M MB MM: IMWIIDGl
I
KANDIDAAT
MOET NU
MEER WETEN
VAN MIN-
DER VAKKEN
PV-H
Met mammoet-stappen door mammoetwet
VIJFDUIZEND BEROEPEN:
EEN MOEILIJKE KEUZE
■-üXLXBu
WOENSDAG 15 MEI 196 8
ir Mammoet '68
19
If V-
Doorstroming'
Brugjaar
HiU, ïfoudtt,
L.A.V.O.
M.A.V.O.
WïMlZpMr Z&vwtwder&p
H.A.V.O.
NEDERLAND kent momenteel ruim 5000 beroepen en
een paar honderd voortgezette opleidingen en studierich
tingen. Elk jaar moeten tienduizenden jongeren hieruit een
keus maken. Een keus die vaak be'slissend is voor het leven.
Het gebeukt helaas nog vaak dat de jongelui (of hun
ouders foor hen) een beroep of studierichting kiezen waar
voor zij volmaakt ongeschikt zijn. Sommigen grijpen te
hoog, anderen kiezen uit traditie, onwetendheid of status-
overwegingen een beroep dat ver onder hun capaciteiten
ligt.
NIEUWE WET BRENGT OOK
NIEUWE EXAMEN-NORMEN
bezilvon d:p'c-na's akten kan de opledingsmogelnkhefd wijzigen, Beroepen mei (M)ULO-opleiding slaan ook
open voor de opladingen H.B.S, Gymnasium of MMS r r
HET NIEUWE voortgezet on
derwijs brengt ook examens nieu
we stijl. Voor het havo en mavo
worden zij zodanig ingericht, dat
elk vak even zwaar telt. Dit in
tegenstelling tot de tegenwoor
dige opzet der examens, waarbij
de waardering niet voor alle exa
menvakken gelijk is. Bij de HBS-
B-eindexamens b.v. viel uiter
aard een zwaar accent op de
wiskundevakken, bij de HBS-A-
examens stond een vak als Ne
derlands zeer hoog genoteerd.
De eindexamenkandidaat havo
slaagt als hij voor de zes examen
vakken, minimaal 36 punten in
totaal heeft. Die vakken zijn:
Verplicht: Nederlands en één
moderne vreemde taal plus vier
keuzevakken uit:
twee andere moderne talen,
geschiedenis,
aardrijkskunde,
wiskunde,
natuurkunde,
scheikunde,
biologie,
economie,
handelswetenschappen,
recht.
DE KANDIDAAT mag slechts
voor één van de zes vakken een
onvoldoende hebben. Bovendien
mag dat cijfer niet lager zijn dan
een vijf. Hij wordt afgewezen als:
het totaal van de behaalde cijfers
33 of minder bedraagt, d.w.z. ge
middeld 5'/t of minder; meer dan
twee vakken een cijfer lager dan
6 krijgen (m.a.w. als hij meer dan
twee onvoldoendes heeft); de som
van twee eindcijfers, hoe dan ook
gecombineerd, kleiner is dan 9.
GRENSGEVALLEN
DE HIER genoemde regeling
bestrijkt zeker niet alle moge
lijkheden. Zo is b.v. een leerling,
die vijfmaal een tien scoort en
ook éénmaal een vier op zijn cij
ferlijst heeft staan, niet geslaagd.
Het is niet moeilijk een reeks
moeilijke grensgevallen te beden
ken. De bedoeling is, dat de exa
mencommissie daarover zal be
raadslagen.
EEN dergelijk overleg kan tot
gevolg hebben, dat de kandidaat
geslaagd wordt verklaard dan wel
wordt afgewezen of in de gele
genheid wordt gesteld herexamen
in één vak af te leggen. Zo'n her
examen wordt dan afgenomen in
de maand september. Die ruime
periode is gekozen om de eind
examenkandidaat alsnog ruim
schoots gelegenheid te geven zich
op het herexamen voor te berei
den en de onvoldoende op een
voldoende te brengen.
MAVO-IV
VOOR MAVO-IV ziet het exa-
mcnpalet er als volgt uit:
Verplicht: Nederlands en één
moderne vreemde taal. Vier keu
zevakken uit:
één of twee andere moderne
talen,
geschiedenis,
aardrijkskunde,
wiskunde,
natuurkunde,
scheikunde,
biologie,
handelsrekenen.
EVENALS voor het havo geldt
ook voor dit mavo-eindexamen
een totaal van 36 punten als mi
nimum-eindresultaat. Het is niet
toegestaan om meer dan twee on
voldoendes te halen. Een combi
natie van twee cijfers lager dan
10 opent evenmin enig perspec
tief.
Het is dus mogelijk te slagen
met tweemaal een 5 en te zakken
met een 5 en een 4. Grensgevallen
zijn hier uitgesloten. Wel is de
mogelijkheid opengehouden om
in een vak herexamen te doen.
