IJmuider Courant
Pelgrimages naar de slagvelden
w
BEZETTER OF TOERIST
NAAR DE WOESTIJN
mmw,
GASASTROOK
HISTORIE ZOEKEN
EREVLEES
VOORUITZICHTEN
(Van een medewerker)
TEL AVIV Links van ons, ver
weg in het korenveld, waren Ara
bische vrouwen bezig, meer naar
rechts moest Nabloes liggen, het
sjechem van aartsvader Abraham,
waar we net waren doorgereden.
Op het smalle pad liep de gedemo
biliseerde luitenant voorop, in de
richting van de heuvels. Achter
hem zijn verloofde, daarachter wij
en zijn ouders, zijn broer, die nu
bij de luchtmacht is ingedeeld, en
diens meisje. De schaduwen waren
al lang, de zon was bezig te dalen.
Na een tijdje stonden we stil en
zagen de tankversperring die daar
tussen de heyvels ligt. Daar
moesten we omheen trekken", zei
de luitenant. Hij was in de oorlog
MAANDENLANG heeft hij in le
vensgevaar verkeerd misschien
heeft hij wel te lang gelegen doordat
hij zijn manschappen beval door te
gaan en hem achter te laten. Hij heeft
nu zijn derde kunstbeen en zijn moe
der zegt dat ze niet weet, maar wel
vermoedt hoeveel pijn het wennen
aan de nieuwe prothese hem iedere
keer doet.
Gisteren had hij gezegd dat hij ze
de plaats wilde laten zien waar het is
gebeurd zo ver heeft hij het ken
nelijk al verwerkt. En dus waren we
deze zaterdag naar de „Westbank" ge
gaan, het op Jordanië veroverde ge
bied ten westen van de Jordaan. Het
is een van de vele pelgrimages die
Israëliërs maken in deze dagen, een
jaar na de verrassende veldtocht waar
van de politieke gevolgen nog steeds
onzeker zijn.
HOE GEDRAGEN ze zich? Als
bezetters van een veroverd land of
als nieuwsgierige toeristen?
In het Westbankgebied gaat het kij
ken nog wat voorzichtig. Er wordt ge
stopt in de hoofdstraten van de ste
den Nabloes, Jenin en Toelkarm,
er worden wat foto's gemaakt en er
wordt wat gedronken bij een van de
vele limonadetentjes of koffiehuizen.
Maar een rustig wandelingetje door
de kronkelige stratjes van de oude
stad maken de meesten toch maar niet.
En in Hebron en Bethlehem brengt de
toerbus de echte „sightsee'ers" recht
streeks naar de grot van Machpela en
naar de geboortekerk en rijdt ze even
rechtstreeks terug naar Jeruzalem of
Tel Aviv.
In Jeruzalem is het anders. Daar lo
pen de Israëliërs rond alsof ze er niet
twintig jaar zijn weggeweest al ra
den inwoners de buitenlandse bezoe
kers aan, niet na donker in de oude
stad te blijven.
Helemaal zonder vrees zijn de be
woners toch niet. „Ik vindt het maar
een griezelig idee", zegt een jonge
vrouw, die in een nieuwe wijk aan de
buitenkant van de stad woont, „dat de
Arabieren nu overal rondlopen. Her
kennen kun je ze niet. Want als ze
geen kefia dragen zien ze er net uit
als joden uit Irak of Marokko".
Toch lijkt er weinig grond voor
haar vrees te bestaan. Er is één bom
aanslag in een bioscoop in Jeruzalem
verijdeld en sindsdien staan voor alle
bioscopen huisvaders, die geen dienst
plicht meer hebben, op post om te kij
ken of niemand binnen gaat met een
verdacht uitziend pakje of een tas. Niet
alleen in Jeruzalem, maar ook in Tel
Aviv en Haifa.
EN DAN is er de Sinai. Als de bur
gers van Israel praten over wat er in
de toekomst gaat gebeuren met de ver
overde gebieden, blijken ze over het
uiteindelijk resultaat merkwaardig
eenstemmig te zijn, ondanks het ont
breken van officiële uitspraken van de
regering, die immers alles openlaat
voor onderhandelingen met de Arabi-
fi/i
ISRAEL NA EEN JAAR
GEWAPENDE VREDE
wmssr-
'Wé,
commandant van een mijnoprui-
mingspcloton. Toen we verder lie
pen riep zijn vader achter uit de
rij: „Kunnen hier nog mijnen lig
gen, Ido?" „Ik denk het niet", riep
hij terug, „de meeste zullen wel
sche staten met uitzondering na-
tuurfijk van Jeruzalem.
Volgens de amateurpolitici zal
Israel een deel van de hoogten van
Golan niet aan Syrië willen terug
geven, om niet weer het gevaar te
lopen dat vanuit onaantastbare Sy
rische stellingen de boeren en vis
sers rondom en op het meer van
Tiberias worden doodgeschoten. De
rest van het veroverde gebied kan
Syrië, zeggen zij, terugkrijgen.
