Ook Gouden Eeuw kende
wereldnieuws-in-beeld
Su f
m
kostelijke expositie
in het Rijksmuseum
iiip lp pp* i
I fill 1;1
Netty Rosenfeld, 23 jaar in het vak en
van alle (omroep)markten thuis:
„praten met gewone mensen, dat vind
ik het fijnste werk voor de t.v."
gfÜ
->
W^4?W*T7f Pw i f w w
m W w*#- f'
ZATERDAG 27 APRIL 1968
Erbij
17
J
■IMtém
Frontreporter
Jfó- -
1
mm m im? m --f <m
AA" j j wt |g -ww
J|'/ I
-mm' ui. iiumIi
f
"W? ntm.
«ÜP mzmlêé W W
(Van onze rtv-medewerkster)
AL 23 JAAR loopt zij mee in
het radio- en televisiebedrijf:
Netty Rosenfeld, een begrip
voor de ouderen, een welbekende
voor de jonge generatie. In 1945
startte ze bij Radio Herrijzend
Nederland in Eindhoven, daarna
kwam ze terecht bij de AVRO en
de VARA. Dan werkt ze, als free
lance al zeven jaren voor verschil
lende omroepverenigingen. Een
klein overzicht van haar heden
daagse activiteiten: ze werkt
mee aan „Uitgerekend", „Koning
Klant", KRO-radio derde net (tot
1 mei), ze produceert programma's
voor de IKOR-tv, ze spreekt de
filmpjes in de VARA-quiz „Per se
conde wijzer", ze zit in „Cursief",
een satirisch KRO-radioprogram-
ma, en ze doet voor de VPRO-t.v.
„Een mens is maar een mens".
(Van een onzer redacteuren)
EEN LOSGEBROKEN STIER heeft in Zaandam een man
en een vrouw aangevallen. De vrouw, die zwanger was,
werd door het woedende dier op de horens genomen en in
de lucht geslingerd. Zij overleed ter plaatse. De man raakte
zwaar gewond en liet korte tijd later eveneens het leven.
Een arts zag kans het leven van de baby te redden. Van dit
gebeuren heeft u niets vernomen via krant, radio of t.v. en
dat is niet te verwonderen. Het verschrikkelijke ongeluk
greep plaats in de zeventiende eeuw om precies te zijn op
29 augustus 1647. Wat ons, aan moderne massacommunicatie
middelen gewende twintigste-eeuwers wel kan verwonderen
is dat zeventiende-eeuws Nederland, waar de krant nog in
haar kinderschoenen stond, kort na die 29ste augustus in
woord en beeld van het ongeluk kennis kon nemen.
„OUD NIEUWS"
DAT WAS mogelijks doordat er de z.g.
„nieuwsprenten" van werden gemaakt,
afdrukken van een'ets met een teke
ning van het ongeluk, een beschrijving
en in dit bijzondere geval zelfs met
een verklaring- van de dokter. Een
van de afdrukken is op het ogenblik te
zien in het Rijksprentenkabinet van
het Rijksmuseum in Amsterdam,
waar op een ongemeen boeiende ten
toonstelling, die de titel „Oud nieuws"
kreeg, een kleine honderd vijftig
nieuwsprenten zijn samengebracht.
De nieuwsprenten, ook wel historie
prenten genoemd, geven meestal ge
beurtenissen uit onze vaderlandse ge
schiedenis weer. De vroegste dateren
uit de periode van Willem van Oranje.
De tentoonstelling begint dan ook met
een aantal prenten die zijn begrafenis
stoet in beeld brengen. Ook zijn er
nieuwsprenten, die uitvindingen,
vreemde dieren, hevige branden en
ander gemengd nieuws zoals het ge
noemde ongeluk in Zaandam laten
zien en spotprenten. Hoewel er ook el
ders in Europa nieuws- of historiepren
ten vervaardigd werden, gebeurde dit
nergens zo intensief als in ons land.