Voor beide schooltypen havo
en mavo geldt voorts de mo
gelijkheid tot het afleggen van
een herexamen, zoals dat thans
het geval is onder de examens
oude stijl.
SAMENGEVAT: onder het
nieuwe stelsel doet de kandidaat
examen in minder vakken
dan bij de examens oude stijl, nl.
slechts zes. Maar van die zes vak
ken wordt een grotere en
diepere kennis verlangd dan
de kandidaat bij het „oude" exa
men van elk der vakken moest
bezitten.
VOORTS: op grond van de her
examen-regeling zoals hierboven
uiteengezet, kan men zeggen dat
de mogelijkheden tot „herkan
sing" bij het nieuwe systeem zijn
verdubbeld.
em rer vervanging
d.fMjULO-opleiding
MINIMAAL VEREISTE
VOOROPLEIDING
BEROEPEN
DM BIJZONDERHEDEN
AMBTENAAR (lageradmin)
1e ARBEIDSAN AU ST
ie AS5ISTENT-ACC0U MTAMT
AUTOMONTEUR
m el overgangsbewij s van 3e naar
4ekl. (MjULO (wiskjkanfM
A'JTCTECHN'CJC-A
men naar deMTS
BANKEMPLOYÉ
ook mei 2 klassen (MJULO mogelijk
BEJAARDENVERZORGSTER
(M)UL0 of Handelsschool. Opleiding
voorptakhikdiploma Boekhouden
BOEKHOUDER
opleiding Ned.Filmacademie. Onlhef-
fmgv-d. schoolesen is mogelijk
CAMERAMAN-TV
vakdipioma en rijbewijs B,E
CHAUFFEUR (vervoersbedr.J
CHEMICUS
ook melakle scheikunde.MO.is studie
aan deumversileiletc.mogelijk
(MjULO of Handelsschool
CORRESPONDENT
opleiding ook mogelijk mer IVO.B-
DOKTERSASSISTENTE
(MjULO is gewensl.
DOUANE-AMBTENAAR(lagere)
êvILook universitaire shidie mehakre
boekhoud. handelswel.of sbaHwsJik,
EC0N00M(doclor. examen)
ELECTROMONTEUR
GASTECHNICUS
opleiding ook mogelijk me!3jaar voor
opleiding lerares N.0
HUISHOUDKUND!GE(inn"chh)
KANTOORMACHINEMONTEUR
ook moaeli ik mei -> ir handelsdagschool
KLEUTERLEIDSTER
or 3jaar
opleiding aan Horecadagvakschool
LABORATORIUMASSISTENT
ook cpi aan de soc. a cademie maar dan
mei roelalingsexamen op HBS.mveau
MAATSCHAPP. WERKSTER
MACHINEBANKWERKER
akhjkenljaar
zender LIS is 1
ONDERHOUDSMONTEUR
avond-LTS verp
(MLG - A mei w i skunde a n ders volg 1 een
toeiaHrasexamen v.d. Kweekschool.
ONDERWIJZER L O
(MjULO of Handelsdagschool.
ONDERW'JZER VGLO mei
2 bevoegdheden
soms is ontheffing van (MjULO
mogelijk
POLITIEAGENT(E)
salaris is zeer slerk afhankelijk v.d.
specialisatie en verdere opleiding.
PROGRAMMEUR (computer)
RADIOLOGISCH LABORANT
LTS of ULO-A of ULO-B 3W of schakel
klas UTS of VUTO,daarna cursus scheepsw.k
THEPS'A'cRZT.'iijl.'LfiC-t.
SCHEIKUNDIG ANALIST(e)
(MJULO of Handelsdagschool.
kennis van wiskunde op H BS-mveau
is gewenst*.
STATISTISCH MEDEW.(anal.)
STENOTYPISTE
SelTaWnilhS^ar^lwierï
TECHNISCH AMBTENAAR
o°kmel^3 jn (MjULO mei wiskunde
TEKENAAR bouwnijv.)
TRAMBESTUURDER
ooieiding aan lagere-of middelbare
Tuinbouwschool-
soms eist men geen (MjULO meer.
TUINBOUWKUNDIGE
[diploma's maken her salaris hoger).
VORMINGSLEI DERyeugdwerl
opleiding aan Kweekschool, evlLook
aan de soc.academies.
WERKTUIGBOUWKUNDIGE
cn rheffing van de gestelde eisen
moqeliik
ZiEKENvER ZORG STER
2 WEM LERAAR (hoofd)
salaris afhankelijk wan diploma's
•cor div. beroepen bestem schriftelijke cursussen, informatie bij; inspectie Schriftelijk Onderwijs-UIRtCHT-Qompiein2ifc
IEDER JAAR worden ouders
voor de vraag gesteld, hoe het
verder moet gaan met hun
kinderen, die de lagere school
verlaten.