De „Westbank" zou iedereen het
liefste zien als een soort autonoom ge
bied, eventueel een zelfstandige Ara
bische staat, nadat op de punten waar
Israel door het gebied 't meest wordt
versmald enkele grenscorrecties zul
len hebben plaatsgevonden. Het ver
delingsplan van 1947, door Israel aan
vaard en door de Arabische staten ver-
worpen, komt in dit verband in de ge
sprekken weer vaak voor. zij het in
een vorm die aan de gebeurtenissen
van de afgelopen twintig jaar is aan
gepast.
Wat er met de Gazastrook moet ge
beuren is niet geheel duidelijk: sinds
de bewoners daarvan de mogelijkheid
hebben naar de Westbank te gaan, be
staat de indruk dat dit grote kamp
voor Arabische vluchtelingen geleide
lijk terugstroomt. De Sinai zal men
teruggeven aan Egypte onder voor
waarde dat het gebied gedemilitari
seerd blijft. Over de manier waarop
deze resultaten zouden kunnen wor
den bereikt kan men furieus discussië
ren, maar over de resultaten zelf be
staat een soort communis opinio.
De Sinai terug aan Egypte dus. Maar
het lijkt alsof een heel volk, voordat
dat gebeurt, de woestijn wil zien waar
in zo'n 3100 jaar geleden, in een om
zwerving van veertig jaar, Mozes de
zwervende stammen voor het eerst
bundelde tot een volk. De kiboetsiem
zijn natuurlijk de eerste geweest. Met
hun eigen vrachtwagens gevolgd
door wagens met proviand en met
benzine, zijn ze de Sinai ingetrok
ken, die onafzienbare woestenij van
zandvlaktes en bergketens, waar des
nachts wordt gereden omdat anders
een tocht van vijf, zes dagen nog te
weinig is.
Ze rijden naar het Suezkanaal en
bezoeken het St. Catharina-klooster,
zijn opgeruimd". Ons kleine groep
je werd nog stiller we konden
nu de Arabische vrouwen in de
verte tegen elkaar horen roepen.
Als ik naar Ido keek, die nog steeds
voorop liep, kon ik haast niet zien
of het zijn rechter- of zijn linker
been is, dat hij heeft verloren toen
hij bijna een jaar geleden hier, aan
het hoofd van zijn peloton, optrok,
om een weg vrij te maken om die
tankversperring heen.
sef. Maar ook Chatsor, het grootste
van de koninkrijken van Kanaan, door
Jozua toegewezen aan de stam Naftali.
En Awdat, in de woestijn van Zin
waar het volk twistte met Mozes. En
Megiddo, waartegen de Egyptenaar
Toetmoses III al oorlog heeft gevoerd
-w.vv.vv.vw.y.-.v.y.*.v~\- V
fte». MP**"
De Sinaï, doel van nieuwe omzwervingen.
gelegen op de hellingen van de berg,
waarop Mozes de stenen tafelen ont
ving. Als ze een volledige tocht wil
len maken rijden ze door naar Sjarm
es-Sjeich, helemaal aan de zuidpunt
van het schiereiland, waar nu oen Is
raëlische post de vrijheid van door-
vaart uit de haven Eilat naar de Rode
Zee verzekert, nadat de troepen van
de VN zo vlot op Nassers verzoek wa
ren teruggetrokken.
HET LIJKT alsof de discussie, die
na de zesdaagse oorlog is opgelaaid
over het recht van het joodse volk op
Palestina, ook de belangstelling heeft
verhevigd voor de herinneringen aan
die tijd na de omzwervingen door de
woestijn, toen de nomaden van Mozes
het land in bezit kwamen nemen, dat
hun door de God van hun voorvade
ren was beloofd.
Het land ligt nog vol met onafge
graven tels, de platte heuvels die aan
duiden dat achtereenvolgende bescha
vingen hier hun woonplaats hebben
gehad. Archeologie is een soort na
tionale vrijetijdsbesteding aan het
worden. Een van de mooiste nieuwe
gebouwen van het land is het mu
seum waar de vondsten van de op
gravingen worden bewaard en het
lijkt geen toeval dat twee van de po
pulairste legeraanvoerders. Yigal Ja-
din en Mosje Dayan, archeologisch
werk hebben gedaan.
Massada, de rotsvesting niet ver van
de Dode Zee waar het laatste verzet
van Judea tegen de Romeinen heeft
plaatsgehad, is een soort bedevaarts
oord geworden van het nationale be-
Toeristen zijn uitgestapt aan de
overkant van de Jordaan. Op de
achtergrond de op Syrië ver
overde heuvels van Golan,
vanwaar jarenlang beschietin
gen plaats hadden.
in 1478 voor Christus, later een bol
werk van Salomo en nog later
waarschijnlijk één van de steden die
James Mitchener heeft gebruikt om
zijn fascinerende beschrijving te ma
ken van een fictief Makor in zijn dik
ke bestseller „The Source".