Vooral Amsterdamse drukkers maak
ten van de nieuwsprent een speciali
teit.
perkt tot de zeventiende eeuw omdat
deze voor de geschiedenis van ons land
zo belangrijk is geweest en omdat in
die periode de meeste en beste nieuws-
of historieprenten zijn vervaardigd.
Van onze gouden eeuw geven de
nieuwsprenten, die beschouwd kunnen
worden als voorlopers van onze huidi
ge geïllustreerde weekbladen, een fas
cinerend beeld. Men ziet wij doen 'n
greep de slag bij Nïeuwpoort, de
onthoofding van Johan van Oldenbar-
nevelt, de zeilwagen van Simon Ste-
vin, bemand met prins Maurits en Hu-
go de Groot. Men ziet ook beelden van
de reis van Willem Bontekoe naar
Oost-Indië (1619-1629), van het oefenen
op het Haagse Binnenhof door de lijf
wacht van Willem II, van aangespoel
de potvissen, van de olifant Hanske,
i// "J ryJr
ii 4>
Ms
jé A
/Wow 'Sy .-
IsT-
iw ^j'*^
De „consten van olifant Hanske
(1658).
die in 1642 op een kermis in Amster
dam zijn kunstjes vertoonde en van
branden en rampspoeden.
DOOR DE tekst bij een tekening van
de grote brand die in 1666 Londen teis
terde, wordt men erop attent gemaakt
dat men in Holland deze brand zag als
een „straf des Hemels" voor een
brandstichting door de Engelsen op
Terschelling. Dat men ook in de ze
ventiende eeuw op sensatie belust was
blijkt overduidelijk uit 'n „afbeeldinghe
van een seer vreemt mis-schepsel, on
langs gevonden in het eylant Mada
gascar ende gebracht in Vrankrijk, al-
waer het tegenwoordig noch in 't le
ven is", waarop een man met de
hals van een vogel, een snavel en
ezelsoren wordt getoond.
TENSLOTTE zijn er een aantal
hoogst merkwaardige loterij-prenten,
waarop naast het doel van de loterij
de prijzen staan afgedrukt. De ten
toonstelling „Oud Nieuws" is geopend
tot 30 juni.
Een van hen, „broer Janz", trok
zelfs rond 1600 als oorlogsverslaggever
met vaderlandse legers mee om met
behulp van een drukpers die hij mee
sjouwde eerst de legertros, en later
andere belangstellenden van het geïl
lustreerde „laatste nieuws" te voor
zien. Hij is met verschillende prenten
op de tentoonstelling vertegenwoordigd
evenals Romeyn de Hooghe, die voor
al in de tijd van Willem III actief was.
MEN HEEFT voor de tentoonstel
ling een keus gemaakt uit de onge
veer 8.000 prenten tellende verzame
ling van de Amsterdamse antiquair en
bibliograaf Frederik Muller, die sinds
1881 in het bezit van het Rijksmu-
«eum is. Bij de keus heeft men zich be-
.o>- v-
I i. *-.=„* r x.
i''SmmM'- 'üMW
Deze (in origineel zeer fraai gedetailleerde) „nieuwsprent" uit 1666 beeldt de verraderlijke overval en de
brandstichting door Engelsen op Terschelling uit.
I f W.' mé M.. W' W/ m m M i
„Loteryprent" (met prijzen) ten bate van het „Dolhuis" (krankzinnigen
gesticht) te Amsterdam (1592).
DE VERANDERINGEN die Netty
Rosenfeld in de loop van haar omroep-
carrière heeft meegemaakt, zijn groot.
De unieke positie van de radio in de
jaren vlak na de oorlog is verdwenen
het accent ligt nu op de t.v. De hele
aanpak is trouwens veranderd. „Je
merkt het niet zo sterk als je meeloopt.
Je verandert zelf mee, als je tenminste
je ogen openhoudt. Ik zou nu ook niet
meer een orkestje kunnen omroepen
a la 1948 ik zou niet meer weten
hoe dat moet. Iets wijs-beschouwelijks
over die verandering kan ik niet zeg
gen, je bent er voortdurend zelf te
veel bij betrokken."
WIE waren haar collega's van het
eerste uur?