Een vak leren of verder stu
deren?
TOT NU TOE moest deze be-
slissing-voor-het-leven vallen
als het kind 12 of 13 jaar oud
was. Dank zij de Mammoetwet
kunnen de ouders die nog wat
uitstellen. In eerste aanleg gaat
het slechts om een voorlopige
keus, die later, in het licht van
gebleken aanleg en capaciteiten
van de leerlingen, kan worden
herzien.
Dit betekent: méér en regel
matiger contact tussen ouders
en docenten. De definitieve
keus zal dan gebaseerd kunnen
zijn op deskundig advies van
de leraren.
DE MOGELIJKHEID van
doorstroming van één onder-
wijstype naar een ander is een
voordeel van de Mammoetwet.
Waren de ouders vroeger ge
noodzaakt voor hun kinderen
zo hoog mogelijk te mikken, nu
kunnen zij eventueel volstaan
met het kiezen van een lager
niveau. Zij hebben immers de
zekerheid dat het kind verder
kan komen als het daartoe de
nodige capaciteiten bezit. Voor
de leerling zelf betekent de
„uitgestelde keuze" dat het niet
dadelijk aan de hoogste pre
tenties hoeft te beantwoorden.
Dit voorkomt geestelijke span
ningen en conflicten. Doorstro
ming maakt het mogelijk dat
men van ieder schooltype uit
steeds naar een volgende laag
kan opklimmen of afdalen, als
het zo uitkomt.
BEGINNENDE op het lavo is
het mogelijk via mavo, havo
en atheneum de universiteit te
bereiken. Maar evengoed is het
mogelijk met lavo of leao (la
ger economisch en administra
tief onderwijs) via het meao en
heao op de economische hoge
school terecht te komen. Uit
gaande van het lavo kan de
leerling bij gebleken geschikt
heid, via lts, mts en hts de
technische hogeschool berei
ken. De schoolkeuze op reeds
jeugdige leeftijd verliest daar
door/ haar onherroepelijk ka
rakter. Zonder tijdverlies kan
zonodig op andere schooltypen
worden overgeschakeld. Men
vindt die variatie aan mogelijk
heden een der belangrijkste
verbeteringen van het voort
gezet onderwijs waarin de „wet
van Cals" voorziet.
ANDER belangrijk aspect
van de Mammoetwet: het brug
jaar, het eerste leerjaar van het
voortgezet onderwijs. Bij het
brugjaar zijn twee typen te on-
derscheiden: een type voor
mavo, havo, atheneum, lyceum
en gymnasium, en één voor
lavo, en lager beroepsonder
wijs. In alle brugklassen van
één type worden dezelfde vak
ken onderwezen, met één uit
zondering: in de brugklas van
het gymnasium worden enige
uren Latijn gegeven.
VOOR EEN goede leerling
zal het overstappen van het
ene type naar het andere type
niet veel problemen opleveren.
Alleen als hij „promoveert" zal
hij enige vakken moeten bij
werken. Voor veel kinderen is
de overgang van de lagere
school naar het vervolgonder
wijs een moeilijke stap.
Het brugjaar biedt het voor
deel, dat het kind zich leert
aanpassen, leert studeren en
dat er tijd is vast te stellen
wat voor iedere leerling de
meest geschikte studierichting
LAGER algemeen voortgezet
onderwijs (lavo) en lager be
roepsonderwijs (lbo) zijn vor
men van onderwijs, die zich
speciaal richten op kinderen,
die minder aanleg voor studie
en meer belangstelling voor
praktische zaken vertonen.
De verdwijnende vglo-school
gaat plaatsmaken voor een
lavo-school, voor een school
voor lager economisch en ad
ministratief onderwijs (leao)
of voor een huishoudschool.
De leao-school is voorgeko
men uit de zogenoemde „han
dels-ulo's" en bereidt voor op
eenvoudig administratief werk.
De scholen voor lager beroeps
onderwijs blijven voorlopig on
gewijzigd bestaan zoals de lts,
de lagere tuinbouwschool, de
huishoudschool en dergelijke.
In het eerste jaar zullen deze
scholen algemeen vormend on
derwijs geven.
Om ook bij lavo en bij lbo
doorstroming te vergemakke
lijken, wordt in de eerste klas
23 uren van het onderwijs op
gelijke wijze over een aantal
vakken verdeeld. Lager alge
meen voortgezet onderwijs
(lavo) geeft een algemene
voorbereiding, die niet op een
bepaald beroep is gericht en
geen zware theoretische eisen
stelt.
