MEER LIJN IN
LINGERIE
Hannie Singer
„ELK MEISJE ZOU EEN
VAK MOETEN LEREN"
VROUW
FINLAND:
modeland
in
opkomst
Spaghetti op
zigeueerwijs
L-—B—
/-■#
ZATERDAG 2MEI 1968
Erbij
Balenciaga en
Del Castillo
gaan sluiten
-
Gaston Gourmet
HEEL LANGZAAM komt in
Nederland de lingerie meer in
de belangstelling. Het hoeft nu
niet allemaal sneeuwwit meer te
Eijn. Zwart, donkerblauw of ge
bloemd mag ook zonder dat de
draagster met bedenkelijke blik
ken bekeken wordt.
Zelfs knalrood, lila, oranje en
hardgroen hebben als kleuren
voor foundation hun intrede ge
daan.
Echte modelijnen zijn nog niet
in de lingerie en nachtkleding
doorgedrongen, al is alles tien
keer vlotter dan tien jaar ge
leden.
Helemaal van kant zijn dit
nachtjaponnetje en duster met
korte ballonmouwtjes. De nvl-
france-kant is zachtroze.
Een pyjamacombinatie, de pan
talon is wit met rode nopjes, het
bovenstukje effen. Ook hier
kant ter versiering, in stroken
langs de pijpen. De pyjama is
van tergal.
Een mini-duster van turquoise
doorgestikte kunststof obtel
met kant langs mouwen en
de hele zoomrand.
(Van een medewerkster)
IN EEN DER SPREEKKAMERS van het Tweede-Kamer
gebouw aan het Haagse Binnenhof rinkelt schel een belletje.
Mevrouw mr. H. Singer-Dekker, sinds 1963 lid van de Tweede
Kamer voor de Partij van de Arbeid, staat op en zegt: „Er zal
een stemming zijn, neem me niet kwalijk, ik ben zo terug". Dat
betekent een korte onderbreking van een lang gesprek waarin
mevrouw Singer met veel animo enkele van haar stokpaarden
liet draven. Stokpaarden die haar weliswaar geen grijze haren
bezorgen, maar haar toch vaak intensief bezig houden: De po
sitie van de vrouw die geen vak heeft geleerd en daardoor haar
hele leven „economisch afhankelijk" blijft, en de mentaliteit van
vele meisjes die het niet nodig vinden een vak te leren.
IN DEZE TIJD van het jaar zijn
eindexamens en beroepenkeuze weer
aan de orde van de dag. Voor me
vrouw Singer het moment om nog eens
met vuur te pleiten tegen die zwakke
schakel in de opvoeding van jonge
meisjes die, met een schuin oogje naar
de huwelijkse staat, verklaren dat ze
nu wel genoeg hebben gestudeerd en
geen zin hehben om een vak te leren.
Van de kant van de ouders die het,
onder het motto „ze trouwt toch"
meestal wel best vinden, komen maar
zelden tegenwerpingen.
MEVROUW SINGER, „Hannie Sin
ger" voor bekenden en voor velen die
haar slechts oppervlakkig kennen, ge
looft niet in de mogelijkheden van
een terugkeer op de arbeidsmarkt voor
vrouwen die geen beroep of vak heb
ben geleerd. „Zelfs al wil een vrouw
nog zo graag weer gaan werken: als
ze niets heeft geleerd is dat vrijwel
onmogelijk. Alleen de ongeschoolde
beroepen blijven over, en die wil men
niet.
Vrouwen willen niet beneden de sta
tus van hun man gaan werken. En
welke vrouw gaat nog een vak leren
op haar veertigste? Bijna niemand.
Wie daar wel karts toe ziet,,,, levert, een
geweldige prestatie", zegt mevrouw
Singer. Het valt haar vaak op dat
meisjes die wel iets leren dit nooit
lijken te doen omdat het vanzelfspre
kend is, maar het meestal motiveren
met het woordje „als': als ze eens
weduwe worden, als het huwelijk eens
misloopt kunnen ze toch op eigen be
nen staan.