„Mensen als Piet te Nuyl, Siebe van
der Zee, Pim Reyntjes, Joop Reinbout.
Siebe noemde ik vroeger „poppekop"
wat zal hij kwaad zijn als hij dat
leest! maar nu is hij zo hoog ge
stegen dat je geneigd bent meneer te
gen hem te zeggen. We zijn met zijn
allen nog steeds oude vrienden. Later
kwamen er wat andere vrouwen bij,
zoals Mieke Melger van „Hoe is de
stand Mieke?" en Mies Bouwman,
Tanje Koen, Ageeth Scherphuis en Ilse
Wessel. Ik vind dat je nog wel aan
onze programma's kunt zien, dat we
het vak grondig hebben geleerd. Voor
al bij de radio hebben we van alles
moeten doen. Veel is er, bij mij al
thans, misgegaan, vooral als je je eigen
werk kritisch bekijkt. Maar op een ge
geven moment leer je wat je wel en
niet aankunt, en daar ga je je op in
richten.'
„KRITISCH kijken naar de colle
ga's? Ik moet je zeggen: ik zie weinig
tv, heb er gewoon de tijd niet voor.
Maar van wat ik zie dit: werkelijk
goede omroepsters vind ik Elles Ber
ger en Ilse Wessel. Het is moeilijk om
het vak omroepen jaar in, jaar uit, vol
te houden, maar zij doen het. Voor
Mies Bouwman heb ik grote bewonde
ring. Ze is van grote klasse, laat ieder
een dat goed begrijpen. Dat is er ook
een, die weet dat je een goed produkt
moet afleveren en geen flauwekul."
„Het werk groeit met je mee", vindt
ze. „Zowel radio als televisie stellen
hoge eisen. Je kunt je werk, dat is
mijn oprechte mening, nooit half doen.
„Een mens is maar een mens", vergt
veel van mij. Ik probeer altijd zo ob
jectief mogelijk te luisteren naar de
mensen, maar ik ben mèt ze en niet
tegenovergesteld aan ze. Het praten
met mensen doet je vaak de betrekke
lijkheid van een hoop zaken inzien
achter ieder, al is het nog zo'n vro
lijk gezicht, schuilt iets anders dan je
verwacht. Elk mens heeft zijn moei
lijkheden. Ik laat me nooit verleiden,
de mensen iets te laten zeggen waar
ze later misschien spijt van hebben.
Voor een dergelijke vorm van het zo
genoemde „harde interview" lenen de
onderwerpen in mijn programma zich
niet."
„ALS ik echter een politicus zou
moeten interviewen, en ik zou dan de
beleefde aardige vrouw zijn, zou ik
niets bereiken. Maar ik interview al
leen gewone mensen: die moet je in
zekere zin tegen zichzelf beschermen.
Wat harde interviews betreft, ik ge
loof er niet in. Je hebt wel onbeschofte
interviews. Als voorbeeld zou ik wil
len noemen het interview van een
Tros-man met Pistolen Paultje. Ook
vind ik dat de interviewer, tenzij hij
zich in een discussie begeeft, niet zijn
eigen mening naar voren moet bren
gen. Voor het overige heb ik geen
enkel bezwaar tegen de harde aanpak
het is de enige mogelijkheid. We
leven nu eenmaal niet meer in een tijd,
waarin we ons knollen voor citroenen
laten verkopen. Ik heb dan ook grote
bewondering voor de manier van wer
ken van Wigbold, Van der Poel en
Van den Heuvel."»
KRIJGT zij veel kritiek op haar
programma's?
„Mijn kinderen zijn mijn grootste
critici en hun hoeveelheid op- en aan
merkingen is niet gering. Als een
interview van mij ze niet pakt, zitten
ze me tijdens de uitzending verwijtend
aan te kijken. „Koning Klant" doe ik
volgens hen wel aardig, alleen trek ik
volgens die twee nogal "ens verkeerde
kleren aan. Maar daar stappen ze
grootmoedig overheen. En dat is dan
toch weer meegenomen
„Afbeeldinghe van vreemdt mis-schepsel"
1666).