EEN MAVO-SCHOOL (mid
delbaar algemeen voortgezet
onderwijs) heeft een cursus
duur van 4 jaar, met mogelijk
heid van vereenvoudiging tot
3 jaar. Zij leidt op voor één of
meer, tot dusver geheten mulo-
"i
examens. De vereenvoudigde
mulo-scholen worden omgezet
in leao-seholen (lager econo
misch en administratief onder
wijs).
Het mavo kent een vrije keus
van een aantal examenvakken
(4). Dit komt in plaats van de
verschillende soorten mulo
examens. Wel worden voor de
gekozen vakken hogere eisen
gesteld. Dit heeft het voordeel,
dat de leerling met een mavo-
4-diploma verder kan studeren
in de 4de klas van het havo.
Een andere mogelijkheid is de
toelating tot alle soorten mid
delbaar beroepsonderwijs. Het
mavo-3-diploma geeft slechts
toelating tot: het middelbaar
huishoudonderwijs, middelbaar
economisch en administratief
onderwijs, middelbaar sociaal-
pedagogisch onderwijs, middel
baar zeevaartonderwijs en mid
delbaar technisch onderwijs.
Mavo-4 geeft tevens toegang
tot het voorbereidende jaar van
het hoger technisch en hoger
landbouwonderwijs.
DE OUDE HBS maakt plaats
voor twee nieuwe scholen: de
school voor hoger algemeen
voortgezet onderwijs (havo),
die de op de praktijk gerichte
vorming van de hbs overneemt,
terwijl de universitaire voorbe
reiding aan het atheneum is
opgedragen.
Er is geen sprake van, dat de
havo-school (5-jarig) van min
der gehalte zou worden. Het
hbs-niveau is gehandhaafd,
maar de opleiding is anders ge
richt. Door een vrijere keuze
van examenvakken is er meer
kans voor eenzijdig begaafde
of geïnteresseerde leerlingen.
Met een havo-diploma kan men
alsnog overstappen naar de 5de
klas van het atheneum of naar
hoger beroepsonderwijs. Het
havo-diploma geeft echter geen
onmiddellijke toegang tol het
wetenschappelijk onderwijs.
De middelbare meisjesschool
(mms) wordt eveneens een
havoschool. Elke school voor
voortgezet onderwijs kan nu
afzonderlijke meisjesklassen
vormen.
DE BOVENBOUW van het
atheneum (6-jarig) wordt in
een A-richting (litterair-econo-
misch) en een B-richting (wis
kunde) gesplitst. In het gym
nasium (6-jarig) staat de 'stu
die in de klassieke talen cen
traal. Ook hier een vertakking
in alpha (litterair) en bèta
wiskundig-natuurweten
schappelijk) en examenvakken
naar keuze. Het lyceum ten
slotte verenigt alle takken van
het voorbereidend wetenschap
pelijk onderwijs in zich. Na
een gemeenschappelijk eerste
jaar splitst het zich in gymna
sium- en atheneum.
AAN DE VOORLICHTING op dit gebied wordt daarom vooral
de laatste jaren veel aandacht besteed. Op scholen zijn decanen
benoemd die de leerlingen over de mogelijkheden moeten infor
meren. Bij ministeries en uitgeverijen zijn brochures verschenen
die een overzicht van de doolhof der mogelijkheden geven.
BELANGRIJKE informatiebronnen zijn voorts de beroeps
keuze- en adviesbureaus. Zy worden op de hoogte gehouden van
nieuwe richtlijnen en ontwikkelingen in de verschillende sec
toren. Ze hebben deskundigen in dienst die belanghebbenden zo
objectief mogelijk voorlichten over een groot aantal functies, de
gestelde eisen aan intelligentie, tact, besluitvaardigheid enz. Vaak
blijkt dat de kandidaat zich van een bepaald beroep een volledig
onjuist beeld gevormd heeft. En dan is zo'n informatief gesprek
meestal al genoeg.
ANDERE KANDIDATEN kennen eigen aanleg en persoonlijk
heid nog te weinig om na een advies een gefundeerde beslissing
te nemen. Dan is een psychologische test gewenst, of zelfs een
persoonlijkheidsonderzoek. En pas daarna volgt dan een studie-
of beroepskeuze-advies. Maar: geen garantie. Op grond van het
onderzoek kan men alleen stellen dat de kans op succes in een
bepaalde richting bijvoorbeeld „vrij aanzienlijk" of „gering" zal
zijn. Niettemin bewijst de praktijk dat dit voor de meerderheid
der kandidaten voldoende houvast biedt.
DE MEESTE gewestelijke arbeidsbureaus hebben een jeugd-
consulent of beroepsadviseur in dienst en ook daar kan men
dus voorlichting en goede raad krijgen. Hun advies is bovendien
gratis, in tegenstelling tot die der beroepskeuzebureaus, waar een
volledig psychotechnisch en persoonlijkheidsonderzoek van 25 tot
150 gulden kost.