half tien vrijdagavond tot het tijd werd om te
gaan slapen; van half elf tot half negen zaterdagmorgen. Tot de lo
ketten open gingen voor de man en vrouw, die even voor hun plezier het
zwembad in wilden. Op die ongelukkige uren traint en oefent nog de
nationale waterpoloselectie. Tussentijds slaapt de ploeg op plastic ma
trassen in de kleedkamers (foto). Samen met de coach Jansen, samen
met de trainer Van Feggelen, samen met de psycholoog Van der Kade.
18-19 mei: Oost-DuitslandNederland.
3-9 juni, Milaan: kwalificatie-toernooi
Olympische Spelen.
14 juli: BelgiëNederland.
20-21 juli: Oost-Duitsland—Nederland.
12-23 aug.: toernooi in Rusland met
Joegoslavië, Tsjechoslowakije, Rus
land en Nederland.
veel aan, dan richt je je weer op de
lijnen naast je." Problemen van een
jonge rugslagzwemmer, die zich overi
gens zonder zorgen voorbereidt op
Mexico („Ik reken er niet te veel op.
Dan kan het ook nooit zo erg tegen
vallen") en ondertussen op school niet
zo veel achterblijft, al volgde er na de
zesweekse trip door Oost-Europa, dan
ook nog een trainingskamp in Den
Bosch en wedstrijden in Stockholm.
„De school loopt niet weg." Maar ook,
„misschien let je op school nu wat
meer op, omdat je zo vaak weg bent."
Bob Schoutsen blijft stoïcijns onder
zijn mogelijkheden. Hij gaat om half
negen naar bed, om op zes uur uitge
rust te kunnen opstaan om te trainen.
Oefenen omdat hij plezier in zwemmen
heeft. „Als je eens geen zin hebt, dan
ga je er wat minder hard tegenaan.
Dan haal je het een andere keer eens
in. Je weet dat je het nodig hebt."
Bob Schoutsen
TRAININGSMOGELIJKHEDEN VAN
HENNY PENTERMANN ZIJN BEPERKT
AMSTERDAM Henny Pentermann met haar zes
tien jaar een van de jongsten in de vaste groep van
zwemcoach Rob Kerkhoven, heeft voor Mexico een
vastomlijnd doel voor ogen. Vooropgesteld in ieder
geval dat zij naar de Olympische Spelen zal worden
uitgezonden, want zegt Henny Pentermann: „Het is
nog helemaal niet zeker, dat ik naar Mexico zal gaan.
Ze hebben wel een limiet gesteld van 5 min. 30.-. Daar
ben ik al een paar maal onder gebleven. Maar ik wil
in de loop van het seizoen als het kan toch nog wel
harder gaan. In de buurt komen van de 5.20". Henny
Pentermann weet in ieder geval dat er voor haar op
de 400 meter wisselslag nauwelijks een kans is op een
medaille. „Ik zal zeker niet tegen de Amerikanen op
kunnen". Het realisme van de Amsterdamse scholiere
lijkt gerechtvaardigd, na een blik op de internationale
cijferlijsten. Op de 400 meter wisselslag wordt die lijst
aangevoerd door het Amerikaanse zwemfenomeen
Claudia Colb: 5.08.2.
Henny Pentermann weet zich dus
voor een grote achterstand geplaatst
veroorzaakt door een hemelsbreed ver
schil in trainingsmogelijkheden. „Die
Amerikaantjes trainen toch veel an
ders. Hier kun je alleen 's morgens
vroeg in het zwembad terecht. Van zes
tot zeven. Je moet vroeg je bed uit en
dan is het nog kwart over zes voor je
in het water lig. Dat is dus maar drie
kwartier. „Dat is doorgaans de enige
mogelijkheid voor Nederlands zwem-
elite serieus te trainen. Overdag is die
mogelijkheid er niet. „Dan moet je al
tijd maar tussen het publiek doorros-
sèn. In het begin stopte ik altijd, maar
nu sla ik iedereen maar om zijn oren.
