IJmuider Courant Een grootse expositie in het Louvre-paleis i Begin (Van een medewerker) EIGENLIJK IS DE GRENS tussen beelden en edelsmeed kunst moeilijk te trekken, want de dofglanzende graftombe van Don Mauricio, bisschop van Burgos, meesterwerk van email van Limoges, is meer dan twee meter lang en de zilveren figuren van de in 1940 beschadigde reliekhouder van Sint Geertrui in Nijvel bezitten een monumentaliteit, die nauw met die van de beeldhouwkunst verwant is. Het is een bezwaar dat de architec tuur, de voedingsbodem van de gotiek, hier moet ontbreken. Bij de ingang zijn foto's opgesteld van de kathedraal van Amiens en van kerkelijke en burgerlijke gebouwen van deelnemende landen. Op de tentoonstelling zelf is in twee gevallen gepro beerd een samenhangend geheel te maken van beeld en archi tectuurfragmenten. Het meest verrassend is de kloostergang uit Chalons sur Marne met losstaande „statue-colonnes" (kolom beelden) uit het eerste begin van de gotiek. De starheid van de Romaanse sculptuur is hier al verdwenen. Minder geslaagd voor de bezoeker is de opstelling van het oxaal (koorafsluiting) van Chartres van circa 1235, omdat de grote bas-reliëfs, evenals oorspronkelijk in de kathedraal, hoog zijn bevestigd. Overigens is er op deze expositie beslist meer gestreefd naar een aan trekkelijke dan naar een kunsthistorisch verantwoorde op stelling. (Vervolg zie pagina 17) De droom van de koningen, reliëf van de kathedraal van Chartres (steen, 1235). DE RAAD VAN EUROPA organiseert geregeld groots opgezette tentoonstellingen. Enkele jaren geleden was dat bijvoorbeeld in Stockholm de expositie over Christina van Zweden. Plannen be staan voor een andere over een jaar of twee over de Maltezer ridders. Een van de mooiste tot nu toe is in de Franse hoofdstad te zien. Wij hebben een deskundige medewerker bereid gevonden de tentoonstelling van de kunst der gotiek een weekeinde Parijs alleszins waard bij onze lezers in te leiden. PARIJS Dank zij minister Malraux is eindelijk het Pavil ion de Flore, buitenste vleugel van het Palais du Louvre, ter beschikking van het museum ge komen. Daar wordt tot 1 juli de twaalfde tentoonstelling van de Raad van Europa gehouden, „l'Europe Gothique". Zij gaat over de periode van 1130 tot 1380, in de kunstgeschiedenis bekend als achtereenvolgens Vroege Gotiek, Hoge Gotiek en Stralende Gotiek. Op de ten toonstelling neemt de beeld houwkunst met 190 van de 550 objecten uit vijftien landen een grote plaats in. Van niet minder hoge kwaliteit zijn: het edelsmeedwerk, het glas in lood, de manuscripten, de ivoren, de fresco's en de weefsels. DE RIJKDOM DER GOTIEK MEESTAL is het vrij moeilijk het begin van een nieuwe stijl te localise- ren. Dat is bij de gotiek anders. De avant-garde begon tussen 1130 en 1140 met de nieuwe bouwtrant in het Fran se kroondomein, het lie de France, dat als een grillig eiland in het hart van Frankrijk lag met Parijs als middel punt. In Sens, honderd achttien kilometer van Parijs is in 1130 de eerste go tische kathedraal gebouwd. Het is ech ter aan de kleine abt Suger van St. Denis te danken, dat de nieuwe archi tectuur en de mogelijkheden van de glas-in-lood ramen wijd en zijd bekend werden. Hij was niet alleen een voor treffelijk administrateur en een politi cus, die Lodewijk VII als regent tijdens de tweede Kruistocht (1147-1150) ver ving, maar bovendien 'n man die in de educatieve dienst van een groot mu seum geen slecht figuur zou hebben geslagen. Met de verbouwing van de Karolingische abdijkerk begon hij in 1137. Het was, schrijft de kunsthisto rische Panofski, alsof de president van de USA het Witte Huis liet ver bouwen door Frank