„GOED, dat is dan gewoon een hard-
zakelijke redenering", zegt mevrouw
Singer. „Weet u wat ik een idioot
standpunt vind? Dat meisjes iets moe
ten leren om later hun kinderen bij
het huiswerk te kunnen helpen en om
met hun man te kunnen praten. In
radiodiscussies heb ik zulke argumen
ten ook al gehoord. Die kinderen moe
ten hun huiswerk toch alleen kunnen
maken? Als ze later in de maatschap
pij staan moeten ze het ook alleen
kunnen".
Haar standpunt: de mogelijkheid tot
leren en studeren is voor een meisje
even belangrijk als voor een jongen,
en zou even vanzelfsprekend moeten
zijn. Zelf heeft zij in haar studietijd
nog meegemaakt dat meisjes die wil
den studeren, door het beurzenstelsel
gediscrimineerd werden.
„Dat is nu niet meer zo. Bij het
verlenen van studiebeurzen is er geen
discriminatie meer ten opzichte van de
meisjes. Studiemogelijkheden voor
meisjes hangen ook wel vaak af van
wat de ouders ervoor over hebben.
Als het op financiële bezwaren wordt
geschoven komt dat, geloof ik, ook wel
doordat ze het in hun hart voor die
dochter niet zo nodig vinden als voor
een zoon".
MENSEN die er zo over denken als
Hannie Singer lijken tegen de bier
kaai te vechten, zolang jonge meisjes
en hun ouders het huwelijk zien als
NA 31 JAAR van grote successen,
heeft Cristobal Balenciaga, die lange
tijd de koning van de haute couture is
geweest, besloten zijn zaak in Parijs te
sluiten.
Twee belangrijke redenen liggen aan
het besluit ten grondslag. Ten eerste
is Balenciaga 73 jaar en ten tweede zijn
de kosten om een haute couture-zaak
in stand te houden te hoog.
De evolutie van de mode met de
opkomst van de minirok en de belang
stelling voor confectie strookt niet met
de ideeën van Balenciaga, die elegan
tie en distinctie hoog hield.
Zijn botitiek van lingerie, sjaals,
parfums en handschoenen blijft bestaan.
Ook de Spanjaard Antonio del Castil
lo sluit zijn haute couture.
5>v. -
y t
een soort levensverzekering en een
vrouw pas als „geslaagd" wordt be
schouwd zodra ze getrouwd is. De op
voeding houdt het verouderde beeld
van de vrouw nog vaak stevig over
eind. „Dat is niet zo verwonderlijk,
want de moeders zijn nog zo weinig
veranderd", zegt mevrouw Singer.
Ze wil vooral niet generaliseren,
maar krijgt toch soms sterk het gevoel
dat de jeugd een reactionair beeld van
de vrouw heeft. „Het verzet tegen
emancipatie van de vrouw komt zo
vaak van de jongere mapnen, o,o,k als
ze maar weinig aan tradities hechten.
Ik ben geen psychologe, maar ik ge
loof toch wel dat dit reacties zijn uit
gezinnen waar de moeder- en huis
vrouwfiguur een dominerende rol
heeft gespeeld. De mentaliteitsveran
dering zal voor een belangrijk deel in
*het gezin moeten beginnen".
Als kind heeft mevrouw Singer zelf
een „werkende moeder" gehad. Dat be
tekende onder meer alleen huiswerk
maken, vragen en problemen niet
's middags om vier uur maar pas
's avonds op tafel brengen. „Is dat zo
erg?" vraagt Hannie Singer. „Mijn
moeder had een razend-drukke werk
kring. Het gaat er alleen maar om dat
je als kind met zo'n moeder kunt pra
ten, of dat nu 's middags om vier uur
of 's avonds om half acht is".
DE NEDERLANDSE vrouwen wordt
nog wel eens verweten dat ze zelf
maar weinig actief zijn als het om
emancipatiezaken gaat. „Aan de ande
re kant kun je vrouwen niet kwalijk
nemen dat ze soms geen zin meer
hebben om allerlei weerstanden te
overwinnen", vindt mevrouw Singer.
„Neem bijvoorbeeld de sociale maand-
statistieken van het ministerie van So
ciale Zaken. Daar komt de gehuwde
werkende vrouw die geen kostwinster
is, niet in voor. Dat geeft niet alleen
een vertekend beeld van de arbeids
markt, maar het ia ook een symptoom
van een mentaliteit. Ze telt gewoon
niet mee. Onze hele maatschappij |is„
nog altijd gebaseerd op de vrouw die
achter de werkende man staat. Kijk
alleen maar naar de uren van winkel
sluiting".