In al die plaatsen en ook nog in
Asjkelon en Gezer, in Lachisj en
Majresja vindt het volk van nu, dat
nog maar weinig binding heeft met
de godsdienst der vaderen, een nieuwe
binding met de historie en met het
volk van toen.
Dat historische besef maakt ook
dat de bewondering voor het leger,
dat zulke wonderen van moed heeft
verricht, niet militaristisch wordt.
Echt militairisme telt de offers niet
en in Israel wordt iedere in een
grensincident gedode soldaat be
treurd als een lid van de eigen fa
milie. Maar een warme eerbied voor
de Chajaliem, die soldaten, is over
al aanwezig.
DE WAT slonzige vrouw, die in de
eetzaal van een grote kibboets het
eten rondbracht en iedereen bij de
aardappelen 'n gebakken ei gaf, haal
de onder uit haar karretje een bord
met vlees tevoorschijn en gaf dat aan
een jongen aan het tafeltje naast ons.
„Laatste portie vlees", zei ze, „heb ik
al een hele tijd bewaard tot er eens
een soldaat zou komen eten".
En zo worden ook de liftende sol
daten, jongens en meisjes meegeno
men in vrachtwagens en particuliere
auto's, zelfs in de toerwagens met bui
tenlandse toeristen, alsof het een eer
is ze te vervoeren. De jeugd is de
trots van het land op een manier die
bij ons onvoorstelbaar is geworden.
Iedereen kent de verhalen uit zijn
directe omgeving van jongens, die de
relaties van hun vader hebben ge
bruikt om hun afkeuring voor mili
taire dienst om te zetten in een goed
keuring en yan groepen jongens en
meisjes, die na hun diensttijd vrijwil
lig een kibboets hebben gesticht om
daar, op de zanderige grond van de
Negev, of in de stenige heuvels van
Galilea, hun bestaan te vinden en het
gevaar van sluipschutters en overval
lers te weerstaan.
STAAT ISRAEL er goed voor, een
jaar na de tiende juni 1967? „We heb
ben er nooit zo goed voorgestaan als
nu", zegt de een. „Voor het eerst is
het vrijwel veilig aan onze grenzen.
De Arabische staten zullen in geen
jaren meer een oorlog tegen ons dur
ven beginnen. De economie heeft een
nieuwe impuls gekregen door de open
bare werken die de regering laat uit
voeren op de Westbank en door de
tamelijk omvangrijke uitvoer naar
Jordanië en verder".
„We staan er bijzonder somber
voor", zegt de ander. „Doordat Rus
land de Egyptenaren zo snel weer
heeft bewapend, is er geen enkel voor
uitzicht op vrede. Misschien zou Hoes
sein wel willen, maar hij durft niet.
En intussen zitten we met een miljoen
Arabieren".
Als we ze integreren en een eigen
staatkundige zelfstandigheid geven
veroordeelt de hele wereld ons omdat
we een fait accompli scheppen. Inte
greren we ze niet dan halen we een
vijfde colonne in huis, die van Israel
een tweede Algerije kan maken. In
tussen waarschuwt de president van
de centrale bank ons dat we met al
onze openbare werken een ernstige
inflatie scheppen".
Het is niet mogelijk te voorspellen
wie van deze twee groepen gelijk zal
blijken te hebben. Steeds duidelijker
klinken de stemmen van degenen, die
met het vestigen van de Arabische
vluchtelingen, die nu onder Israels ge
zag vallen, niet willen wachten tot er
ooit misschien eens vredesonderhande
lingen zullen komen. Maar over de uit
voering van die gedachte is de on
enigheid weer groot vooral omdat de
regering zorgvuldig verzwijgt te zeg
gen wat zij zal doen als deze toestand
nog één, twee, drie jaar duurt.
Israel een jaar na de zesdaagse oor
log voelt zich net zo op zichzelf aan
gewezen als toen, is nog net zo bereid
hard terug te slaan als het wordt aan
gevallen, heeft geduld en de bereidheid
om veel toe te geven als het om vre
desverdragen gaat maar niemand
kan zeggen dat het Israel van vandaag
een helder beeld heeft van de richting
die het zelf de komende tijd zal moe
ten opkoersen.
Het is niet mogelijk te voorspellen,
welke van deze twee groepen gelijk
zal blijken te hebben, zeker is dat de
stemmen verdeeld zijn.
Een der duizenden Arabische gezinnen die voor de oorlog op de westelijke Jordaanoever woonden en in juni 67
over de rivier vluchtten. Zij kunnen nu naar de door Israel bezette Westbank terugkeren.