Als je op een baantje tien keer stopt
heb je er helemaal niets aan". Dan
is er nog een belangrijk verschil met
de training van haar Amerikaanse con
currenten. „Het is hier een 25-meter-
bad. Die Amerikaantjes zullen heus
wel in een vijftig meterbad trainen."
Het verschil is voor Henny Pentermann
erg belangrijk. „Het is iets heel an
ders. In een vijftigmeterbad heb ik al
tijd wel meer tijd nodig, omdat ik veel
winst heb van mijn keerpunten".
Ook op de vijfweekse toernee door
bracht bij Henny Pentermann wel aan
het licht dat haar amandelen verwij
derd moeten worden. Dat constateerde
een Franse dokter. „Ik had er in Font
Romeu erg veel last van, toen ben
ik daar naar een dokter gegaan. De
man stond stomverbaasd dat er zulke
grote amandelen bestonden. Hij ried
me aan die in Holland weg te laten
halen." Dat zal gebeuren nadat Henny
Pentermann haar eindexamen voor de
Mulo heeft afgelegd. Voorlopig is het
zwemmen een beetje op de achter
grond geraakt. „Mijn studie is er wel
een beetje door in de verdrukking
geraakt. Ik moet er nog veel aan doen.
Ik hoop maar dat ik het haal".
Zonder studiezorgen kan Henny Pen
termann zich beter wijden aan de
tweede grote opgave van dit jaar: zich
een plaats te veroveren in de olympi
sche zwemploeg. Daarvoor is ook de
lange toernee opgezet. „Ik kan echt
niet zeggen, dat ik door die trip "ster
ker geworden ben. We waren allemaal
wel doodop toen we terugkwamen. Het
was meer bedoeld om elkaar goed te
leren kennen. Ook juist buiten het
zwembad. Dat je elkaar goed kunt op
vangen in die vijf weken, want in Me
tweemaal in de week conditietrai
ning in het Amsterdamse bos en het
Vondelpark. Het nut daarvan acht
Henny Pentermann beperkt: „ach ik
weet het niet, die conditietraining.
Zwemmen blijft toch echt de hoofd
zaak". Na die korte tijd van be
trekkelijk rustig aan doen, worden
van Henny Pentermann weer toptij
den gevraagd. Bij de nationale kam
pioenschappen, heeft coach Kerk
hoven uitgerekend, moeten de kandi
daten voor Mexico een tweede top
bereiken, na de eerste in Stockholm,
„Dat weet ik niet hoor", zegt Henny
Pentermann „dat bepaalt mijn train-
ster mevrouw Leeuwis. Kerkhoven
is mijn trainer niet".
Oost-Europa kreeg de Nederlandse
zwemtop weinig gelegenheid de krach
ten te peilen in 'n vijftigmeterbad. „Al
leen in Rusland en in Praag. Ik had
gedacht dat er ook in Font Romeu
een groot bad zou zijn, maar dat bleek
ook al 25 meter". Het was één van
de redenen waarom Rob Kerkhoven
zijn ploeg een halve week na terugkeer
uit Frankrijk opnieuw voor enkele da
gen in Brabant bijeen riep. Dat was
om de ploeg in het zwembad van Den
Bosch nog even aan een vijftigmeter
bad te laten wennen. Dit vooral met
het oog op de zeslandenwedstrijd in
Stockholm.
Het trainingskamp in Font Romeu
xico moet je dat ook kunnen opbren
gen". De trip heeft voor de jonge HDZ
zwemster ook wat wedstrijdervaring
betreft zijn rendement opgeleverd.
„We hebben veel grote internationale
wedstrijden gezwommen. Dan leer je
je niet overal zenuwachtig over te ma
ken. Bovendien ontmoet je sterkere te
genstandsters. Het is goed als je eens
flink verliest".
Tot na het examen zijn Henin
Pentermanns gedachten niet alleen
meer bij het zwemmen, al blijft de
training voor haar een vast onderdeel
van haar programma. Driemaal in
de week 's morgens in het zwembad,