Naar haar smaak wordt in die maat
schappij ook nog te veel getheoreti
seerd over de vrouw die „zorgend" in
deze wereld zou staan. „Ik vind dat
gewoon niet waar", zegt mevrouw
Singer. „Iedereen heeft wel een zor
gende trek, dat geldt niet alleen voor
vrouwen maar ook voor mannen. Maar
als mannen dit trekje in de praktijk
brengen, als arts of als personeelschef
bijvoorbeeld, dan spreekt niemand
over een verzorgend beroep. Wel als
het over bepaalde beroepen voor de
vrouw gaat. Bij de beroepenkeuze
wordt ook nog vaak uitgegaan van een
soort axioma: een meisje, dus een ver
zorgend beroep. Daardoor komen heel
veel meisjes niet terecht op de plaats
waar ze qua capaciteiten toch zouden
horen".
MEVROUW SINGER staat nogal
secptisch tegenover de veelgehoorde
(en ook wel met statistieken gestaaf
de) bewering dat zoveel meisjes hun
studie voortijdig afbreken. Zij gelooft
niet dat dit een „typisch vrouwelijk"
verschijnsel is. „Jongens hebben van
tijd tot tijd ook wel eens een inzin
king. Als iemand dan eens stevig met
ze praat zijn ze er weer overheen.
Maar als meisjes zo'n inzinking heb
ben wordt meteen maar aangenomen
dat ze beter met de studie kunnen
stpppen. Van jongens wordt niet ge
accepteerd dat ze de studie afbreken,
"van meisjes wel. Ik vind dat dood
jammer. Je kunt later niet meer terug,
je kunt het niet meei» overdoen. En
iets dat je niet afmaakt, blijft je je
hele leven als een angel steken".
(Van onze moderedaktrice)
FINLAND is ongemerkt een opmer
kelijk modeland geworden. Onlangs
was op de televisie te zien hoe het
door Eurofashion georganiseerde mode
festival vóór Frankrijk en Engeland
met de eerste prijs ging strijken.
Als verademende variatie op de Brit
se massaconfectie zijn er sinds kort in
bijna alle grote provinciesteden hand-
bedrukte Finse jurkjes van het beroem
de huis Marimekko te koop, geen twee
exemplaren zijn precies hetzelfde. Dat
is iets bijzonders voor creaties, die in
prijs van 90 tot 145 gulden variëren,
ook al. zijn ze gemaakt van een soort
spijkerbroekkatoen.
JEUGDIGE ONTWERPERS leefden
zich bij de Finse fabriek op kleuren
en dessins uit. Het werden voor het
merendeel de geheimzinnige tinten van
de Finse meren en dennenbossen, zo
als grijsgroen met turquoise, boom
schorsbruin en roze en varen groen en
zwart afgewisseld met zeer fleurige
maar ook wel erg gewaagde kleuren
combinatiesmet signaalgeel en rood
als favorieten.
De Finse Marimekko jurkjes zijn
daardoor duidelijk alleen voor vrouwen
die een moderne levensstijl weten te
appreciëren. Het is dan ook niet ver
wonderlijk dat in ons land alleen in
terieurkunsthandels ze samen met bij
passende accessoires en zelfs met aar
dewerk in dezelfde tint zullen gaan
verkopen. Ze horen bij de outfit van
een modern huis.
De jonge Finse ontwerper Kari
Lepistö, die de Euromodewed-
strijd won, naast een manne
quin in witte japon (van rayon
crêpe) a la Garbo, met v-hals.
ballonmouwen en ingelegde
ceintuur. Kari draagt een diner
kostuum met sjaal-kraag.
Hannie Singer-Dekker, vechten
tegen de bierkaai.
OPMERKELIJK VIND IK dat er
zich in mijn kennissenkring jonge
vrouwen bevinden die, ofschoon ze
zo'n maand of drie vier geleden
nog niet konden koken, zich nu al
aan experimenten wagen en daar
bij vaak goede resultaten behalen.