Lloyd Wright. Bij de inwijding in 1144 waren, zoals Su ger trots vermeldt, de koning en de koningin en negentien bisschoppen en aartsbisschoppen aanwezig. Het gaat bij de gotische architectuur niet in de eerste plaats om de bouw constructie: de combinatie van spits boog en kruisribgewelf, maar om het scheppen van 'n nieuwe, luchtige ruim te. De gotiek ontwikkelt zich in een snel evoluerende samenleving. Mis schien is wel de belangrijkste veran dering de opkomst van de steden en de teruggang van de abdijen. De steden krijgen eigen bestuur en eigen recht spraak. Er vormt zich een regenten klasse. De cultuur van de universitei ten (Parijs is verreweg de belangrijk ste) komt in de plaats van de kloos tercultuur. Maar de Kerk wint aan in vloed door de bedelorden, die in de ste den werken. De predikheren hebben grote kerken nodig om het gewone volk te kerstenen. Tegen het eind van de twaalfde eeuw begint de bloeitijd der Franse gotiek met de bouw van de grote kathedralen: Chartres 1194, Reim 1212, Amiens 1220 en Beauvais 1247. De regionale stijl van Noord-Frankrijk groeit uit tot de internationale gotiek van West-Europa. Al in 1175 trok de Franse bouwmeester Willem van Sens naar Engeland om de kathedraal van Canterbury te verbouwen. Helaas viel hij van de steigers toen het koor vol tooid was en moest hij door een En gelse collega vervangen worden. Met selaars en steenhouwers van Bam berg en Naumburg gaan in de bouw loodsen van de Franse kathedralen in de leer. Intussen stijgen de pijlers en bogen in Frankrijk steeds verder om hoog, de glas-in-lood ramen groeien ten koste van de muurvlakken, aan de buitenkant komt een verward ge raamte van steunberen en luchtbogen. IN 1284 storten de acht en veertig meter hoge gewelven van het koor van Beauvais in. De Franse gotiek is dan over zijn hoogtepunt heen. De beeld houwkunst maakt zich meer en meer los van de architectuur. Een zeker na- De lieflijke Deugd, die de hei dense Ondeugd vertrapt, van de kathedraal in Straatsburg (zandsteen, 1280). turalisme en raffinement, dat vooral in de miniaturen en de kleine kostbare objecten tot uitdrukking komt, gaat ten koste van de monumentaliteit. In de andere landen, speciaal in Engeland, ontwikkelt zich een eigen gothische stijl. Het was de bedoeling van Pierre Pradel, conservator van de afdeling beeldhouwkunst van het Louvre en or ganisator van deze expositie, de chro nologische volgorde te handhaven en daarbij de verschillende kunstuitingen en landen te combineren. Alleen Italië, waar andere invloeden doorheenspelen, zou apart opgesteld worden. Deze opzet is in de eerste twee zalen volgehouden. In de volgende zalen is blijkbaar op het laatste moment een groot aantal stukken verplaatst, waardoor een veel afwisselender geheel is bereikt. Zo komen de twee zandstenen beelden van 1280 van de kathedraal in Straatsburg de profeet en de lieftallige Deugd die de heidense ondeugd vertrapt uitstekend tot hun recht op verschillen de verdiepingen. Alleen de ingebouwde glas-in-lood ramen (waar Italië buiten valt) geven veertien zalen lang, als een lichtende illustratie, een overzicht van de gotische ontwikkeling. Om een bepaald voorwerp te kunnen vinden is het nodig bij de kassa een guide som- maire voor twee francs te kopen, want daar zijn de belangrijkste stukken van iedere zaal aangegeven. SINDS abt Suger de glasschilders van heinde en ver liet aanrukken om zijn ideeën op de vensters van het koor te verwezenlijken (en een vakman aan stelde om ze in goede conditie te hou den) zijn de glasschilderingen mèt de kathedralen en de rijk versierde por-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1968 | | pagina 13