Natuurlijk, het zijn niet de moei
lijkste recepten, noch de ingewik
keldste sauzen, maar de uitkomst
is in de meeste gevallen zeer sma
kelijk en wat tegenwoordig ook be
langrijk is: vaak zijn de kosten ge
ring. Zo kreeg ik van de man van
een van die jonge vrouwen het vol
gende recept voor spaghetti op zi
geunermanier.
U hebt nodig voor vier personen: 2
tot drie dikke preien, 1 bosje selderie,
2Vz ons champignons. 2 grote uien, 2
handen worteltjes, stuk bloemkool, 1
bosje peterselie, 2 tot 4 teentjes knof
look, verder naar smaak, 1 tot 2 verse
paprika's of twee opgehoopte eetlepels
paprikapoeder. Tenslotte 2 tot 4 ons
osseworst, een paar lepels goede olie,
peper en zout.
U BEGINT met alle groenten klein
te snijden en ze te wassen. Van de
prei gebruikt u alleen het witte gedeel
te, van de bloemkool alleen de roosjes.
Prei en worteltjes in julienne snijden.
Champignons goed wassen en in plak
jes snijden. Goed laten uitlekken, in
een grote pan een paar lepels olie ver
warmen en daarin de groente smoren,
zodat ze licht gekleurd, maar niet te
zacht wordt. Ze moet beetgaar zijn.
Paprikapoeder en knoflook erbij, peper
en zout.
Dat duurt niet lang. Intussen snijdt
u de osseworst (en geen andere hier
voor gebruiken, omdat osseworst zorgt
voor de aparte smaak, die hierbij be
hoort) in plakjes en mengt die onder
de groenten. Spaghetti koken volgens
voorschrift op het pak, afspoelen in de
vergiet en overdoen in een grote schaal.
Hierbij geeft u het groente-worst
mengsel. Apart kunt u er nog een sausje
bij geven, maar het smeuige van
groenten en vlees over de spaghetti
doet niemand daar bijzonder naar ver
langen.
Pikant gehakt of gebakken lever
smaken er ook heel goed bij. Indien u
niet van varkens- of runderlever houdt
omdat u er een aparte smaak aan ont
dekt, die u niet aangenaam aandoet,
probeert u dan eens de kippelevertjes,
die, zij het wat duurder, door veel
mensen die niet van orgaanvlees hou
den, wel worden geapprecieerd.
EEN SAUS van kippelevertjes, die
heel goed bij het hiervoor genoemde
spaghetti-groentegerecht past (u laat
dan de osseworst weg) is gemaakt van:
2 ons bacon, 2 ons kippelevers, 1 ui,
2 teentjes knoflook, 1 bosje selderie,
1 plak knolselderie (gekookt en fijn
gesneden), IVz dl kippebouillon, Vs
blikje tomatenpuree, 1 kopje wager,
Hi theelepel zout, mespunt peper, 1
kruidnagel.
DE BACON kleinsnijden en in een
pan bruin laten worden. De bacon er
uit nemen, maar het uitgesmolten vet
in de pan laten. Dan de kippelevers,
ui, knoflook en selderie erin doen, al
les fijngesneden. Op laag vuur kleur
laten krijgen. Geregeld omzetten met
een vork. Indien er te weinig vet in de
pan is, er wat olie bij doen. Vervol
gens anderhalf kopje kippebouillon, de
tomatenpuree, de kruiden en eventueel
de baconstukjes terugdoen in de pan.
Op een laag vuur ongeveer anderhalf
uur laten sudderen, totdat alles heel
zacht geworden is en de saus, waar
aan u eventueel nog een kopje water
tussentijds hebt toegevoegd, is inge
dikt. U kunt alles tenslotte door de
roerzeef draaien, maar beslist noodza
kelijk is dat niet.
DEZE SAUS smaakt ook goed bij
rijst. Let u er wel even op, dat de be
reiding van de saus enige tijd vergt,
terwijl die van de groenten snel gereed
is. U dient dus eerst met de saus te
beginnen en pas een half uur voordat
deze klaar is, uw groentemengsel te
smoren. Ik heb mij daar zelf eens in
vergist in het proefondervindelijke
stadium en bracht toen een over-
gaar groentepapje op tafel dat er niet
appetijtelijk meer uitzag. Die teleur
stelling zag ik u graag bespaard.